Een parlement van zwijgers

Een parlement van zwijgers

Het koningshuis blijft een moeizaam onderwerp de Tweede Kamer. Discussie over de democratische wenselijkheid van de monarchie wordt zo goed als vermeden. De positie van de koning wordt zonder vragen te stellen verdedigd, heeft geen prioriteit of is electoraal niet interessant, leert een rondgang in het politieke centrum van Nederland.

Tekst Floris Müller

Ga zitten. En vraag wat je wil vragen.’ Een bevriend kamerlid heeft toegezegd om met mij in gesprek te gaan over de rol van de monarchie en de aanstaande verkiezingen onder strikte voorwaarde dat zijn naam en partij geheim blijven. ‘Ik wil mijn handen hier enkele maanden voor de stembusgang niet aan branden’, aldus de dertiger. Die houding verbaast mij en heb ik tot op heden nog niet meegemaakt bij een volksvertegenwoordiger.

Het is even na vijven op een zonnige vrijdag in januari. Premier Rutte heeft enkele uren eerder zijn wekelijkse persconferentie afgerond, de meeste politieke medewerkers uit de kamer zitten inmiddels in de trein naar huis. Wij beginnen aan een vroege borrel in een grand-café in de schaduw van het parlement aan het Plein in Den Haag. ‘Ik denk dat het overgrote deel van de Kamerleden in meer of mindere mate republikeinse overtuigingen ondersteunt’, legt hij uit. ‘Het Koningshuis en het handelen van de Oranjefamilie zijn moeilijk te verdedigen in een democratische samenleving, dat merken wij bij ieder debat over het instituut’.

Ongemakkelijke stilte

Een collega stapt binnen in het etablissement. ‘Hey,… jullie beginnen vroeg!’ Mijn vriend grapt: ‘Dit is een republikein!’ De anonimiteit waaraan hij zojuist nog groot belang hechtte, lijkt in enkele seconden aan belang verloren. ‘Oh, gevoelig onderwerp’, lacht zijn enthousiaste collega. ‘Ga je een revolutie ontketenen?’

Had u mij op eenzelfde manier benaderd als het andere democratische waarden betrof? Het Oekraïne-Referendum bijvoorbeeld…Of de Amerikaanse verkiezingen?’, bijt ik terug. Het gezicht van de volksvertegenwoordiger betrekt. ‘Stemmingsbederver’, lijkt hij te willen zeggen. Er volgt een ongemakkelijke stilte. Met een knik neemt de politicus vervolgens afscheid om zich bij anderen in het grand-café te voegen. Als hij gaat zitten murmelt hij wat onverstaanbaars en wijst hij met een hand in onze richting. Het koningshuis is een ‘ondeugend’ onderwerp, zo leer ik van mijn tafelgenoot. ‘Iedereen heeft er een mening over, maar geen enkel politicus wil zich er openlijk over uitspreken’.

Moeizame meerderheid

Dat gezegd is het Koningshuis afgelopen jaren wel meerdere keren naar voren gekomen in Den Haag: in maart 2016 bijvoorbeeld, werd premier Rutte ter verantwoording geroepen door de Kamer over de anderhalf miljoen euro aan onkosten voor het onderhoud aan de ‘Groene Draeck’. In het najaar werd in het parlement vergaderd over de onkostenvergoedingen die de Oranjes zich jaarlijks laten gireren. Dankzij onthullingen in de pers kwam ook de compensatie voor de belastingplicht voor Beatrix, Willem Alexander en anderen in de familie aan de orde, waarover in 1970 in het geheim ‘een akkoord’ bleek te zijn bereikt. Het initiatief voor dit soort debatten ligt niet bij de politiek. De Kamer komt vrijwel alleen in actie na onthullingen in de media en de publieke verontwaardiging die daarop volgt. ‘Daarbij is in de Kamer maar zelden een meerderheid te vinden om het koningschap te moderniseren’, weet de woordvoerder van D66.

Politieke verantwoordelijkheid

Het mag dan ook niet verwonderlijk heten dat het koningshuis en democratische veranderingen in de meeste verkiezingsprogramma’s voor de stembusgang van 2017 ontbreekt. Regeringspartij VVD schrijft ‘de monarchie de beste staatsvorm voor Nederland te vinden’ en aldus geen reden te zien voor verandering. Een reeks e-mails aan de liberalen in het parlement levert niet veel meer op. ‘Ons standpunt is duidelijk’, snauwt persvoorlichter Michiel Peters als antwoord op een serie inhoudelijke vragen.

Ook coalitiegenoot PvdA lijkt alles bij het oude te willen laten. De sociaaldemocraten stelden tijdens het debat over de fiscale voordelen voor de Oranjes weliswaar snel aanpassingen te willen doorvoeren, in de aanloop naar de stembusgang echter houdt de partij zijn kaken stijf op elkaar. In het verkiezingsprogramma van de PvdA wordt zelfs met geen woord gerept over de financiën van de koning, laat staan over de wenselijkheid van het instituut in een democratische samenleving. Jeroen Recourt, die bij de sociaaldemocraten belast is met zaken die het koningshuis aangaan, reageert ook niet op verschillende telefoontjes en mails.

De wekelijkse kopjes koffie van de premier met de koning hebben een bedwelmende werking’, lacht mijn vriend. ‘Als politiek verantwoordelijken voor de koninklijke familie gaan de regeringspartijen – ook in het licht van de aanstaande verkiezingen – iedere discussie uit de weg’. De zwijgzaamheid en onduidelijke antwoorden van het kabinet, leiden echter op lange termijn tot irritatie bij het volk en in de media, meent de D66-woordvoerder. Het rookgordijn zoals dat door de premier en anderen in het kabinet en door coalitiepartijen wordt opgeworpen heeft een tegenovergesteld effect, stelt hij.

Prioriteit

Overigens is het niet alleen ‘vak K’ dat liever niet over de monarchie spreekt. Ook bij de meeste oppositiepartijen blijft het na vragen stil. Het CDA – een partij die in haar politieke geschiedenis meermaals naar voren heeft gebracht een uitgesproken voorstander te zijn van de Oranjes en het koninklijke instituut – ziet geen reden tot verdere discussie in het licht van de verkiezingen. E-mails aan de fractie blijven onbeantwoord.

En ook Geert Wilders en zijn getrouwen in de kamer gaan niet in op een uitnodiging om over de monarchie van gedachten te wisselen. Het koningshuis wordt ook niet genoemd in het programma voor de aanstaande verkiezingen. ‘De partij wil met een heel beperkt aantal populaire onderwerpen de bühne op’, legt mijn bron uit. ‘Stellingname over de koning lijkt niet direct extra stemmen op te leveren’.

Vuurwerk

Dat gezegd, lijkt de geblondeerde populist de grootste kans te bieden op actieve discussie over de monarchie. ‘Het is geen geheim dat de PVV-leider niet goed overweg kan met de kroon. Hij is ervan overtuigd dat Beatrix hem bewust omzeil heeft tijdens de informatieronden na de laatste verkiezingen in 2012. Dat heeft hij haar persoonlijk bijzonder kwalijk genomen’, aldus het anonieme kamerlid. De vraag is hoe dat zich ontwikkelt onder Willem Alexander als de verkiezingsuitslag in maart bekend wordt.

Ik verwacht behoorlijk wat vuurwerk komende jaren tussen Wilders en de kroon. Nu al leiden uitspraken van Willem Alexander over immigratie en samenwerking in Europa tijdens de jaarlijkse kerstrede tot behoorlijke ergernissen bij de PVV-voorman’, vervolgt mijn zegsman. ‘Wellicht dat Wilders in dit kader ruimte ziet om de positie van de monarch verder ter sprake te brengen.’

Ceremonie

Als enige van de grote partijen in het parlement spreekt D66 zich in haar verkiezingsprogramma wél uit over hervorming van de monarchie. De partij streeft, naar wat zij noemt ‘een ceremonieel koningschap’ – de Oranjes als ‘verbindende’ factor in de sterk verdeelde polder. ‘Het moderniseren van onze democratie is altijd een belangrijk punt geweest voor onze partij’, de zegsman van de partij. Daarvoor ‘benoemt’ en ‘agendeert’ de fractie voortdurend de omstreden begroting en politieke invloed van de monarch. Volledige afschaffing, daar wil D66 nog niet aan.

D66 maakt zich overigens geen illusies over de haalbaarheid van het toch al danig afgezwakte commentaar op het koningshuis. ‘We zijn voor een meerderheid afhankelijk van andere partijen. Die zijn huiverig voor vernieuwing en modernisering van het instituut.’

Floris Müller is journalist en uitgever. Na zijn studies Rechten en Geschiedenis (en later Arabisch) werkte hij voor ANP, RTL Nieuws, NOS en Quote. In 2010 startte hij als uitgever van expatmagazine The International Correspondent en online tekstmarkt Pressmarket. Müller heeft in 2017 zitting genomen in het bestuur van het Nieuw Republikeins Genootschap en fungeert tevens als secretaris van het bestuur.