Van gekozen burgemeester naar gekozen staatshoofd

Het aantal voorstanders van een gekozen burgemeester groeit gestaag. Maar waarom dan niet ook een gekozen premier en een gekozen staatshoofd? Hoogleraar Rudy Andeweg en Niesco Dubbelboer van Meer Democratie wegen de voor- en nadelen tegen elkaar af. ‘Als je het echt goedkoop wilt, moet je het doen als de Zwitsers, daar is feitelijk geen staatshoofd’.  

 

Tekst: Gijs Korevaar

 

Een gekozen staatshoofd. Afschaffen van erfopvolging, de koning en zijn familie bevrijden van die loden last, iedereen kan solliciteren naar de functie van staatshoofd. Het is een mooie boodschap om mee naar de kiezer te gaan. Maar is het ook realistisch? ‘Je komt er niet met alleen maar pleiten voor het gekozen staatshoofd’, zegt hoogleraar politicologie Rudy Andeweg van de Leidse universiteit. ‘Want welke bevoegdheden gaat die nieuwe man of vrouw krijgen, hoe verhoudt de nieuwe functie zich met het parlement?’

Een gekozen premier lijkt leuker dan het is, denkt Andeweg. ‘Het risico bestaat dat een gekozen premier nog machtelozer is dan nu. Bij Kamerverkiezingen weten kiezers dat zij stemmen op een partij en mogelijk op de premier. Want de grootste partij levert bijna altijd de premier. Daarom gaan mensen strategisch stemmen. Maar als de premier apart wordt gekozen, hoeven mensen niet meer strategisch te stemmen. Zij kunnen bij de Kamerverkiezingen hun hart volgen. In Israël is dat zo gegaan. Het gevolg van de gekozen premier was een enorme versnippering van de Knesset. Na twee verkiezingen is de gekozen premier weer afgeschaft’.

 

Paradoxaal

 

Bij een gekozen burgemeester geldt dat allemaal veel minder. De kiezers hebben niet het idee dat zij bij lokale verkiezingen ook stemmen op een burgemeester, alhoewel die in toenemende mate lid is van een van de grote partijen in de gemeenteraad. Andeweg: ‘Maar het is zelden de lijsttrekker van die partij bij de verkiezingen die dan burgemeester wordt. De band is veel losser. Ook met de gemeenteraad. Een burgemeester is minder afhankelijk van een raadsmeerderheid. Het is paradoxaal: een premier wordt niet machtiger als die wordt gekozen en een burgemeester door de bank genomen wel’.

De gevoeligheid over gekozen bestuurders bereikt natuurlijk een piek als het over het koningschap gaat. Niesco Dubbelboer, coördinator van de beweging Meer Democratie (en oud-Kamerlid voor de PvdA), zegt het ronduit: ‘Wij zijn niet voor een gekroond staatshoofd. Het is een functie als alle andere en iedereen moet er op kunnen solliciteren’.

Maar wat voor een soort staatshoofd zou die gekozen functionaris kunnen zijn? Dubbelboer: ‘Als het een president wordt, moet hij wel meer te zeggen krijgen. Meer het Amerikaanse model waarbij de president staatshoofd is en tegelijk regeringsleider is’.

De verkiezingen in Nederland draaien om politieke partijen en hun macht, aldus Dubbelboer. ‘Als we een president kiezen, ontstaat er wel een lastige situatie, want waar ligt dan de macht? In die lijn is het denk ik het beste om een soort districtenstelsel in te voeren, zoals in Amerika. Een macht en tegenmacht-verhaal, waarbij de president een veto kan uitspreken over wetgeving en waarbij het parlement dit veto met een gekwalificeerde meerderheid kan afwijzen. Natuurlijk zie ik ook de mankementen van het Amerikaanse systeem. Maar wij kiezen in Nederland alleen de controle, niet de macht’.

Ook Andeweg ziet nog wel problemen rond een gekozen staatshoofd. Is die gekozen functionaris alleen staatshoofd of ook regeringsleider? In die laatste versie wordt de president een machtig figuur in de Nederlandse politiek. En dan moet er een oplossing komen voor het geval president en parlement botsen.

In Amerika hebben presidenten 1505 keer een veto uitgesproken over een door het Congres aangenomen wet. In 110 gevallen heeft de volksvertegenwoordiging dat veto ter zijde geschoven. Daarvoor is overigens wel een tweederde meerderheid in beide Huizen van het Congres voor nodig.

Iets soortgelijks zou in Nederland moeten worden geregeld met een gekozen staatshoofd. ‘Koningin Juliana heeft in de jaren zeventig geweigerd de wet op het Koninklijk Huis te tekenen. Dat wetsontwerp is stilzwijgend ingetrokken. Maar met een direct gekozen president zullen er veel meer van deze problemen zijn’, stelt Andeweg. ‘Die is ten slotte met een eigen programma gekozen en die gaat geen wetten ondertekenen die daar tegen in gaan’.

Maar waarom zou je het veranderen, vraagt de hoogleraar zich af. De kabinetsformatie is al bij de koning weggehaald. En wat hou je dan over? Regering benoemen, wetten ondertekenen. ‘Als je goedkoop uit wilt zijn, dan moet je doen als de Zwitsers’, lacht Andeweg. Daar is namelijk feitelijk geen staatshoofd. Elk lid van de Bondsraad – de regering – vervult per toerbeurt een jaar lang die functie. Het dienstdoende staatshoofd mag bij bezoekende gasten onder aan de vliegtuigtrap staan om een hand te schudden. Meer houdt het in feite niet in.

 

Symbolische waarde

Overigens zet Andeweg wel een kanttekening bij het streven naar een gekozen staatshoofd. ‘Ik zelf vind het eigenlijk niet nodig, een koning. Maar de monarchie heeft psychologische en symbolische waarde. Een regering vertegenwoordigt niet iedereen, want die is alleen gebaseerd op een meerderheid in het parlement. En een staatshoofd is een symbool voor iedereen. Dat ben je kwijt als je een gekozen staatshoofd invoert. De voorstanders van de monarchie hebben daarmee wel een punt. Een klein puntje’.

Dubbelboer geeft graag toe dat aan de invoering van een gekozen staatshoofd haken en ogen zitten. ‘Het blijft natuurlijk goed om de boel op te schudden, maar het zal niet snel gebeuren’, aldus Dubbelboer. ‘Maar het is voor mij een wenkend perspectief’.