België

‘Sire, België is voor U verloren!’

 

In zijn onlangs verschenen boek Oranje in revolutie & oorlog besteedt de Utrechtse historicus Jeroen Koch ruim aandacht aan de ongelukkige wijze waarop koning Willem I het Belgische nationalisme meende te moeten bestrijden. Hoe een absoluut monarch zijn eigen politieke graf groef.

Tekst René Zwaap

Wanneer Koning Willem I in augustus 1830 een bezoek brengt aan de Tentoonstelling van de Voortbrengselen der Nederlandsche Nijverheid in Brussel, staat zijn Verenigd Koninkrijk op het punt van scheuren. Maar de monarch is zo van zichzelf vervuld dat hij niets in de gaten heeft. In de zorgvuldig geregisseerde huldebetuigingen die hem overal ten deel vallen tijdens een goodwill-tournee in het zuiden van zijn koninkrijk ziet hij het bewijs dat zijn Belgische onderdanen innig aan hem zijn verknocht. In werkelijkheid koken de Belgen van opgekropte frustraties met het Oranje-regime en staat de revolutie op het punt van uitbreken.

De boeren zuchten onder de graanbelastingen die de Hollandse koning hen oplegt. De R.K. priesters lopen te hoop tegen de godsdienstpolitiek van de koning, die probeert de benoemingen van bisschoppen in handen te krijgen, jezuïeten het land laat uitzetten en achter de schermen zelfs afkoerst op afschaffing van het RK geloof ten bate van een algemeen christelijke staatskerk. De Franstalige Vlamingen – de franskiljons – verzetten zich tegen de taalwetten van de koning, waarin hij ernaar streeft het Nederlands de enige toegestane taal in het officiële verkeer te maken. Behalve in de Franstalige provincies en Luxemburg wordt vanaf 1 januari 1823 het Frans als taal van de staat afgeschaft. Ambtenaren, juristen en docenten die het Nederlands onvoldoende beheersen kunnen een promotie gevoeglijk op de buik schrijven. Het is het ideale recept voor oproer, vooral in de pers. Justitie-minister Felix van Maanen, alias de ‘windvaan’, door alle turbulentie van de Bataafse Republiek, het Koninkrijk Holland én het Franse Keizerrijk vast in het zadel gebleven, is fervent pleitbezorger van de nationale eenheidstaal en smijt opstandige journalisten, zoals de geliefde Louis de Potter, zonder pardon in het cachot.

In de Zuidelijke Nederlanden was gedurende de Franse tijd een modern politiek klimaat ontstaan, schrijft historicus Jeroen Koch, verbonden aan de Universiteit Utrecht, in zijn recent verschenen studie Oranje in revolutie & oorlog, een Europese geschiedenis,1772–1890. ‘De onvrede van de leden van de balie en de rooms-katholieke clerus in de Zuidelijke Nederlanden had een duidelijke oorzaak. Meer dan anderen voelden zij de druk die de centrale overheid uitoefende om de heterogene natie cultureel te verenigen. Taalbesluiten, onderwijshervormingen en een dirigistische kerkpolitiek moesten een perfect amalgaam opleveren’.

 

Allergisch voor oppositie

De koning creëerde zo eigenhandig de revolutie die hem ten val zou brengen, is de visie van Koch. ‘Allergisch voor oppositie eiste hij van alles en iedereen medewerking; Van het onderwijs, de pers, de kerken en de volksvertegenwoordiging, van zijn ministers, onderdanen en zoons’. Zijn zoon prins Willem van Oranje, veel geliefder in het Zuiden dan zijn vader wegens zijn verdiensten op het slagveld van Waterloo, ziet de ernst van de weerstanden in het zuiden veel beter in. ‘De koning heeft weinig vertrouwen in mij, omdat we over het een en ander totaal verschillend denken’, schrijft hij kort na zijn benoeming tot vicevoorzitter van de Raad van State en voorzitter van de ministerraad aan zijn zwager tsaar Nicolaas. Hij had deze ‘penibele positie’ enkel aanvaard omdat ‘het een belangrijke plicht is mijn vader bij te staan in de crisis waarin wij ons momenteel bevinden, en opdat niemand mij er ook maar van verdenkt oppositieleider te willen zijn, en om trouw aan mijn vader te zijn en onherroepelijk met hem ten onder te gaan als hij de modder in zakt.’

Wanneer Willem I Brussel aandoet is in Parijs de voorgaande maand Bourbon-koning Karel X is van zijn troon gestoten in ruil voor ‘burgerkoning’ Louis-Philippe. Het revolutionaire vuur heeft Brussel bereikt. ‘Weg met de Hollanders, weg met Van Maanen, aan de galg met die lui!’, weerklinkt het in de straten. Oproerkraaiers zingen de Marseillaise en eisen onafhankelijkheid van België. ‘Vive De Potter!’, roepen ze. ‘Merde pour le Roi! Vive la liberté!’ Kort voor de verjaardag van de koning, op dinsdag 24 augustus, kondigen aanplakbiljetten aan:

‘Maandag: vuurwerk

Dinsdag: illuminatie

Woensdag: revolutie’.

 

Revolutie in de opera

En het is inderdaad revolutie dat die woensdag op het programma staat. Het begint in de Brusselse Koninklijke Muntschouwburg. Daar is een opvoering van La Muette de Portici, een spektakelstuk van de Franse componist Daniel-François-Esprit Auber over een zeventiende-eeuws Napolitaans volksoproer tegen de Spaanse heerser. Het jaar daarvoor had de koning deze voorstelling zelf nog nog bijgewoond. Het revolutionaire karakter van het zangspel — halverwege slachten de Napolitanen de koninklijke wacht af — stuitte toen niet op bezwaar. Maar met de julirevolutie in Frankrijk net achter de rug krijgt het stuk een geheel andere lading. Avond aan avond zetten studenten van het Brusselse Atheneum het duet ‘Amour sacré de la Patrie’ in als belijdenis van hun nationalistische hartstochten:

 Amour sacré de la Patrie,

Rends-nous l’audace et la fierté,

À mon pays je dois la vie,

Il me devra la liberté.

 

(Heilige liefde voor het Vaderland,

Schenkt ons moed en maakt ons trots,

Voor mijn land offer ik mijn leven,

Het zal mij de vrijheid geven).

 

Opgekropte emoties

Die 25ste augustus komt de zaal niet meer tot bedaren. De opgewekte emoties nemen bezit van het publiek in de veilige duisternis van de zaal tijdens de opvoering. ‘Aux armes!’, schalt het door de schouwburg. Opgewonden vertrekt een deel van de toeschouwers naar het centrum van Brussel. Bij de regeringskrant Le National, opgezet op last van Willem I als propaganda-instrument, vliegen de stenen door de ruiten. Het Brusselse huis van minister Van Maanens huis wordt geplunderd en in brand gestoken. Binnen enkele weken is de roep om hervormingen omgeslagen in een nationale revolutie met als inzet een onafhankelijke Belgische staat.

‘Sire, België is voor u verloren’, fluisteren de raadgevers de koning in het oor, maar hij weigert dat te geloven. Willem I voelt zich verraden door zijn Zuid-Nederlandse onderdanen. ‘Ik hield mij bezig met de zorg om de lasten van het volk te verligten,’ verklaart hij tijdens een inderhaast ingelaste vergadering van de Staten-Generaal, ‘toen eensklaps te Brussel, en, naar dat voorbeeld, weldra ook in sommige andere plaatsen des Rijks, een oproer uitbarstte, gekenmerkt door tooneelen van brandstichting en plundering, waarvan de voorstelling aan deze Vergadering, voor mijn hart, voor het nationaal gevoel en voor de menschheid te bedroevend zijn zoude.’

 

Grimmige meute

De koning zint op wraak. Hij zendt zijn zonen Willem en Frederik naar Brussel om de ‘Belgische muiterij’ te beëindigen. Prins Willem hoopt de opstandelingen met rede te kunnen overtuigen en meldt zich met een klein gezelschap te paard bij de versperde Lakense Poort van Brussel. Ze worden opgewacht door een grimmige meute uitgerust met slagersmessen, rieken, sabels en musketten. Begeleid door de burgerwacht bewegen de prins en zijn helpers zich naar de Grote Markt. Op het Muntplein spreekt de prins de menigte toe: ‘Door mij onder u te begeven, wil ik u mijn vertrouwen bewijzen. Ik ben uw vriend, Brussel! Bij Waterloo heb ik met mijn bloed mijn gehechtheid aan u bezegeld. Aan het hoofd van Belgische soldaten ben ik gewond geraakt’.

Bij het stadhuis herhaalt de prins zijn vredesboodschap. Maar zijn paard raakt schichtig in het gedrang en trapt een omstander, die bewusteloos neervalt. ‘Hij is dood!’ roept iemand. Haastig wisselt de prins van paard en hij zoekt een weg om te ontkomen aan de meute, die allengs in lynchstemming raakt en de Hollandse ruiters begint te bekogelen met stenen. Ternauwernood weet Willem met aanhang het prinselijk paleis in de bovenstad te bereiken. Hij is nu gevangene in zijn eigen stad, beschermd slechts door het Brusselse garnizoen.

De prins zit nog altijd in zijn eigen paleis gevangen als de Brusselse advocaat Alexandre Gendebien, die hij kent als medebroeder in de vrijmetselarij, verslag komt uitbrengen over wat er speelt tussen zijn volksgenoten. Gendebien dringt aan op het ontslag van Van Maanen, herziening van het kiesstelsel, maar bepleit ook een radicalere oplossing: de splitsing van het Koninkrijk in twee autonome delen, waarbij het Belgische gedeelte dan als koning Prins Willem zou krijgen. De prins heeft daar wel oren naar, maar alleen als zijn vader toestemming geeft.

Gendebien dringt aan: de beslissing dient onverwijld genomen. ‘Morgen, rond het middaguur bent u koning van België, op de voorwaarden die ik heb aangegeven, of gijzelaar van Brussel.’ Na het onderhoud met Gendebien schrijft de prins zijn vader. Hij dringt aan op het ontslag van Van Maanen, maar over het hem aangeboden koningschap van België schrijft hij geen woord. Daarna kiest hij snel het hazenpad, gealarmeerd door de komst van een opstandelingenleger van tot op de tand bewapende Luikenaren. Hij zal zijn geliefde Brussel nooit meer terugzien.

 Strafexpeditie

Terug in Den Haag wordt de prins de les gelezen door zijn vader. Hij is in diens ogen veel te toegeeflijk geweest voor de Belgen. Toch ontslaat Willem I tegen zijn zin minister Van Maanen. Maar tegelijkertijd stuurt hij zijn andere zoon Frederik, die net als zijn vader op de harde lijn zit, naar Brussel voor een strafexpeditie. ‘Als Brussel moet branden, zou het beter zijn dat dit niet gebeurt door een van de zonen van de Koning’, luidt de instructie van de vorst aan zijn zoon. ‘Houd Uzelf in reserve voor de ogenblikken waarop U in staat zult zijn genadig te zijn en goede dingen te verrichten.’ Op 21 september trekt Frederik ten aanval. ‘Uwe stad gaat verloren; de krijgsbenden zullen binnenrukken. Vergetelheid zal uwe misslagen bedekken’, dreigt hij de opstandelingen. De stadsoorlog duurt vier dagen, zonder een winnaar op te leveren. Als het Hollandse leger zich op 26 september na bloedige gevechten bij het Koningsplein en het Warandepark terugtrekt, zijn er 400 doden en 1500 gewonden te betreuren.

Terwijl zijn vader nu afkoerst op een totale oorlog, besluit Prins Willem in te gaan op de Belgische avances. Op 15 oktober aanvaardt hij de hem aangeboden Belgische troon, een dag later volgt zijn proclamatie: ‘Belgen! Ik heb uw toestand bestudeerd. Ik begrijp die, en erken u als onafhankelijke natie. […] Ik stel mij in de provincies die ik bestuur aan het hoofd van de beweging die u naar een nieuwe, stabiele toestand leidt en waaraan de nationaliteit kracht zal geven. Ziehier de taal van hem die zijn bloed vergoot voor de onafhankelijkheid van uw gewesten en die zich thans met u verenigt om uw staatkundige onafhankelijkheid te vestigen.’

Ontheiligd

In Den Haag is men verbijsterd. ‘Moge de Prins nimmer weder den voet zetten op Hollandschen bodem, nimmer de asch zijner voorvaderen ontheiligd worden door zijn lijk !’, zo spreekt kabinetssecretaris Groen van Prinsterer de banvloek uit. Willem I laat zijn zoon hard vallen. Tijdens de troonrede van 18 oktober verklaart hij verontwaardigd dat zijn opvolger nu ook tot de ‘afgedwaalden’ behoort. De prins voelt zich verraden en vlucht naar Londen, waar hij steun zoekt en vindt voor zijn Belgische ambities.

Nadat Willem I met de rug tegen de muur – de Britten en de Russen willen hem niet steunen – heeft ingestemd met een opdeling van zijn koninkrijk, in de hoop dat er dan tenminste toch een Oranje op de Belgische troon zal komen, begint in Brussel en elders in Europa het grote namenspel. Otto van Beieren wordt genoemd als potentieel koning der Belgen, maar ook Johann van Saksen, Karl von Habsburg en Louis van Orléans, de hertog van Nemours. Laatstgenoemde, zoon van de nieuwe Franse vorst, wordt na in februari 1831 inderdaad tot koning der Belgen gekozen, maar daar steken de Britten een stokje voor. De koning van het neutrale België dient geen banden te hebben met de vorstenhuizen van de mogendheden. Dan komt de Duitse prins Leopold van Saksen-Coburg-Saalfeld in het vizier. De Zuid-Nederlandse Rooms-Katholieke geestelijkheid zet echter vraagtekens bij het koningschap van de lutherse Leopold en stelt dan liever nog een calvinist van Hollandse makelij als koning te hebben. Met Britse steun wordt er in de Zuidelijke Nederlanden een massale orangistische beweging georganiseerd met als doel Willem II op de Belgische troon te krijgen. Prins Willem financiert de samenzwering met de opbrengst van een heimelijk verkoop van aandelen van zijn Russische echtgenote Anna Paulowna, die beheerd worden door de vrouw van de Russische gezant. 500.000 francs van Anna Paulowna’s vermogen zouden er voor de geheime operatie doorheen worden gejaagd. Zodra ze er lucht van krijgt beklaagt de grootvorstin bestolen te zijn.

Staatsgreep

Met steun van de Britten en zijn vader doet prins Willem een poging tot een staatsgreep. Maar zijn zeshonderd vrijwilligers hebben te diep in het glaasje gekeken als ze de confrontatie aangaan en eindigen in het cachot. Een tweede orangistische coup, in Antwerpen, te plegen door een legertje onder leiding van twee Waterloo-veteranen, wordt verraden. In verschillende Belgische steden breken anti-orangistische rellen uit. Hooggeplaatste militairen en orangisten worden opgepakt. Het nationale pathos mondt in beide kampen uit in hysterie. In februari 1831 besluit de 29-jarige luitenant-ter-zee Jan van Speijk op de Schelde bij Antwerpen zijn op drift geraakte kanonneerboot met bemanning en al op te blazen om te voorkomen dat hij zich moet overgeven aan de opstandelingen. Zijn famous last words ‘Dan liever de lucht in!’ bezorgen hem een heldenstatus die in geen verhouding staat tot het militair-strategisch volmaakt zinloze offer van zijn eigen leven en dat van zijn manschappen.

Op 21 juli 1831 wordt Leopold van Saksen-Coburg-Saalfeld als koning der Belgen in Brussel ingehuldigd. De meeste Nederlanders blij van de‘muitzieke Belgen’ verlost te zijn, maar de koning wil van geen opgeven weten. Hij is geobsedeerd door herstel van het Verenigd Koninkrijk: ten koste van economie en schatkist houdt hij het leger gemobiliseerd, geeft hij Belgische opposanten tegen Leopold I financiële steun en hoopt hij zelfs dat een grote oorlog het continent in chaos zal storten zodat hij zijn rechtmatige bezittingen kan heroveren.

 

Tiendaagse veldtocht

In augustus 1831 stuurt Willem I 37.000 manschappen, versterkt met vele studenten van de vrijwillige jagerscompagnieën, over de nog altijd niet door hem erkende Belgische staatsgrens. Prins Willem voert het bevel. Maar het komt niet verder dan enkele schermutselingen bij Hasselt en Bautersem. Het beleg van Leuven eindigt met een staaltje symboolpolitiek: prins Willem krijgt van Leopold toestemming om in triomf door de stad te paraderen mits hij daarna direct weer opkrast. Aldus geschiedt. Leopold heeft zich inmiddels verzekerd van Franse militaire steun. De veldtocht duurt niet langer dan tien dagen.

Nog een keer vlammen de orangistische hartstochten in België op wanneer de Belgische staat in 1834 aankondigt prins Willems kostbare paardenstal in paleis Tervuren op te willen doeken. Als het gerucht gaat dat de oude Wexy — het in de Oranjepropaganda mythisch gemaakte strijdros van de Oranjeprins tijdens de slag bij Waterloo – in de straten van Brussel een mestkar zal moeten trekken, besluiten orangistische aristocraten via intekenlijsten geld in te zamelen om de paarden te kopen en aan prins Willem te retourneren. Het leidt tot de nodige schermutselingen.

Pas in 1839 komt het tot een vredesregeling tussen Nederland en België. Een jaar later hangt Willem I – ‘ontgoocheld, moegestreden en hevig bekritiseerd’, aldus Koch – zijn kroon aan de wilgen. Prins Willem volgt hem op als Willem II. Nog twee halfslachtige, door Willem II gefinancierde pogingen tot staatsgreep volgen voordat Oranje de strijd definitief opgeeft. ‘Na het overlijden van Willem II in 1849 restte er van het Belgische orangisme nog slechts een heimweecultus’, aldus Koch. In zijn ogen was de scheuring niet onvermijdelijk. ‘Tot afscheiding van België had het niet hoeven komen’, stelt hij. ‘In Duitsland hadden Napoleon en het Congres van Wenen tal van staten succesvol samengevoegd en al sprak iedereen er een variant van het Duits, de religieuze verschillen waren soms minstens zo groot als in de Nederlanden. Feit bleef dat Willem I wel maatregelen over zijn onderdanen uitstortte, maar geen politiek bedreef of bemiddelde tot er een compromis was bereikt’. Zo groef hij zijn eigen politieke graf en ging België voorgoed voor Holland verloren.

 

Jeroen Koch

Oranje in revolutie & oorlog

Een Europese geschiedenis, 1772-1890

Boom uitgevers Amsterdam

ISBN 9789024409570 | 500 blz.

Interview met Els Witte: Koning van België is bindmiddel

In België is ‘afscheidingsrepublicanisme’ een zaak voor Vlaamse nationalisten en voor de rest non-existent in de politieke verhoudingen, aldus de invloedrijke Belgische historica Els Witte. Adriaan Boiten interviewde haar.

Tekst Adriaan Boiten

Een interview met Els Witte kan niet anders dan een aantal verrassingen opleveren die het zwart-wit-beeld van de geschiedenis weerleggen. De hoogleraar, momenteel met emeritaat om onderzoek te doen naar het Belgische republicanisme van na 1830, neemt geen genoegen met de voor de hand liggende antwoorden en graaft dieper in de materie dan menig vakgenoot. Ze noemt haar methode slow history. Ze maakt zich er niet populair mee bij historici die zich graag scharen aan de kant van de winnaars van de geschiedenis. Ze wijst meer dan eens op het complexe karakter van veranderingen en op de krachten van continuïteit en synthese. Zo diepte ze uit de bronnen op dat het niet veel had gescheeld of prins Willem van Oranje, zoon van de Nederlandse koning Willem I, in 1830 werkelijk koning van België was geworden (werd vergeten). Toch kan Witte niet beschuldigd worden van sympathie voor de Oranjezaak: ze blijft het Nederlandse vorstenhuis consequent de Nassaus noemen, in de wetenschap dat de ‘Oranjes’ in 1702 in mannelijke lijn waren uitgestorven en dat het heersende vorstenhuis feitelijk Nassau-Dietz heette. Het is een kleine steek onder water van een anders beminnelijke wetenschapper.

Hoe kijken de Belgen momenteel aan tegen hun koningshuis en de republiek?

‘In België heeft de koning meer macht dan bij u in Nederland. Sinds een aantal jaren is de koning in Nederland niet meer betrokken bij de kabinetsformatie. In België heeft koning Filip nog steeds een grote rol in de regeringsvorming. Het federale staatsmodel van het land maakt die functie des te urgenter vanwege de verdeeldheid tussen Nederlands- en Franssprekenden. De koning is een bindmiddel. De enige grote partij die de republiek wil is de Vlaams-nationalistische NV-A. Het republicanisme heeft daardoor bij ons in België een nationalistische bijklank gekregen, die lijnrecht ingaat tegen het bestaande federale model.’

Toch is de natie begonnen als een ‘gekroonde republiek’ – de term die liberalen gebruikten voor de Constitutie van 1831.

‘Dat was tactiek! De republikeinen en radicalen wilden van België in 1830 een echte republiek maken. Ze vormden een minderheid, maar waren niet zonder invloed. Er bestonden republikeinse verenigingen en republikeinse kranten. Louis de Potter – de separatistische leider – streefde naar een federalistische republiek. Andere leiders stonden een republiek voor ogen naar Frans model: een gecentraliseerde eenheidsstaat. De republikeinen waren het sterkst gekant tegen de Nassaus en dus vehement tegen de troonsbestijging van de Nederlandse kroonprins. Er ontspon zich een tactisch politiek spel, waarin de behoudende liberale vleugel van de revolutie de Constitutie ging uitleggen als een “gekroonde republiek” om de aanhangers van de republiek voor zich te winnen. De grondwet legde op die manier wel belangrijke beperkingen op aan de vorstelijke macht. In de nieuwe Belgische grondwetgevende vergadering was de meerderheid aanvankelijk overigens niet afkerig van de troonsbestijging van de prins van Oranje!’

De kans op een koning Willem I van België was dus levensgroot aanwezig?

‘Inderdaad was die kans reëel. Prins Willem werd gesteund door Engeland, Rusland en Pruisen en leek voor deze mogendheden de geschikte kandidaat. De eerste stemmingsronde (november 1830) verliep in het voordeel van de Nassaus. De prins van Oranje stond echter onder druk van zijn vader om de kroon niet aan te nemen en weifelde op cruciale momenten om de volgende stap te zetten en vanuit Antwerpen – een Oranje-bolwerk – naar Brussel op te trekken.’

Volgens Els Witte ging het momentum wegens dit getwijfel voorbij. Dankzij het dreigement van Engeland om prins Willem met geweld op de troon te zetten, gingen aan Belgische kant de hakken in het zand. Om de republikeinen tegemoet te komen werd eind november 1830  besloten de Nassaus voor altijd uit te sluiten van de Belgische troon.

Els Witte: ‘Prins Willem gaf niet op en er volgden twee pogingen tot staatsgreep, waarvan de tweede bijna lukte. Het republikeinse verzet voorkwam aldus de troonsbestijging, terwijl ook de Oranjeklanten verdeeld waren (koning Willem I steunde immers zijn zoon niet). Uiteindelijk werd Leopold, hertog van Saksen-Coburg, als kandidaat naar voren geschoven. Hij was gelieerd aan het Britse koningshuis en was protestants, dus kreeg de steun van Engeland. Om Frankrijk over de streep te trekken, zou hij huwen met de Franse koningsdochter Louise Marie van Orléans en beloofde hij zijn kinderen katholiek op te voeden. Zo geschiedde dat Leopold koning van België werd.’

Wat deden de republikeinen?

Professor Witte doet hier uit de doeken dat de republikeinen het er niet bij lieten zitten; zij planden een coup tegen Leopold I, die echter mislukte. Ondanks het mislukken van orangistische en republikeinse staatsgrepen, hield de oppositie niet op om tegen de jonge monarchie te agiteren. Els Witte: ‘Republikeinen en orangisten trokken zelfs enige tijd gezamenlijk op! Het mocht niet baten. Uiteindelijk bleef er ook van de “gekroonde republiek” weinig over. Belgische staat had weliswaar een vrij progressieve grondwet, maar werd in de praktijk een sterk monarchistische eenheidsstaat. De revolutie van 1848 –  die in Nederland het parlementarisme introduceerde –  werd in België hard neergeslagen. Democraten en republikeinen werden ter dood veroordeeld, maar kregen uiteindelijk strafvermindering. De politieke strijd om democratie en republiek na 1830 was bij ons in België veel harder dan in bij u in Nederland, waar de republikeinen politiek weinig van zich lieten horen.’

Was er steun voor het Franse bonapartisme, met name in Wallonië?

‘Er bestond inderdaad een groep “réunionisten”, die vooral om economische redenen streefden naar hereniging met Frankrijk. Dat zou echter niet betekend hebben dat België een republiek zou zijn worden; Frankrijk was immers na de revolutie van 1830 een monarchie gebleven. Verder was de herinnering aan de Franse overheersing niet onverdeeld positief. Van 1794 tot 1814 was België deel van Frankrijk. In 1798 brak er een opstand uit tegen de Franse overheersing: de Boerenkrijg. Het was een rebellie van katholieken en aanhangers van het ancien regime. Na 1802 sloot Napoleon vrede met de katholieke kerk en nam het verzet af. Onder Napoleons restauratiepolitiek was geen sprake meer van republikeinse agitatie, terwijl later Willem I wel toestond dat radicale, Fransgezinde republikeinen die de Franse koning aan de deur had gezet, zich in het zuiden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden  konden vestigen.’

Willem I was dus in feite liberaler dan Leopold I?

‘Dat ook weer niet. Willem I combineerde Verlichtingsprincipes met vorstelijk autoritarisme en het republicanisme was tijdens zijn restauratieregime taboe en dat zal na 1830 niet anders zijn. Ook na 1830 werd het gezien als een bedreiging voor de eenheid van de Belgische natie. Het nationalisme overstemde alle andere politieke stromingen, inclusief het moderne liberalisme.’

Konden de republikeinen niet teruggrijpen op de kortstondige republiek de Verenigde Nederlandse Staten die in 1790 het licht zag?

‘Deze staat was niet republikeins in de huidige betekenis van het woord. Het was een uitvloeisel van de Brabantse Omwenteling (een opstand tegen de keizerlijke politiek van Jozef II in 1789, die de oude privileges en vrijheid van de ‘Blijde Incomste’ vervallen verklaarde – AB). De beweging bestond uit ‘statisten’ die traditioneel ingesteld waren en steun zochten bij het stadhouderlijke Oranjebewind in het Noorden en de zogenaamde vonckisten die een democratische republiek nastreefden. De statistische leider – Hendrik van der Noot – bood prins Frederik, de broer van de latere koning Willem I, het stadhouderschap van de Verenigde Nederlandse Staten aan. Dit voorstel werd door het hof in Den Haag en raadspensionaris Van der Spiegel niet serieus genomen omdat er te weinig steun voor was in de Zuidelijke Nederlanden zelf. Er brak een burgeroorlog uit tussen beide facties en de confederatie ging ten onder. Wel werd door sommige traditionalisten “1830” gezien als een “tweede kans” op een Belgische staat. Dit sentiment was echter nationalistisch van aard, zeker niet republikeins. We hebben bijvoorbeeld de Belgische driekleur aan de Brabantse Omwenteling te danken: hèt nationalistische symbool bij uitstek.’

Instrumentale functie

Volgens Els Witte konden radicale democraten en socialisten in de 20ste eeuw het taboe op het republicanisme enigszins doorbreken, maar België bleef een constructie om de grote verdeeldheid tussen Nederlands- en Franstaligen te kanaliseren. De koning had daarin een instrumentale functie en nog steeds –  in het federale model –  wordt de koning vooral gezien als bindmiddel. In 1984 is een Hof van Arbitrage  (vanaf 2007 het Grondwettelijk Hof) in het leven groepen om met name taalconflicten op te lossen. Het republicanisme dat soms nog de kop op steekt is Vlaams-nationalistisch van karakter en niet federaal. De ‘constructie’ België laat geen verdere politieke experimenten toe en zeker geen ‘afscheidingsrepublicanisme’.

Els Witte tot besluit: ‘In België zou ook nooit een document als de Akte van Verlatinghe als “Pronkstuk” van de natie kunnen worden gekozen; het houden van een dergelijke verkiezing met nationalistische inslag acht ik zelfs heel moeilijk binnen de huidige verhoudingen.’

 

 

Belgische troon ging

aan Nassaus voorbij

 

De Nederlandse koning Willem I maakte in zijn leven twee keer mee dat een naast familielid de leiding over België kreeg aangeboden. In 1789 ontving zijn broer Frederik van de opstandeling Hendrik van der Noot het aanbod om stadhouder te worden van de Verenigde Nederlandse Staten – een vroeg-Belgische confederatie die al snel aan burgeroorlog ten onder ging. De latere koning Willem I zou dit aanbod naar eigen zeggen nooit vergeten hebben en memoreerde eraan toen hij vorst van een Verenigd Koninkrijk wilde worden. Willem I kon het in 1830 echter niet verkroppen dat zijn zoon Willem koning van België zou worden. De Britse kroonprinses Charlotte werd geacht de gedroomde echtgenoot van kroonprins Willem te zijn. Waarschijnlijk door Willems ‘onnatuurlijke lusten’ ging dit huwelijk in 1814 niet door. In plaats daarvan trouwde Charlotte met Leopold, hertog van Saksen-Coburg. Ze stierf kort daarna, in 1817, in het kraambed. Leopold kwam hier naar eigen zeggen nooit overheen, maar snoepte in 1830 ook de troon van de prins van Oranje af en werd koning Leopold I van België.

 

Chronologie

 

1128: Galbert van Brugge schrijft in zijn kroniek dat de nieuwe graaf van Vlaanderen, de Normandiër Willem Clito, te maken krijgt met een opstand van Vlaamse steden die stellen dat de erkenning van een vorst conditioneel is en dus kan worden opgezegd

1302: De Guldensporenslag te Kortrijk tussen Vlaamse steden en de Franse koning: de Vlaamse rebellen winnen,

1356: De Blijde Inkomst beperkt de macht van de vorst in Brabant en bevat een ongehoorzaamheidsclausule. Koning Filip houdt na zijn troonsbestijging in 2013 Blijde Inkomsten door heel België.

1579: In Vlaanderen  ontstaan calvinistische stadsrepublieken die Filips II als graaf van Vlaanderen afzweren, twee jaar voordat het Noorden hetzelfde doet met de Actie van Verlatinghe

1787: Begin van de Brabantse Omwenteling als reactie op de hervormingspolitiek van de Oostenrijkse keizer Josef II, die de Blijde Inkomst naast zich neerlegt.

1790: Stichting van de kortstondige, confederale Verenigde Nederlandse Staten; prins Frederik wordt verzocht stadhouder te worden te midden van orangistische manifestaties

1792: De eerste Nederlandstalige Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger door Belgische bannelingen in Frankrijk.

1794: België wordt deel van de unitaire Franse Republiek

1802: De Beloken Tijd (Belgisch verzet tegen de Franse overheersing) komt ten einde door de Napoleontische restauratiepolitiek ten koste van 10.000 doden.

1815: De Belgen stemmen tegen de nieuwe grondwet van het Verenigd Koninkrijk, maar die wordt toch aangenomen doordat Willem I besluit de thuisblijvers bij de voorstemmers op te tellen.

1815-1830: Willem I tolereert radicale republikeinen die tijdens de Franse Tijd de Jakobijnen  steunden en door de Franse koning werden uitgezet. Politiek actief kunnen ze niet zijn want het republicanisme wordt niet geduld.

1830: De Belgische Revolutie, waarbij de republikeinen en de radicalen opvallen door een sterk ‘anti-Nassau’ sentiment.

1831: De ‘Nassaus’ worden uitgesloten van de Belgische troon na het echec van Willem, prins van Oranje (de zoon van Willem I). Desondanks wordt België een constitutionele monarchie waarbij de koning van meet af aan de nodige macht krijgt om het land bijeen te houden .

Na 1830: Het (democratische) republicanisme wordt taboe in de jonge monarchie.

 

De duivels van Laurent

Niet de brave koning Filip, maar zijn onmogelijke broer prins Laurent fungeert als de tweecomponentenlijm die de Belgische federatie bij elkaar houdt. Onze België-correspondent Ricus van der Kwast brengt een ode aan een prins zonder budget maar met het hart op de tong.

 

Illustratie Dominique Claerbout

 

Ooit wist ik van een prins die niets te doen had en daar depressief van werd. De prins had een schoonvader die ook prins was. Die had evenmin wat te doen, maar had daar geen last van. Ik mocht die depressieve prins wel. Dat was lang voordat ik zo’n twintig jaar geleden naar België toog en over Prins Laurent struikelde.

 

Koningshuizen bekijk ik meestal maar met een half oog, maar Laurent was niet te missen. Om de haverklap haalde hij het nieuws. Ook bij hem was er aan depressieve buien geen gebrek, het zorgde er zelfs voor dat hij in 2014 in een kunstmatige coma gehouden moest worden. Verleden jaar augustus was het weer raak en liet hij zich ziek schrijven, notabene met doktersbriefje. Hij was verwoest door de stress, aldus zijn advocaat. Pas in januari, na vijf maanden, verscheen hij weer in het openbaar. Hij prijkte pontificaal op de cover van de Belgische uitgave van Paris Match. ‘Prince Laurent: plus de 20 ans de casseroles’, kopte de website van de Franstalige publieke omroep RTBF op 8 februari. Zelf was ik in die twintig jaar door drie fasen gegaan in mijn gevoelens voor Laurent. Aanvankelijk mocht ik hem, de rebel met of zonder reden, de buitenstaander. Dat sloeg in de loop der jaren om en ik vond hem alleen nog dom, grof en een sjacheraar. Maar toen ik recente foto’s van hem bekeek, zag ik aangeschoten wild, een man als een beer die angstig, argwanend in de camera keek. En ik voelde begrip en zelfs weer wat sympathie opwellen. Hoe is het allemaal zover gekomen?

Tweederangsmonarchie

Het Belgische Koningshuis heeft op mij altijd de indruk gemaakt van een tweederangsmonarchie. Je hebt het gevoel dat ze niet echt meespelen op het hoogste niveau, waar de lakens worden uitgedeeld door de Oranjes en de Windsors. Het begint al bij de Grondwet. Waar Willem Alexander koning is bij de gratie Gods, is Filip dat bij de gratie van het volk. Het mag vandaag als een holle frase klinken, je ziet het volksere in van alles terug.

 

Allereerst natuurlijk in het geld. Het vermogen van het Belgische vorstenhuis zal met 12,5 miljoen euro schromelijk onderschat zijn, het blijft hoe dan ook lichtjaren verwijderd van de verzamelde rijkdommen van de Oranjes, die met 300 miljoen euro ook onderschat zijn. Ook de kosten van de monarchie liggen in Nederland drie keer zo hoog, ongeacht of je de directe kosten (in België op jaarbasis zo’n 14 miljoen euro) of totale kosten (hier geschat op 40 miljoen euro per jaar) als uitgangspunt neemt.

Je hoort het terug in de taal, in het accent. Ik heb het niet over het Nederlands, dat voor de familie altijd de tweede taal zal blijven. Ik heb het over hun Frans. Dat is niet het Frans uit de rijke gemeenten rond Brussel in Waals-Brabant, maar het is dat van de gewone Brusselaar. Niet plat, maar zeker niet chique.

 

En je ziet het terug in alledaagse dingen. Als ik me aanmeld voor de plaatselijke basketbalclub in een gehucht van amper 1500 inwoners, verbaast het me dat de club het predikaat ‘royal’ draagt. Ik vermoed een geschiedenis à la Koninklijke HFC en zijn oprichter Pim Mulier, sportpionier in Nederland. Maar hier is het niets bijzonders, verzekert men mij, een kwestie van minstens vijftig jaar bestaan en de goede formulieren invullen, vooral netjes invullen. Koninklijk is laagdrempelig in dit land.

Laurent is in 1963 geboren, als derde en jongste kind van Albert en Paola. Door een grondwetswijziging in 1991 waardoor ook vrouwen in aanmerking komen als vorstin zal de troon voor hem definitief uit zicht raken. Hij staat anno 2018 op nummer twaalf in de rangorde van troonopvolgers. Opgroeiend in een disfunctioneel gezin van louter eenlingen voelt hij zich verwaarloosd. Vergeleken met zijn broer Filip en zus Astrid lijdt hij hier veel meer onder. Het verklaart zijn levenslange liefde voor dieren, de enige wezens die hem lijken te begrijpen. In zijn tienerjaren wordt hij onhandelbaar. Hij doorloopt een zigzagtraject langs diverse middelbare scholen dat hij afmaakt op een kadettenschool, waar hij het mikpunt van treiterijen en spot is. Hij bezoekt vervolgens een paar jaar de Koninklijke Militaire Academie. Hij wordt helicopterpiloot, duiker in de marine en behaalt er uiteindelijk de rang van Kapitein-ter-zee.

Uitlaatklep

Dan dient zich het volgende probleem aan. Het wordt tijd om iets te verzinnen wat een invulling aan zijn werkende leven kan geven. Om zijn passie voor dieren een uitlaatklep te geven wordt de Stichting Prins Laurent voor het welzijn van huisdieren en wilde dieren opgericht. Men zoekt nog naar een tweede, ernstigere activiteit. Laurent heeft wel wat met ecologie, heeft hij zich eens laten ontglippen: ziehier de Belgische variant van watermanagement. In 1994 wordt voor hem het Koninklijk Instituut voor het Duurzame Beheer van de Natuurlijke Rijkdommen en de Bevordering van Schone Technologie (KINT) in het leven geroepen, gevestigd in zijn woonhuis. Hij wordt de voorzitter en het instituut wordt gefinancierd door de drie gewesten en enkele bedrijfssponsors, voor in totaal een kleine miljoen euro per jaar. Laurent lijkt van de straat.

 

Hij raakt verwikkeld in het marineschandaal dat in 2006 aan het licht komt. Tussen 1996 en 1998 werden marinegelden doorgesluisd via een systeem van valse facturen en uiteindelijk aangewend voor privédoeleinden. Het gaat om een fraude met een totaalomvang van 2,2 miljoen euro. Een deel daarvan, iets minder dan 200.000 euro, is gebruikt voor het opknappen van de Villa Clémentine, de woning die de prins kosteloos bewoont. Van de twaalf beklaagden, goede bekenden van de prins, zullen er twee tot een gevangenisstraf veroordeeld worden, de overigen komen er vanaf met een boete en een taakstraf. De prins zal nooit als verdachte beschouwd worden in deze zaak. In 2007 wordt wel een speciaal Koninklijk Besluit opgemaakt, dat het mogelijk maakt Laurent als getuige te horen. Hij verklaart dat hij wist dat het geld van de marine afkomstig was, maar niet dat het frauduleus verkregen was. Waarom de zeemacht zou moeten betalen voor zijn tapijten en tuinverlichting, heeft hij zich nooit afgevraagd. Vanaf nu liggen de financiën, de dotaties en onkostenvergoedingen van Laurent onder het vergrootglas, evenals de subsidies voor zijn werkzaamheden. Het leidt er toe dat het KINT in 2009 wordt opgeheven.

Puur amusement

Luisteren naar Laurent en zijn capriolen is intussen puur amusement.Als snelheidsmaniak op de weg raakt hij al in 1987 een eerste keer zijn rijbewijs kwijt. Ook nadien wordt hij herhaaldelijk aangehouden. Hij bepleit daarom een apart rijbewijs voor wagens die 300 km/uur kunnen rijden. Die voorliefde voor snelle auto’s gaat niet altijd samen met zijn liefde voor dieren. Maar daar heeft de prins wat op gevonden. Hij rijdt extra voorzichtig in de paartijd, die periode dat dieren zich voortplanten en immers meer kilometers maken.

Het stof blijft achter hem opwaaien en journalisten volgen hem op de voet. Hij zou een verhouding hebben met Wendy Van Wanten, het Vlaamse model dat ook in Nederland bekendheid verwierf dankzij de Pin Up Club. Hij wordt meer dan eens betrapt als hij in een vliegtuig met een ticket economy class in de business class gaat zitten. De laatste jaren laat hij zich vooral van een zachte, spirituele kant zien. De dood fascineert hem. Hij spreekt sinds zijn coma regelmatig met de doden. Ze antwoorden hem ook, woordloos, in tekens, en gidsen hem. Je houdt je hart vast.

 

De diplomatieke en politieke incidenten stapelen zich ondertussen op. Hij overweegt Reza Pahlavi, zoon van de voormalige sjah van Perzië, peter van zijn oudste dochter te maken. Hij maakt omstreden reizen naar Congo, Israël, hij praat voor zijn beurt met diplomaten en politici uit Angola, Sri Lanka. Als hij op 29 juli van het afgelopen jaar op de Chinese ambassade in Brussel de 90e verjaardag van het Chinese leger viert en naderhand foto’s daarvan op zijn Twitter-account plaatst, is de maat vol. De federale regering besluit te snoeien in zijn dotatie van 308.000 euro per jaar: hij moet in 2018 15 procent inleveren. Laurent wil zich kunnen verdedigen in de Kamer. Hij voelt zich aangetast in zijn fundamentele rechten en wil de zaak desnoods voor het Europees Hof voor de rechten van de mens uitvechten.

 

‘Le Prince Laurent est un citoyen comme un autre’, zegt zijn advocaat Laurent Arnauts daarop in een vraaggesprek met La Une. Dat is een fris geluid dat je te weinig hoort over leden van vorstenhuizen. Je ziet hier iemand die zichzelf wil verdedigen. Hij krijgt een dotatie om niets te doen. Hij legt zich daar niet bij neer. Ik begrijp hem. Hij wil een keer schitteren op eigen kracht, dat prachtige uniform met zuurverdiende decoraties aan de wereld tonen. Persoonlijk intrigeert mij de Orde van de Gulden Puntzak het meest. Maar elke keer dat hij wat doet, al is het taart snijden op de Chinese ambassade, loopt hij kans 15 procent van zijn dotatie kwijt te spelen. Tel uit je winst: nog zes keer de deur uit en je kunt op een houtje bijten. Het is om gek en depressief van te worden.

Niet katholiek genoeg

‘Ik heb wat moeten doorstaan door jullie. Allemaal leugens! De mensen verwachten serieuze informatie.’ Het is een uitspraak die je geneigd bent toe te schrijven aan zo’n andere forse vent met blonde kuif, misschien Laurent’s bestemming voor een volgende ongeautoriseerde reis. Laurent zegt het al in 2007, bij één van de gelegenheden waarbij hij journalisten de volle laag geeft. Maar meer nog dan door journalisten voelt hij zich geviseerd door zijn eigen familie. Hij ziet de grondwetswijziging uit 1991, die hem ver terugwerpt in de rangorde van troonopvolgers, het koninklijke besluit uit 2007, dat hem verplicht te getuigen, en de grondwetswijziging uit 2013, die zijn dotaties regelt en bewegingsvrijheid verregaand aan banden legt, als persoonlijke aanvallen. Persoonlijke aanvallen, omdat hij niet katholiek genoeg was naar de zin van Boudewijn, omdat hij niet in de pas loopt. Hij vermoedt achter elk gelekt gerucht een complot van zijn familieleden, foetert openlijk dat zij hem een leven lang gesaboteerd hebben en vergelijkt ze met de Stasi.

 

Het gekke is dat hoe meer paranoïde de beschuldigingen lijken en hoe wilder zijn woedeuitbarstingen worden, hoe meer ik ook geneigd ben hem te geloven. Publiekelijk bespot te worden door je eigen lakeien en hofdichters, het is een lot dat vóór hem waarschijnlijk alleen Brave Sir Robin in Monty Python and the Holy Grail ten deel gevallen is. Het lijkt erop alsof hij, de enfant terrible, als bliksemafleider gebruikt wordt, geofferd wordt om af te leiden van alle andere leden van het koningshuis. Het maakt hem niet minder dom, grof of sjacheraar. Maar de anderen zijn het net zo en komen ermee weg. ‘Economy class’, dat is voor mij het knikpunt. Waar ter wereld vind je een prins die economy class moet vliegen?

 

Waar andere koningshuizen aan volwassen corruptie en miljoenenfraudes doen, sjoemelt Laurent met de kassabonnen van de supermarkt, wat ertoe leidt dat hij in 2014 16.000 euro moet terug betalen. En Laurent een snelheidsduivel? Het is één van de weinige zaken die hij gemeen heeft met zijn vader, wiens overtredingen, die overigens nooit hebben plaatsgevonden, zorgvuldig uit de media gehouden zijn. Ondertussen gaat diezelfde vader tot het uiterste om zijn vaderschap van Delphine Boël te ontkennen, al bestaat daar geen greintje twijfel over. In wat een travestie van een rechtszaak is, één die je doet twijfelen aan de scheiding der machten, oordeelt de Brusselse rechtbank in 2017 dat Albert niet haar wettelijke vader kan zijn, omdat ouderschap niet gereduceerd kan worden tot biologie. Vergelijk dat eens met de heisa rondom Laurent’s vermoede verhouding met Wendy Van Wanten. Wat dan nog? De man was toen verdraaid nog aan toe vrijgezel.

 

Laurent laat zien wat er gebeurt als je een prins loslaat in het wild. Hij laat zien wat er gebeurt als je de bescherming verliest van dat cordon van adviseurs, politici, journalisten dat elk citaat, elke uitglijder van je buffert of wegpoetst.

 

Maar er is meer. Het Belgische Koningshuis bestaat bij de gratie van de Belgische eenheid. De tragiek van de vorst is dat hij daarmee precies dat verpersoonlijkt wat de bron van elk communautair conflict is. Door deze paradox diskwalificeert hij zich meteen als bemiddelaar. Dat was zo in 1950 toen La Question Royale werd opgeworpen en België aan de rand van een burgeroorlog stond. 58 procent van de Belgen was voor de terugkeer van de koning, maar waar een ruime meerderheid van de Vlamingen (72 procent) hem steunde, stemde 58 procent van de Walen tegen. Dat is nog steeds zo in 2017 als een onderzoek van de KU Leuven toont dat nu 66 procent van de Walen de monarchie juist verdedigt, tegen slechts 45 procent van de Vlamingen.

 

Er zijn weinig symbolen die zo sterk zijn dat ze België binden. De Rode Duivels, de nationale mannenvoetbalploeg, zijn zo’n symbool. Als zij in oktober 2015 de eerste plaats op de FIFA-wereldranglijst veroveren, wordt er in het parlement luid geapplaudiseerd voor de voetballers. Alleen de N-VA doet niet mee, wars als de partij is van alles wat pan-Belgisch is. Dat heeft ze geweten. Zij wordt voor haar kleinzielige gedrag teruggefloten door haar voetbalminnende achterban.

 

Er is nog zo’n symbool waar Vlamingen, Walen, Brusselaren, Frans-, Nederlands- of Duitstalig, het roerend over eens zijn: de rol van Laurent als de nationale paljas. Laurent bashing is een geliefde bezigheid, dwars door de gewesten en over de taalgrenzen heen.Zo bekeken bestaat België nog wel even, denk ik. Zo lang de Duivels maar blijven presteren, zolang Laurent zijn streken maar niet afleert. Voor dat laatste hoeven we niet bang te zijn. Laurent is de lijm van een land dat zijn best doet om uit elkaar te vallen. Een bedankje voor hem vanuit Laken lijkt me op zijn plaats. Hij zal er van opvrolijken.

Het verdriet van Groningen & Belgisch royalisme en republicanisme nader bezien

DE REPUBLIKEIN

JAARGANG 14, NR.1, MAART 2018

Het Verdriet van Groningen & Belgisch royalisme en republicanisme nader bezien

[divider height=”30″ style=”default” line=”default” themecolor=”1″]

INHOUD VAN DIT NUMMER

Ode aan Laurent, broer en bliksemafleider
Ricus van der Kwast

Belgische koning is bindmiddel. Interview met Els Witte
Adriaan Boiten

‘Sire, België is voor u verloren’: het Waterloo van Willem I 
René Zwaap

Het Hart van Duisternis van Leopold II 
Lodewijk Brunt

Gordon Bennett: de man die Stanley naar Leopold zond
Maurits van den Toorn

 

Verder:

De blik van Joep

Van de redactie: Republiek zoekt partij
René Zwaap

Van het republikeins front: knipkunstenaar Jos Deenen geeft Wilhelmus-les

Oranje boven, Groningen naar beneden
René Zwaap

Icoon van de vrijheid: Plakkaat van Verlatinghe
Anton van Hooff

De jonkvrouw en het referendum
Tseard Zoethout

Hans Hillen: Populisme exit met districtenstelsel
Gijs Korevaar

Het potjeslatijn van Thierry Baudet
Anton van Hooff

Sprookjesboek
Marcel van Roosmalen

Tom Poes en het Kroonjuweel
Manuel Kneepkens

Dichtende hermenlijnvlooien (aflevering 2)
Paul Damen

Voorpublicatie: Niets te kiezen, of: Hoe sterk is de republikeinse burgemeester?
Ries Roowaan

Boekrecensie: de biografieën van Marinus van der Goes van Naters en Max van der Stoel
Maurits van den Toorn

Boeksignalementen

Maurits van den Toorn

Van de voorzitter
Bart Gruson

Appeltjes van Oranje: Majesteitsschennis op zijn Gronings

Column Hans Maessen: het verdriet van Groningen

 

 

Abonnementen

Jaarabonnementen (4 nummers) TIJDELIJK van € 38,95 voor € 25,-

Studentenabonnement (4 nrs, tot 27 jaar) € 25,–

Losse nummers € 10,90

Aan een jaarabonnement in het buitenland zijn, naast de kosten voor het abonnement, ook verzendkosten verbonden. Neem hierover contact op met de abonnementenadministratie.

Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, met vermelding van het oude en nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, uiterlijk 6 weken voor de volgende betalingsdatum.

U kunt zich hier online aanmelden als abonnee.

 

Abonnementenadministratie

Virtùmedia
t.a.v. De Republikein
Postbus 595
3700 AN Zeist

E-mail: klantenservice@virtumedia.nl
Telefoon: 085-0407400.

 

Zelf een artikel schrijven?

Raadpleeg eerst de wenken voor auteurs op de site.

 

 

AERM bijeen in Västerås

De Alliance of European Republican Movements (AERM) kwam van 28 tot en met 30 april bijeen in het Zweedse Västerås. Op de agenda onder meer het gezamenlijke onderzoek naar de verborgen kosten van de laatste zeven grote monarchiën van Europa, dat eind dit jaar zal worden gepubliceerd. Maak kennis met republikeinen uit Engeland, Denemarken, Zweden, Noorwegen en Spanje (de Belgen lieten verstek gaan).

 

Christina Örnebjär

De locatie van de AERM-conferentie 2017 was zwaar van symboliek: Västerås is, in de woorden van gastvrouw Christina Örnebjär,  bestuurslid van de Zweedse republikeinen en parlementariër namens de Liberalen, een ‘scene of the crime’. Hier eiste koning Gustav Vasa in 1527 de dynastieke rechten voor zijn geslacht op.Tot dan toe hadden de Zweedse edellieden hun koning kunnen kiezen. Sindsdien rouleerde de kroon met veel Game of Thrones-achtig geweld heen en weer. Sinds 1810 is het geslacht Bernadotte de eerste familie van het land, een eer die te danken is aan een Franse generaal van Napoleon Bonaparte, die de kroon in de schoot geworpen kreeg. De huidige Koning Carl Gustaaf en zijn familie hebben een imposante reeks schandalen op hun naam. De Zweedse republikeinse vereniging telt mede daarom  maar liefst 10.800 leden. Doel is te komen tot een referendum waarbij de republiek kan worden uitgeroepen. Christina brengt in het parlement ieder jaar een motie tegen de monarchie  ter stemming. Van elke partij is er minimaal één vertegenwoordiger die voor de motie stemt. Gastheer  Magnus Simonsson ook al eens een gooi naar een parlementszetel, maar werkt nu als fractieassistent bij de Liberale Partij.

Magnus Simonsson deed ook al eens een gooi naar een parlementszetel, maar werkt nu als fractieassistent van de Liberale Partij.

 

Aza Cheragwandi

Aza Cheragwandi is voorzitter van Unga Republikaner, de jongerenafdeling van de Zweedse republikeinse bond. Zijn motief om toe te treden tot de anti-monarchisten heeft een Nederlandse achtergrond. Cheragwandi: ‘Mijn vader is van Irakese afkomst, die als Koerdische sjiiet eerst naar Iran moest vluchten en in de jaren ’70 in Nederland terecht kwam, waar hij in Enschede het eerste kebab-restaurant van de stad opende. Op een dag kwam Prins Bernhard daar op bezoek, met acht man in zijn gevolg. Die kwamen allemaal uitgebreid dineren met een keur aan wijnen en likeur, maar toen mijn vader hen bij hun vertrek de rekening overhandigde, werd hij apart genomen en kreeg hij te horen: “U bent nieuw hier, maar dat is niet de bedoeling”.  Tot dan toe was mijn vader een echte Nederlandse patriot geweest, maar dat was toen afgelopen. Die rekening is nooit betaald’.

 

 

 

Viggo Smitt

De Deense republikeinen hebben het niet makkelijk. Ze moeten opboksen ’tegen een van de populairste koningshuizen ter wereld’, aldus filosoof Viggo Smitt. Als hij ergens onpasselijk van wordt zijn het wel mensen die als een knipmes beginnen te buigen voor de royals. Claes Kirkeby Theilgaard zat nog op de middelbare school toen hij uitgroeide tot een van de bekendste republikeinen van Denemarken met een paar pittige blogs. ’17-jarige woont nog bij zijn moeder maar wil eind maken aan monarchie’, kopte een koningsgezind dagblad. Hij zint nu op verdere actie.

Claes Kirkeby Theilgaard

 

 

 

 

 

 

 

Alex Hansen

De Noorse professor in de natuurkunde Alex Hansen weet zeker dat het en kwestie van tijd is voordat de Noorse kroon aan de wilgen wordt gehangen. ‘Beetje bij beetje wordt het bouwwerk gedeconstrueerd’, zo meent hij. Hulp uit onverwachte hoek komt van prinses Mährte die regelmatig de media haalt omdat ze naar eigen zeggen ontmoetingen met engelen heeft. Haar ex-echtgenoot verzekert dat hij regelmatig engelveren in haar nabijheid heeft gezien.

 

 

 

 

 

 

 

Concha Calvo en Manuel Heras.

Republikein in Spanje zijn is geen vrijblijvende hobby, zo verzekeren Concha Calvo en Manuel Heras. Het koningschap van Felipe voert regelrecht terug op de dictatuur van Franco en daarmee naar het trauma van de Spaanse Burgeroorlog, toen de falangisten met steun van nazi-Duitsland een einde maakten aan de Spaanse republiek. ‘We vechten tegen een veelkoppig monster’, aldus de vastberaden Concha.

 

 

 

De staf van het Britse Republic

Met een achterban van meer dan 30.000 sympathisanten is het Britse Republic een van de grootste organisaties binnen het AERM-verband. Even zag het er naar uit dat de Britse kroon averij zou oplopen door de Brexit: de Schotten willen niet weg uit de EU en dat beloofde even te leiden tot desintegratie van het Verenigd Koninkrijk. Maar de breuk lijkt gelijmd, aldus Republic-directeur Graham Smith (links). Pia de Keyser (rechts) legde uit hoe je met weinig middelen heel veel kan doen aan republikeinse bewustwording. Michael Moore (derde van rechts) is de coördinator van het onderzoek naar de kosten van de diverse koningshuizen. Volgens de laatste meting van 2015 bedroegen de werkelijke kosten van de Britse royals 334 miljoen pond, 296 miljoen pond meer dan de officiële kostenopgave suggereert. Het werd allemaal uitgezocht door accountant Nigel Melly (zittend). Daarmee leken de Britse royals dit pan-Europese prijzenfestival glansrijk te winnen. Hoewel? Nederland spreekt een woordje mee!