Thom deLagh

Republiek Amsterdam contra het Oranje-huis

/

VERS VAN DE PERS

Blijf immuun voor het kroon-virus en lees het nieuwe nummer van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. Paul Damen schrijft over eeuwen strijd tussen Mokum en Oranje. Wat resteert veertig jaar na Geen Woning, Geen Kroning nog van de republiek Amsterdam? En wanneer krijgt Amsterdam het stadspaleis op de Dam terug?

Een verse column van Gerard Aalders over het gehossel met het regeringsvliegtuig door Willem Alexander en Rutte, die hun privéreis naar de Bilderberg in Montreux onterecht afschoven op de belastingbetaler. Ridder van Oranje Nassau Roel van Duijn schrijft over de geneugten van een lintje, kunstenaar Fredie Beckmans legt zijn paleisverbod uit, Thom de Lagh ontmoette ex-krakerskoning Rooie Pietje, die afscheid neemt van zijn stad. Ries Roowaan over de republikeinse inborst van Harry Mulisch, August Hans den Boef dook in het werk van Multatuli en trof daar tal van verwensingen aan het adres van het ‘wormstekige huis van Oranje’. Maurits van den Toorn over de mislukte aanslag op Amsterdam door stadhouder Willem II.
Manuel Kneepkens over de gevolgen van een niet-rechtszaak: het besluit van premier Den Uyl over Bernhard niet te laten vervolgen wegens de steekpenningen die hij van Lockheed en Northrop had aangenomen sloeg een gat in de rechtsstaat.
Anton van Hooff herschrijft de Grondwet op republikeinse leest.
Van het republikeins front: de geboorte van de Partij voor de Republiek.
Boekrecensie: Katholiek in de Republiek van Catarina Lenarduzzi.
Plus: Nationaal Monument op de Dam dubbel fout, Thomas von der Dunk over koninklijke inteelt en Ries Roowaan over Europa na de brexit.

Plus: de Blik van Joep Bertrams, illustraties van Gabriel Kousbroek.

Nr. 1/2020 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Gedichten voor deze tijd: Oom Sam

Oom Sam

Oom Sam heeft zijn loden

tranen geweend

De diepe wonden

van de vergetenen

hebben wilde stormen

woede opgeleverd

Onder een koude zon oogst het Westen

de grote elegie

van vitriool

De grote elegie van Donald,

pas gekozen

(Haat,

Kruis,

Leugen.)

Oom Sam ligt doodgevroren

op de korenvlakten

Zijn borst

doorzeefd met korenblauw

Zijn hart

doorboord met warme wormen

Thom deLagh

XI/2016

(heel vrij naar Lorca)

Boekrecensie: Een waas van ondergang

 In tijden waarin volk en politici het kompas volledig verloren lijken te hebben, zou het zalvend kunnen zijn ‘Het vervloekte paradijs – waarom politici Europa eindelijk serieus moeten nemen’ van Carolien de Gruyter te lezen. Met ontnuchterend inzicht ontleedt zij de enorme moeilijkheden waarvoor Europa zich geplaatst ziet en trekt zij parallellen met de val van het Habsburgse Rijk. Verplicht leesvoer voor alle leden van de Tweede Kamer.

Tekst: Thom deLagh

 

Haarfijn legt Carolien De Gruyter in ‘Het vervloekte paradijs’ uit hoe de politiek klem is komen te zitten tussen burgers en de geglobaliseerde wereld. De burger is boos, om niet te zeggen woedend, en verlangt simpele oplossingen. Die zijn er natuurlijk niet, maar politici weten weinig anders te bedenken dan de burger tegemoet te komen met even simpele als onrealistische oplossingen en beloven nationale paradijsjes binnen de EU. Ergo, politici behandelen de burger willens en wetens als volstrekte imbecielen. Uiteindelijk komt De Gruyter tot de beangstigende conclusie dat politici die alles versimpelen, gevaarlijker zijn voor de democratie dan de alom verguisde globalisering.

Carolien de Gruyter is Europa-correspondent voor NRC Handelsblad met als standplaats Wenen. Wekelijks publiceert zij op zaterdag een column over de Europese (des)integratie. Deze columns van de afgelopen drie jaar zijn nu verzameld in het boek ‘Het vervloekte paradijs’. Dit geeft de lezer de kans om zich in kort tijdsbestek vertrouwd te maken met de thans ontstane situatie in Europa en werpt tevens een licht op de opkomst van populistische bewegingen in het Westen.

Habsburgse Rijk

De Gruyter wijst op de opmerkelijke overeenkomst tussen vroegere multinationale staten (het Habsburgse Rijk) en de EU. ‘In welke uithoek begint de implosie?’, is de titel van haar column die verwijst naar een uitspraak in Joseph Roths Radetzkymarsch , waarin twee onderdanen van het Habsburgse keizerrijk de actualiteit bespreken. De Gruyter: ‘Het is fictie. Het speelt honderd jaar geleden. Maar je kunt het moeilijk lezen zonder de link te leggen met het doemdenken over de Europese Unie. Afgelopen jaren dachten sommigen al dat de banken, en later Griekenland, Europa de afgrond in zouden trekken. Nu, in de vluchtelingencrisis, wordt de stemming bijna apocalyptisch’.

Het heeft iets van de sfeer van Roth, vindt zij. ‘Een waas van ondergang hangt over Europa. In welke uithoek, vragen steeds meer Europeanen zich af, zal de implosie beginnen? Er zijn overeenkomsten tussen de EU en de laatste decennia van het Habsburgse keizerrijk’.

De laatste decennia was het Habsburgse Rijk totaal in zichzelf gekeerd. Zie bijvoorbeeld Stefan Zweigs ‘Die Welt von Gestern‘ of Robert Musils ‘Der Mann ohne Eigenschaften’. De Gruyter:De bestaande orde draaide vierkant. Iedereen voelde dat er een nieuw systeem moest komen, maar de heersende elite was niet bij machte om de transformatie uit te denken of uit te voeren. Die stagnatie leidde tot cynisme en huichelarij. Elke aanpassing leidde tot nieuwe ontevredenheid en meer gesleutel[…] De Eerste Wereldoorlog, die weinigen verwachtten en niemand wilde, betekende de doodsklap.’

Linkse kerk

Probleem is dat De Gruyter tegenwoordig zelf als onderdeel van de vermaledijde elite wordt gezien. De gemobiliseerde populisten plaatsen haar simpelweg in de zichzelf bevlekkende linkse kerk en overladen haar met haatmails en beledigende teksten op social media. Toch, de zeepbel die vele Europese politici hun kiezers voorhouden, moet worden doorgeprikt. De Gruyters pleidooi voor meer openheid, meer duidelijkheid en vooral meer eerlijkheid ten aanzien van Europa is bevrijdend en ontnuchterend. Maar bovenal maakt het duidelijk hoe de Europese politici zichzelf in een welhaast onmogelijke positie hebben gemanoeuvreerd.

Het vervloekte paradijs

Waarom politici Europa eindelijk serieus moeten nemen

Carolien de Gruyter

Uitgeverij Atheneum-Polak & Van Gennep

251 pagina’s

Paperback € 15,–

 

De geheimen van Amalia

Thom deLagh, de huisdichter van tijdschrift De Republikein, bezocht de tentoonstelling Dynastie, portretten van Oranje-Nassau in het Koninklijk Paleis op de Dam en raakte gefascineerd door het portret van een onbekende schoonheid in de hofhouding van Amalia van Solms, echtgenote van stadhouder Frederik Hendrik,alias ‘de Stedendwinger’.

 

Tekst: Thom deLagh

Bepaald aantrekkelijk leek het mij niet, een expositie van portretten van Oranje-Nassau. Een schier eindeloze reeks prinsen, stadhouders, koningen en koninginnen die onvermijdelijk doen terugdenken aan de verplichte kost op de lagere school toen het nog usance was om tere kinderzielen bloot te stellen aan hagiografische vertellingen over de heldendaden van de Oranje-Nassaus.
Daarenboven zijn de meeste portretten ook in de reguliere tentoonstelling te aanschouwen. Weliswaar niet met de uitgebreide omschrijvingen waarmee zij nu voorzien zijn, maar daar had ik toch al genoeg van gehad.
Echter, te midden van al dit royalistisch bombastische geweld, trof ik in de oostelijke galerij een twaalftal kleinere portretten (gem. 75 x 60 cm.) aan uit de collectie van Huis ten Bosch. Allemaal geschilderd door een van Carvaggio’s meest begaafde volgelingen Gerard van Honthortst (1592-1656). Het betreffen allemaal portretjes van vrouwen en meisjes uit de omgeving van Amalia van Solms (1602-1675), echtgenote van stadhouder Frederik Hendrik van Oranje, en tevens zijn achternicht. Niets vreemds natuurlijk in deze kringen.
Het leuke is dat van de oorspronkelijke reeks van 24 portretjes die in opdracht van Amalia zijn geschilderd, er van een groot aantal niet bekend is wie ze zijn. Het feit dat ze allemaal op min of meer de zelfde manier geportretteerd zijn, qua compositie en houding, maakt het nog lastiger. Daarbij komt dat het tot in ver in de negentiende eeuw niet per se noodzakelijk was dat een portret moest lijken.  Wilhelmina van Pruisen, moeder van koning Willem I,  klaagde rond 1820 nog in een brief aan haar koningszoon dat er geen enkel portret was dat ook maar enigszins op hem leek.

Daadkrachtig type

Maar terug naar de twaalf portretjes van Amalia van Soms in het Paleis op de Dam. Amalia, waarschijnlijk niet voor niets naamgeefster van onze toekomstige koningin, was een tamelijk daadkrachtig type. Iets wat overigens wel vaker voorkomt in de geschiedenis van de Oranje-Nassaus. Relatief veel vrouwen hebben de broek aan.
Afkomstig uit een wat verarmde en niet erg relevante tak van de Oranje-Nassaus, wist Amalia na haar huwelijk het hofleven op te waarderen door het invoeren van uitgebreide ceremoniën en gedragsregels (het nogal vrijpostige liefdesleven van Frederik Hendrik was pardoes voorbij). Daarnaast liet zij vele paleizen bouwen, waaronder Huis ten Bosch, legde een aanzienlijke kunstverzameling aan (Rubens en Honthorst hadden haar voorkeur) en zij kreeg het voor elkaar zich een enorme politieke macht toe te eigenen.
De reeks portretten die zij liet maken door Honthorst zijn overduidelijk niet bedoeld voor propagandistische doeleinden doch veeleer een persoonlijke verzameling portretjes van haar dierbaren. Onder hen bevinden zich dames als Louise Hollandia van de Palts, prinses van Bohemen en de Portugese prinses Mauritia Eleonora, maar dus ook dames die tot op heden onbekend zijn gebleven.

De onbekende schone
De onbekende schone

Een portret, uit 1636, trof mij in het bijzonder  (zie afbeelding). De meeste geportretteerde dames blinken bepaaldelijk niet uit in schoonheid, soms druipt de inteelt er van af. Maar deze dame heeft een serene schoonheid, een kunstig gevlochten pony, een prachtige paarlen ketting om haar nek, een Mariablauwe zijden jurk afgezet met wit kant en de handen vroom gevouwen. Alleen het ietwat gekunsteld bloemstukje in heur haar dissonneert een beetje. Mijn gedachten dwalen af. Wie was zij, deze Hollandse Mona Lisa, wat was haar verhouding met Amalia van Soms? Wat maakte haar zo belangrijk dat Amalia aan grootmeester Gerard van Honthorst opdracht gaf haar te zo fijn en teder te schilderen?

Na diepgaande bestudering van het portret, denk ik het te weten. Het was een zeventiende eeuwse Mata Hari, die zich met haar schoonheid en vrouwelijke list had weten in te werken in de omgeving van Amalia van Soms en dus ook van stadhouder Frederik Hendrik. Zij was de ultieme kans om het hof van Oranje-Nassau met haar verraderlijke verleidingen te ondergraven. Zij was voorbestemd om de ware hoedster van de Republiek te worden. Maar de licht melancholische blik in haar ogen verraadt al dat haar missie tot ondergang gedoemd was. De machtige clan wist haar te ontmaskeren en uit onze nationale geschiedenis te verwijderen. Zij is altijd de grote onbekende gebleven en zal dat immer blijven. Alleen haar schoonheid werd het nageslacht gegund.

Ik weet natuurlijk dat mijn bespiegelingen op niets gebaseerd zijn. Maar het is o zo mooi weg te dromen bij de mysterieuze  schoonheid van het onbekende. En juist dat maakt de expositie ‘Dynastie, portretten van Oranje-Nassau’ de moeite waard. Bekijk die twaalf portretjes van Honthorst en droom weg bij de gemiste kans op de ware republiek.