Van Agt

Belastingdeal koning bevat constitutionele springstof

/

Lachte Mark Rutte nu eens te vroeg? Het rapport ‘Het Inkomen van de koning’ leert dat het koningshuis in de jaren ‘60 royaal werd gecompenseerd voor af te dragen belastingen. De mededeling van de premier dat Willem-Alexander en Beatrix geen weet hadden van een belastingdeal heeft een potentieel boemerang-effect.

Tekst René Zwaap

Dat er zware politieke druk lag op het rapport Het inkomen van de koning werd al duidelijk door het voortdurende uitstel van publicatie van dit onderzoek, uitgevoerd onder leiding van Carla van Baalen, directeur van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis en hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Radboud Universiteit).  Van Baalen werd met het onderzoek belast toen premier Rutte in het najaar van 2016 onder een spervuur van vragen vanuit de Tweede Kamer was komen te liggen nadat RTL Nieuws had bericht over afspraken in de periode 1970-1972 tussen het kabinet en het Hof over compensatie van door het koninklijk huis vanaf 1973 te betalen belasting over (inkomsten uit) het eigen vermogen. In plaats van die vragen onmiddellijk te beantwoorden greep de premier naar het beproefde Haagse recept van een ‘onafhankelijke onderzoekscommissie’. Daarmee verschafte hij zich meer dan een jaar tijd om deze hete aardappel af te laten koelen.

In de gewonnen tijd wist Rutte zijn lastigste criticaster in koninklijke boekhoudkwesties, D66-fractieleider Pechtold, te binden aan een nieuwe coalitie.  Nog voordat de commissie-Van Baalen goed en wel met haar rapport op de proppen kwam, liet de premier weten dat zowel de koning als zijn moeder geen flauw benul had van welke belastingdeal dan ook. Dat de leden van de commissie-Van Baalen daar weleens door beïnvloed zouden kunnen worden was de bewindsman kennelijk worst. In ieder geval is het lijvige rapport in zijn conclusies inderdaad geheel afgestemd op de ‘geen wolkje aan de lucht’- attitude van de immer schaterend door het leven trekkende minister-president. Er was, aldus de commissie-Van Baalen, eind jaren ‘60 geen ‘geheime belastingdeal’ om de Oranjes te compenseren voor het feit dat ze vanaf 1973 geacht werden belasting te betalen over (een stukje van) hun vermogen.

Interen op privévermogen

Of de belastingdeal geheim was, is een kwestie van  interpretatie. Er was in ieder geval wel degelijk een deal. Het rapport-Van Baalen leert dat het koningshuis heel royaal gecompenseerd is voor de blauwe enveloppen die vanaf 1973 in de brievenbussen van de diverse paleizen begonnen te vallen. Juliana kreeg als koningin 350.000 gulden per jaar extra op haar loonstrookje, want op die manier kon ze eindelijk ook iets sparen, zoals CHU-voorman De Pous, oud-minister van Economische Zaken en voorzitter van de SER, had bepleit.  De vorstin, zo werd in die tijd naar de pers gelekt, beschikte in weerwil van haar internationale roep als ‘rijkste vrouw van de wereld’ over slechts 80 miljoen gulden aan privévermogen. En daar teerde ze ieder jaar op in. Een verdubbeling van haar uitkering van de staat was daarom gewenst. Dat het overgrote gedeelte van het Oranje-kapitaal was ondergebracht in stichtingen (o.m. de stichting Kroongoederen van het Huis Oranje-Nassau, de stichting Fonds voor functionele kosten voor het Huis Oranje-Nassau en de stichting Functionele kosten Z.K.H. de Prins der Nederlanden),  die wel  door de fiscus met rust werden gelaten, werd er niet bij gezegd.   ‘Het was duidelijk dat er een relatie was tussen de afschaffing van de gedeeltelijke belastingvrijdom en de invoering van het inkomensbestanddeel’, aldus de commissie-Van Baalen. ‘Maar minder duidelijk was hoe deze relatie precies in elkaar stak. Daarover werd in de openbaarheid niets gezegd. Tijdens de interne discussies kwam dit punt echter nadrukkelijk naar voren’.

Door de strot geduwd

Kortom: die compenserende maatregelen waarmee RTL op de proppen kwam bestonden wel degelijk en ze zijn anno 2017 nog steeds evengoed van kracht. Ze waren echter niet zo geheim als gesuggereerd. De afspraken werden gewoon openlijk door de strot geduwd van een sowieso niet al te mondig parlement. Net als later bij Lockheed dorst de PvdA bij monde van Joop den Uyl de koninklijke kwestie niet op de spits te drijven en ook hier werden de sociaal-democraten met een kluitje in het riet gestuurd. Ook een hoge staatscommissie die in 1968 was aangesteld om een manier te verzinnen om de Oranjes eindelijk eens belasting te laten betalen was dit lot beschoren. De PvdA’er Jo van der Hoeven was binnen deze zogeheten ‘commissie belastingvrijdom’ de tragische held, zo blijkt uit het rapport-Van Baalen, dat onder meer toegang had tot de aantekeningen van de toenmalige secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken jhr. A.J.M. van Nispen tot Pannerden, die in het herzieningstraject van de financiële relatie tussen de Koning en het Rijk een cruciale rol speelde. Van der Hoeven bewoog hemel en aarde om de koning te verplichten successierechten af te dragen, maar het kabinet-De Jong denderde over hem heen en liet in de Grondwet opnemen dat de Koning vrij is van erf- en schenkbelasting. Van der Hoeven beklaagde zich steen en been, maar werd overruled door staatssecretaris van Financiën Grapperhaus (vader van de huidige minister van Justitie). PvdA-Kamerlid Van den Bergh wierp hier in 1971 nog tegenin dat ‘successierecht een gezonde zaak is. Als dat aantasting van het vermogen betekent – het zij zo. Dat is normaal. Zoals het voor iedereen opgaat, geldt dat dan ook hier’. Maar de socialisten praatten tegen een muur.

Toen Van der Hoeven vervolgens in 1980 voorgedragen werd als vice-voorzitter van de Raad van State, stak Beatrix door een stokje voor. ‘Je moet niet aan het inkomen van de Oranjes komen’, verklaarde toenmalig premier Van Agt daaromtrent tegenover H.U. Jessurun d’Oliveira in De Republikein van juni 2016.  Koesterde Beatrix nog steeds wrok tegen Van der Hoeven vanwege die belastingkwestie uit de jaren ‘60? In dat geval heeft Rutte wel erg prematuur gesproken toen hij verklaarde dat Beatrix geen idee had van de compensatieregeling en zouden we ons bij de start van Rutte III direct kunnen opmaken voor een constitutionele crisis, ware het niet dat we anno 2017 zitten met een parlement met de kracht van een dood paard als het koningshuis ter tafel komt.

De Horsten

Het rapport van de commissie-Van Baalen was nog niet koud verschenen of de NOS kon melden dat Prinses Beatrix haar landgoed De Horsten in Wassenaar en Voorschoten zeer recent aan haar zoon de koning heeft geschonken. Dankzij de bepalingen waar Jo van der Hoeven zo tegen had gevochten hoeft Willem-Alexander daar geen euro belasting over te betalen. De waarde van het geschonken landgoed wordt geschat op 25 miljoen euro, de waarde van de huizen en andere gebouwen die op de grond staan niet meegerekend. Met een heffing van 20 procent die normaal zou zijn voor andere stervelingen krijgt de BV Oranje hier ten koste van de Nederlandse staatskas een douceurtje van minimaal 5 miljoen euro. Daar kan prins Bernhard jr., die de rol van zijn opa zaliger als huisjesmelker in Amsterdam heeft overgenomen, weer heel veel leuke pandjes van kopen.

Intussen incasseerde Koning Willem IV een kapitaal geschenk van zijn moeder in de vorm van het luisterrijke landgoed De Horsten. Belastingvrij, want de koning is dankzij powerplay van het kabinet-De Jong eind jaren zestig vrijgesteld van erf- en schenkbelasting. Pogingen van de PvdA om daar een eind aan te maken  strandden op  de ‘God, vaderland en Oranje’-kongsi van christendemocraten en liberalen.

Dat rücksichtlose cashen van de fiscale privileges, juist op het moment dat de Tweede Kamer in alle staten was over een vage belastingdeal ten gunste van het koningshuis, kan niet anders worden geïnterpreteerd dan als een opgestoken middelvinger vanuit het paleis richting het parlement. Kennelijk is de BV Oranje nu werkelijk alle schaamte voorbij. Waant men zich beschut door het feit dat de PvdA inmiddels zo goed als in rook is opgegaan? Dat de voorheen zo koningskritische D66-leider Pechtold inmiddels vakkundig lijkt ingepakt in een coalitie die als speerpunt heeft de jeugd van Nederland de glorie van het Wilhelmus bij te brengen?

Nederland is anno 2017 meer dan ooit eerder in de 20e eeuw een bananenmonarchie. De BV Oranje Nassau lijkt overal mee weg te komen – ook dat prins Bernhard jr. met droge ogen volhoudt dat hij zijn onroerend goed-imperium geheel op eigen kracht heeft opgebouwd in plaats van als onderdeel van de gespreide investeringsportefeuille van zijn familiesyndicaat.

Inmiddels heeft de redactie van dit blad in opdracht van het Republikeins Genootschap een eigen onderzoek naar de kosten van de monarchie in Nederland uitgevoerd. Mede dankzij tips via onze koninklijke klokkenluidersmeldpunt willyleaks@rotestsite.nl wisten we talrijke mazen in het Nederlandse staatsbestel te vinden waardoor uw belastinggeld heel discreet naar de BV Oranje Nassau vloeit. Natuurlijk, de discussie over de staatskundige toekomst van Nederland mag niet alleen een centenkwestie zijn, maar ook de monarchie zou een stuk goedkoper kunnen als het werd bestierd door een andere familie dan die van Oranje Nassau, die het uitknijpen van departementaal Den Haag als een sport is gaan beschouwen en iedere zwakte aan de zijde van de politiek onmiddellijk omzet in harde valuta. Het rapport is deze maand aangeboden aan voorzitter Hans Maessen van het Republikeins Genootschap en publicatie zal op korte termijn plaatsvinden. In het volgende nummer van De Republikein zullen de belangrijkste bevindingen met u worden gedeeld.

 

1977: de boze stiefmoeder van alle formaties

 

Juliana zette (tevergeefs) haar zinnen op het tweede kabinet-Den Uyl en haar dochter hielp Wim Kok aan de macht. In het boek Kabinetsformaties 1977-2012 van het Nijmeegse Centrum voor Parlementaire Geschiedenis wordt de rol van het staatshoofd stevig nagepluisd. Stevenen we na de komende verkiezingen af op een reprise van het formatiedrama van 1977?

 

Tekst: Maurits van den Toorn

208 dagen. Iedereen die een beetje in de Nederlandse politieke geschiedenis thuis is, weet direct waar dat naar verwijst, net als de getallencombinaties 8-7-1 en 7-7-2. Het zijn de kerngetallen uit de formatie van het tweede kabinet-Den Uyl in 1977, respectievelijk het aantal dagen dat de formatie duurde en de verdeling van de ministersposten over de drie partijen PvdA, CDA en D66. Klein detail daarbij is dat het kabinet er helemaal niet kwam, de berg baarde in dit geval zelfs niet eens een muis (of juist wel, als je het kabinet Van Agt/Wiegel zo zou willen betitelen).

De verhitte gang van zaken met protagonisten die elkaar bijkans naar het leven stonden, een stoorzender in de vorm van Aantjes, die in het geniep achter de rug van Van Agt om contacten met Den Uyl onderhield (wie zou nog durven ontkennen dat politiek een krokodillenbedrijf is?) en de pers die vrolijk meeformeerde, het blijft een politieke thriller van hoog niveau, ook al is de afloop bekend. Het verhaal is van dag tot dag te volgen in het onlangs verschenen Kabinetsformaties 1977-2012 van het Nijmeegse Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. Het boek beschrijft met grote grondigheid de kabinetsformaties van de afgelopen 35 jaar (1977-2012) en is een waardige opvolger van de eveneens uit de boezem van de Nijmeegse universiteit afkomstige boeken over de formaties 1946-1965 van F. Duynstee en die van 1959-1973 van P.F. Maas.

 

Grilligheden

 

Als je zo door de recente parlementaire geschiedenis wandelt, is voor alles duidelijk dat formaties allemaal hun eigen grilligheden hebben, geen enkele lijkt op een andere. Er is dan ook weinig staatsrecht rond de kabinetsformatie, het meeste is gebaseerd op (soms slechte) ervaringen. Om de missers van een vorige formatie te voorkomen zijn er door de jaren heen steeds meer stappen genomen – de formateur wordt tegenwoordig bijna altijd voorafgegaan door een, twee of drie informateurs, nog recenter is de instelling van een pre-informateur of verkenner – en steeds meer documenten opgesteld. Al na korte tijd behoren al deze stappen en stukken tot het standaardgereedschap van een formatie. Wie ze allemaal nog eens wil nalezen raadplege het in 2012 verschenen De kabinetsformatie in vijftig stappen van Carla van Baalen en Alexander van Kessel, ook de redacteuren en coauteurs van het hier besproken boek.

De samenstellers hebben het geluk dat ze een stevige binnenkomer hebben met 1977, door zijn lange tijdsduur een mijlpaal, niet ten onrechte betiteld als ‘de moeder van alle kabinetsformaties’ (eerder de boze stiefmoeder, maar goed). Door de snelle val van het kabinet Rutte I kon ook de formatie van het huidige kabinet in 2012 worden meegenomen. Ook een mijlpaal, want voor het eerst was dit een formatie waarbij het staatshoofd formeel buiten spel is gebleven. Dat staatshoofd, zo verzekeren voorstanders van de monarchie altijd, heeft geen macht, hoogstens invloed. Naar aanleiding van de beschrijvingen is er wel het een en ander over die invloed en de (on)wenselijkheid daarvan op te merken.

Zo was Juliana’s poging om, na het voor de eerste keer mislukken van de formatiepoging door formateur Den Uyl, CDA-aanvoerder Van Agt tot formateur benoemen – hij had het lef om te weigeren, een unicum – volgens het CDA regelrecht afkomstig uit de koker van de PvdA. Volgens dat scenario zou Van Agt ook mislukken, waarna de weg vrij was voor het door de vorstin gewenste tweede kabinet-Den Uyl. Naïviteit van Juliana of bereidheid om het spel van de door haar (naar verluidt) zeer gewaardeerde Den Uyl mee te spelen? ‘Van Agt op Justitie, dát kan toch niet’, zei Juliana volgens Ed. van Thijn in het manuscript van zijn Dagboek van een Onderhandelaar, een uitspraak die in de gepubliceerde versie is verdwenen (waarom eigenlijk?). Misschien maakte Juliana een niet al te handige keuze uit de uiteenlopende adviezen. Die onzekerheid illustreert precies hoe raar het is, zo’n ‘procesbegeleider’ achter de schermen van wie je je maar moet afvragen in hoeverre die werkelijk neutraal is.

 

Beatrix

Ook koningin Beatrix heeft meermaals haar verreikende invloed op de totstandkoming van een kabinet laten gelden. Beroemd is haar onverwachte keuze uit 1994 om na het mislukken van de ‘paarse’ onderhandelingen niet een nieuwe informateur te benoemen, maar PvdA-leider Kok de opdracht te geven een regeringsprogramma op hoofdlijnen samen te stellen. De partijen die zich daarin konden vinden, konden zich er vervolgens bij aansluiten. Uiteindelijk kwam zo alsnog het eerste paarse kabinet tot stand, een van de succesvollere kabinetten sinds 1945. Bij de formatie van 2010 wekte de keuze van de majesteit om eerst Tjeenk Willink en en in een volgende ronde Lubbers tot informateur te benoemen verbazing, omdat die keuze niet was gebaseerd op de verschillende adviezen die waren uitgebracht.

Eerlijk is eerlijk: de manoeuvre uit 1994 had succes, en wat mij betreft is er veel te zeggen voor pogingen om te ontkomen aan een door de PVV gesteund of gedoogd kabinet. Desondanks blijft het een vreemde gang van zaken dat de vorming van een kabinet van democratisch gekozen partijen wordt gestuurd en beïnvloed door iemand die buiten de democratie staat en daar bovendien geen verantwoording voor kan en mag afleggen.

Ook in de politiek ontstond daar onvrede over en de Tweede Kamer besloot tot een wijziging van het Reglement van Orde: voortaan wordt de informateur door de Kamer benoemd. Die nieuwe regel uit maart 2012 kon al bijna meteen in praktijk worden gebracht door de val van het gedoogkabinet in april van dat jaar. En ziedaar: de formatie verliep zelfs uitermate vlot, geholpen door een verkiezingsuitslag die nauwelijks een andere combinatie mogelijk maakte én twee partijleiders die het goed met elkaar konden vinden.

In 2017 kan het wel eens lastiger uitpakken als er een kabinet uit drie, vier of misschien zelfs vijf partijen in elkaar gezet moet worden. Laten we hopen dat degenen die dat moeten fiksen goed met elkaar overweg kunnen, anders krijgen we een herhaling van 1977 – en in het ergste geval moet men ‘met hangende pootjes’ (dixit Van Mierlo in 1971) de hulp van het staatshoofd inroepen. Noodgedwongen koning Willem-Alexander aan z’n eerste formatie-ervaring helpen zou een nog grotere blamage zijn dan 208 dagen lang formeren.

 

Carla van Baalen en Alexander van Kessel (red.):

Kabinetsformaties 1977-2012

Uitgeverij Boom, Amsterdam 2016

ISBN 978 94 6105 466 1

Prijs € 34,50

 

De Republikeinse Verkiezingsgids 2017

DE REPUBLIKEIN

JAARGANG 13, NR.1, MAART 2017

THEMA: De Republikeinse Verkiezingsgids 2017

[divider height=”30″ style=”default” line=”default” themecolor=”1″]

INHOUD VAN DIT NUMMER

Gekozen koningin maakt comeback bij GroenLinks
Gijs Korevaar

Republikeinse Verkiezingsgids: republikeins electoraat heeft iets te kiezen
Maurits van den Toorn

PVV is rijp voor rechterlijk verbod: grenzen van de tolerantie
prof. mr. H.U. Jessurun d’Oliveira

 

Verder:

De blik van Joep

Van de redactie: Orangisme versus populisme?
René Zwaap

Van het republikeinse front: verborgen kosten koningshuis
Team Willyleaks

Een parlement van zwijgers
Floris Müller

De tragiek van de rechtse provo
René Zwaap

PVV gedwee op weg naar het paleis
René Zwaap

Grenzen aan vrijheid van expressie
Gijs Korevaar

Zwitserse verbazing over stemchaos in de polder
René Zwaap

De participatie van de burger in de bestuursstaat
Mani Matter

De kerstrede als taalkundig ongeluk
Simplicissimus

Pleidooi voor een weerbare democratie
Kurt Haverkort

God, Nederland en Oranje
Lodewijk Brunt

Bataafse mythe werd staatkundige realiteit
Anton van Hooff

Boekrecensie: De boze stiefmoeder van alle kabinetsformaties
Maurits van den Toorn

Appeltjes van Oranje: De vriendschap van prins Bernhard met Pieter Menten

Column Hans Maessen: wordt 2017 het nieuwe 1848?

 

[divider height=”30″ style=”default” line=”default” themecolor=”1″]

Abonnementen

Jaarabonnementen (4 nummers) TIJDELIJK van € 38,95 voor € 25,-

Studentenabonnement (4 nrs, tot 27 jaar) € 25,–

Losse nummers € 10,90

Aan een jaarabonnement in het buitenland zijn, naast de kosten voor het abonnement, ook verzendkosten verbonden. Neem hierover contact op met de abonnementenadministratie.

Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, met vermelding van het oude en nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, uiterlijk 6 weken voor de volgende betalingsdatum.

U kunt zich hier online aanmelden als abonnee.

 

Abonnementenadministratie

Virtùmedia
t.a.v. De Republikein
Postbus 595
3700 AN Zeist

E-mail: klantenservice@virtumedia.nl
Telefoon: 085-0407400.

 

Zelf een artikel schrijven?

Raadpleeg eerst de wenken voor auteurs op de site.