Willem-Alexander

Simplicissimus: Koninklijke corona-hypocrisie

Tekst Simplicissimus

Als republikein kan ik niet warmlopen voor de jaarlijkse kersttoespraak van Willem-Alexander. Integendeel, tegen het einde van het jaar zet ik op het tijdstip van ’s konings kerstboodschap bewust geen radio of televisie aan. Dit jaar was ik echter oprecht benieuwd naar de koninklijke kletspraat en dat had alles te maken met corona. Net als in 2020 zou koning onbenul ongetwijfeld ook dit jaar weer niet verder komen dan wat onsamenhangende gemeenplaatsen over de zich voortslepende coronacrisis. Ik werd niet teleurgesteld! Maar hoe verhouden Willem-Alexanders woorden – voor onder de kerstboom en anderszins – zich eigenlijk tot zijn daden?

Nadat het heel lang oorverdovend stil was geweest, hield Willem-Alexander op 20 maart 2020 een televisietoespraak naar aanleiding van de uitbraak van het coronavirus. Hierin zei hij onder meer dat we trots mochten zijn ‘op de deskundigen van het rivm, de ggd’s en op alle andere instellingen en experts’. Vier dagen later bezocht hij zowaar de ggd Hart voor Nederland in Tilburg – alleen niet op eigen initiatief, maar op uitnodiging van de burgemeester. De beelden zijn ronduit stuitend: een overduidelijk ongeïnteresseerde Willem-Alexander, onderuitgezakt hangend in een bureaustoel. Zo ziet respect van de koning voor de medewerkers van de ggd’s er kennelijk uit! Om nog maar te zwijgen van de schending van de privacy van de bellers doordat Willem-Alexander – medisch beroepsgeheim of niet – mocht meeluisteren met hun gesprekken.

Over de maatregelen ter bestrijding van het virus zei Willem-Alexander het volgende: ‘De maatregelen om de verspreiding van het virus af te remmen, zijn noodzakelijk en ingrijpend.’ En verder: ‘Het is belangrijk dat we (…) alle aanwijzingen opvolgen.’ Helaas moest Willem-Alexander bijna exact zeven maanden later, op 21 oktober 2020, in een ‘persoonlijke boodschap’ het boetekleed aantrekken na een vakantiereis met toute la famille naar Griekenland op het hoogtepunt van de coronacrisis. Dat verstaat hij kennelijk onder het opvolgen van ingrijpende, maar noodzakelijke maatregelen! Aan het einde van zijn ‘persoonlijke boodschap’ noemde Willem-Alexander zich ‘betrokken, maar niet onfeilbaar’. Welnu, van enige koninklijke betrokkenheid tijdens de coronacrisis is niets gebleken en dat hij onfeilbaar zou zijn, heeft nooit iemand beweerd.

Ook voor zijn kleinste onderdanen had Willem-Alexander een boodschap: ‘Ik denk ook aan alle kinderen in Nederland. Ik snap heel goed hoe jullie je voelen. (…) Verjaardagsfeestjes die niet doorgaan. Dat is best moeilijk.’ Niemand leek zich deze woorden nog te herinneren toen Amalia in 2021 ten paleize haar achttiende verjaardag vierde met veel meer gasten dan volgens de coronaregels was toegestaan: volgens de rvd 21 mensen, maar volgens Telegraaf-journalist Wouter de Winter in het praatjesprogramma Beau ‘zo’n honderd aanwezige gasten’. Dit kwam de journalist te staan op een felle uitval van Frank Lammers, in het dagelijks leven acteur in dienst van Jumbo en ook buiten de filmset vertolker van het onderbuikgevoel: ‘Laat dat meisje met rust!’ Bij zoveel serviliteit kan een koninklijke onderscheiding Frank Lammers in april eigenlijk niet meer ontgaan.

Na de plichtmatige televisietoespraak van 20 maart en het onvrijwillige mea culpa van 21 oktober sprak Willem-Alexander in zijn kersttoespraak van 2020 opnieuw over corona: ‘Ik wil iedereen bedanken die zich de afgelopen maanden met vallen en opstaan aan de voorschriften heeft proberen te houden.’ Wat een arrogantie! Wie zelf bij herhaling de voorschriften met voeten treedt, heeft niet het recht anderen te bedanken die zich naar beste kunnen wel aan de voorschriften houden.

In 2021 was Willem-Alexander vervolgens nagenoeg onzichtbaar, met uitzondering van zijn bezoek aan de mooiste ‘oranjestraat’ van Nederland tijdens het ek – zonder mondkapje en zonder afstand te houden. In ‘deze gekke coronatijden’, aldus Willem-Alexander, leken de coronaregels opnieuw niet voor hem te gelden. Bij zoveel koninklijke minachting voor de coronaregels verbaast het niet dat corona in de kersttoespraak van 2021 slechts terloops ter sprake kwam als een van de problemen ‘die ons allemaal raken’. Ons allemaal? Nee, de koning natuurlijk niet. Hier past slechts één kwalificatie: koninklijke hypocrisie!

Professor Karel weet raad (18): Humor tegen de Deep State

Professor Karel dicht de kloof tussen burger en wetenschap. In deze aflevering: de rol van humor in de strijd tegen de ‘Deep State’. Is er nog plaats voor de bevrijdende lach in het zure klimaat van de Covid 19-dominees?

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Beste professor Karel,

 

Ik ben dus tekenaar en ik maak spotprenten. Maar nu vraag ik me af of dat nog kan zonder bedreigd te worden, of erger. Want het liefst teken ik politici en ja, dan moet je de grens een beetje opzoeken. Dus ik had een keer Balkenende die een ezel staat te neuken bijvoorbeeld – die is alweer wat ouder – of Klaver die het met een windmolen staat te doen. Ook een keertje Willem-Alexander en Diederik Gommers die bezig zijn met Famke Louise. O ja, en minister De Jonge aan de gang met een doventolk. Ik ga ze verder niet uitleggen, dan gaat de grap eraf. Ook tekende ik een keertje, net even subtiel iets anders, Rutte en Van Dissel bezig met kettingzagen op de IC.

Maar kan dat nog? Ik krijg de laatste tijd alleen maar zure reacties. Is dit land zijn gevoel voor humor kwijt?

No Ta Boe (niet mijn echte naam)

 

Goede vraag, Ta Boe! Dit vraagstuk moest ook dringend een keer aan de orde komen. Het is een belangrijke kwestie, die ik in de loop der jaren al vele malen heb bestudeerd, en die in de kunstmatige crisistoestand waarin wij nu verkeren alleen maar urgenter is geworden. Weten wij nog wel wat humor is? Zijn wij al dusdanig in de greep van de Deep State dat het lachen ons is vergaan? Of zelfs zozeer dat wij, gehersenspoeld door de post-humane vaccinatie-maffia, al niet eens meer weten hoe dat klinkt, een bevrijdende lach?

Nu heb ik met dit vraagstuk in mijn loopbaan reeds op verschillende manieren te maken gehad. Als verslaggever in Azië heb ik mijn gevoel voor humor zowel in de breedte als in de diepte kunnen toetsen en ontwikkelen, in contacten met talrijke andere culturen, elk met een eigen sensibiliteit voor het komische of absurde. Dat gaat natuurlijk niet zomaar. Misverstanden liggen op de loer, hetgeen op zichzelf ook weer een bron kan zijn van heel aardig amusement. Aanvankelijk was het voor mij bijvoorbeeld enigszins wennen, moet ik toegeven, dat men in Japanse parken, warenhuizen, en metrowagons spontaan in lachen uitbarstte bij mijn geopolitieke uiteenzettingen. Pas later begreep ik dat dit natuurlijk een uiting was van respect en bewondering.

Een totaal omgekeerde ervaring had ik in recenter tijden bij lezingen in de VS en Duitsland, waar het publiek met een curieuze stilte reageerde op enige van mijn kwinkslagen over de zogenaamde aanslagen van 9/11 en het komische officiële verhaal daarover. Ook mijn geestige kanttekeningen bij de rol van bepaalde buitenlandse inlichtingendiensten bij die geconstrueerde gebeurtenis werden niet begrepen, wat aantoont dat de indoctrinatie in die omgevingen reeds vergevorderd is. Dan blijft inderdaad soms alleen de humor over, als drager van onaangename waarheden. Overigens hoeft dat niet altijd het geval te zijn: ik vermaak mij zelf ’s avonds thuis nog geregeld met wat oudere video-opnames van Tommy Cooper, een meesterlijk humorist. Voor het slapen gaan kan soms ook een sketch van De Mounties mij plezieren, maar dat is eigenlijk meer nostalgie naar de tijd dat ik nog een stuk jonger was, nietwaar.

Goed. Ook de slepende corona-crisis die de autoriteiten ons hebben opgelegd biedt volop stof voor humor, een vorm van creativiteit die altijd ontregelend werkt op machthebbers. U geeft daar zelf enkele geslaagde voorbeelden van, haha! Rutte en van Dissel aan het werk met een kettingzaag – ja, die is goed. Mag ik nog enige suggesties doen voor satirische afbeeldingen? Denkt u ook eens aan het ongemak van spatschermen aan de dis, of de ongepaste schoenen van minister De Jonge, het geklungel met de totaal onnodige 1,5 meter afstand en het eindeloze gerommel met mondkapjes…Covid-19 is een ware komische goudmijn! Onthoudt u vooral dit: onze autoriteiten vrezen niets zozeer als de oneerbiedige lach, die natuurlijk feilloos hun manipulaties en leugens ontmaskert. Geen wonder dat Rutte en De Jonge zich bij hun persconferenties opstellen als zure dominees. Ook die presentaties, die overigens aardig in de buurt komen van geflopte Oudejaarsconferences, geven mij vaak aanleiding voor een gulle lach. Geloven deze mensen zelf wat ze zeggen?

Kortom, beste tekenaar, laat u niet ontmoedigen. U hoort bij de monniken die het vuur van onze beschaving brandend houden! Bij mijn eerstvolgende bezoek aan Tokio zal ik enkele spotprenten van uw hand – ik denk bijvoorbeeld aan Klaver en de windmolens – eigenhandig in de metro bevestigen. Daar heeft men tenminste nog wél gevoel voor relativerende humor. Werkt u voort, in de lichte traditie van Erasmus en De Mounties!

 

Help professor Karel door de winter!

Als je professor Karel wilt bijstaan in zijn eenzame kruistocht tegen de Deep State  en dat  wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je hem nog veel meer. Zo help je mee de censuur te doorbreken..

Mijn gekozen donatie € -

Wees niet bang voor de republiek: er valt alles bij te winnen

Nu de koning heeft gebogen voor het volk, ligt in Nederland dan eindelijk de weg open naar de republiek.

 

Tekst René Zwaap

 

‘Betrokken maar niet onfeilbaar’. Het zou eigenlijk het nieuwe motto van het Huis van Oranje moeten worden.  Dat ‘Je maintiendrai’ was toch al behoorlijk sleets geworden, en bovendien spreekt dankzij decennia aan stelselmatige bezuinigingen op het onderwijs hier toch geen hond meer Frans. Misschien dat de koninklijke feilbaarheid nog kan worden vastgelegd in een nieuw Grondwetsartikel, voor zo lang dat nog nodig is? : ‘De koning is feilbaar. De ministers zijn verantwoordelijk’.

Het zou de verhoudingen duidelijker maken.  Hoe het ook zij, sinds gisteren, met de publieke boetedoening van Willem-Alexander op tv voor zijn Griekse schuiver, gezeten naast een gemalin die er overduidelijk zwaar de pest over in had, is het koninkrijk der Nederlanden een nieuwe fase ingegaan. De roestvrijstalen zekerheden van het verleden zijn gesneuveld, in de plaats daarvan zijn de poten onder de troon plots broos en wankel. Nog een paar zetjes en de hele boel stort in. Als zelfs Volkskrant-columnist Bert Wagendorp, de Otto Normalverbrauch onder het nationale columnistengilde, in schrille bewoordingen de monarchie de wacht aanzegt en uitbarst in een juichend ‘leve de republiek’, moeten er ten paleize grote zorgen bestaan over het draagvlak.

Voor het eerst in zijn geschiedenis heeft het Huis van Oranje-Nassau gebogen voor de wil van het volk. De haastige terugtocht van het Griekse vakantieparadijs, aangespoord door de vrees voor nog verder escalerende volkswoede in een land dat sinds de uitbraak van de pandemie van het kroonvirus sowieso al verminderd toerekeningsvatbaar is geworden, heeft grote historische betekenis. Nu is er geen weg terug. De revolutie rammelt aan de poorten van het polderland. Ruim 200 jaar te laat, maar dat is geheel conform de gedachte van Voltaire (of was het Heinrich Heine?) dat als het einde der wereld aanstaande was, hij naar Holland zou vertrekken, omdat daar alles 200 jaar later gebeurt.

Weliswaar schoten de leden van de volksvertegenwoordiging onmiddellijk na de koninklijke excuses ook op de linkervleugel direct weer in de klassieke hermelijnvlooienreflex  (SP’er Ronald van Raak:  ‘Ik ben onder de indruk’,  Jesse Klaver van GroenLinks: ‘Nu  weer samen de schouders eronder’), het mag niet verhullen dat het koninklijke gezag tijden deze Griekse tragedie volkomen afgebladderd is. De vraag is nu wat daarmee moet worden gedaan. Pappen en nathouden of slopen en iets nieuws bouwen?

De crisis van de Nederlandse monarchie staat niet op zichzelf. Ze is onderdeel van een veel bredere crisis. Nederland is op bijna alle essentiële terreinen hopeloos in zichzelf vastgelopen. Het onderwijs is zo structureel verwaarloosd dat er gesproken kan worden van een nationale brain drain. Economisch is de scheiding tussen bezitters en non-bezitters (van huizen of kapitaal) zo radicaal dat de sociale ontwrichting waar Piketty in dit verband op heeft gewezen hier in alle schrilheid zichtbaar is. Op milieugebied is Nederland de vieze man van Europa.  Politiek is het land in de ban geraakt van een achterlijk populisme dat grossiert in haat tussen bevolkingsgroepen en aanstuurt op een isolement binnen Europa dat de zaken nog alleen maar verder zal verslechteren. Kortom, Nederland is er anno 2020 zeer dringend toe om op alle terreinen fundamenteel gerenoveerd te worden. En hoe kan dat beter dan door het staatsbestel te herzien, alle structuren van de staat om te denken? Kortom, het is tijd voor een republiek.

Een republiek, gedragen door de res publica, het algemeen belang, mag voor de meeste andere EU-landen dan wel de normaalste zaak van de wereld zijn, voor Nederland is een het  nog altijd een exotisch vergezicht. Vooralsnog is die republiek hier met angst beladen. Eeuwen van stelselmatige propaganda in naam van het orangisme heeft de massa gehersenspoeld met het idee dat ze zonder Oranje is veroordeeld tot de willekeur van de macht. Hoe meer de tijd vordert, hoe surrealistischer wordt dit argument op het podium gebracht. Lees  bijvoorbeeld deze recente pennenvrucht van Trouw-columnist Hans Goslinga  (in zijn artikel ‘Nederland is toch beter af met een erfelijke koning’, 3 oktober 2020):  ‘ De monarchie mist juist door haar ongerijmdheid elke aanspraak op adequate weergave van de werkelijkheid en leent zich daarom het minst voor misbruik en demagogie’.

Welke politieke commentator in welke zichzelf respecterende krant dan ook zou ‘ongerijmdheid’ zonder schaamte opvoeren als het ideale recept voor de staatsrechtelijke ordening? Zonder twijfel vertolkt Goslinga hier een breed gedragen angst, maar juist dat sentiment heeft ervoor gezorgd dat Nederland inmiddels diep is weggezonken is een moeras van ontkenning en indolentie .

Een nieuw republikeins elan, waar op rationele wijze wordt gezocht naar de beste manier om al het economisch en maatschappelijk kapitaal dat voorhanden in te zetten voor samenleving waar je trots op kunt zijn,  is voor de Nederlandse maatschappij de beste weg om af te rekenen met haar eigen onzekerheid en plaats in te ruimen voor de toekomst. De monarchie is symbool van  de stilstand. De republiek is het podium van de verandering waar dit land inmiddels naar smacht maar tot nog toe geen vorm voor kon vinden.

 

René Zwaap is hoofdredacteur van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap en is een van de oprichters van de Partij voor de Republiek.  

 

Illustratie Joep Bertrams

 

 

 

 

 

 

Lezers schrijven (1): Koninklijke stikstof

In de rubriek ‘Lezers schrijven’ krijgen lezers van De Republikein de gelegenheid hun hart te luchten over wat hen zoal dwars zit in het Koninkrijk der Nederlanden. Wim Nuy bijt het spits af met zijn ergernis over de aanschaf van weer een prijzige koninklijke boot in tijden van Corona en de stikstofcrisis.

Tekst: Wim Nuy

Het zit Nederland en ook de rest van onze aardkloot even niet mee. Er waait een virusje in de rondte en alsof dit niet voldoende is vond Remkes het tijd worden om ons nog eens ernstig op de vingers te tikken. Het kan zo niet verder allemaal met de stikstof, zo resumeert de naar hem vernoemde commissie in haar rapportage en éindelijk ben ik het een keer met hem eens.

Want juist op de dag dat zijn rapport het daglicht mocht aanschouwen heeft het zijne en onze majesteit behaagd om een bootje aan te schaffen. Het kostte maar twee miljoen euro’s dus dat kunnen we met z’n allen nog wel belastingvrij ophoesten voor onze monarch, maar het tijdstip van aanschaf is wellicht wat ongelukkig. Hoewel het hoofd van onze staat zichzelf uitsloofde om publiekelijk zijn koninklijke betrokkenheid te tonen bij het milieu en met een zo serieus mogelijk smoelwerk onze ziekenhuizen bezocht toen er voldoende Corona-patiënten lagen om het Acht uur-journaal te halen, laat hij door de aankoop van dit 16 meter lange bootje zijn ware en weinig koninklijke aard zien. Die aard getuigt namelijk van minachting en een dikke middelvinger richting stikstof, Corona-armoede en daarmee het klootjesvolk.

Wanneer u overigens het bootje, voortgestuwd door een paar duizend paardenkrachten wilt aanschouwen dan moet dat wel snel gebeuren. Hij gaat deze nautische Ferrari namelijk nabij zijn (feitelijk ons) buitenhuisje in Griekenland stallen. Het is klaarblijkelijk een familiegebruik geworden om in tijden van crisis het vaderland met gezwinde spoed via de Noordzee te verlaten. Daar houd ik dan wel weer van, van tradities.

Hoe verhoudt zich nu dit koninklijk wangedrag tot het toch wel buitenproportionele ongerief waar de burgerij zich anno 2020 mee geconfronteerd ziet? Eerst heeft huisjesmelker en tevens neefje van zijne en onze majesteit bij tekort aan nieuw speelgoed het circuit van Zandvoort aangeschaft. Daarna heeft hij zich succesvol ingezet om de komende jaren de Formule 1 met hoge snelheid door onze duinen te laten zigzaggen. Een even ultieme als prinselijke bijdrage om de stikstofproblematiek maximaal te vergroten. Meer zat er niet in wat hem betreft. Onze super-monarch kon daarop natuurlijk niet achterblijven en besloot toen tot aankoop van zijn speeltje. Een schijt aan Corona en schijt aan de stikstof-bootje. Een dubbelslag waar opvallende-bril-dragende neef nog maar eens overheen moet zien te komen. Er kan er tenslotte maar eentje de koning zijn!

De enige gerechtigheid die ik ten aanzien van deze hypocriete hoogheden kan bedenken is dat zij met al hun milieu verziekende speeltjes dezelfde lucht in moeten ademen als u en ik.

Er bestaat gelukkig op onze hele wereldbol geen koninklijke en stikstofvrije lucht, dus als we gaan, dan gaan we met z’n allen, en dat vind ik dan wel weer een fijn gevoel.

Wilt u ook uw lezerscolumn geplaatst zien door De Republikein? Dat kan! Stuur uw tekst naar redactie@derepublikein.nl ter beoordeling. De redactie behoudt zich het recht voor de tekst te redigeren.

Waardeer deze column!

Als je deze column waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

RVD zette mes in kritiek op koninklijke coronaspeech


Werden kritische reacties op de koninklijke coronaspeech weggehaald van de facebook-pagina van het Koninklijk Huis? De RVD ontkent, maar echt overtuigen doet dat gezien de klachten niet. Daarnaast bleek de koninklijke redevoering contraproductief bij de bestrijding van het kroonvirus.

Tekst René Zwaap
Illustratie: Gabriel Kousbroek

Meer dan zes miljoen mensen keken vrijdag 20 maart volgens de Stichting Kijkonderzoek naar de koninklijke coronaspeech. Een week nadat premier Rutte het land had toegesproken werd de tijd rijp geacht voor een toespraak van Willem-Alexander via alle beschikbare kanalen. Zo’n ingelaste koninklijke speech is een bijzonder middel, waar tot nog toe spaarzaam gebruik van werd gemaakt: na de ramp met MH17 in 2014, de tragedie op Koninginnedag 2009 in Apeldoorn en de Watersnoodramp in 1953. Vrijdag 20 maart volgde toespraak nummer 4. Retorisch hoogtepunt van de koninklijke coronaspeech was de zinsnede: ‘Het coronavirus kunnen we niet stoppen, het eenzaamheidsvirus wel’.

Dat liet het volk zich niet twee keer zeggen. Het daaropvolgende weekend trok Nederland er massaal op uit voor strandbezoek, bezichtiging van de bloembollenvelden en ander vertier.

Alle instructies van het RIVM om toch vooral binnen te blijven werden zorgeloos in de wind geslagen. Als het de bedoeling was dat het staatshoofd het publiek nog eens extra van het gevaar van het onzichtbare virus zou doordringen, moet zijn speech als een tragische mislukking worden beschouwd. In dat geval had de majesteit beter met een mondkapje voor zijn mond op de buis kunnen verschijnen. Nu was zijn speech wellicht een beetje te gezellig. In ieder geval werd niemand erdoor gealarmeerd.

Anders dan bijvoorbeeld Margrethe II van Denemarken, die haar onderdanen ook over het dodelijke longvirus onderhield en hen sommeerde anderhalve meter afstand van elkaar te houden, hamerde haar Nederlandse tegenvoeter in zijn gedaante van nationale wellness-coach vooral op het belang van menselijke warmte. Die boodschap kwam niet helemaal goed over.

Kippenvel
In de vaderlandse media, nog helemaal in idolate staat van Mark Rutte’s Churchill-imitatie van een week eerder, mocht de koninklijke speech op veel bijval rekenen. De NOS liet speechschrijver Nancy Olthoff jubelen over zoveel redenaarstalent: ‘Ik denk dat iedereen nu wel doordrongen is van de ernst van de situatie’. Omroepblad Televizier toonde zich geroerd: ‘Diverse Nederlanders lieten een traantje toen ze de toespraak hoorden’.

Kritische noten waren er toch ook te beluisteren. Julia Wouters, speechschrijfster van onder meer PvdA-leider Lodewijk Asscher, vond het geheel ‘heel houterig opgelezen’ en ‘miste de persoonlijke noot’. Reclamevakblad Adformatie vond de koning wat al te ‘onheilspellend’ toen hij stelde dat het virus niet gestopt kan worden: ‘Uiteraard kunnen we het niet stoppen maar we zijn met man en macht bezig om het af te remmen en wetenschappers doen hun best wereldwijd om een vaccin te vinden’. Maar over het algemeen waren de commentaren in de diverse media Willem-Alexander welgezind. Voornoemde Nancy Olthoff verklaarde op de site van de NOS zelfs ‘kippenvel’ van de koninklijke speech te hebben gekregen

Op de sociale media ontlokte de koninklijke coronaspeech echter een storm aan kritiek. De facebook-pagina van het koninklijk huis liep vol met reacties van boze burgers in alle gradaties van afwijzing, zo ontdekte campagneleider Bram van Montfoort van het Republikeins Genootschap. Zo was er de reactie van een zekere Jasper (achternaam bij de reactie bekend): ‘Spuit elf geeft ook nog modder. De afgelopen weken hebben de overbodigheid van de koning nog maar eens onderstreept. Of je het nu inhoudelijk met hem eens bent of niet, minister-president Rutte heeft zich de leider getoond die een land in crisis nodig heeft en zich gedragen als premier van álle Nederlanders. De samenbindende, vertegenwoordigende en aanmoedigende rol die onze koning zou hebben wordt maar door weinigen gemist’.

Noord-Koreaanse applausmachine

Echter: Jaspers reactie bleek kort na publicatie te zijn weggehaald in de commentaren op de koninklijke facebookpagina. Hij reageerde getergd: ‘Verbijsterend (maar eigenlijk ook weer niet). Negatieve reacties worden gewoon verwijderd. Gisteravond reageerden talloze mensen die het, terecht, een slechte speech vonden, of zich anderszins kritisch over de onzichtbare koning uitlieten [….] Vanmorgen heeft de commentsectie meer weg van een Noord-Koreaanse applausmachine. Slechts een enkeling is aan de Oranjecensuur ontsnapt’.

Van Montfoort liet het er niet bij zitten en vroeg opheldering bij de afdeling Koninklijk Huis van de Rijksvoorlichtingsdienst. Als antwoord kreeg hij: ‘De RVD verwijdert geen reacties op berichtgeving op de officiële social media accounts van het Koninklijk Huis, met uitzondering van berichten van spam accounts en berichten met een commercieel doeleinde’.

Via Facebook verzekert Jasper tegenover De Republikein dat de RVD wel degelijk het mes moet hebben gezet in ongewenste kritiek. ‘Als ik een wilde schatting moest doen zou ik zeggen enkele tientallen’. Opvallend is inderdaad dat er in de honderden reacties onder het betreffende item veel wordt geprotesteerd tegen negatieve reacties, maar dat er van die kritiek zelf nauwelijks een spoor is te bekennen. Bewaard is gebleven een enkele reactie die protest aantekent tegen het feit dat de koninklijke familie in het begin van de coronacrisis toch vrolijk op de traditionele Oostenrijkse skivakantie ging (en vervolgens dagen in isolement in het paleis moest blijven). Voor de rest valt er vooral veel kritiek te lezen op kritische reacties die kennelijk niet door de RVD-beugel konden. Censuur is weleens subtieler te werk gegaan.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

Dit artikel is onderdeel van de speciale corona-noodeditie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap, die 1 mei a.s. verschijnt, aangevuld met bijdragen ter herdenking van 75 jaar bevrijding. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Republiek Amsterdam contra het Oranje-huis

/

VERS VAN DE PERS

Blijf immuun voor het kroon-virus en lees het nieuwe nummer van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. Paul Damen schrijft over eeuwen strijd tussen Mokum en Oranje. Wat resteert veertig jaar na Geen Woning, Geen Kroning nog van de republiek Amsterdam? En wanneer krijgt Amsterdam het stadspaleis op de Dam terug?

Een verse column van Gerard Aalders over het gehossel met het regeringsvliegtuig door Willem Alexander en Rutte, die hun privéreis naar de Bilderberg in Montreux onterecht afschoven op de belastingbetaler. Ridder van Oranje Nassau Roel van Duijn schrijft over de geneugten van een lintje, kunstenaar Fredie Beckmans legt zijn paleisverbod uit, Thom de Lagh ontmoette ex-krakerskoning Rooie Pietje, die afscheid neemt van zijn stad. Ries Roowaan over de republikeinse inborst van Harry Mulisch, August Hans den Boef dook in het werk van Multatuli en trof daar tal van verwensingen aan het adres van het ‘wormstekige huis van Oranje’. Maurits van den Toorn over de mislukte aanslag op Amsterdam door stadhouder Willem II.
Manuel Kneepkens over de gevolgen van een niet-rechtszaak: het besluit van premier Den Uyl over Bernhard niet te laten vervolgen wegens de steekpenningen die hij van Lockheed en Northrop had aangenomen sloeg een gat in de rechtsstaat.
Anton van Hooff herschrijft de Grondwet op republikeinse leest.
Van het republikeins front: de geboorte van de Partij voor de Republiek.
Boekrecensie: Katholiek in de Republiek van Catarina Lenarduzzi.
Plus: Nationaal Monument op de Dam dubbel fout, Thomas von der Dunk over koninklijke inteelt en Ries Roowaan over Europa na de brexit.

Plus: de Blik van Joep Bertrams, illustraties van Gabriel Kousbroek.

Nr. 1/2020 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Voorbij Trump, met Sjoerd de Jong over Gonzo in het Witte Huis & Els de Groen over Europees Trumpisme

VERS VAN DE PERS

De Trump-special van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. Over de nachtmerrie waarin de Amerikaanse politiek is beland, een verkenning van Trumpisme en narcistisch leiderschap in Europa en recepten tegen het extreem-rechtse reveil.

Sjoerd de Jong las het spraakmakende boek Freak Kingdom. Hunter S.Thompsons Manic Ten Year Crusade Against American Fascism, waarin Timothy Denevi de in 2005 overleden journalistieke outlaw Hunter S. Thompson neerzet als een profeet van het Trump-tijdperk en tegelijkertijd als degene die al dit onheil had kunnen voorkomen als hij niet voortijdig een eind aan zijn leven had gemaakt. ‘Stel dat de legendarische gonzo-journalist nog had kunnen twitteren’, aldus de Jong, ‘had hij dan met een stroom woeste berichten van 180 tekens, getikt in het holst van de nacht en in walmen van drank en hasj, kunnen voorkomen dat Donald Trump president was geworden? Was impeachment dan niet nodig geweest? Had het gekkenhuis waarin Amerika door toedoen van de maniak-president is beland, compleet met geraas en getier over landverraad, spionage en burgeroorlog, kunnen worden voorkomen?’ Timothy Denevi lijkt het te geloven, maar De Jong toont zich minder overtuigd. Er zat meer Trump in Thompson dan men zou hopen, en in feite deed met Donald Trump Gonzo zijn intrede in het Witte Huis. De Jong breekt een lans voor de klassieke onderzoeksjournalistiek: ´Feit is dat Thompson allang school heeft gemaakt, ook in Nederland. Kranten en sites staan bol van journalisten die hun ik beschouwen als het beste knaapje om hun bloedstollende verhaal aan op te hangen. Of die als mini-Thompsons de lezer vergasten op gesjochten ontboezemingen over hun seks, drank-en drugsleven – en over de prangende vraag wie ze een racist, fascist, Gutmensch of gewoon een lul vinden. Zet Twitter op een kier en het gebrul en gejank komt je tegemoet van bloggers die zich als bronstige bavianen op de borst staan te roffelen om zich dan weer jammerend eigenhandig aan het kruis van het vrije woord te spijkeren. Tourette is in die wereld geen aandoening, maar een diploma. Dus méér gonzo, tegen de Über-gonzo in het Witte Huis? Nee, dank u´.

Boris Johnson in het Verenigd Koninkrijk, Viktor Orbán in Hongarije, Bojko Borisov in Bulgarije, Thierry Baudet in Nederland en de rij gaat nog veel verder. Maakt het Trumpisme school in Europa? Ex-Europarlementariër en schrijfster Els de Groen ging op zoek naar de Trumpisten van Europa en doet tegelijkertijd een poging tot definitie van dit politieke fenomeen. Een Trumpist, aldus De Groen, is een narcist in een leidinggevende functie. `Zoals een populist de spreekbuis wordt van een groep en groepsbelangen nastreeft en een verlicht despoot het algemeen belang wil dienen door ieders spreekbuis te zijn, zo laat een Trumpist zich leiden door eigenbelang: het enige belang dat hij kent´. Maar een narcistische leider is een contradictio in terminis. ´Het gaat om mensen met een persoonlijkheidsstoornis die anderen manipuleren, maar die op hun beurt ook weer gemanipuleerd kunnen worden door krachten achter de schermen.´

De Italiaanse dichter en mensenrechtenactivist Roberto Malini legt uit wat de Italiaanse Trump-kloon Matteo Salvini, alias ´Selfini´, beweegt: tomeloze geldingsdrang van een lege persoonlijkheid. Salvini is zeker schatplichtig aan Mussolini, die net als hij gaarne zijn viriliteit tentoonstelde in zwembroek aan het strand. ´Ondanks de lessen van beide Wereldoorlogen is Europa nog steeds gevoelig voor de propaganda van narcisten in badkleding´, waarschuwt Malini. ´Net als Mussolini benadrukken populisten en nieuw rechts de waarden van vaderland en familie, nationale tradities en “heilige grenzen”. Ze presenteren zichzelf als de vertegenwoordigers van het gewone volk en in hun vaak schreeuwend voorgedragen speeches oreren zij over rechtvaardigheid, justitie en zelfs religie. Salvini kust publiekelijk de rozenkrans en smeekt de bescherming af van de heilige maagd voor zijn politieke programma’s. Moe van slechte politiek, corruptie, de crisis van de ideologieën en waarden, raakt een toenemend percentage van burgers in de ban van zulke verhalen, gebracht door iemand die zij zien als „een man uit één stuk“. Zo verandert narcisme van een individuele conditie in een algemene, collectieve toestand´.

Gijs Korevaar sprak met de Nederlandse politicoloog Cas Mudde, die doceert aan de Universiteit van Georgia, en onlangs zijn boek The far right today presenteerde, waarin hij methoden aandraagt om de overheersing van het extreem-rechtse discours in de huidige politieke verhoudingen te doorbreken. In de ogen van Mudde is het grootste probleem van deze tijd het ideologische vacuüm waarin de liberale democratie verkeert. Tegenover het rechts-radicale geluid staat nauwelijks een aanlokkelijk alternatief. Mudde betoogt ook dat Donald Trump veel minder de outsider is in zijn eigen Republikeinse Partij dan velen vermoeden. Mudde: ‘Het is absoluut niet waar dat Trump de Republikeinse partij heeft gekidnapt. Hij werkt precies de agenda van rechts af. Republikeinen storen zich misschien wel aan zijn tweets en aan zijn vulgaire taalgebruik, maar ze zijn het wel eens met wat hij doet.´

Maurits van den Toorn verdiept zich in het fenomeen van de impeachment in de VS. Impeachmentprocedures kunnen voor praktisch alle publieke ambten worden gevoerd, zowel op federaal als op staatsniveau. Dat heeft de afgelopen twee eeuwen enkele tientallen keren tot afzettingen van rechters, ministers en gouverneurs geleid. Zo heel uitzonderlijk is de procedure dus niet, maar er is nog nooit een Amerikaanse president door een impeachment afgezet. Van den Toorn: ´Tot dusverre is er ook nog maar vier keer een impeachmentprocedure tegen een president in gang gezet: tegen James Buchanan in 1860, tegen Andrew Johnson in 1868, tegen Richard Nixon in 1974 en tegen Bill Clinton 1998. Bij Buchanan werd in 1860 een onderzoek gestart, maar ondanks de corruptie in zijn regering werden geen impeachable offenses gevonden; er kwam dus geen formele impeachment. Bij Johnson gebeurde dat wel (wegens misbruik van het ambt), maar de benodigde twee derde meerderheid in Senaat werd nét niet gehaald. Bij Nixon liep het onderzoek naar impeachable offenses, maar voor een formeel besluit kon worden genomen om daadwerkelijk over te gaan tot impeachment, hield hij de eer aan zichzelf en stapte op. Clinton kreeg geen impeachmentprocedure aan de broek wegens zijn gerommel met stagiaire Monica Lewinsky, zoals vaak wordt gedacht – dat was vooral een kwestie van slechte smaak – maar omdat hij tijdens het onderzoek daarnaar onder ede had gelogen en de rechtsgang had belemmerd. Uiteindelijk haalde het voorstel in de Senaat niet eens een meerderheid. Als overigens één Amerikaanse president een impeachment had “verdiend”, dan is het wel Ronald Reagan vanwege de Iran-Contra-affaire´.

Jelle Jeensma las zes in Nederlandse vertaling verschenen boeken vol explosieve en meestal anonieme getuigenissen die samen een onthutsend beeld schetsen van de meest controversiële president in de geschiedenis van de Verenigde Staten. In de boeken van Michael Wolff, Bob Woodward, James Comey, Craig Unger en Luke Harding blijkt de Amerikaanse politiek in een nachtmerrie beland. Het Witte Huis is in de greep van sjoemelende sjacheraars, Russische maffiosi, uitgerangeerde generaals en een president die regelmatig in razernij vervalt. Boerenslim is Trump wel. Op een doortrapte manier speelt hij de kongsi’s in zijn omgeving uit. Verdeel en heers is zijn adagium. Woodward citeert een paar keer een uitspraak van Trump: ‘Echte macht is angst’. Als Michael Wolff tegen Trump’s gewezen vertrouweling Steve Bannon zegt dat Trump kwetsbaar was omdat hij veertig jaar de baas was geweest van wat steeds meer een semi-criminele onderneming bleek te zijn, zegt die grinnikend: ‘Ik denk dat we “semi” wel kunnen laten zitten´.

Waar Lyndon B. Johnson, Richard Nixon en vooral ook George W. Bush immer konden rekenen op harde protestsongs vanuit de Amerikaanse tegencultuur, blijft het bij Donald J. Trump tot nu toe beangstigend stil uit die hoek. August Hans den Boef schrijft over een mooie traditie waar de klad in kwam, en behandelt onder meer Country Joe & The Fish, The Fugs, Frank Zappa and The Mothers of Invention en Neil Young, die speciaal voor George W. Bush het lied Let´s Impeach The President schreef, maar in het geval van Donald Trump tot nu toe mysterieus stil bleef. Ligt dat wellicht aan het feit dat de Canadese bard enige jaren terug nog in zaken wilde gaan met zijn toenmalige fan Trump, die tijdens zijn rally´s ook nog eens Youngs Keep On Rocking In The Free World door de stadions laat galmen?

In een column buigt Ries Roowaan zich over de echte Amerikaanse nachtmerrie: het eten in hotels. ´Het ontbijt bestaat in de regel uit eieren in diverse schijngestalten, fruitsalade uit blik, ranzige bacon, cornflakes, wit toastbrood, slappe koffie, aardappelen, onduidelijke worstjes en nog wat culinaire wangedrochten – een ensemble dat zich het beste laat omschrijven als een parodie op het Engelse ontbijt. Het servies en de koffiekopjes zijn van piepschuim. Voor het snijden, lepelen en prikken is de hotelgast aangewezen op vliegtuigbestek en staat voor de uitdaging met een slap plastic mes gekoelde boter op gammel toastbrood te smeren. Het is wel makkelijk opruimen: alles gaat gewoon in de vuilnisbak. Afwassen drukt immers slechts op de winst´. En dan hebben die arme Amerikanen ook nog eens de duurste gezondheidszorg ter wereld.

Hoe krijg je een uiterst stabiel genie aan het wankelen, vraagt Ricus van der Kwast zich af. Hij vreest dat de obsessie van de kritische media voor Trump het omgekeerde effect heeft. Hoe meer hij wordt bespot, des te sterker hij wordt. En dus bepleit hij een andere aanpak. ‘Trump moet meer geprezen worden, juist door zijn tegenstanders. Niet overdreven, maar gemeend, want af en toe geeft een beslissing, een grap of een gebaar van hem daar best aanleiding toe. Het zal hem uit zijn evenwicht brengen. Nuances nemen de wind uit zijn zeilen. Zonder strijd, zonder wraakgevoelens, zonder media-aandacht is The Donald als een vis op het droge. Hij zal langzaam wegkwijnen. Misschien trekt hij zich zelfs eigener beweging terug‘.


EN VERDER IN DIT NUMMER

Is het haalbaar een oordeel van de rechter uit te lokken over de vraag of de Koning te veel (onverenigbare) bevoegdheden heeft? Die vraag legde het Republikeins Genootschap voor aan de jonge jurist Ewout Jansen, ex-adviseur van de Hoge Raad en ook bekend als cabaretier. Tegenover De Republikein licht Jansen zijn onderzoek toe. Hij wijst erop dat de Koning voorzitter is van de Raad van State, die de regering adviseert over wetgeving. Daarnaast staat de Koning aan het hoofd van de regering. Jansen: ‘Als voorzitter van de Raad van State adviseert de Koning dus zichzelf. Bovendien benoemt en ontslaat de Koning de leden van de regering. Ook alle rechters in Nederland moeten worden benoemd en ontslagen door de Koning. Daarnaast is de Raad van State – behalve een adviesorgaan over wetgeving – ook de hoogste bestuursrechter in Nederland’. Hij concludeert: ‘Wie niets weet van de theorie en de praktijk van Nederlandse staatsinrichting en enkel de Grondwet leest, kan niet anders dan concluderen dat de Koning de absolute macht heeft in Nederland´.

In zijn redactionele inleiding staat De Republikein-hoofdredacteur René Zwaap stil bij de indrukwekkende rede die hoogleraar vergelijkende wetenschapsgeschiedenis Wijnand W. Mijnhardt hield bij zijn afscheid van de Universiteit van Utrecht. Mijnhardt bepleitte bij die gelegenheid eerherstel voor de Bataafse Republiek en reanimatie van het republikeinse gedachtengoed in Nederland. Mijnhardt: ´Ik droom vaak hoe mooi het zou zijn ons opnieuw te laten inspireren door de rijkdom van een opgefrist laat achttiende-eeuws vaderlands republikanisme en het koekoeksjong van de liberale monarchie uit ons nest te verbannen. Behalve geraffineerde dynastieke politiek en eigenbaat, respectloze omgang met constituties en vluchtig, als nationale symboliek verpakt volksvermaak, heeft de Oranjemonarchie ons weinig gebracht en bij een sociaal republikanisme hebben we veel te winnen.’ Zo’n oproep mag niet onbeantwoord blijven, aldus Zwaap. ´Daarom zal De Republikein in de eerstvolgende editie een aanzet leveren tot zowel een republikeinse Grondwet als tot een beginselprogramma van een nieuwe republikeinse partij in de lijn van Mijnhardt. Mis het niet!´

In zijn vaste column voor De Republikein staat Roel van Duijn stil bij het 50-jarige jubileum van de Kabouterbeweging, die in Amsterdam met de Kabouterpartij in 1970 zijn intrede maakte in de gemeenteraad en ook de Oranjevrijstaat in het leven riep, vrij van koningshuis en consumptiemaatschappij. De boodschap van de Kabouters heeft niet aan zeggingskracht ingeboet en maakt anno 2019 internationaal school.

Incompetentie is de koning van de doofpot, aldus de analyse van onze huisjurist H.U. Jessurun d´Oliveira van de estafette van lek- en lakschandalen bij de diverse Haagse departementen, waar ambtenaren die uit de school klappen over misstanden op de ambtelijke werkvloer worden beschuldigd van schending van het ambtsgeheim en worden verketterd. Inmiddels haalde minister Grapperhaus van Justitie bakzeil met zijn voornemen om een ambtenaar die had gelekt over onrechtmatige beïnvloeding van het WODC te vervolgen. Jessurun d´Oliveira neemt het voor de klokkenluiders op. Sterker nog: ´Ambtenaren hebben soms de plicht aangifte te doen van ambtsmisdrijven‘. Hij gaat ook in op de schandalen rond de onrechtmatige stopzetting van kinderopvangtoelagen bij de Belastingdienst en bij de verdachte toestanden op Buitenlandse Zaken, waar ambtenaren weer niet genoeg weglakten uit WOB-documenten, zodat plotseling bekend werd dat het ministerie strijdgroepen in het buitenland ondersteunt die volgens het Openbaar Ministerie als terroristische organisaties worden gebrandmerkt.

In zijn vaste column voor De Republikein verdiept historicus Gerard Aalders zich ditmaal in de mededeling van de Rijksvoorlichtingsdienst dat de koning op buitenlandse handelsmissies de ene na de andere miljardenorder binnensleept voor het nationale bedrijfsleven.

Ries Roowaan schrijft over Nigel Farage, de Britse Trump-kloon die de Britten opscheepte met Brexit, maar wiens eigen politieke loopbaan dankzij het districtenstelsel nooit verder reikte dan het Europees Parlement.

Waarom hullen officieren van justitie, verdedigers en rechters zich nog steeds in middeleeuwse geleerdenkleding? ´Uit die toga´s!´, bepleit classicus Anton van Hooff. ´In de openbare ruimte dienen uniformen ter (h)erkenning van gezagsdragers, maar in de rechtszaal is geen misverstand mogelijk. Daar leiden de toga’s tot een misplaatst afdwingen van respect en het misverstand dat aanklagers en advocaten tot de rechterlijke macht behoren´.

In de rubriek Appeltjes van Oranje aandacht voor de erotische escapades van Prins Hendrik, de grootste schuinsmarcheerder die het Nederlandse koningshuis heeft voortgebracht. Het seksschandaal rond de Britse prins Andrew verbleekt bij de levenswandel van prins Hendrik, die zich niet alleen bediende van prostitue(e)s van beiderlei kunne, maar zich ook nog eens vergreep aan de jeugdige padvinders waar hij als erevoorzitter van de Nederlandse scouting makkelijk toegang toe had. ´Het leven van prins Hendrik was één groot seksschandaal´.

‘Impeach de koning!’ In zijn vaste column buigt Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen zich over de wenselijkheid dat de Nederlandse Grondwet zou voorzien in een afzetclausule voor de koning. Willem-Alexander voldoet royaal aan de voorwaarden: ´Hij vangt dubbele inkomsten voor zijn meubeltjes, declareert verkeerd, maakt misbruik van hem ter beschikking staande gebouwen en voertuigen, verkoopt staatseigendom voor eigen gewin, enzovoort. Iedere andere burger dan de koning zou voor dergelijke vergrijpen gegarandeerd voor schut gaan´.

Twee boekbesprekingen completeren dit nummer. Maurits van den Toorn bespreekt Mathijs van de Waardts biografie van Dirk Donker Curtius, De man van 1848. Donker Curtius (1792-1864) was zowel een politieke straatvechter als een heer, zowel een republikein als een vertrouweling van koning Willem II. Zijn bijdrage aan het slagen van de Grondwet van 1848, die de absolute monarchie aan banden legde, werd schromelijk onderschat ten gunste van de mythe rond Thorbecke, maar Van de Waardt vult deze lacune voorbeeldig op.

Paul Damen las Rutger Bregmans De meeste mensen deugen met stijgende ergernis. ´Bregmans boek doet nogal denken aan een aflevering van Discovery Channel´, merkt hij op. ´Na Bregmans boek is mij nog steeds niet duidelijk welke mensen deugen, en waarom. Alleen weet ik wél: dit boek deugt voor geen donder´.

Plus: de Blik van Joep Bertrams, illustraties van Gabriel Kousbroek en cartoons van Ardy Beld.

Nr. 4/2019 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Duitse demonen, de premature promotie van Ad van Liempt, Máxima contra de mensenrechten

Verrijkt met vaste columns van niemand minder dan historicus Gerard Aalders (uitverkozen tot Republikein van het Jaar 2018) en de legendarische politieke vernieuwer Roel van Duijn (oprichter van Provo, de Kabouters, Oranje Vrijstaat, De Groenen en auteur van een imposant oeuvre) presenteert kwartaaltijdschrift De Republikein – het snelst groeiende tijdschrift van Nederland – nr. 3 van alweer de 15e jaargang. Aalders behandelt de fiscale mores van de Oranje-clan en signaleert dat Máxima als grootgrondbezitter in Argentinië al behoorlijk is geïntegreerd bij haar zuinige schoonfamilie.

Veel aandacht deze keer voor Duitsland, het land dat als geen ander beslissend is voor de toekomst van Europa. Honderd jaar na de oprichting van de republiek van Weimar, tachtig jaar na het begin van de Tweede Wereldoorlog en dertig jaar na de Val van de Muur lijkt de politieke doos van Pandora weer te openen bij de oosterburen. Is de moord op CDU-politicus Walter Lübcke door een aanhanger van Alternative für Deutschland het startsein voor een nieuwe Duitse tragedie? Of weet het land zich ook na het vertrek van Angela Merkel te handhaven als de middelpuntvliedende kracht van een humanistisch en klimaatvriendelijk Europa? Dat zijn de vragen waar een keur van auteurs zich in dit nummer aan waagt.

De hechte band tussen het voormalige keizerlijke huis Hohenzollern en Hitler staat weer volop in de schijnwerpers met de claim die prins Georg van Pruisen van de Hohenzollern-clan legde op tal van paleizen en kunstvoorwerpen in bezit van de Duitse overheid. De Hohenzollerns eisen restitutie van door de DDR onteigend bezit. Zo vordert prins Georg eeuwig woonrecht voor zijn familie van het paleis Cecelienburg in Potsdam, het 174 kamers tellende slot waar in 1945 met de conferentie van Potsdam de toekomst van naoorlogs Duitsland werd bezegeld. De Duitse wet laat voor de claim echter geen ruimte als bewezen kan worden dat het Pruisische vorstengeslacht een vitale rol speelde in het Derde Rijk. Volgens de gerenommeerde Duitse historicus Stephan Malinowski, auteur van een standaardwerk over de samenwerking tussen de Duitse royalty en de NSDAP, leidt het geen twijfel dat de Hohenzollerns een belangrijke steunpilaar waren voor Hitler. De historicus werd echter door prins Georg, de achter-achter-kleinzoon van de laatste Duitse Kaiser Wilhelm II, voor de rechter gedaagd, net als de regering van de deelstaat Brandenburg, dat de eerste claim van de prins à raison van 1,2 miljoen euro had afgewezen. Beide processen moeten nog voor de rechter worden uitgevochten. Daarmee wordt de positie van de Duitse royalty in het Derde Rijk straks inzet van een grote juridische krachtmeting, schrijft hoofdredacteur René Zwaap van De Republikein. In hetzelfde artikel aandacht voor het huis van Lippe, het Duitse adellijke geslacht dat met 21 nazi’s in de gelederen gerust als Hitlers hofleverancier kan worden gezien. Een van hen was de latere prins der Nederlanden Bernhard zur Lippe-Biesterfeld, die volgens naspeuringen van auteur Albert van der Schoot nog lid was van de NSDAP toen hij op 5 januari 1937 in Den Haag in Den Haag zijn aanstaande huwelijk vierde met kroonprinses Juliana. Van der Schoot onderzocht in zijn boek Kapitein Walther Boer en het galaconcert hoe het toch mogelijk was dat tijdens deze plechtige viering het nazistische Horst Wessellied ten gehore kon worden gebracht door het Haagse Residentieorkest, terwijl de Duitse gasten de Hitler-groet brachten. Volgens Van der Schoot is er maar één conclusie mogelijk: het was koningin Wilhelmina zelf die het groene licht gaf voor deze Nederlandse knieval voor het Derde Rijk. Ook ontdekte Van der Schoot dat niet alleen dirigent Peter van Anrooy, maar ook Sam Swaap, de joodse concertmeester van het residentieorkest, openlijk heeft geprotesteerd tegen het spelen van het nazilied.

In zijn debuut als vaste columnist van De Republikein buigt Roel van Duijn zich over de mogelijkheid dat Duitsland straks een groene kanselier krijgt. ‘Het zou een wonder zijn als het in dit land lukt, maar alles wijst erop dat dit wonder dichterbij komt’, schrijft Van Duijn. Hij heeft ook een tip voor de persoon die Merkel namens de Grünen zou kunnen opvolgen: de trefzekere voorzitter van de fractie in de Bondsdag, Katrien Goering-Eckhardt.

De moord op CDU-politicus Walter Lübcke doet het ergste vrezen voor de status van naoorlogs Duitsland als humanitair en democratisch gidsland, schrijft voormalig europarlementariër en auteur Els de Groen. In Dresden en Chemnitz ontluikt een neofascisme dat de stabiele armoe van Honecker idealiseert. De Groen wijst op de gevaren van de ‘Ostalgie’ en staat stil bij de moord op Lübcke, die bekend stond om zijn ruimhartige houding jegens vluchtelingen. Els de Groen: ‘Het is de eerste naoorlogse politieke moord in Duitsland uit rechts-extreme motieven. Duitsland huivert. In het gepolariseerde klimaat – voor en tegen migratie – lopen de spanningen op. Eigenlijk is er sprake van een dubbele crisis. Klimaat als luchtgesteldheid lijdt onder overconsumptie door mensen die het goed hebben, terwijl het sociale klimaat te lijden heeft onder migratie van mensen die het slecht hebben. Het zijn kwesties die bij voorkeur samen opgelost moeten worden, maar dat vereist een Wende veel ingrijpender dan die uit 1989’.

In een kingsize verhaal van schrijfster Katarina Holländer wordt de lezer meegenomen naar begraafplaats Friedrichsruh in de gemeente Aumühle bij het Saksenwoud, alwaar het mausoleum van de ‘IJzeren Kanselier’ Otto von Bismarck dwars door de decennia heen een magische aantrekkingskracht heeft uitgeoefend op foute Duitsers. De begraafplaats blijkt de spiegel van een ganse natie. Hitlers opvolger admiraal Dönitz ligt hier begraven, als ook Georg Ritter von Schönerer, die als een van Hitlers grootste inspiratiebronnen geldt. De begraafplaats is daardoor veranderd in een bedevaartsoord voor neonazi’s en aanhangers van de AfD. Maar ook de RAF had op de begraafplaats een geheim wapendepot. Daarnaast blijkt de onder mysterieuze omstandigheden om het leven gekomen CDU-president van Sleewsijk Holstein Uwe Barschel in Aumühle innige banden te hebben onderhouden met admiraal Dönitz, die het laatste deel van zijn leven in Aumühle sleet, en was de laatste kampcommandant van Auschwitz jaren ondergedoken bij de Von Bismarcks op Friedrichsruh.

Roel van Duijn stuitte in Fulda, de kleine Duitse stad tussen Berlijn en Frankfurt am Main, op een monument voor de Nederlandse koning Willem I, voluit Willem Frederik van Oranien-Nassau (1772-1843), die na de vlucht van zijn vader stadhouder Willem V door Napoleon deze voormalige bisschopsstaat, een kleine vier jaar als compensatie had toegewezen gekregen, samen met Dortmund, Corvey en Weingarten. Een verzameling van kruimelstaatjes die tezamen de pompeuze titel Fürstentum Oranien-Nassau kregen. Een geschenk van de grote Bonaparte aan een verjaagde prins. ‘Waarom in hemelsnaam, kwam de almachtige Franse heerser van Europa op het idee de balling deze op het eerste gezicht bizarre geschenken te geven?’, vraagt Van Duijn zich af. Fulda blijkt de oefenschool van deze verlichte despoot geweest, maar daar, in dat gesloten katholieke staatje, heeft hij nu een aanmerkelijk positievere indruk achtergelaten dan in het huidige Nederland. ‘Ach, had hij maar in Fulda kunnen blijven’, verzucht Van Duijn.

Raymond van den Boogaard bekeek de Duitse superproductie Babylon Berlin, de duurste tv-serie ooit in Europa vervaardigd, waarin de republiek van Weimar met al zijn intriges en interne spanningen herrijst. Van den Boogaard vergelijkt de serie met Rainer Werner Fassbinders legendarische Berlin Alexanderplatz en ziet de opwindende serie als een vorm van postuum eerherstel voor Weimar. ‘Binnen deze nieuwe context wordt de Weimarrepubliek niet langer als een te mijden vreselijk voorbeeld gezien, maar meer als een democratisch Duits experiment dat misschien ook anders en beter had kunnen aflopen’.

Ries Roowaan schrijft over het succes van de Duitse vertaling van J.J. Voskuils ‘soap voor intellectuelen’ Het Bureau. Lang gold Het Bureau onder Duitse uitgevers als onvertaalbaar en te Nederlands. Vertaler Gerd Busse legde zich daar niet bij neer. Ook de oosterburen kunnen nu kennismaken met de ambivalente verhouding van Voskuil tot het Oranjehuis. Vooral een scène waarin toenmalig kroonprinses Beatrix als sekssymbool van een van de hoofdpersonages van het kantoordrama fungeert, werkt ook in het Duits hoogst intrigerend.

Lodewijk Brunt maakt in een lange bespreking korte metten met Ad van Liempt’s veelgeprezen biografie van kampcommandant Gemmeker van het kamp Westerbork. Van Liempt promoveerde bij de Rijksuniversiteit Groningen op dit boek, maar volgens emeritus hoogleraar Brunt heeft de universiteit zichzelf met de promotie danig voor schut gezet. Brunt over het proefschrift van Van Liempt: ‘Een promotiecommissie van enig niveau zou zijn werkstuk pertinent hebben geweigerd als dissertatie. Het project-Gemmeker is gebaseerd op een grote en grove leugen, namelijk dat Ad van Liempt de eerste zou zijn geweest die een biografie schreef over Gemmeker. Zijn voorgangers worden onder de grond geschoffeld, alsof ze nooit bestaan hebben. Hij beklaagt zich over het vele leeswerk dat hij heeft moeten verrichten voor zijn werkstuk, maar al dat leeswerk was al door anderen gedaan, hij heeft er niets inhoudelijks aan bijgedragen. Liefdeloos knip- en plakwerk. De dissertatie is onder de maat, in ieder denkbaar opzicht. Slordig en rommelig, zonder lijn of structuur, geen enkele originele gedachte. Alles wat hij te berde brengt over Gemmeker en het kamp Westerbork, vind je bij eerdere auteurs uitvoerig terug, maar stukken beter: beter geschreven, beter doordacht, beter gedocumenteerd’.

EN VERDER IN DIT NUMMER

Auteur August Hans den Boef buigt zich over drie recente gevallen van ‘Oranje onfatsoen’. De manier waarop koning Willem IV tegenover NOS-koninklijk huis-verslaggeefster Kysia Hekster het omstreden gesprek van Máxima met de Soedische kroonprins Mohamed Bin Salman verdedigde, maakte in de ogen van De Boef een klucht van de ministeriële verantwoordelijkheid. Gerard van der Zwan buigt zich over hetzelfde omstreden gesprek van Máxima en komt tot de conclusie dat Den Haag zijn campagne om uit te groeien tot de hoofdstad van het internationaal recht wel op de buik kan schrijven. ‘Het streven Nederland als rechtsstaat te positioneren en Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld verhoudt zich niet met pogingen tot het publicitair witwassen van foute regimes’.

Is in de ‘Minder Marokkanen’-zaak tegen Geert Wilders inderdaad de trias politica geschonden? Emiritus-hoogleraar H. U. Jessurun d’Oliveira maakt een eind aan een hardnekkig misverstand. ‘Het Openbaar Ministerie, dat beslist over het al dan niet vervolgen van zaken, is gewoon een orgaan van de uitvoerende macht. Weliswaar is het op een zekere afstand van de dagelijkse politiek van het ministerie gezet, maar het is de minister die verantwoordelijk is voor het OM. Daarom kan de minister ingrijpen en opdrachten geven’. Toch vermoedt hij dat er in de zaak koppen zullen rollen.

Tot 1970 bestond er in Nederland stemplicht. Anton van Hooff zou die graag heringevoerd zien, maar niet met boetesystemen of andere dwingelandij. Er zijn zoveel creatievere manieren om de burger naar het stemhokje te bewegen, meent hij.

Maurits van den Toorn bespreekt het boek Het verhaal van de grondwet; zoeken naar wij van de Leidse hoogleraar Staatsrecht Wim Voermans. 189 van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties beschikken inmiddels over een geschreven grondwet, maar een garantie voor democratie is dat niet. Ook Noord-Korea, China en andere landen van twijfelachtig democratisch allooi hebben er een. Het Verenigd Koninkrijk, ondanks alles toch een democratie, doet het juist zonder. Voermans schreef er een meeslepend boek over.

Het is voor aanhangers van de republikeinse gedachte in Nederland nog altijd onverteerbaar dat PvdA-premier Joop den Uyl in 1976 besloot prins Bernhard in het Lockheed-schandaal de hand boven het hoofd te houden. In de nieuwe Den Uyl-biografie De Gedrevene reconstrueert journalist en historicus Dik Verkuil de affaire die het koninkrijk op zijn grondvesten deed trillen. Gijs Korevaar sprak met hem. ‘Den Uyl was een beetje bang voor Bernhard’.

Voor zijn spektakelstuk Willem van Oranje trok theatermaker Ab Gietelink van het toneelgezelschap Nomade naar Dillenburg, het Duitse stamslot van de Vader des Vaderlands, en probeerde hij zich te verplaatsen in de volstrekte misère die De Zwijger daar na het aanvankelijke mislukken van de Opstand moet hebben ondergaan. Gietelink vindt de wijze waarop de Nederlandse politiek zich nu afkeert van het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven en het referendum in hoge mate in tegenspraak met alles waarvoor Willem van Oranje stond.

De column van Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen is dit keer gewijd aan de Queen en Brexit.

Illustraties van Joep, Fredie Beckmans en Gabriel Kousbroek

Nr. 3/2019 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Koning Historisch Onbenul

De banden tussen het Nederlandse koningshuis en dat van Saoedi-Arabië zijn helemaal niet zo hecht, bezwoer Willem-Alexander de Nederlandse pers in oktober 2018 tijdens een bezoek aan Londen, gevraagd naar een reactie op de moord op Jamal Khashoggi. De koning noemde die liquidatie op de Saoedische ambassade in Istanboel weliswaar ‘verschrikkelijk’, maar voerde vervolgens aan dat hij ‘maar’ één keer op bezoek was geweest in Saoedi-Arabië, en wel in 2015, toen hij vooraan mocht staan bij het rouwbeklag voor de overleden vorst Abdoellah.

Die mededeling was stuitend misleidend. De banden tussen de Oranjes en het huis Al Saud zijn juist zeer hecht, blijkt uit het recent verschenen boek De Saoedi’s – de ongewisse toekomst van een machtige oliestaat van journalist Mark Blaisse.

Die band valt vooral terug te voeren op de Nederlandse Handelsmaatschappij (NHM), het handelshuis waar Koning Willem I een belang van 11 procent in vergaarde en dat later zou opgaan in de ABN Amro. De NHM richtte in 1926 de Saudi al-Hollandi Bank op om de vele pelgrims uit Nederlands-Indië naar de Saoedische bedevaarssteden Mekka en Medina te bedienen.Voor de Saoedi’s was de aanhoudende stroom Nederlandse Hadj-deelnemers een welkome inkomstenbron (de olie moest nog beginnen te vloeien) en daarom stuurde ’s lands eerste koning Ibn Saud zijn zoon prins Faisal in 1926 naar Nederland.

Deze bracht een bezoek aan koningin Wilhelmina op ’t Loo en de NHM aan de Amsterdamse Vijzelstraat. Het beviel de Saoedische prins prima, want in de loop van de jaren dertig kwam hij nog twee keer langs. Zelf opende de Saoedische koning een rekening bij de Saudi al-Hollandi Bank, hetgeen bij de NHM tot de nodige hoofdbrekens leidde aangezien de koning zijn kredieten niet placht af te lossen. Daar stond tegenover dat de NHM als thuisbankier van het Saoedische koningshuis in 1927 een centrale rol kreeg toebedeeld bij de invoering van de nieuwe Saoedische munt, de riyaal.

De Saudi al-Hollandi bank heet tegenwoordig de Allawal Bank, is nauw verbonden aan de nationale oliemaatschappij Aramco en ABN Amro is daar nog steeds aandeelhouder. De ABN Amro is altijd nauw verbonden gebleven aan Oranje en dat maakt de ereplaats voor Willem-Alexander bij het rouwbeklag voor de Saoedische koning ineens een stuk begrijpelijker en zeker geen incident. Zoals ook de aanhoudende stroom steekpenningen vanuit het Nederlandse bedrijfsleven naar het 10.000 prinsen tellende Saoedische koningshuis in ruil voor riante bouwopdrachten ongetwijfeld bijdraagt aan de populariteit van de Nederlandse royals aldaar.

Zoals WA het in Londen aan het Nederlandse journaille voorstelde zou dan ook gezien kunnen worden als boerenbedrog. Of zou hij echt niet beter weten? Tijdens zijn jongste Kerstrede maakte WA ook al zo’n schuiver toen hij zijn ruim 1 miljoen kijkers voorhield dat de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van de Nederlandse gewesten in 1581 ‘nooit eerder vertoond’ was. De drie Zwitserse oerkantons Schwyz, Uri en Unterwalden deden precies hetzelfde al in 1291! Legendarisch blijft zijn verwijzing naar een ingezonden brief van ex-dictator Videla als een belangrijk inzicht in de Argentijnse verhoudingen. Kortom, het valt heel goed te begrijpen dat WA’s afstudeerscriptie voor zijn studie geschiedenis in Leiden nog steeds wordt behandeld als een gewichtig staatsgeheim.

Revolutie of farce? Frankrijk verruilt sans-culottes voor gele hesjes

In nummer 1/2019 van De Republikein uitgebreid aandacht voor de ontwikkelingen in Frankrijk met de opstand van de ‘gele hesjes’ en de wankele positie van president Macron. Is de protestbeweging de rechtmatige opvolger van de ‘sans-culottes’ van de Franse Revolutie of herhaalt de geschiedenis zich hier als klucht?

Correspondent Peter Vermaas van NRC-Handelsblad bericht exclusief voor De Republikein vanuit Parijs over de parallellen tussen Macron en Lodewijk XVI, en signaleert opmerkelijk restauratieve, zo niet reactionaire tendensen bij de ‘gilets jaunes’, die Macron kritiseren vanwege zijn monarchale regeerstijl maar binnen wier gelederen stemmen opgaan voor herstel van de Franse monarchie. De troonpretendenten van de families Bourbon, D’Orléans en Bonaparte staan al te trappelen in de coulissen.

Sarah Verroen schrijft in een column vanuit Arles over de romantiek van de opstand der gele hesjes. Het is moeilijk niet meegesleept te worden door de intensiteit van het brede volksverzet, schrijft zij.

Staat Frankrijk anno 2019 voor een zelfde kolossaal breekpunt als 230 jaar geleden met de Franse Revolutie? Ricus van der Kwast vergelijkt de gele hesjes van nu met de sans-culottes van destijds en komt tot ontnuchterende conclusies. ‘Het protest heeft geen rationele basis’, oordeelt Van der Kwast. ‘We zien hier het instinct aan het werk van een klasse die zich vastklampt aan zijn verworvenheden, en daarvan geen millimeter wil wijken. Zelfs niet als er een planeet op het spel staat’. Hij pleit voor een normalisering van het Franse presidentschap in een nieuwe republiek, die alweer de zesde in rij zou zijn in Frankrijk.

René Zwaap las het recent verschenen standaardwerk Revolutionaire ideeën, een intellectuele geschiedenis van de Franse revolutie van de vermaarde Britse historicus Jonathan Israel. Deze verzet zich tegen het wijdverbreide beeld dat de Verlichtingsidealen van de Franse Revolutie onvermijdelijk moesten culmineren in de Terreur van Robespierre. In de visie van Jonathan Israel was het Jacobijnse schrikbewind niet het onvermijdelijke gevolg van de democratisch-republikeinse revolutie van 1789, maar het absolute tegendeel ervan. ‘In principieel opzicht was Robespierre de tegenspraak van de Revolutie en niets anders dan de antithese van de Verlichting’, aldus de historicus in deze recent verschenen vertaling van zijn werk.

De Hongaarse filosofe Ágnes Heller stond in Zürich stil bij de 100-jarige herdenking van de moord op Rosa Luxemburg en besteedde daarbij ook aandacht aan de visie van de legendarische activiste op de Franse Revolutie, die deze omschreef als ‘een bloedige en volledig zinloze farce’.

Markies de Sade was gevangene in de Bastille, werd na zijn bevrijding lid van de wetgevende Nationale Conventie en ontsnapte op een haar na aan de guillotine omdat hij in de ogen van Robespierre als tegenstander van de doodstraf te gematigd was. Maar was de libertijn de republiek echt een warm hart toegedaan? Solange Leibovici heeft zo haar bedenkingen.

Raymond van den Boogaard vraagt zich af of nog er rek zit in het beeld dat de Fransen meedragen van Robespierre, de belichaming van de bloedige terreur tijdens de Franse revolutie. In zijn recente biografie schildert Marcel Gauchet het dilemma van Robespierre als een typisch Frans politiek probleem: de moeizame omzetting van een voortreffelijk programma in praktisch beleid.

Het idee van de markies van Condorcet (1743–1794) – een der dragende figuren van de Franse Revolutie – om het koningschap uit te besteden aan een machine, is zeer uitvoerbaar geworden, betoogt Manuel Kneepkens. Meindert Fennema beschrijft hoe Condorcet als voorvechter van gelijke rechten voor vrouwen en afschaffing van de slavernij ook het slachtoffer kon worden van de revolutionaire Terreur.

De Franse revolutie was in grote mate een vrouwenzaak. Proto-feministes als Olympe de Gouges, Pauline Léon en Claire Lacombe speelden een belangrijke rol. Totdat het patriarchaat ook hier de rijen sloot en sommigen van hen het einde vonden onder de guillotine. Bart Gruson over de opkomst en ondergang van de Société des Citoyennes Républicaines Révolutionnaires.

Niemand minder dan Lodewijk XVI hielp mee bij het vervolmaken van de guillotine, het ‘Nationale Scheermes’van de Franse Revolutie. Bedoeld als een egalitair en vrijwel pijnloos strafmiddel, rezen er toch al snel twijfels over de voordelen van onthoofdingsmachine. Niettemin werd de guillotine o.m. ook gebruikt in Zwitserland, Nederland en nazi-Duitsland.

Net als in de Renaissance werd tijdens de Franse Revolutie hevig teruggegrepen op de Antieken. In de schilderkunst kwam het neoclassicisme van David en Lethière in plaats van het frivole rococo, die nu veracht werd als een lichtzinnige hofstijl. De Grieks-Romeinse Oudheid herleefde met de emancipatie van de massa’s.  Classicus Anton van Hooff legt uit dat revolutie niet alleen een omwenteling is, maar ook een terugwenteling.

De opkomst van Madame de Maintenon van dochter van een veroordeelde valsemunter en moordenaar tot echtgenote van Zonnekoning Lodewijk XIV blijft tot de verbeelding spreken. Thomas von der Dunk las haar eerste Nederlandstalige biografie.

En verder in dit nummer:

In het redactioneel commentaar staat hoofdredacteur van De Republikein René Zwaap stil bij de uitspraak van Willem-Alexander dat de banden tussen het Saoedische koninkrijk en het Huis van Oranje helemaal niet zo nauw zijn als gedacht. Die mededeling, gedaan tijdens het koninklijke bezoek aan Londen in oktober 2018 naar aanleiding van de moord op journalist Jamal Khashoggi, was ‘stuitend misleidend’, aldus Zwaap, en hij doopt WA tot ‘Koning Historisch Onbenul’.

Met een budgetoverschrijding van 40 procent (35 miljoen euro begroot, werkelijke kosten 63,1 miljoen euro) is de renovatie van Huis ten Bosch in Den Haag uitgegroeid tot een draconische verliespost van de Nederlandse overheid. Voormalig secretaris-generaal van Financiën Jan Postma heeft een goed idee voor compensatie: openstelling voor het publiek. Ten tijde van de Bataafse Republiek was op last van de toenmalige minister van Financiën Alexander Gogel in de Oranjezaal van Huis Bosch de Nationale Konst-Gallerij gevestigd – de voorloper van het Rijksmuseum – en die traditie kan in ere worden hersteld, aldus Postma in de rubriek ‘Van het republikeins front’.

Vanwege zijn deelname aan de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister door de verzetsgroep rond Gerrit van der Veen werd Spanjekenner, historicus en romanschrijver Johan Brouwer in 1943 gefusilleerd. Zijn biograaf Hendrik Henrichs werpt een nadere blik op Brouwers inzet voor de Tweede Spaanse Republiek tegen de troepen van Franco. De motieven daarvan waren complexer dan Brouwer zelf deed vermoeden.

Vierhonderd jaar geleden vond op het Binnenhof de onthoofding plaats van Johan van Oldenbarnevelt, lange tijd een van de machtigste mannen van de Republiek der Verenigde Provinciën. In De zaak Oldenbarnevelt geeft historicus Wilfried Uitterhoeve zich moeite te bestrijden dat de veroordeling en daaropvolgende onthoofding van de ex-raadspensionaris moet worden gezien als een gerechtelijke moord. Maar wie zijn werk leest kan zich moeilijk aan die indruk onttrekken, constateert Maurits van den Toorn in zijn bespreking van het boek.

In de rubriek ‘Appeltjes van Oranje’ dit keer aandacht voor de banden tussen Oranje en de absolute monarchie van de Saoedi’s. In zijn boek De Saoedi’s – de ongewisse toekomst van een machtige oliestaat turft journalist Mark Blaisse maar liefst tienduizend prinsen (en zelfs meer dan twintigduizend als alle levende afstammelingen van de eerste koning Ibn Saoed worden meegerekend). Dat is een ideaal broeinest voor paleisintriges en corruptie.  Kroonprins Mohamed bin Salman zette zich in 2015 aan een offensief om al zijn concurrenten binnen de familie uit te schakelen. Dat de kroonprins nu zo makkelijk wegkomt met de moord op zijn criticaster Khashoggi zal hem alleen maar hebben gesterkt in zijn gevoel van onaantastbaarheid.

In zijn vaste column staat Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen dit keer stil bij de noodzaak om de straatnamen in Nederland te ontdoen van alle eerbewijzen aan koningin Wihelmina en prins Bernhard. ‘Al verzetten monarchisten zich tegen naamsveranderingen, ook voor hen geldt dat foute personen geen voorbeeld mogen zijn voor onze kinderen’, stelt hij.

Plus: De Blik van Joep Bertrams, dit keer gewijd aan het surrealistische Belgische vorstenhuis.

 

Nr. 1/2019 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

 

1 2 3