Manuel Kneepkens - Page 2

Revolutie of farce? Frankrijk verruilt sans-culottes voor gele hesjes

In nummer 1/2019 van De Republikein uitgebreid aandacht voor de ontwikkelingen in Frankrijk met de opstand van de ‘gele hesjes’ en de wankele positie van president Macron. Is de protestbeweging de rechtmatige opvolger van de ‘sans-culottes’ van de Franse Revolutie of herhaalt de geschiedenis zich hier als klucht?

Correspondent Peter Vermaas van NRC-Handelsblad bericht exclusief voor De Republikein vanuit Parijs over de parallellen tussen Macron en Lodewijk XVI, en signaleert opmerkelijk restauratieve, zo niet reactionaire tendensen bij de ‘gilets jaunes’, die Macron kritiseren vanwege zijn monarchale regeerstijl maar binnen wier gelederen stemmen opgaan voor herstel van de Franse monarchie. De troonpretendenten van de families Bourbon, D’Orléans en Bonaparte staan al te trappelen in de coulissen.

Sarah Verroen schrijft in een column vanuit Arles over de romantiek van de opstand der gele hesjes. Het is moeilijk niet meegesleept te worden door de intensiteit van het brede volksverzet, schrijft zij.

Staat Frankrijk anno 2019 voor een zelfde kolossaal breekpunt als 230 jaar geleden met de Franse Revolutie? Ricus van der Kwast vergelijkt de gele hesjes van nu met de sans-culottes van destijds en komt tot ontnuchterende conclusies. ‘Het protest heeft geen rationele basis’, oordeelt Van der Kwast. ‘We zien hier het instinct aan het werk van een klasse die zich vastklampt aan zijn verworvenheden, en daarvan geen millimeter wil wijken. Zelfs niet als er een planeet op het spel staat’. Hij pleit voor een normalisering van het Franse presidentschap in een nieuwe republiek, die alweer de zesde in rij zou zijn in Frankrijk.

René Zwaap las het recent verschenen standaardwerk Revolutionaire ideeën, een intellectuele geschiedenis van de Franse revolutie van de vermaarde Britse historicus Jonathan Israel. Deze verzet zich tegen het wijdverbreide beeld dat de Verlichtingsidealen van de Franse Revolutie onvermijdelijk moesten culmineren in de Terreur van Robespierre. In de visie van Jonathan Israel was het Jacobijnse schrikbewind niet het onvermijdelijke gevolg van de democratisch-republikeinse revolutie van 1789, maar het absolute tegendeel ervan. ‘In principieel opzicht was Robespierre de tegenspraak van de Revolutie en niets anders dan de antithese van de Verlichting’, aldus de historicus in deze recent verschenen vertaling van zijn werk.

De Hongaarse filosofe Ágnes Heller stond in Zürich stil bij de 100-jarige herdenking van de moord op Rosa Luxemburg en besteedde daarbij ook aandacht aan de visie van de legendarische activiste op de Franse Revolutie, die deze omschreef als ‘een bloedige en volledig zinloze farce’.

Markies de Sade was gevangene in de Bastille, werd na zijn bevrijding lid van de wetgevende Nationale Conventie en ontsnapte op een haar na aan de guillotine omdat hij in de ogen van Robespierre als tegenstander van de doodstraf te gematigd was. Maar was de libertijn de republiek echt een warm hart toegedaan? Solange Leibovici heeft zo haar bedenkingen.

Raymond van den Boogaard vraagt zich af of nog er rek zit in het beeld dat de Fransen meedragen van Robespierre, de belichaming van de bloedige terreur tijdens de Franse revolutie. In zijn recente biografie schildert Marcel Gauchet het dilemma van Robespierre als een typisch Frans politiek probleem: de moeizame omzetting van een voortreffelijk programma in praktisch beleid.

Het idee van de markies van Condorcet (1743–1794) – een der dragende figuren van de Franse Revolutie – om het koningschap uit te besteden aan een machine, is zeer uitvoerbaar geworden, betoogt Manuel Kneepkens. Meindert Fennema beschrijft hoe Condorcet als voorvechter van gelijke rechten voor vrouwen en afschaffing van de slavernij ook het slachtoffer kon worden van de revolutionaire Terreur.

De Franse revolutie was in grote mate een vrouwenzaak. Proto-feministes als Olympe de Gouges, Pauline Léon en Claire Lacombe speelden een belangrijke rol. Totdat het patriarchaat ook hier de rijen sloot en sommigen van hen het einde vonden onder de guillotine. Bart Gruson over de opkomst en ondergang van de Société des Citoyennes Républicaines Révolutionnaires.

Niemand minder dan Lodewijk XVI hielp mee bij het vervolmaken van de guillotine, het ‘Nationale Scheermes’van de Franse Revolutie. Bedoeld als een egalitair en vrijwel pijnloos strafmiddel, rezen er toch al snel twijfels over de voordelen van onthoofdingsmachine. Niettemin werd de guillotine o.m. ook gebruikt in Zwitserland, Nederland en nazi-Duitsland.

Net als in de Renaissance werd tijdens de Franse Revolutie hevig teruggegrepen op de Antieken. In de schilderkunst kwam het neoclassicisme van David en Lethière in plaats van het frivole rococo, die nu veracht werd als een lichtzinnige hofstijl. De Grieks-Romeinse Oudheid herleefde met de emancipatie van de massa’s.  Classicus Anton van Hooff legt uit dat revolutie niet alleen een omwenteling is, maar ook een terugwenteling.

De opkomst van Madame de Maintenon van dochter van een veroordeelde valsemunter en moordenaar tot echtgenote van Zonnekoning Lodewijk XIV blijft tot de verbeelding spreken. Thomas von der Dunk las haar eerste Nederlandstalige biografie.

En verder in dit nummer:

In het redactioneel commentaar staat hoofdredacteur van De Republikein René Zwaap stil bij de uitspraak van Willem-Alexander dat de banden tussen het Saoedische koninkrijk en het Huis van Oranje helemaal niet zo nauw zijn als gedacht. Die mededeling, gedaan tijdens het koninklijke bezoek aan Londen in oktober 2018 naar aanleiding van de moord op journalist Jamal Khashoggi, was ‘stuitend misleidend’, aldus Zwaap, en hij doopt WA tot ‘Koning Historisch Onbenul’.

Met een budgetoverschrijding van 40 procent (35 miljoen euro begroot, werkelijke kosten 63,1 miljoen euro) is de renovatie van Huis ten Bosch in Den Haag uitgegroeid tot een draconische verliespost van de Nederlandse overheid. Voormalig secretaris-generaal van Financiën Jan Postma heeft een goed idee voor compensatie: openstelling voor het publiek. Ten tijde van de Bataafse Republiek was op last van de toenmalige minister van Financiën Alexander Gogel in de Oranjezaal van Huis Bosch de Nationale Konst-Gallerij gevestigd – de voorloper van het Rijksmuseum – en die traditie kan in ere worden hersteld, aldus Postma in de rubriek ‘Van het republikeins front’.

Vanwege zijn deelname aan de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister door de verzetsgroep rond Gerrit van der Veen werd Spanjekenner, historicus en romanschrijver Johan Brouwer in 1943 gefusilleerd. Zijn biograaf Hendrik Henrichs werpt een nadere blik op Brouwers inzet voor de Tweede Spaanse Republiek tegen de troepen van Franco. De motieven daarvan waren complexer dan Brouwer zelf deed vermoeden.

Vierhonderd jaar geleden vond op het Binnenhof de onthoofding plaats van Johan van Oldenbarnevelt, lange tijd een van de machtigste mannen van de Republiek der Verenigde Provinciën. In De zaak Oldenbarnevelt geeft historicus Wilfried Uitterhoeve zich moeite te bestrijden dat de veroordeling en daaropvolgende onthoofding van de ex-raadspensionaris moet worden gezien als een gerechtelijke moord. Maar wie zijn werk leest kan zich moeilijk aan die indruk onttrekken, constateert Maurits van den Toorn in zijn bespreking van het boek.

In de rubriek ‘Appeltjes van Oranje’ dit keer aandacht voor de banden tussen Oranje en de absolute monarchie van de Saoedi’s. In zijn boek De Saoedi’s – de ongewisse toekomst van een machtige oliestaat turft journalist Mark Blaisse maar liefst tienduizend prinsen (en zelfs meer dan twintigduizend als alle levende afstammelingen van de eerste koning Ibn Saoed worden meegerekend). Dat is een ideaal broeinest voor paleisintriges en corruptie.  Kroonprins Mohamed bin Salman zette zich in 2015 aan een offensief om al zijn concurrenten binnen de familie uit te schakelen. Dat de kroonprins nu zo makkelijk wegkomt met de moord op zijn criticaster Khashoggi zal hem alleen maar hebben gesterkt in zijn gevoel van onaantastbaarheid.

In zijn vaste column staat Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen dit keer stil bij de noodzaak om de straatnamen in Nederland te ontdoen van alle eerbewijzen aan koningin Wihelmina en prins Bernhard. ‘Al verzetten monarchisten zich tegen naamsveranderingen, ook voor hen geldt dat foute personen geen voorbeeld mogen zijn voor onze kinderen’, stelt hij.

Plus: De Blik van Joep Bertrams, dit keer gewijd aan het surrealistische Belgische vorstenhuis.

 

Nr. 1/2019 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

 

De monarchie is een Rotterdamse kwestie

Rotterdam is het epicentrum van het Nederlandse republikeinse streven, betoogde oud-fractieleider van de Rotterdamse Stadspartij Manuel Kneepkens op het symposium dat tijdschrift De Republikein in samenwerking met de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam hield in Spui 25 te Amsterdam ter herdenking van het 100-jarige jubileum van de ‘Novembercoup’ van P.J. Troelstra.


Tekst Manuel Kneepkens

Altijd als ik vanuit Rotterdam de metrolijn naar Spijkenisse neem, verheugt zich in mij, zowel de dichter als de republikein, want dan zegt vlak achter Schiedam de RET-omroepster:

Halte Troelstralaan
LINKS uitstappen, a.u.b.

een ware ready made

Elf november is het precies 100 jaar geleden dat Troelstra (vergeefs) de republiek uitriep en hij deed dat … op de Goudse singel in Rotterdam
En plots kwam toen daar in de Metro naar Spijkenisse de gedachte in mij op:
’De monarchie, dat is een Rotterdamse kwestie!’

Wat? De monarchie is dat niet typisch een Amsterdamse kwestie?
Is Amsterdam niet de republiek, die mokt omdat het zijn stadhuis heeft uitgeleend aan een het vorstenhuis van een nabije, zeer lage mogendheid aan zee en …het nooit meer heeft teruggekregen?

En toch zou ik willen beweren de monarchie is primair een Rotterdamse kwestie.

De oranje-monarchie hebben we immers te danken aan Rotterdam. Zullen we de afschaffing van de monarchie ooit ook te danken krijgen aan Rotterdam?

Hoe dan ook, er is dus reden te over om eens naar de op – en ondergang van de monarchie in Nederland te kijken vanuit een Rotterdams perspectief.

Dat doe ik aan de hand van vier Rotterdammers: Gijsbert Karel van Hogendorp, Burgemeester Zimmerman, Pim Fortuyn en… Tom Poes

Gijsbert Karel van Hogendorp

De invoering van de Oranjemonarchie in 1813 in ons staatsbestel was immers een Rotterdams initiatief …Amsterdam had er niets mee te maken.
Die invoering is immers geheel en al het werk geweest van een Rotterdamse zakenman: Gijsbert Karel van Hogendorp
Van Hogendorp had met de edellieden van der Duijn van Maasdam en van Limburg Stirum een Driemanschap gevormd, en uit kracht van dat Driemanschap – een eigenlijk geheel uit de lucht geplukte legitimiteit – Willem Frederik, de zoon van de naar Engeland gevluchte stadhouder Willem V, verzocht naar Nederland te komen en het koningschap te aanvaarden .
Een klein addertje in het gras voor onze Willem was er overigens wel. Van Hogendorp had het ontwerp van een grondwet op zak, dat eenmaal uitgewerkt, Koning Willem geacht werd te ondertekenen.
Van Hogendorps motivatie om een constitutionele monarchie in het leven te roepen was zijn overtuiging dat zo’n monarchie goed zou uitpakken voor het zakenleven, het Rotterdamse zakenleven in het bijzonder.
En op dat punt stelde de nieuwe koning niet teleur.
Willem I is terecht onze geschiedenis ingegaan als ‘de koning-koopman’.

Sommigen van die projecten pakten financieel zeer gunstig uit, zoals de Nederlandse Handelmaatschappij, waarvan de vaak ethisch dubieuze, maar zeer winstgevende activiteiten in Ned. Indië genoegzaam bekend zijn.
Voor het huidige steenrijk zijn van de Oranjes is daar toen de basis gelegd.


Burgemeester Zimmerman

We gaan nu even op zevenmijlslaarzen door de geschiedenis en arriveren in het omineuze jaar 1918. Einde Eerste Wereldoorlog. Revolutionaire woelingen alom. In het verre Rusland sovjetiseert Lenin het Tsarenrijk. En in Duitsland wordt het Keizerrijk afgelost door de Weimarrepubliek.
Zouden de onlusten naar Nederland overslaan? Het Rotterdamse zakenleven maakte zich grote zorgen….
Op zaterdag 9 november 1918, het begin van wat later de Rode Week genoemd zou worden, kreeg Pieter Jelle Troelstra, de leider van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, de SDAP, een telefoontje van havenvakbondsman Arie Heijkoop uit Rotterdam. Deze deed hem verslag van een gesprek, dat hij die dag had gevoerd, met Nijgh, voorzitter van de Rotterdamse werkgevers in de Scheepvaart.
Nijgh hoopte na de Wapenstilstand snel het Rotterdamse handelsverkeer met het Duitse achterland te hervatten en hij wilde die nieuwe handelskansen niet verziekt zien door mogelijke opstandigheid onder de havenarbeiders.

Nijgh toonde zich, tot verbazing van Heijkoop bereid, met de SDAP samen te werken voor een ordelijke machtsoverdracht…
Nijgh introduceerde Heijkoop vervolgens bij de toenmalige burgemeester van Rotterdam Zimmerman. Ook deze achtte het onwaarschijnlijk dat de revolutie bij de Nederlandse grens zou stoppen. En ook hij bleek maar al te bereid aan ‘een ordelijke machtsoverdracht’ mee te werken…

Het ongevraagde aanbod van Rotterdam om samen te werken met de leiding van de SDAP tot overdracht van de macht, heeft Troelstra waarschijnlijk gesterkt in zijn overtuiging dat er in Nederland ook zoiets als een revolutionaire situatie bestond, net als in Duitsland en Rusland.
Dat bleek een vergissing.

Ondanks Troelstra’s vurige toespraken in en buiten het parlement, kwam de revolutie niet echt op gang. Integendeel, er ontstond een succesrijke contrarevolutie!

Op 17 November 1918 werd er een nationaal eerbetoon aan koningin Wilhelmina op het Malieveld georganiseerd. Klokslag èèn uur, die middag, kwam daar het hofrijtuig aan met koningin Wilhelmina en prins Hendrik. Met als vertederende noot, het jonge, geheel in het wit gestoken prinsesje Juliana.

Vlak bij het Malieveld hielden manschappen van het regiment Grenadiers de stoet staande spanden de paarden uit en trokken zelf het rijtuig van de koningin verder!

Vroeger, in de Vaderlandse geschiedenisles op school, is mij altijd voorgehouden dat het hier ‘een spontaan eerbetoon’ betrof. Niets is minder waar! In de Koninklijke Stallen in Den Haag was tevoren dagenlang geoefend…
De Rode Week was gelijk over.

Na de Tweede Wereldoorlog is het uitgerekend de PvdA geweest, de politieke opvolger van de antimonarchistische SDAP, die het Koningshuis telkens weer uit netelige situaties gered heeft. (al bleef binnen die partij een anti-monarchistische onderstroom bestaan…)
Drees redde het Koningshuis in de Hofmans-affaire, Den Uyl in de Lockheed-affaire en Kok in de affaire Zorreguieta.

Rood dat vergeelt wordt oranje…

Pim Fortuyn

In 2002 werd de Rotterdamse zakenman Pim Fortuyn vermoord. Een zzp-er die hard op weg was minister-president van Nederland te worden
Pim Fortuyn was lid van het Republikeins Genootschap van Elsevier-Reed-CEO Pierre Vinken.
Met Fortuyn bleek het anti-monarchistisch denken plots wortel geschoten te hebben aan de rechterkant van het politiek spectrum, waar het toe dan toe onbekend was.
PVV-leider Wilders nam het anti-monarchistische stokje over.

Zo onbegrijpelijk is die vijandigheid van het rechtspopulisme ten opzichte van het Koningshuis overigens niet. Het rechtspopulisme van Fortuyn en Wilders bevindt zich immers onvermijdelijk in concurrentie met het sinds jaar en dag in Nederland bestaande Oranjepopulisme.
Het heeft immers dezelfde grondslag. Er is een ‘Leider’, die zich vereren laat door een niet al te nadenkend ‘Volk’. Die verhouding is niet rationeel, maar diep-emotioneel. Het Fortuynsprookje en het Oranje-sprookje horen tot hetzelfde Sprookjesboek.

Of Fortuyn, eenmaal premier, werkelijk de monarchie aangepakt zou hebben, valt zeer te betwijfelen.
Volgens zijn butler was Fortuyn in de laatste dagen van zijn leven vooral bezig zich druk te maken over het pak dat hij aan zou trekken voor de staatsiefoto met de koningin op de trappen van Huis ten Bosch, na de beëdiging van zijn kabinet…

Tom Poes

Nee, dan heeft de vaderlandse republikein meer aan D66, de partij van de kroonjuwelen. Let op dit veelzeggend monarchistisch taalgebruik! Die partij had tot voor kort drie kroonjuwelen: de gekozen burgemeester, het districtenstelsel en het referendum.
Die regeling van het raadgevend referendum had zo zijn zwakke punten , waardoor types als Baudet er misbruik van hebben kunnen maken. Maar een beetje pientere staatsrechtgeleerde
had dat met gemak kunnen oplossen. Voor die weg is niet gekozen. Uitgerekend
D66 Minister van Binnenlandse Zaken Ollongren schafte doodleuk het raadgevend referendum… af ! Daarmee bracht zij in feite eenderde D66 om zeep. Een ware zelfmoordactie.
Voor het districtenstelsel loopt niemand meer warm, zelfs D66 zelf niet.
Blijft over de gekozen burgemeester
En op dat punt hebben wij republikeinen zowaar wat aan kroonjuwelenpartij D66 !

Wan het is een listig voorstel dat D66 voorstel om te komen tot een gekozen burgemeester
D66 blijkt de Tom Poes figuur ( ‘Verzin een list, Tom Poes’) in een stripverhaal, dat Marten Toonde zou hebben kunnen schrijven:‘Tom Poes en het Kroonjuweel’.
Heer Bommel representeert daarin dan het apolitieke Nederlandse volk, dat maar niet van zijn verslaving aan het erfelijke koningschap weet af te kicken. Maar dat zal toch eens moeten gebeuren. Want het staatshoofd van een ware democratie hoort nu eenmaal gekozen te zijn.
We leven inmiddels in de 21e eeuw. Eens moeten we toch van het erfelijk koningschap af.
Daar helpt geen moedertje lief aan.

Het D66 voorstel is:

Art 131 van de Grondwet wordt gewijzigd. De tekst luidt daarvan nu:

‘De Commissaris van de Koningin en de burgemeester worden bij Koninklijk Besluit benoemd

‘Bij Koninklijk besluit benoemd’ wordt vervangen door ‘ benoeming wordt bij wet geregeld’

De benoeming van de Commissaris van de Koningin, heden Commissaris van de Koning geheten, gaat dus óók uit de Grondwet. Een feit dat tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen.
En hoe zou die Commissaris in de toekomst dan wel moeten gaan heten? Commissaris van de Provincie?
Dat is een besmette term. Zo waren onder de Duitse Bezetting de hoofden van de provincie
genaamd. En die toenmalige Commissarissen van de Provincie, dat waren allemaal NSB’ers.
Dus dat gaat niet.
Commissaris van het Volk dan ?
Dat lijkt te veel op een term uit het Sovjet-jargon: de Volkscommissaris.
Dus dat gaat ook niet
Ik pleit voor: gouverneur.
Zo wordt in Limburg van oudsher de Commissaris aangesproken.En in buurstaat België heten alle provinciehoofden zo
Maar als de hoofden van de gemeenten worden gekozen en de hoofden van de provincie eveneens, is dan de logische consequentie niet van dit alles niet , dat óók het hoofd van staat, het staatshoofd, dient te worden gekozen?.

Het antwoord op die deze vraag ( ‘Ja!’) wekt dan al niet meer zo’n consternatie als dat vandaag de dag nog zou hebben. Het niet al te nadenkend Bommelvolk is dan immers inmiddels behoorlijk gewend geraakt aan gekozen staatsbestuurders.
Het zal dan eindelijk, eindelijk een niet-gekozen staatshoofd niet langer als normaal aanvaarden, maar als abnormaal.
Dan zijn we er!
Dan kan mentaal de definitieve stap om af te kicken van ons Koningshuis eindelijk gezet.

Voor Prinses Amalia is dat vast en zeker een hele opluchting. Voor haar betekent het immers ontsnappen aan het korset, waarin men bezig is haar te persen. Namelijk om straks Koningin Beatrix II te moeten zijn.
Zij krijgt dan wat ieder andere Nederlander allang heeft: een vrije beroepskeuze. En ook niet onbelangrijk: een vrije partnerkeuze,
Zij leeft daar door ongetwijfeld nog lang en gelukkig

En zie, aangezeten aan een ‘eenvoudig doch voedzaam maal’ in het aan het volk van Amsterdam teruggegeven Paleis op de Dam zal de eerste President der Nederlanden een toast uitbrengen op de laatste Koning der Nederlanden … ten afscheid.
En daarmee is de Oranje saga – een liefst 200 jaar durend stripverhaal van wisselende kwaliteit– voor goed ten einde.

Eind goed, al goed!

De Republikein nr. 3/2018: Greet Hofmans & Friedrich Weinreb: een paar apart

Uit de inhoud van nr. 3/2018 van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & recht:
René Zwaap over het geheime archief van Greet Hofmans en de manipulaties van het Weinreb-Rapport, Paul Damen over lintjesjager Bernhard, Gerard van der Zwan bepleit een Constitutioneel Hof in Nederland, oud-SG van Financiën Jan Postma rehabiliteert Bataafse patriot Alexander Gogel, Marokkaans journalist Hamid El Mahdaoui wil Willem-Alexander en Nederlandse Staat aanklagen voor wapensmokkel, Anton van Hooff over het republikeinse ideaal bij Hugo de Groot, Johan de Witt en Spinoza, Sjoerd de Jong over de erosie van journalistieke wetten in het Trump-tijdperk, August Hans den Boef over het Jaarboek Oranje 2017, Bart Gruson over de nieuwe Cubaanse Grondwet, Ton van Reen over een koninklijk bezoek aan Limburg, Gijs Korevaar bezoekt de (in vergelijking met Oranje) spotgoedkope Zweedse royals, een column van Manuel Kneepkens over het verlangen naar een Hollandse Houllebecq, een column van Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen vanuit de Alliance of European Republican Movements in Londen en de Appeltjes van Oranje met de liefde tussen Mabel en Ed van Thijn.

Na te bestellen via klantenservice@virtumedia.nl, tel. 085-0407400. Mis geen enkele editie van dit bijzondere tijdschrift en neem een abonnement.

Symposium over Troelstra’s Novembercoup

J.P. Troelstra tijdens de grote vredesdemonstratie van 1916
Troelstra’s Novembercoup

November 1918. Op het puin van de Eerste Wereldoorlog komt de ene na de andere monarchie ten val. Na het Russische tsarenrijk eindigt op 11 november het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk van de Habsburgers. De Duitse Kaiser Wilhelm II vlucht naar Nederland en de Duitse republiek wordt uitgeroepen. Tot in Zwitserland heerst de geest van de revolutie. En nu lijkt ook Nederland aan de beurt.

In Rotterdam roept SDAP-leider P.J. Troelstra op maandag 9 november 1918 de revolutie uit. Het is het begin van de roerige ‘Rode Week’, waarin de toekomst van de monarchie en die van de oude orde aan een zijden draadje hangen. Maar een week later smoort de ‘coup’ van Troelstra tijdens een ‘spontaan’ huldeblijk aan de koninklijke familie op het Haagse Malieveld. In dit programma blikken we terug op de roerige ‘Rode Week’van november 1918. Had Troelstra zich deerlijk vergist? Of was Nederland wel degelijk rijp voor de grote omwenteling? En hoe ging het sindsdien tussen socialisten en het koningshuis?

Aan het woord komen PvdA-ideoloog Arie van der Zwan, Troelstra-biograaf Piet Hagen, historicus Rob Hartmans, classicus Anton van Hooff, dichter-politicus Manuel Kneepkens en historica Simone Vermeeren. Moderatie: René Zwaap.

Over de sprekers

Arie van der Zwan (1935) is een Nederlands econoom, publicist, PvdA-prominent en voormalig hoogleraar en zakelijk bestuurder. Hij is een van de weinige denkers in de huidige sociaal-democratie die van mening is dat Troelstra zich in november 1918 helemaal niet had vergist.

Piet Hagen, auteur van de Troelstra-biografie Politicus uit hartstocht, was journalist bij dagblad Trouw, directeur van de School voor Journalistiek in Utrecht, hoofdredacteur van De Journalist en medewerker van NRC Handelsblad.

Historicus Rob Hartmans vertelt over zijn binnenkort te verschijnen boek De revolutie die niet doorging, een reconstructie van ‘De Rode week’. Hij is historicus en schrijft o.m. voor het Historisch Nieuwsblad.

Classicus Anton van Hooff zet Troelstra’s actie in het bredere perspectief van de ondergang van de grote Europese monarchieën. Anton van Hooff is classicus en auteur. Eerder dit jaar publiceerde hij ‘Het Plakkaat van Verlatinge, de eerste onafhankelijkheidsverklaring’, bij uitgeverij Omniboek. Hij is een vaste medewerker van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis, recht & burgerschap’

Dichter/politicus Manuel Kneepkens beziet Troelstra’s Novembercoup vanuit Rotterdams perspectief, want de havenstad was uiteindelijk de brandhaard van de revolutie die Troelstra voor zich zag. Manuel Kneepkens is dichter, publicist, politicus en jurist-criminoloog. Tot 2006 was hij gemeenteraadslid in Rotterdam namens de mede door hem opgerichte Stadspartij. Hij levert regelmatig bijdragen aan De Republikein.

Simone Vermeeren is voorzitter van de stichting Jonge Historici en publiceerde in de oktober-uitgave van Socialisme & Democratie van de Wiardi Beckmanstichting een artikel n.a.v. het 100-jarige jubileum van Troelstra’s Novembercoup.

René Zwaap (moderator) is hoofdredacteur van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & recht’ (www.derepublikein.nl) en publiceert o.m. in De Groene Amsterdammer.

Organisatie: ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & recht’ i.s.m. SPUI25 en de Faculteit voor Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Met steun van het Republikeins Genootschap.
Locatie: SPUI25, Spui 25-27, 1012 XW Amsterdam, tel. 020-5258142
Aanmelden: spui25@uva.nl of tel. 020-5258142
Toegang tot de activiteiten van SPUI25 is gratis. Aanmelden is niet vrijblijvend. Wij rekenen op uw komst.

De Thyssens – bankiers van Oranje en het Derde Rijk

DE REPUBLIKEIN

JAARGANG 14, NR. 2, JUNI 2018

De Thyssens – bankiers van Oranje en het Derde Rijk

[divider height=”30″ style=”default” line=”default” themecolor=”1″]

INHOUD VAN DIT NUMMER

De Thyssens: bankiers van Oranje en het Derde Rijk
René Zwaap

Prins zonder franje
Frits Hendrik Emmerik

De dood van Spinoza’s leermeester
Tseard Zoethout

 

Verder:

De blik van Joep

Van de redactie: Het gelijk van Nanda van der Zee
René Zwaap

Van het republikeins front: de verborgen schatten van het koningshuis

Privatiseer de monarchie
Ricus van der Kwast

Journalistiek gaat ten onder aan nulnieuws
Ricus van der Kwast

Grenzen aan de Hollandomania
Anton van Hooff

De opstand van het ressentiment
Serge van Duijnhoven

Dichtende hermenlijnvlooien (aflevering 3 en slot)
Paul Damen

Boekrecensie: een boeiend contact
Gijs Korevaar

Boekrecensie: eerherstel voor wijdlopige twijfelaar met faalangst
Maurits van den Toorn

Boekrecensie: de Mannen van Gods woord zijn niet vies van politiek stuntwerk
Maurits van den Toorn

Appeltjes van Oranje: Buigen voor Bhumipol
Manuel Kneepkens

Column Hans Maessen: een formidabele tegenstander

 

 

Abonnementen

Jaarabonnementen (4 nummers) TIJDELIJK van € 38,95 voor € 25,-

Studentenabonnement (4 nrs, tot 27 jaar) € 25,–

Losse nummers € 10,90

Aan een jaarabonnement in het buitenland zijn, naast de kosten voor het abonnement, ook verzendkosten verbonden. Neem hierover contact op met de abonnementenadministratie.

Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, met vermelding van het oude en nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, uiterlijk 6 weken voor de volgende betalingsdatum.

U kunt zich hier online aanmelden als abonnee.

 

Abonnementenadministratie

Virtùmedia
t.a.v. De Republikein
Postbus 595
3700 AN Zeist

E-mail: klantenservice@virtumedia.nl
Telefoon: 085-0407400.

 

Zelf een artikel schrijven?

Raadpleeg eerst de wenken voor auteurs op de site.

 

 

Tom Poes en het Kroonjuweel

Slaagt de list van Thom ‘Poes’ de Graaf alsnog en stevent Nederland straks na de gekozen burgemeester en de gekozen gouverneur af op een gekozen staatshoofd? Manuel Kneepkens over de geheime agenda van D66.

 

Tekst Manuel Kneepkens

 

Het is een listig voorstel dat D66 voorstel om te komen tot een gekozen burgemeester . Geheel verwonderlijk is dat niet. De list is immers van oudsher zeer verankerd in de geschiedenis van de Lage landen. Denk bijvoorbeeld aan Erasmus, die in zijn tijd Kerk en Staat niet rechtstreeks kritiseerde, maar via de hoofdpersoon van zijn boek Lof der Zotheid Stultitia. Een pure list.

En uiteraard aan de Vos Reynaerde. In dat middeleeuwse meesterwerk maakt de hoofdpersoon met zijn listige streken de autoriteiten in de Lage Landen– door dierfiguren gerepresenteerd – hoogst belachelijk. In die traditie prijkt ook Marten Toonder’s Bommel-saga, een verhaal in vele afleveringen, dat zich afspeelt in een tijd, die ons nog zeer nabij is, de 20e eeuw. Ook hier worden de notabelen in de vermomming van dierfiguren ten tonele gevoerd. En ook hier worden zij geridiculiseerd.

Burgemeester Dickerdack

Aan het Marten Toondermonument in Rotterdam wordt dat fraai weergegeven in het nijlpaardbeeldje, voorstellende Burgemeester Dickerdack. Wie in diens fysionomie één van de twee ‘Rommeldamse’ regenten, óf de voormalige burgemeester Peper óf de voormalige burgemeester Opstelten, óf misschien wel allebei, meent te herkennen, zou het heel goed bij het rechte eind kunnen hebben.

En nam niet Dries van Agt ooit afscheid als premier met enkele, herfstig weemoedige woorden ontleed aan het oeuvre van Markies de Cantecler, dat haantje in de Bommel-strip, dat denkt dat hij een dichter is? Er zijn eigenlijk maar weinig literaire werken, die zo’n impact hebben gehad op de Nederlandse ‘elite’ als de Tompoes en Heer Bommel-saga.

Met dat Marten Toondermonument is trouwens iets bijzonders aan de hand. Tom Poes staat er helemaal aan de top, dat wel. Maar waar is zijn grote vriend Ollie B. Bommel? Welnu, Tom Poes prijkt boven op een wereldbol, die is geel weergegeven met rode meridianen – precies als de jas van Heer Bommel. Het kunstenaarscollectief De Artoonisten, dat het monument heeft ontworpen, wilde daarmee aangeven dat heer Bommel de speelbal is van zijn lot. Hij raakt steevast in de problemen. En mist elk verweer. Dan roept hij in zijn hulpeloosheid: ‘Tom Poes, verzin een list!’ En dat doet zijn kleine vriend dan. En dan komt het allemaal toch nog goed. En kan hij, Heer Bommel, opgelucht het glas heffen, aangezeten bij het ‘eenvoudige doch voedzaam maal’ waarmee elke Bommelstrip traditiegetrouw pleegt te eindigen.

Welnu, D66 blijkt de Tom Poesfiguur in een strip, die Marten Toonder, helaas niet meer onder ons, vast ook nog wel zelf had willen schrijven, geheten ‘ Tom Poes en het Kroonjuweel ’. Heer Bommel representeert daarin het (apolitieke) Nederlandse volk, dat maar niet van zijn verslaving aan het erfelijke koningschap weet af te kicken. Maar een staatshoofd van een democratische staat dient gekozen te zijn. We leven inmiddels in de 21e eeuw. Eens moeten we van die anomalie van het erfelijk koningschap af. Daar helpt geen moedertje lief aan.

Tom Poes heeft daarvoor dus een list bedacht. Hij laat Nederland van Oranje afkicken in drie fasen. Of hij dat plan daadwerkelijk geheel en al zelf heeft bedacht of dat door D66 Poes heen de werking van ‘de list van de rede’ aan de orde is, zoals de filosoof Hegel dat ongetwijfeld zou zien…Wie het weet mag het zeggen.

De eerste fase van het Tom Poesplan is de invoering van een benoemde burgemeester. Heet de benoemde burgemeester niet steevast het Kroonjuweel van D66? En waaraan geeft die term te denken? Aan de Kroon. Waaraan anders? Het is dus blijkbaar een plan, dat ook, zij het indirect, over de Kroon gaat. Dat kroonjuweel ‘de gekozen burgemeester’ stond vijftig jaar geleden al in het eerste verkiezingsprogramma van D66. Vijftig jaar! Een gouden jubileum.

De vorige keer dat het voorstel van de gekozen burgemeester in beide Kamers aan de orde kwam – D66 zat toen in de regering – was de verwezenlijking zowaar zelfs dicht bij.

Nacht van Van Thijn

Ook toen was de grondwetswijziging van artikel 131 aan een tweede lezing toe. Want met een grondwetswijziging moet het parlement twee keer instemmen . De tweede keer met tweederde meerderheid. In maart 2005 hoefde alleen de Eerste Kamer nog maar ja te zeggen. Maar minister Thom (Poes) de Graaf ( Bestuurlijke Vernieuwing, D66) kreeg het niet voor elkaar. Hij wilde meteen al in 2006 in alle gemeenten een gekozen burgemeester. Van haast houdt de Eerste Kamer niet, zij pleegt zich in ons staatsbestel immers te afficheren als de Kamer van de Bedachtzaamheid. Voormalig burgemeester van Amsterdam Ed. van Thijn liet zijn PvdA-fractie in de Eerste Kamer (vrij onverwacht ) tegenstemmen en weg was de vereiste meerderheid. Deze zogenaamde ‘Nacht van Van Thijn’ leidde tot het aftreden van De Graaf en zorgde ervoor dat ‘de gekozen burgemeester’ liefst voor twaalf jaar de la in ging.

Maar nu is het dan toch opnieuw zover. En het ziet er naar uit dat het ditmaal gaat lukken. Art. 131 van de Grondwet wordt gewijzigd . Maar laten we de tekst daar van eens nader bezien. Die gaat namelijk niet alleen over de burgemeester: ‘De Commissaris van de Koning en de burgemeester worden bij Koninklijk Besluit benoemd’. Ja, hoe zit dat met die Commissaris van de Koning? Diens benoeming is dus ook uit de Grondwet gehaald. Die kan dus straks óók gekozen. Dat feit heeft tot nu toe weinig aandacht gekregen. Dat hoofd van de provincie, eenmaal gekozen, zal dan uiteraard niet meer Commissaris van de Koning kunnen heten. Hoe dan wel? Commissaris van de Provincie? Dat is een besmette term. Zo waren onder de Duitse bezetting de hoofden van onze provincies genaamd, en die toenmalige Commissarissen van de Provincie dat waren allemaal NSB’ers. Dus dat gaat niet. Commissaris van het Volk ? Dat lijkt op een besmette term uit het Sovjet-jargon: de Volkscommissaris. Dat gaat dus ook niet.          De oplossing is: Gouverneur. De hoofden van Aruba, Curaçao en Sint Maarten heden heten al zo. Ook de hoofden van onze provincies voor de grondwetswijziging van 1848 droegen die naam. In onze buurstaat België heten alle hoofden van de provincie gouverneur. En in ons eigen land pleegt men in Limburg sinds jaar en dag de Commissaris aldus aan te spreken. Een precedent ! Het wordt dus gouverneur. De gekozen gouverneur.

Maar als de hoofden van de gemeente worden gekozen en de hoofden van de provincie eveneens, is dan de logische consequentie van dit alles niet… dat ook het hoofd van de staat dient te worden gekozen? Het antwoord op die vraag (‘Ja’), wekt dan allang niet meer zo’n consternatie als dat vandaag de dag nog zou hebben, want het volk ( (Heer Bommel) is dan immers al behoorlijk gewend geraakt aan gekozen staatsbestuurders. Het zal eindelijk een niet gekozen staatshoofd niet langer als normaal ervaren, maar als abnormaal. Dan zijn we er! Dan kan de definitieve stap voor de Oranje-addicts om af te kicken eindelijk gezet.

 

Amalia bevrijd

 

Kortom, Willem Alexander zal onze laatste koning zijn. Voor prinses Amalia een hele opluchting! Voor haar betekent het immers ontsnapping uit het korset, waarin men haar bezig is in te persen namelijk om straks Koningin Beatrix II te moeten worden. Zij krijgt, wat iedere andere Nederlander allang heeft: een vrije beroepskeuze en ook niet onbelangrijk : een vrije partnerkeuze. Zij leeft daardoor ongetwijfeld nog lang en gelukkig. En zie, aangezeten aan een ‘eenvoudig, doch voedzaam maal’ in het Paleis op de Dam zal de eerste President der Nederlanden een toast uit brengen op de laatste Koning der Nederlanden…ten afscheid!

En daarmee is de Oranje saga – een 200-jarig Nederlands stripverhaal ! – eindelijk voorgoed ten einde!

 

 

Het verdriet van Groningen & Belgisch royalisme en republicanisme nader bezien

DE REPUBLIKEIN

JAARGANG 14, NR.1, MAART 2018

Het Verdriet van Groningen & Belgisch royalisme en republicanisme nader bezien

[divider height=”30″ style=”default” line=”default” themecolor=”1″]

INHOUD VAN DIT NUMMER

Ode aan Laurent, broer en bliksemafleider
Ricus van der Kwast

Belgische koning is bindmiddel. Interview met Els Witte
Adriaan Boiten

‘Sire, België is voor u verloren’: het Waterloo van Willem I 
René Zwaap

Het Hart van Duisternis van Leopold II 
Lodewijk Brunt

Gordon Bennett: de man die Stanley naar Leopold zond
Maurits van den Toorn

 

Verder:

De blik van Joep

Van de redactie: Republiek zoekt partij
René Zwaap

Van het republikeins front: knipkunstenaar Jos Deenen geeft Wilhelmus-les

Oranje boven, Groningen naar beneden
René Zwaap

Icoon van de vrijheid: Plakkaat van Verlatinghe
Anton van Hooff

De jonkvrouw en het referendum
Tseard Zoethout

Hans Hillen: Populisme exit met districtenstelsel
Gijs Korevaar

Het potjeslatijn van Thierry Baudet
Anton van Hooff

Sprookjesboek
Marcel van Roosmalen

Tom Poes en het Kroonjuweel
Manuel Kneepkens

Dichtende hermenlijnvlooien (aflevering 2)
Paul Damen

Voorpublicatie: Niets te kiezen, of: Hoe sterk is de republikeinse burgemeester?
Ries Roowaan

Boekrecensie: de biografieën van Marinus van der Goes van Naters en Max van der Stoel
Maurits van den Toorn

Boeksignalementen

Maurits van den Toorn

Van de voorzitter
Bart Gruson

Appeltjes van Oranje: Majesteitsschennis op zijn Gronings

Column Hans Maessen: het verdriet van Groningen

 

 

Abonnementen

Jaarabonnementen (4 nummers) TIJDELIJK van € 38,95 voor € 25,-

Studentenabonnement (4 nrs, tot 27 jaar) € 25,–

Losse nummers € 10,90

Aan een jaarabonnement in het buitenland zijn, naast de kosten voor het abonnement, ook verzendkosten verbonden. Neem hierover contact op met de abonnementenadministratie.

Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, met vermelding van het oude en nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, uiterlijk 6 weken voor de volgende betalingsdatum.

U kunt zich hier online aanmelden als abonnee.

 

Abonnementenadministratie

Virtùmedia
t.a.v. De Republikein
Postbus 595
3700 AN Zeist

E-mail: klantenservice@virtumedia.nl
Telefoon: 085-0407400.

 

Zelf een artikel schrijven?

Raadpleeg eerst de wenken voor auteurs op de site.

 

 

Gedichten voor deze tijd: De Koning-Historicus

De Koning-Historicus

 

In mijn studie over Europa (die niemand ooit zag…)

laat ik de twee Wereldoorlogen samensmelten

tot één

Het Interbellum is dan niets dan een Pauze

 

En in die Pauze werd mijn Mama verwekt

Beatrix

de moeder aller koninginnen…

 

Als haar zoon en troonopvolger

verricht ik nu de geijkte ceremonieën

zij het wat losser. Openingen, lintjes knippen.

Het wordt puik betaald. Gelukkig maar

Máxima moet steeds duurder jurken…

 

Maar als ik ooit een werkelijk historische zin

zou uitspreken, bv

 

               Liever (salon)socialist dan (wc)liberaal!

 

word ik schielijk afgevoerd in een Glazen Koets

naar de Staten- Generaal

 

Daar Troont de Rede….

 

Niemand spreekt zich daar zo zwijgend uit als ik!

 

 

Manuel Kneepkens

Oranje in de letteren

/

DE REPUBLIKEIN

JAARGANG 13, NR.4, DECEMBER 2017

THEMA: Oranje in de letteren

[divider height=”30″ style=”default” line=”default” themecolor=”1″]

INHOUD VAN DIT NUMMER

Koning Felipe VI contra Catalonië – Republiek in aanbouw…. excuses voor de overlast
Bart Gruson

Hermelijnvlooien in poëzie, deel I – Gladstrijkers, jaknikkers en hielenlikkers
Paul Damen

Maharaja’s, nawabs en nizams – Praalhanzen en pronkjonkers
Lodewijk Brunt

 

Verder:

De blik van Joep

Van de redactie: Schaamteloos cashen
René Zwaap

Van het republikeins front: Een Grondwet met gebreken
Anton van Hooff

Belastingdeal koning bevat constitutionele springstof (gratis)
René Zwaap

Angst voor referendum is angst voor democratie
Arjen Nijeboer

Een enigszins absurde avond: feestgedruis rond vertaling van Spengler
Merijn Oudenampsen

Seks, literatuur en Oranje
Daphne Meijer

 ‘De Oranjes wanen zich onaantastbaar’. Tomas Ross over zijn fascinatie voor het koningshuis
Gijs Korevaar

Ontbijt royale – Een republikeinse zomerklucht
Peter Schoenmaker

Boekrecensie: Spaanse koning oppermachtig in Dan Brown’s occulte wereld
Gijs Korevaar

De Koning-Historicus
Manuel Kneepkens

De Boekverkoopster – hoofdstuk uit het boek ‘Spuwen in de Koninginnensoep’
Zet van Wander

Leiden in last – Een Oranje herinnering / Sinterclaus-avond (1965)
Manuel Kneepkens

Tirannendoding als burgerplicht
Anton van Hooff

Boekrecensie: Zwarte bladzijden met tinten oranje
Maurits van den Toorn

Boekrecensie: De moeder aller republieken: Geschiedenis van de Verenigde Staten
Maurits van den Toorn

Appeltjes van Oranje: Verloren in de sneeuw (Gevolgd door kort verhaal ‘De Daad’)
Serge van Duijnhoven

Column Hans Maessen: Youp

 

 

Abonnementen

Jaarabonnementen (4 nummers) TIJDELIJK van € 38,95 voor € 25,-

Studentenabonnement (4 nrs, tot 27 jaar) € 25,–

Losse nummers € 10,90

Aan een jaarabonnement in het buitenland zijn, naast de kosten voor het abonnement, ook verzendkosten verbonden. Neem hierover contact op met de abonnementenadministratie.

Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, met vermelding van het oude en nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, uiterlijk 6 weken voor de volgende betalingsdatum.

U kunt zich hier online aanmelden als abonnee.

 

Abonnementenadministratie

Virtùmedia
t.a.v. De Republikein
Postbus 595
3700 AN Zeist

E-mail: klantenservice@virtumedia.nl
Telefoon: 085-0407400.

 

Zelf een artikel schrijven?

Raadpleeg eerst de wenken voor auteurs op de site.

 

 

King Kong en de Stadhoudersbrief

Het mysterie van de ‘Stadshoudersbrief’ van Prins Bernhard, waarin deze tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn diensten zou  hebben aangeboden aan Hitler, duurt nog altijd voort. Dichter Manuel Kneepkens, voorheen ook bekend als gemeenteraadslid van de Rotterdamse Stadspartij, liet zich inspireren door de rol die de al even mysterieuze Rotterdammer Christiaan Lindemans, alias ‘King Kong’, in deze affaire heeft gespeeld. Een zomerklucht tussen waarheid en verdichting.

 

Tekst Manuel Kneepkens

De waardering voor prins Bernhard, a.k.a. de ‘Schavuit van Oranje’, was toch al nog maar een fractie van die van vlak na de oorlog. Toen was hij als ‘oorlogsheld’ ongelofelijk populair. Daar is heden weinig van over.

Het spraakmakende boek van historica Jolande Withuis ‘Juliana, vorstin in een mannenwereld’ heeft het er voor Prins Bernhard niet beter opgemaakt.

Het blijkt met die Bernhard nog veel erger gesteld dan we al wisten. Echt een hele foute man.

Dat doet mij sterk denken aan de ophef, die er een drie jaar of geleden ontstond, toen iemand zich tot de Straatnaamcommissie van de gemeente Rotterdam wendde  (nee, ik was het niet…) met het verzoek de Prins Bernhardkade van een andere naam te voorzien.

‘Het kan toch niet zò zijn, dat er bij ons in Rotterdam doodleuk een straat vernoemd is naar een “louche wapenhandelaar”?’, aldus de klager. Zijn klacht haalde de pers.

Een ander iemand ( alwèèr, nee, ik niet…) haakte er op in en stelde voor de Prins Bernhardkade om te dopen in …King Kongkade. Naar ‘King Kong’ Lindemans, Bernhards favoriete koerier op het einde van de oorlog. Een grap natuurlijk, want die Lindemans, was zo mogelijk nog fouter dan de prins zelf.

 

Dubbelspion

 

Dit alles heeft mij echter op het volgende idee gebracht..

Ik pleit er bij dezen vurig voor, dat Lindemans’ graf op de begraafplaats Crooswijk een grafschrift krijgt. Aan het einde van mijn relaas zal ik een voorstel doen, hoe dat grafschrift dan wel zou moeten luiden.

Het gaat dus om het graf van Christiaan Lindemans, de roemruchte ‘dubbelspion’ eind Tweede Wereldoorlog, vanwege zijn reusachtige gestalte bijgenaamd King Kong.

Het verhaal gaat, dat het er toentertijd, eind 1944, op het hoofdkwartier van de toenmalige Binnenlandse Strijdkrachten, die onder opperbevel stonden van prins Bernhard zur Lippe Biesterfeld , nogal ‘loslippig’ toeging.

Daardoor kon King Kong Lindemans, die Bernhard diende als koerier, gemakkelijk op de hoogte raken van Market Garden, de militaire operatie bedoeld om bij Arnhem de Rijn te oversteken, richting Duitsland. Deze informatie wordt King Kong geacht doorgespeeld te hebben aan de Duitsers. Gevolg: de Slag om Arnhem, de oversteek van de Rijn, werd een mislukking. Honderden doden vielen voor niets.

Bovendien werd zo de opmars van de Westerse geallieerden zodanig vertraagd, dat de Russen eerder in Berlijn waren. Plus dat ze een groter stuk van Duitsland wisten te veroveren dan de Westerse geallieerden lief was, de latere DDR…

Berlijns wankele positie sindsdien tijdens de Koude Oorlog…de bouw van de Muur…Kennedy’s befaamde ‘Ich bin ein Berliner!’ etc….het komt allemaal rechtstreeks voort uit het mislukken van Market Garden..

Maar het graf van Christiaan Lindemans op Crooswijk ligt er vredig en verlaten bij. Niets verwijst aldaar naar Lindemans cruciale rol in de Tweede Wereldoorlog. Zijn grafsteen wijkt wat tekst betreft op geen enkele wijze af van de grafstenen rondom. Het vermeldt naam , geboortedatum en sterfdatum. Meer niet. Zelfs het woord  ‘King Kong’ staat er niet op.

 

Schraal gedoe

 

Schraal gedoe ten opzichte van een Rotterdammer, die nog steeds tot de verbeelding spreekt. Niemand minder dan Willem Frederik Hermans wijdde een toneelstuk aan hem, uiteraard ‘King Kong’ geheten.

En ook thrillerschrijver Thomas Ross scheidde een dikke pil af over Christiaan Lindemans en zijn tijd. Al gaat dat geschrift eigenlijk meer over Prins Bernhard, het vaste bête noir van deze schrijver.

Ross’ roman heet eveneens King Kong.

Eigenlijk heeft Rotterdam in Christiaan Lindemans iemand met de statuur van ‘mythische figuur’. Niet meer en niet minder. Misschien speelt daarbij een rol Lindemans’ vernoeming naar de monsteraap King Kong, die mythische figuur bij uitstek. De ‘hoofdrolspeler’ in de gelijknamige rolprent van C.M.Cooper en Ernst B. Schoedsack , dat summum van Hollywood – edelkitsch, uitgebracht in het crisisjaar 1933.

 

King Kong leeft!

 

Zo was er, na de oorlog, het hardnekkige gerucht, heel kenmerkend voor mythische figuren: King Kong Leeft!.  Lindemans ligt nièt op Crooswijk begraven… Het lijk van iemand anders is in Lindemans kist gestopt!

Ja, men wist het zeker, King Kong zou vlak na de oorlog naar Zuid-Amerika hebben weten te ontkomen. Via een vluchtroute voor ex-Nazi’s. Volgens ‘betrouwbare’ getuigen zou hij herhaaldelijk gesignaleerd zijn in Argentinië. ( Op de ranch van de vader van Maximà Zorreguieta, zeker…)

 

Geruchten over King Kongs afwezigheid in het graf op Crooswijk zijn altijd gebleven. Ja, ze werden, jaar in jaar uit, alleen maar sterker. Ze werden zelfs dermate hardnekkig, dat in 1982 op last van Bram Peper, de toenmalige burgemeester van Rotterdam, het graf geopend werd. Exhumatie is burgemeesterstaak, zie de Wet op de Lijkbezorging en de Koninklijke Besluiten van 12 Juni 1951 en 26 Juni 1963.

De exhumatie van Lindemans in 1982 had plaats op een van de meest bloedhete dagen van die zomer van dat jaar. Exhumatie houdt onder andere in, dat de burgemeester ook daadwerkelijk bij de opening van het graf en de identificatie van de stoffelijke resten aanwezig dient te zijn. Bram Peper kwam daartoe naar Crooswijk… in korte broek! Tot ontsteltenis van de aanwezige nabestaanden van Lindemans, allen in stemmig zwart gekleed.

 

Roekeloos motorrijder

 

King Kong bleek er wel degelijk in te liggen. Lindemans was tijdens zijn leven een roekeloos motorrijder geweest en op een gegeven moment hardhandig in botsing gekomen met een lantaarnpaal. Daarbij had hij allerlei botbreuken bij opgelopen. Die botbreuken bleken nog goed herkenbaar te zijn in het opgegraven gebeente. Einde verhaal!

 

Einde verhaal?

 

Stel dat ik een thrillerschrijver was à la Thomas Ross… Dan zou ik zeggen: nù begint het pas!

Is het graf van Lindemans werkelijk enkel geopend om, bijna veertig jaar na dato van zijn overlijden, de identiteit van het gebeente, dat erin lag, vast te stellen? Zeer onwaarschijnlijk! Is er niet iets anders aan de hand?

Daar is immers òòk nog het gerucht dat Lindemans de beschikking had over de zgn. Stadhoudersbrief en dat hij daarmee hij vast van plan was Prins Bernhard te chanteren.

 

Staaltje hoogverraad

 

Die zgn. Stadhoudersbrief , zou in 1942 door Bernard aan Hitler geschreven zijn. Daarin zou prins Bernhard het voorstel hebben gedaan om hem, Bernhard, samen met zijn echtgenote prinses Juliana, tot stadhouders te benoemen van Nederland. Nederland zou dan onder hun bewind een min of meer onafhankelijke positie mogen innemen in das Dritte Reich. In het heetst van de Tweede Wereldoorlog – de Slag om Stalingrad was nog volop aan de gang – was zo’n brief niets minder dan een staaltje van hoogverraad.

Of die brief werkelijk geschreven is…? Thrillerschrijver Thomas Ross is vast van het bestaan ervan overtuigd. De historicus Aalders, die onderzoek heeft gedaan naar het bestaan van die brief, voert namen van mensen op die beweren de brief te hebben gelezen, o.a. de toenmalige adjunct-hoofredacteur van De Telegraaf, Heitink, die, naar eigen zeggen, wel eens ‘bijkluste’ voor de Franse Geheime Dienst in de Jaren Vijftig. In het archief van die dienst in Parijs was hem de brief getoond… Helaas, waren Heitink en al die andere ‘getuigen’ allemaal al overleden, op het moment dat Aalders zijn onderzoek deed. Aalders moest het doen met getuigenissen uit de tweede hand. Mensen die mensen zeiden gekend hebben, die de brief zeiden te hebben gezien. Aalders’ conclusie: het bestaan van de Stadhoudersbrief kan niet worden bewezen, maar het niet-bestaan kan dat evenmin! Een patstelling noemt hij het.

Maar er is wel degelijk iemand geweest, die Heitink voor diens dood gesproken en daarover ook heeft gepubliceerd, nl. de journalist Ton Biesemaat. In zijn boek ‘Bernhardgate’ (2007) doet hij van die gesprekken verslag. Ook meldt hij dat Heitink zijn wederwaardigheden met de Stadhouders in twee schriftelijke verklaringen heeft vastgelegd, een gedaan op 2 juni 2003 en een op 4 maart 2004.

In dat geval zou Thomas Ross toch gelijk hebben en bestaat die Stadhoudersbrief wel degelijk. Maar waar is die dan?

 

Stadhouderskade

 

Nu doet zich het volgende voor. Het toenmalig adres van familie Lindemans in Crooswijk blijkt hemelsbreed niet zo ver verwijderd van de Prins Bernhardkade in Hillegersberg.

Die straat heeft uiteraard pas na de Tweede Wereldoorlog die naam gekregen. Daarvoor heette hij heel anders.

Toen waren in de villa’s daar immers de gezinnen ondergebracht van de leidinggevenden van het Nazidom in Rotterdam, de Gestapo, de SS , de SD, etc., De straat heette toen… Stadhouderskade.

Wat als die brief nou eens Stadhoudersbrief heette, omdat die brief toentertijd op last van de Prins door dubbelspion Lindemans op de Stadhouderskade gepost moest worden?

En stel dat Lindemans van die brief een kopie had gemaakt …ja, misschien wel de hele brief domweg niet heeft verstuurd, maar onder zich gehouden, om er zoals al gezegd, na de oorlog de Prins mee te chanteren? Nu, dan was het klaar als een klontje waarom de exhumatie van Lindemans nodig was. Om te kijken of Lindemans de brief met zich mee in het graf had genomen, natuurlijk!

Quod non.

Althans in het Rapport door de deskundigen van het Forensisch Laboratorium te Rijswijk opgemaakt over Lindemans’ exhumatie valt daarover niets te lezen.

 

Dan rest er nog één mogelijkheid.

De brief is verstopt ergens op een van de adressen aan de huidige Prins Bernhardkade…

Nu doet zich het geval voor dat een goede vriend van mij, oud Vrije Volk-journalist Ben Herbergs een jaar of wat geleden naar de Prins Bernhardkade is verhuisd.

Hem legde ik de hypothese voor dat de zgn. Stadhoudersbrief misschien wel eens in zijn huis verstopt zou kunnen zijn. Ben dacht van niet. Het huis was ter gelegenheid van de verhuizing grondig schoongemaakt en dito vertimmerd. Als er ergens iets verstopt was geweest, dan was dat wel gebleken.

In zijn tuin dan, misschien?

Ja, nu je het zegt …Hem was een eigenaardige verhoging achter in de tuin opgevallen. Een onduidelijk soort heuveltje. Zou daar?

Fluks werd door ons de schop ter hand genomen, en zowaar, na enig graafwerk, dook er een vermolmd eikenhouten kistje op met daarop het teken van de swastika…Eureka?! We forceerden het slot. En daar op de bodem lag inderdaad een brief. Althans wat er van over was. Vocht en onderaards ongedierte hadden al behoorlijk hun vernietigend werk gedaan.

Maar het was onmiskenbaar een in het Duits geschreven tekst met als aanhef ‘Sehr Geehrther Führer’… Die brief hebben we prompt opgestuurd naar het Forensisch Instituut in Rijswijk. Dat instituut is immers zeer bedreven in het leesbaar maken van aangetast papier.

 

Zevenhoog van het balkon

 

Ongeveer een maand geleden heeft Ben nog eens gebeld naar de ambtenaar, met wie we contact hadden gehad, want we hoorden alsmaar niks. Hij bleek overleden! Van zevenhoog van het balkon van zijn flat gevallen! Zijn opvolger zegt niets van een door ons verstuurde brief te weten. Maar hij zou het nagaan. Weg kon die brief niet zijn! Circa een week geleden heeft Ben weer eens gebeld. Blijkt ook deze onderzoeker… zojuist overleden! Van achthoog van het balkon van de flat van zijn vriendin gevallen! Je zou er bijna wat van gaan denken. Maar nee, dat kàn toch niet…wij leven in Nederland een democratische rechtsstaat, en niet in een of andere bananenmonarchie?!

De onderzoeker aan de telefoon, de opvolger van de opvolger zogezegd, heeft plechtig beloofd de zaak opnieuw tot de bodem uit te zoeken. Heus, meneer Hertzberg (sic!) Die brief komt boven water! Die kan niet weg zijn!

 

Ben Herbergs en ondergetekende wachtten gespannen af.

 

Inmiddels is het mij glashelder welk grafschrift op het graf van Christiaan Lindemans dient te worden aangebracht:

 

 

HIER RUST KING KONG

 

Hij wist van de Prins geen kwaad…