Beeld uit de film Nineteen Eighty-Four, (1984). John Hurt als Winston Smith, die leert van Big Brother te houden.

Column August Hans den Boef: Zihni Özdil en Olaf Tempelman bekeren zich tot monarchist

Tekst: August Hans den Boef

Het begon met Olaf Tempelman, die in de Volkskrant van 10 januari dit jaar bekende hoe hij gevallen was voor de ‘magie’ van de monarchie, toen hij zag hoe ons staatshoofd in een Rotterdamse achterstandswijk werd toegejuicht. Hij knoopte daaraan meteen de theorie vast dat de landen in het voormalige Oostblok er veel beter aan toe zouden zijn als ze vroeger niet de monarchie hadden afgeschaft.

Met de coronacrisis ging het zo te zien helemaal loos met de bekeringen. Onzekere tijden leiden steevast tot bekeerlingen. Onder hen scoren de oude zekerheden God, Nederland en Oranje goed.

Na wat knullige optredens in zijn werkkamer en de paleistuin, viel het op 4 mei – een lege Dam met alleen het staatshoofd en door hem gekozen functionarissen – wat mee en het regende lovende brieven over de Grote Verbinder.

Zo legde Zihni Özdil in zijn NRC-column uit waarom hij ‘na twintig jaar republikanisme (…) deze week weer overtuigd monarchist’ is geworden.

Hij houdt wel een slag om de arm, slechts zolang het huidige staatshoofd en diens echtgenote – hij noemt hen bij de voornaam – op de troon zitten.

Zoals veel bekeringen roept ook die van Özdil veel vragen op. Wat bedoelt hij bijvoorbeeld met ‘weer overtuigd monarchist’?

Was hij twintig jaar geleden, voor zijn republikeinse intermezzo, dan ook al een overtuigd monarchist?

Tempelman verzekert dat hij het erfelijke staatshoofdschap voorheen altijd had verworpen.

In beide gevallen is de overeenkomst met het einde van Orwells roman Nineteen Eighty-Four treffend.

Aan het slot zit de dissidente hoofdpersoon Winston in een café. De tv celebreert de overwinning van het Oceanië van zijn Big Brother op de Euraziatische horden.

Tien minuten geleden was Winston nog sceptisch, maar nu? ’Two gin-scented tears trickled down the sides of his nose. But is was all right. Everything was all right, the struggle was finished. He had won the victory over himself. He loved Big Brother.’

Het is de meest huiveringwekkende passage in deze dystopie.

Waardeer deze column!

Als je deze column waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -