Franco

Revolutie of farce? Frankrijk verruilt sans-culottes voor gele hesjes

In nummer 1/2019 van De Republikein uitgebreid aandacht voor de ontwikkelingen in Frankrijk met de opstand van de ‘gele hesjes’ en de wankele positie van president Macron. Is de protestbeweging de rechtmatige opvolger van de ‘sans-culottes’ van de Franse Revolutie of herhaalt de geschiedenis zich hier als klucht?

Correspondent Peter Vermaas van NRC-Handelsblad bericht exclusief voor De Republikein vanuit Parijs over de parallellen tussen Macron en Lodewijk XVI, en signaleert opmerkelijk restauratieve, zo niet reactionaire tendensen bij de ‘gilets jaunes’, die Macron kritiseren vanwege zijn monarchale regeerstijl maar binnen wier gelederen stemmen opgaan voor herstel van de Franse monarchie. De troonpretendenten van de families Bourbon, D’Orléans en Bonaparte staan al te trappelen in de coulissen.

Sarah Verroen schrijft in een column vanuit Arles over de romantiek van de opstand der gele hesjes. Het is moeilijk niet meegesleept te worden door de intensiteit van het brede volksverzet, schrijft zij.

Staat Frankrijk anno 2019 voor een zelfde kolossaal breekpunt als 230 jaar geleden met de Franse Revolutie? Ricus van der Kwast vergelijkt de gele hesjes van nu met de sans-culottes van destijds en komt tot ontnuchterende conclusies. ‘Het protest heeft geen rationele basis’, oordeelt Van der Kwast. ‘We zien hier het instinct aan het werk van een klasse die zich vastklampt aan zijn verworvenheden, en daarvan geen millimeter wil wijken. Zelfs niet als er een planeet op het spel staat’. Hij pleit voor een normalisering van het Franse presidentschap in een nieuwe republiek, die alweer de zesde in rij zou zijn in Frankrijk.

René Zwaap las het recent verschenen standaardwerk Revolutionaire ideeën, een intellectuele geschiedenis van de Franse revolutie van de vermaarde Britse historicus Jonathan Israel. Deze verzet zich tegen het wijdverbreide beeld dat de Verlichtingsidealen van de Franse Revolutie onvermijdelijk moesten culmineren in de Terreur van Robespierre. In de visie van Jonathan Israel was het Jacobijnse schrikbewind niet het onvermijdelijke gevolg van de democratisch-republikeinse revolutie van 1789, maar het absolute tegendeel ervan. ‘In principieel opzicht was Robespierre de tegenspraak van de Revolutie en niets anders dan de antithese van de Verlichting’, aldus de historicus in deze recent verschenen vertaling van zijn werk.

De Hongaarse filosofe Ágnes Heller stond in Zürich stil bij de 100-jarige herdenking van de moord op Rosa Luxemburg en besteedde daarbij ook aandacht aan de visie van de legendarische activiste op de Franse Revolutie, die deze omschreef als ‘een bloedige en volledig zinloze farce’.

Markies de Sade was gevangene in de Bastille, werd na zijn bevrijding lid van de wetgevende Nationale Conventie en ontsnapte op een haar na aan de guillotine omdat hij in de ogen van Robespierre als tegenstander van de doodstraf te gematigd was. Maar was de libertijn de republiek echt een warm hart toegedaan? Solange Leibovici heeft zo haar bedenkingen.

Raymond van den Boogaard vraagt zich af of nog er rek zit in het beeld dat de Fransen meedragen van Robespierre, de belichaming van de bloedige terreur tijdens de Franse revolutie. In zijn recente biografie schildert Marcel Gauchet het dilemma van Robespierre als een typisch Frans politiek probleem: de moeizame omzetting van een voortreffelijk programma in praktisch beleid.

Het idee van de markies van Condorcet (1743–1794) – een der dragende figuren van de Franse Revolutie – om het koningschap uit te besteden aan een machine, is zeer uitvoerbaar geworden, betoogt Manuel Kneepkens. Meindert Fennema beschrijft hoe Condorcet als voorvechter van gelijke rechten voor vrouwen en afschaffing van de slavernij ook het slachtoffer kon worden van de revolutionaire Terreur.

De Franse revolutie was in grote mate een vrouwenzaak. Proto-feministes als Olympe de Gouges, Pauline Léon en Claire Lacombe speelden een belangrijke rol. Totdat het patriarchaat ook hier de rijen sloot en sommigen van hen het einde vonden onder de guillotine. Bart Gruson over de opkomst en ondergang van de Société des Citoyennes Républicaines Révolutionnaires.

Niemand minder dan Lodewijk XVI hielp mee bij het vervolmaken van de guillotine, het ‘Nationale Scheermes’van de Franse Revolutie. Bedoeld als een egalitair en vrijwel pijnloos strafmiddel, rezen er toch al snel twijfels over de voordelen van onthoofdingsmachine. Niettemin werd de guillotine o.m. ook gebruikt in Zwitserland, Nederland en nazi-Duitsland.

Net als in de Renaissance werd tijdens de Franse Revolutie hevig teruggegrepen op de Antieken. In de schilderkunst kwam het neoclassicisme van David en Lethière in plaats van het frivole rococo, die nu veracht werd als een lichtzinnige hofstijl. De Grieks-Romeinse Oudheid herleefde met de emancipatie van de massa’s.  Classicus Anton van Hooff legt uit dat revolutie niet alleen een omwenteling is, maar ook een terugwenteling.

De opkomst van Madame de Maintenon van dochter van een veroordeelde valsemunter en moordenaar tot echtgenote van Zonnekoning Lodewijk XIV blijft tot de verbeelding spreken. Thomas von der Dunk las haar eerste Nederlandstalige biografie.

En verder in dit nummer:

In het redactioneel commentaar staat hoofdredacteur van De Republikein René Zwaap stil bij de uitspraak van Willem-Alexander dat de banden tussen het Saoedische koninkrijk en het Huis van Oranje helemaal niet zo nauw zijn als gedacht. Die mededeling, gedaan tijdens het koninklijke bezoek aan Londen in oktober 2018 naar aanleiding van de moord op journalist Jamal Khashoggi, was ‘stuitend misleidend’, aldus Zwaap, en hij doopt WA tot ‘Koning Historisch Onbenul’.

Met een budgetoverschrijding van 40 procent (35 miljoen euro begroot, werkelijke kosten 63,1 miljoen euro) is de renovatie van Huis ten Bosch in Den Haag uitgegroeid tot een draconische verliespost van de Nederlandse overheid. Voormalig secretaris-generaal van Financiën Jan Postma heeft een goed idee voor compensatie: openstelling voor het publiek. Ten tijde van de Bataafse Republiek was op last van de toenmalige minister van Financiën Alexander Gogel in de Oranjezaal van Huis Bosch de Nationale Konst-Gallerij gevestigd – de voorloper van het Rijksmuseum – en die traditie kan in ere worden hersteld, aldus Postma in de rubriek ‘Van het republikeins front’.

Vanwege zijn deelname aan de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister door de verzetsgroep rond Gerrit van der Veen werd Spanjekenner, historicus en romanschrijver Johan Brouwer in 1943 gefusilleerd. Zijn biograaf Hendrik Henrichs werpt een nadere blik op Brouwers inzet voor de Tweede Spaanse Republiek tegen de troepen van Franco. De motieven daarvan waren complexer dan Brouwer zelf deed vermoeden.

Vierhonderd jaar geleden vond op het Binnenhof de onthoofding plaats van Johan van Oldenbarnevelt, lange tijd een van de machtigste mannen van de Republiek der Verenigde Provinciën. In De zaak Oldenbarnevelt geeft historicus Wilfried Uitterhoeve zich moeite te bestrijden dat de veroordeling en daaropvolgende onthoofding van de ex-raadspensionaris moet worden gezien als een gerechtelijke moord. Maar wie zijn werk leest kan zich moeilijk aan die indruk onttrekken, constateert Maurits van den Toorn in zijn bespreking van het boek.

In de rubriek ‘Appeltjes van Oranje’ dit keer aandacht voor de banden tussen Oranje en de absolute monarchie van de Saoedi’s. In zijn boek De Saoedi’s – de ongewisse toekomst van een machtige oliestaat turft journalist Mark Blaisse maar liefst tienduizend prinsen (en zelfs meer dan twintigduizend als alle levende afstammelingen van de eerste koning Ibn Saoed worden meegerekend). Dat is een ideaal broeinest voor paleisintriges en corruptie.  Kroonprins Mohamed bin Salman zette zich in 2015 aan een offensief om al zijn concurrenten binnen de familie uit te schakelen. Dat de kroonprins nu zo makkelijk wegkomt met de moord op zijn criticaster Khashoggi zal hem alleen maar hebben gesterkt in zijn gevoel van onaantastbaarheid.

In zijn vaste column staat Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen dit keer stil bij de noodzaak om de straatnamen in Nederland te ontdoen van alle eerbewijzen aan koningin Wihelmina en prins Bernhard. ‘Al verzetten monarchisten zich tegen naamsveranderingen, ook voor hen geldt dat foute personen geen voorbeeld mogen zijn voor onze kinderen’, stelt hij.

Plus: De Blik van Joep Bertrams, dit keer gewijd aan het surrealistische Belgische vorstenhuis.

 

Nr. 1/2019 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

 

Republiek in aanbouw, excuses voor de overlast

Balancerend op de rand van het rechtsstatelijk toelaatbare, met de grondwet van 1978 in de hand, trekken koning Felipe VI en de conservatieve, centrumrechtse en sociaaldemocratische partijen van Spanje ten strijde tegen de Catalaanse separatisten. Francisco Franco, caudillo van Spanje bij de gratie Gods, regeert over zijn graf heen.

 

Tekst Bart Gruson

Tegen het Catalaanse hypernationalisme heeft de regering-Rajoy het Castiliaanse hypernationalisme in stelling gebracht. Op de televisie zag ik beelden van opgewonden Spanjaarden die langs de weg waar de colonnes politiewagens van de Guardia Civil en de Policia Nacional op weg naar Catalonië passeerden stonden te juichen terwijl ze riepen: ‘A por ellos!’, geef ze op hun lazer! In de sociale media verschenen beelden van ultranationalisten, fascisten en neonazi’s die gekleurde buitenlanders aanvielen, ruiten ingooiden van Catalaanse restaurants, voorstanders van de onafhankelijkheid molesteerden en de Mossos d’Esquadra, de Catalaanse politie, uitscholden voor hoerenzonen en verraders. Veel balkons zijn getooid met de Spaanse nationale vlag, sommige voorzien van het franquistische wapenschild. Veel van die vlaggen hangen over de balkons in de volksbuurten van de Spaanse steden waarvan de bewoners hun baan verloren en hard getroffen worden door de bezuinigingen op onderwijs en gezondheidszorg. Het verzet tegen de economische politiek van de regering heeft bij veel Spanjaarden plaatsgemaakt voor een hysterische preoccupatie met de eenheid van Spanje. De ironie wil dat de Catalaanse vlaggen die in Gerona, Barcelona en veel andere steden en dorpen de balkons sieren in veel gevallen ook toebehoren aan mensen die hard zijn getroffen door de corruptie en de bezuinigingspolitiek, in dit geval van hun eigen deelregering.

Kroon van Aragón

Catalonië kende als belangrijk onderdeel van de Kroon van Aragón een grote mate van zelfbestuur. Felipe V, zoon van Lodewijk XV van Frankrijk, de eerste Castiliaanse koning uit het huis Borbón, maakte hier in de eerste helft van de 18e eeuw abrupt een einde aan. Catalonië moest wachten tot 14 april 1931, de proclamatie van de IIe Republiek, om opnieuw in aanmerking te komen voor een beperkte mate van autonomie. In 1932 keurde de Cortes het Estatuto de Autonomía de Cataluña goed. Catalonië kreeg een eigen regering die bevoegd was in openbare orde, publieke werken en onderwijs. Het Catalaans werd een ‘co-officiële’ taal. Belastingheffing en sociale wetgeving bleven zaak van de centrale regering. Het nationale parlement schrapte in het door de Catalanen opgestelde concept-statuut alle verwijzingen naar het recht op zelfbeschikking.

De verkiezingen van november 1933 leverden een overwinning voor de rechtse partijen op, mede door de weigering van de Spaanse anarchisten om hun achterban op te roepen naar de stembus te gaan. In de herfst van 1934 eiste de CEDA, een samenwerkingsverband van nationaal-katholieke en monarchistische partijen met het meeste aantal zetels in het parlement, ministerposten op. Progressief Spanje vreesde een ruk naar ultrarechts: de CEDA ging de verkiezingen van 1933 in met de belofte dat het Spanje zou bevrijden van marxisten, joden, vrijmetselaars en separatisten. De CEDA kreeg haar zin en op 4 oktober 1934 komt er een nieuw kabinet met daarin drie ministers van deze groepering.

Catalaanse vakbonden riepen een algemene staking uit om te protesteren tegen het nieuwe kabinet en Lluís Companys, president van de Generalitat, de deelregering van Catalonië, kondigde in Barcelona de geboorte aan van de Estat Català de la República Federal Espanyola, de Catalaanse staat als onderdeel van de federale Spaanse republiek. De militaire gouverneur van Catalonië kreeg opdracht de staat van beleg af te kondigen en na enkele gewapende schermutselingen herstelde het leger het gezag van de nationale regering. Op 7 oktober, één dag na de afkondiging van de Estat Català, arresteerden regeringstroepen Companys, de leden van zijn regering, de president van het Catalaanse parlement, een aantal gedeputeerden en de burgemeester van Barcelona. Lluís Companys werd tot dertig jaar gevangenisstraf veroordeeld, een straf die de huidige afgezette president van de Generalitat, Carles Puigdemont, nu ook boven het hoofd hangt. Het statuut werd opgeschort en de regering benoemde een civiele gouverneur voor Catalonië.

 

Vuurpeleton

Na de installatie van de Volksfrontregering in februari 1936 werd het Catalaanse statuut hersteld en mocht Companys de gevangenis verlaten om het presidentschap van de Generalitat weer op zich te nemen. In 1939, nadat de republiek ten gevolge van de militaire coup van 1936  ten onder was gegaan, hief Franco het statuut op. Het gebruik van de Catalaanse taal werd verboden. Companys, die zoals veel Republikeinen de wijk had genomen naar Frankrijk, werd daar in 1940 door de Gestapo gearresteerd en uitgeleverd aan Spanje, waar hij in de slotgracht van het kasteel van Montjuïc eindigde voor een vuurpeloton. Het getuigde van weinig goede smaak toen Pablo Casado, woordvoerder van de regerende Partido Popular, in de aanloop naar het Catalaanse referendum van 1 oktober jl. het lot van Companys ten voorbeeld stelde aan Carles Puigdemont, de inmiddels afgezette leider van de Catalaanse deelregering.

De Catalanen krijgen een nieuwe kans na de dood van Franco in 1975. In 1979 hecht het Spaanse parlement zijn goedkeuring aan het Catalaanse statuut.  Maar de regio krijgt geen exclusieve zeggenschap over het onderwijs, noch over de handhaving van de openbare orde, en ontvangt een kleiner deel van de belastinginkomsten dan was voorgesteld in het Catalaanse concept-statuut. In 2006 vraagt de Partido Popular aan het Tribunal Constitucional om 114 artikelen uit het 223 artikelen tellende statuut te schrappen omdat die in strijd zouden zijn met de grondwet. Uiteindelijk, in juni 2010, kortwiekt het tribunaal 14 artikelen uit het Catalaanse statuut en onderstreept dat er volgens de Spaanse grondwet maar één natie bestaat. De maand daarop vindt er in Barcelona een grote demonstratie plaats waar leuzen worden gescandeerd voor een onafhankelijk Catalonië.

In 2011 wint de Partido Popular de verkiezingen. De nieuwe regering-Rajoy bindt de strijd aan met de Catalaanse nationalisten en gebruikt hiervoor het Tribunal Constitucional en de Audiencia Nacional. Voorzitter van het Tribunal Constitucional is sinds maart 2017 Juan José López Rivas, een geharnaste conservatief. Voorzitter van de strafkamer van de Audiencia Nacional is sinds mei 2017 Concepción Espejel, die zich eerder als rechter van twee grote corruptiezaken waarbij de Partido Popular is betrokken moest terugtrekken wegens haar nauwe banden met deze partij. De Audiencia Nacional werd in 1977 opgericht en is onder andere bevoegd om personen die verdacht worden van misdaden tegen de staat of de staatsveiligheid te vervolgen. Voor de eerste en tweede generatie Catalanen en Spanjaarden die geleden hebben onder de franquistische repressie roept dit instituut herinneringen op aan het in 1963 onder Franco ingestelde Tribunal de Orden Público, dat op zijn beurt de opvolger was van Franco’s in 1940 opgerichte Tribunal Especial para la Represión de la Masonería y el Comunismo.

 

Jordi Pujol

We zijn nu, in de herfst van 2017, zover gekomen dat democratisch gekozen Catalaanse politici in het Spaanse gevang zijn beland en de president van de Generalitat Barcelona voor Brussel heeft verruild. Tot verbazing van progressief Spanje lopen wegens corruptie verdachte en zelfs veroordeelde leden van de Partido Popular vrij rond. De naam van de premier is inmiddels in 15 corruptiezaken gevallen, maar moties van wantrouwen maken geen kans in het parlement. De corruptie beperkt zich niet alleen tot leden van de Partido Popular. Jordi Pujol, een nationalistische Catalaanse politicus die 23 jaar lang president van de Catalaanse deelregering was, moest in 2014 bekennen dat hij decennialang een geheime bankrekening bezat op naam van zijn vader waar miljoenen euro’s naar toe waren gesluisd, verdiend met  lucratieve contracten met de Catalaanse regering. Het familiekapitaal van de Pujols wordt geschat op meer dan 100 miljoen euro en is geparkeerd op banken in Andorra, Zwitserland, Jersey en de Kaaimaneilanden. Toch is vader Pujol nog altijd op vrije voeten. Volgens El Mundo heeft hij een overeenkomst gesloten met de Spaanse geheime dienst. In ruil voor het niet-openbaar maken van illegale financiële praktijken van de vroegere koning Juan Carlos laat de Spaanse justitie Pujol ongemoeid.

Koning kiest partij

Wie dacht dat Felipe VI in zijn televisietoespraak van 3 oktober de gemoederen tot bedaren zou brengen kwam bedrogen uit. In plaats van een verzoenende toon te kiezen die past bij een vorst in een parlementaire democratie, gaf hij de Catalaanse separatisten en hun sympathisanten ervan langs en daarmee koos hij onomwonden partij.  El País meent dat de koning optrad als ‘verdediger van onze gemeenschappelijke politieke ambities’, waarbij de voormalige kwaliteitskrant waarschijnlijk doelde op de handhaving van de constitutionele status quo. Felipe kon weinig anders. Zijn positie is gegarandeerd in de grondwet van 1978, die indertijd werd geschreven met de hete adem van de militairen in de nek, en deze wordt in het parlement overeind gehouden door de Partido Popular, de sociaaldemocraten van de PSOE en de centrumrechtse Ciudadanos, dezelfde partijen die de aanpak van de regering-Rajoy in de Catalaanse kwestie steunen.

 Wat we ook van de Catalaanse separatisten mogen vinden, zij hebben de discussie over de politieke constellatie van het land op scherp gezet en de urgentie van een drastische aanpassing van de grondwet aangetoond. Zoals een Catalaanse vriend van mij het zei: ‘Puigdemont is dan wel een neoliberaal die schatplichtig is aan de corrupte kliek rond de Pujols, hij heeft toch maar iets voor elkaar gekregen waar de linkse politici in Madrid alleen van kunnen dromen’. Zou het nu lukken, na een tweepartijenstelsel dat bijna veertig jaar heeft geduurd en mede de oorzaak is van de corruptieschandalen die tot in de koninklijke familie reiken, de grondwet van 1978 te vervangen door een nieuwe? Eentje die voortbouwt op de vorige, democratisch tot stand gekomen grondwet van 1931? Waar Kerk en Staat strikt gescheiden zijn en het onderwijs niet langer in handen is van de katholieke kerk? Waarin het recht op inkomen, onderdak en sociale voorzieningen is vastgelegd? Een grondwet die van Spanje een democratische federale republiek maakt? Mocht dit slagen, dan zijn de Catalaanse separatisten wat mij betreft geëxcuseerd; zij waren bezig met de constructie van een republiek en dat zorgt nu eenmaal voor wat overlast.

 

Bart Gruson is voorzitter van Stichting De Republikein en is partieel woonachtig in Andalusië, op de noordflank van de Siera Nevada.

Oranje in de letteren

/

DE REPUBLIKEIN

JAARGANG 13, NR.4, DECEMBER 2017

THEMA: Oranje in de letteren

[divider height=”30″ style=”default” line=”default” themecolor=”1″]

INHOUD VAN DIT NUMMER

Koning Felipe VI contra Catalonië – Republiek in aanbouw…. excuses voor de overlast
Bart Gruson

Hermelijnvlooien in poëzie, deel I – Gladstrijkers, jaknikkers en hielenlikkers
Paul Damen

Maharaja’s, nawabs en nizams – Praalhanzen en pronkjonkers
Lodewijk Brunt

 

Verder:

De blik van Joep

Van de redactie: Schaamteloos cashen
René Zwaap

Van het republikeins front: Een Grondwet met gebreken
Anton van Hooff

Belastingdeal koning bevat constitutionele springstof (gratis)
René Zwaap

Angst voor referendum is angst voor democratie
Arjen Nijeboer

Een enigszins absurde avond: feestgedruis rond vertaling van Spengler
Merijn Oudenampsen

Seks, literatuur en Oranje
Daphne Meijer

 ‘De Oranjes wanen zich onaantastbaar’. Tomas Ross over zijn fascinatie voor het koningshuis
Gijs Korevaar

Ontbijt royale – Een republikeinse zomerklucht
Peter Schoenmaker

Boekrecensie: Spaanse koning oppermachtig in Dan Brown’s occulte wereld
Gijs Korevaar

De Koning-Historicus
Manuel Kneepkens

De Boekverkoopster – hoofdstuk uit het boek ‘Spuwen in de Koninginnensoep’
Zet van Wander

Leiden in last – Een Oranje herinnering / Sinterclaus-avond (1965)
Manuel Kneepkens

Tirannendoding als burgerplicht
Anton van Hooff

Boekrecensie: Zwarte bladzijden met tinten oranje
Maurits van den Toorn

Boekrecensie: De moeder aller republieken: Geschiedenis van de Verenigde Staten
Maurits van den Toorn

Appeltjes van Oranje: Verloren in de sneeuw (Gevolgd door kort verhaal ‘De Daad’)
Serge van Duijnhoven

Column Hans Maessen: Youp

 

 

Abonnementen

Jaarabonnementen (4 nummers) TIJDELIJK van € 38,95 voor € 25,-

Studentenabonnement (4 nrs, tot 27 jaar) € 25,–

Losse nummers € 10,90

Aan een jaarabonnement in het buitenland zijn, naast de kosten voor het abonnement, ook verzendkosten verbonden. Neem hierover contact op met de abonnementenadministratie.

Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, met vermelding van het oude en nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, uiterlijk 6 weken voor de volgende betalingsdatum.

U kunt zich hier online aanmelden als abonnee.

 

Abonnementenadministratie

Virtùmedia
t.a.v. De Republikein
Postbus 595
3700 AN Zeist

E-mail: klantenservice@virtumedia.nl
Telefoon: 085-0407400.

 

Zelf een artikel schrijven?

Raadpleeg eerst de wenken voor auteurs op de site.