In de nieuwe Podcast van tijdschrift De Republikein vertelt ex-Provo Roel van Duijn over de protesten in Amsterdam anno 1966 tegen het huwelijk van Beatrix met Claus, die door zijn verleden bij Wehrmacht en Hitler-Jugend niet geschikt werd geacht als gemaal van de toekomstige Nederlandse koningin. Het alternatieve Oranje-Comité De Parel van De Jordaan sprak een woordje mee in de wereldpers.
De gonzo-journalistiek van Hunter Thompson wordt ten node gemist nu Amerika onder Trump aan de rand van een nationale zenuwinzinking staat. Probleem is echter: Trump is de eerste Gonzo-president.
Tekst: Sjoerd de Jong
Hunter Thompson zat niet op Twitter. Hij schoot zichzelf door zijn hoofd in 2005, een jaar voordat het blauwe vogeltje zijn vleugels uitsloeg. Maar stel dat de legendarische gonzo-journalist nog had kunnen twitteren. Had hij dan met een stroom woeste berichten van 180 tekens, getikt in het holst van de nacht en in walmen van drank en hasj, kunnen voorkomen dat Donald Trump president was geworden? Was impeachment dan niet nodig geweest? Had het gekkenhuis waarin Amerika door toedoen van de maniak-president is beland, compleet met geraas en getier over landverraad, spionage en burgeroorlog, kunnen worden voorkomen?
Timothy Denevi lijkt het te geloven. In Freak Kingdom. Hunter S.Thompsons Manic Ten Year Crusade Against American Fascism presenteert hij Thompson als een volwaardige antifascist, die in Trumps voorganger Richard Nixon al zag aankomen wat Amerika nu is overkomen. Zijn boek is in de VS warm onthaald op radicaal-linkse websites, maar ook in bladen als The Atlantic. De cultstatus van Thompson staat nog steeds garant voor welwillende aandacht.
Journalistieke renegaat
De journalistieke renegaat Hunter S. Thompson (1937-2005) werd een held van de jaren zestig en zeventig met zijn bestsellers Fear and Loathing in Las Vegas (1971), een extravagante drugsnovelle, en Fear and Loathing on the Campaign Trail (1973), zijn huid-en-haar-verslag van Nixons herverkiezing in 1972. Hij was openlijk partijdig, brak met de journalistieke conventie om jezelf vooral buiten het verhaal te houden, schreef op wat hij hoorde in de toiletten en lapte in het algemeen de regels van het vak aan zijn laars – vandaar dat ‘gonzo’.
Met die aanpak geldt Thompson als een grondlegger van wat bekend werd als New Journalism, ‘narratieve’ journalistiek met literaire technieken waarin de verslaggever handelingen en gebeurtenissen niet alleen beschrijft, maar ook becommentarieert of zelfs beïnvloedt. Hij inspireerde generaties journalisten, ook Nederlandse, om met durf, flair en humor te schrijven en, for better or worse, het stoffige ideaal van ‘objectiviteit’ los te laten.
Denevi’s boodschap is kort maar krachtig: in de huidige noodsituatie met Trump hebben we meer Thompsons nodig. Zoals de gonzo-man het mes zette in de corrupte leugenaar Nixon, zo zouden journalisten nu de helblonde nep-Mussolini in het Witte Huis veel harder moeten aanpakken.
Die overtuiging berust op een drietal misverstanden. Eén: Trump is geen Nixon. Twee: Trump lijkt juist veel meer op Thompson zelf. En drie: tegen Trump helpt geen gonzo, want hij ís gonzo.
Maar eerst het goede nieuws.
Op zichzelf is Denevi’s boek een nuttige correctie op het clowneske imago dat Thompson door eigen toedoen steeds meer heeft gekregen. Hij werd de belichaming van het met drank en drugs ‘uit je dak gaan’-levensgevoel, een attractie uit de jaren zestig die tegen betaling een wasted praatje kwam houden voor studenten, of die bij zijn huis in de Rocky Mountains bezoekers imponeerde door revolvers en geweren af te schieten. Hij werd een knuffeljunk in het alternatieve circuit die nog maar bij vlagen iets origineels schreef. Liever liet hij zijn brieven, faxen en kattebelletjes bundelen, want de schoorsteen moest toch roken.
Denevi herinnert er terecht aan dat het ooit anders was. Thompson geloofde in de Amerikaanse Droom, die na de moord op Kennedy in 1963 volgens hem de nek werd omgedraaid door cynische politici als Nixon. Thompson, een libertaire individualist, vreesde een police state waarin elke afwijking van kleinburgerlijk conformisme celstraf, verbanning of erger zou betekenen.
Gewelddadige genen
Die bezorgdheid kwam voort uit het levendige besef dat Amerika gewelddadige genen heeft en dat in het land altijd latente agressie huist die op onverwachte momenten tot uitbarsting kan komen. Een hang naar primitieve gekte die door Philip Roth treffend The Great American Berserk is gedoopt. Thompson zag dat monster de kop opsteken op de Republikeinse Conventie van 1964 in San Francisco, waar de ultrarechtse Barry Goldwater werd genomineerd, en vier jaar later tijdens de campagne van George Wallace, de racistische gouverneur van Alabama. De laatste speelde volgens Thompson ‘met de massa alsof hij ze aan een touwtje had; ze lachten, schreeuwden, sloegen elkaar op de rug’. Ze waren klaar ‘om te lynchen’.
Ja, dat zou zo een beschrijving kunnen zijn van een Trump-rally.
Bovendien had Thompson niet alleen een scherp oog voor populisten, maar ook voor de Amerikanen die Hillary Clinton deplorables zou noemen. Het klootjesvolk aan de onderkant, kansloos in een prestatiesamenleving die draait om cultureel en ander kapitaal. Klassiek voorbeeld zijn de Hells Angels over wie Thompson in 1968 zijn eerste succesvolle boek schreef. Ook hen noemde hij ‘fascistisch’, maar intussen was zijn empathie met de lichtgeraakte bruten, die LSD slikten als aspirine en wegspoelden met een six-pack, onmiskenbaar.
Laatste pluspunt: Denevi geeft nieuw inzicht in Thompsons Fear and Loathing in Las Vegas. Dat onweerstaanbare verslag van een destructief uitje naar de gokstad in Nevada, Thompsons melancholieke afscheid van de sixties, blijkt te zijn voortgekomen uit de nood van zijn reisgezel, de latino-advocaat Oscar Acosta, met wie hij werkte aan een reportage over etnische spanningen in Los Angeles. De autoriteiten vermoedden dat Acosta actief betrokken was bij de bomaanslagen van activisten die hij verdedigde en de advocaat vreesde in zijn kantoor te worden afgeluisterd. Tijdens de eenzame rit naar Vegas kon het duo onbezorgd bijpraten. Thompson ging er trouwens van uit dat Justitie wel eens gelijk kon hebben over Acosta, die nauwe banden had met criminelen en jaren later onder nooit opgehelderde omstandigheden verdween.
Dan nu het slechte nieuws.
Het mag leuk klinken, Thompson als antifascist, maar Denevi doet nauwelijks een poging dat idee te onderbouwen met een analyse van zijn werk. Dat moet kennelijk voor zichzelf spreken. Het gevolg is dat Denevi’s boek vooral een – zoveelste – dweepzieke kroniek is van Thompsons hoogtijdagen (1962-1977), grotendeels gebaseerd op boeken, artikelen en eerder gepubliceerde brieven van de man zelf. Dat is jammer, want Denevi’s these is prikkelend, alleen al omdat er zoveel tegenin te brengen valt.
Ik noemde drie misverstanden. Om met het eerste te beginnen: ja, Thompson zou Trump ongetwijfeld een ‘fascist’’ hebben gevonden. Het staat wel vast dat hij uit de heup schietend op de man van de gelijknamige Toren was losgegaan. Daarbij duikt wel meteen een vocabulaireprobleem op. Want welke munitie had Thompson eigenlijk nog over, na zijn tirades tegen Nixon als ‘crimineel’, ‘hyena’, ‘fascist’ en ‘Nazi’? Zijn dubbelloops was al leeggeschoten.
Maar dat terzijde. Wás Nixon een soort Trump?
In zijn veelgeprezen boek Nixonland (2008) beweert de historicus Rick Perlstein dat Nixon met zijn beroep op de ‘zwijgende meerderheid’ het startschot gaf voor de culture wars tussen Amerikaanse progressieven en conservatieven die uiteindelijk Trump aan de macht hebben gebracht. Dat lijkt aannemelijk, maar het is overdreven. Trump heeft zijn overwinning in 2016 eerder te danken aan het ideologische verzet tegen de culturele revolutie en losbandigheid van de jaren zestig, dat in de VS pas goed op stoom kwam onder Reagan en dat werd gestimuleerd door de bittere polarisatie onder Clinton, Bush junior en Obama. Nixon was eerder een man van de Koude Oorlog dan van een cultuuroorlog. Hij wilde vooral zijn handen vrij hebben om in het buitenland met wereldleiders te kunnen praten, en zeker niet in het binnenland de boel op stelten zetten – zoals Trump gretig en bijna dagelijks doet. Ook Nixons inspelen op angst voor ‘zwarte’ criminaliteit was niet impulsief, maar berekenend en strategisch. Het was zijn breekijzer om de Democraten los te wrikken uit het Zuiden.
Ja, Nixon en Trump delen één dubieuze historische eer: tegen beiden heeft het Huis van Afgevaardigden impeachment in gang gezet. Toch opent zich ook hier meteen de diepe politieke en karakterologische kloof die de mannen scheidt. Nixon, een raspoliticus, probeerde zo lang mogelijk de feiten te ontkennen die het hart vormden van de beschuldigingen aan zijn adres. Maar toen zijn eigen Republikeinen begonnen te deserteren, legde hij zich bij de harde realiteit neer en gooide hij de handdoek in de ring. Resultaat: een land dat wakker werd met een kater, in het deprimerende besef dat het onvermijdelijke was gebeurd.
Landverraders en nepmedia
Trump gebruikt een handdoek alleen om zijn voorhoofd te deppen tijdens een Twitter-sessie. Hij denkt geen seconde aan aftreden. Zijn ze nu helemaal gek geworden? In plaats daarvan bluft en briest hij onophoudelijk dat het allemaal leugens zijn van landverraders en nepmedia die Amerika ‘haten’ en zélf achter de tralies zouden moeten verdwijnen. Bovendien, hij beschikt over ‘grote en ongeëvenaarde wijsheid’ dus NOU EN? IK DOE HET GEWOON NOG EEN KEER!! Aftreden? Nooit! Resultaat: een land dat na drie gierende jaren in de achtbaan wankelt aan de rand van een nationale zenuwinzinking.
Al was hij dan uiteindelijk wél een crook, Nixon hield respect voor het politieke systeem waarin hij groot was geworden. Ondanks zijn verspreking dat ‘als de president iets doet, het dús niet illegaal is’. Trump daarentegen geeft geen zier om het politieke systeem. Integendeel, dat is het ‘moeras’ dat hij belooft droog te leggen. Nixons beroep op executive privilege ging te ver en dat wist hij. Maar voor Trump is het idee dat de president niets fout kan doen geen verspreking, het is het uitgangspunt van zijn hele denken en doen.
Er is nog een verschil. Bij Nixon waren veel Amerikanen bang dat achter het fatsoenlijke, verantwoordelijke masker dat hij in het openbaar droeg in feite een onbetrouwbare cynicus school: de échte Nixon. Vandaar dat de bandjes van zijn gesprekken in zijn Witte Huis, doorspekt met vloeken en denigrerende opmerkingen over Joden en zwarten, zo’n onthulling waren. Het masker was afgevallen. Bij Trump ligt dat compleet anders, want deze levenslange bluffer dráágt helemaal geen masker. Waarom zou hij? Hij leeft van de openbaarheid, van het geluid van zijn eigen ego en rinkelend porselein. Juist publiekelijk gaat Trump tekeer als een mythische halfgod, die doet wat in hem opkomt.
Geroutineerde leugenaar
Zelfs in hun leugens en bedrog verschillen ze. Nixon was een geroutineerde leugenaar, die tegen een medewerker met politieke ambities ooit vaderlijk zei: ‘Weet je, Len, je hebt geen schijn van kans in de politiek. Jij weet niet hoe je moet liegen.’ Maar Nixon loog strategisch, nooit om zichzelf te vleien of een eigen fantasiewereld te creëren zoals de reality-tv-president uit New York. Voor Trump zijn leugens zulke dagelijkse kost – de boekhouders van de Amerikaanse pers telden er in drie jaar 13.000 – dat hij ze waarschijnlijk niet eens herkent als leugens. Hij leeft in een ‘alternatieve’ waarheid.
Voorbeelden te over. Bij zijn verklaring over de dood van IS-leider al-Baghdadi meldde Trump vergenoegd dat de terrorist ‘jammerend en jankend’ aan zijn einde was gekomen. Al was er geen militair die dat kon bevestigen. Hij pochte dat de voorzitter van de Amerikaanse Padvinderij hem had bedankt voor zijn geweldige toespraak op de Jamboree. Trouwens, de president van Mexico had hem ook gebeld, om te bedanken voor zijn grenscontrole. Niets van waar.
Maar wat maakt het uit? Voor een narcist tellen verzonnen complimenten ook.
En dan zijn er nog wat andere, frappante biografische verschillen.
Nixon, die zich uit een middenstandsmilieu omhoog knokte, was sociaal gezien de absolute tegenpool van het zondagskind uit New York. Thompson noemde hem eens een ‘scharrelaar’ en een ‘beroepspoliticus’ die de trukendoos van Washington kende, maar geen ‘ziel’ had. Heel wat anders dan Trump, een president in pyjama die lak heeft aan ’techniek’ en liever zijn achterban op Twitter oppookt dan met ambtenaren overlegt in het Ovalen Kantoor.
Thompsons afkeer van Nixon, denk je dan, was dan ook vooral een kwestie van temperament. De vrijbuiter-journalist walgde van de man Nixon, die leefde op de handrem, billen-samengeknepen bekrompen en burgerlijk. Ongeneeslijk square. Een sociale stijger, die werd geweigerd door een studentenvereniging omdat hij te kleurloos was. Een man die op een feestje de gastvrouw onder vier ogen vroeg om ‘een dubbele sherry’. Sherry!
Dat imago kleefde Nixon levenslang aan. In The Selling of the President (1968) van Joe McGinnis zegt de latere oprichter van Fox News Roger Ailes over Nixon: ‘Mensen vinden hem saai. Ze zien hem als iemand die al 42 was toen hij werd geboren. Andere kinderen kregen een voetbal met Kerstmis, hij een aktentas, en daar was hij blij mee.’ En: ‘Hij ziet eruit alsof iemand hem de hele nacht in een kast heeft gehangen en hij er ’s ochtends met een verkreukeld pak uitspringt en begint te roepen: ik wil president worden!’
O ja, de vrouwen! Trump pronkt met echtgenotes, houdt van bimbo’s, schept op dat hij vrouwen bij hun pussy kan grijpen en zei over zijn dochter bij wijze van compliment dat hij met haar zou ‘uitgaan’ als hij niet haar vader was. Vergelijk dat eens met Nixon, die er door zijn adviseurs aan moest worden herinnerd af en toe naar zijn Pat te glimlachen als ze weer eens achter hem aan dribbelde. Het contrast met Trump is even groot als dat met Kennedy, ook een oversekste rijkeluiszoon, aan wie Nixon een pesthekel had.
Personificatie van de jaren vijftig
‘Tricky Dick’ was dus eerder de personificatie van de jaren vijftig, een kop van Jut voor de alternatieve kringen waarin Thompson zich bewoog. Op clementie hoefde hij dan ook niet te rekenen, toen hij ten val was gekomen. Alleen Neil Young zong in 1976, toen hij de ex-president het ziekenhuis had zien verlaten na een bezoek aan Pat, dat ‘zelfs Richard Nixon een ziel heeft’.
Tot slot dan de tijden. Je zou denken dat het in Amerika niet erger kan dan nu, maar de Nixon-jaren mochten er ook zijn. Het land sidderde van de politieke moorden, rassenrellen, bomaanslagen en plunderingen. Nadat vier studenten in Ohio door de Nationale Garde waren doodgeschoten, staken omstanders triomfantelijk vier vingers de lucht in. ‘Yippie’ Jerry Rubin vroeg studenten op zijn beurt of ze ‘bereid waren hun ouders te doden – letterlijk’. The Weathermen, een terreurgroep vernoemd naar een songtekst van Bob Dylan, pleegden bomaanslagen tot ze zichzelf opbliezen. De Hells Angels boden hun diensten aan in Vietnam, voor ‘missies achter de linies’.
In die chaos trok Nixon trok er een keer in zijn eentje op uit om bij het Lincoln Memorial een gesprek aan te knopen met anti-oorlogsdemonstranten. Niet dat die gediend waren van zijn toffe praatjes over sport en surfen in Californië – altijd square! – maar toch. Zelfs bij zijn beroep op de ‘zwijgende meerderheid’ deed hij een halfbakken poging de jeugd voor zich te winnen. Geen wonder, Nixon was een control freak. Trump gedijt juist bij chaos. Hij heeft maar één reflex: olie op het vuur gooien. Niet voor niets doet hij geen beroep op Nixons silent majority, maar op zijn eigen angry majority.
Kortom, Hunter Thompson mag de eerste echte gonzo-journalist zijn geweest, Donald J. Trump is de eerste echte gonzo-president.
De overeenkomsten tussen die twee zijn even frappant als de verschillen met Nixon. Trump grof en over the top? Lees de afgrijselijke, humorloze necrologie die Thompson in 1994 van Nixon schreef voor Rolling Stone. De overledene was ‘een kwaadaardige klootzak’; ‘een wild beest dat ruggelings om zich heen klauwt’ met ‘de vuile mentaliteit van een Nazi’’, iemand die ‘slecht was zoals alleen zij die in de Duivel geloven kunnen begrijpen’ en wiens lijk ‘zou moeten worden verbrand in een vuilnisbak’.
Lachen? Mij was dat toen al vergaan.
Trump heeft hooguit minder retorisch talent. Het blijft een beetje behelpen met zijn ‘walgelijke media’, ‘zieke mensen’, ‘corrupte Hillary’, ‘Slaperige Joe’, ‘strontputlandjes’ en ‘rattenholen’. Maar de mentaliteit – ongeremde woede als uiting van morele deugd – is vergelijkbaar.
Trump misogyn? Sla de beruchte passage op in Thompsons Hells Angels (1967) over een groepsverkrachting die hij bijwoonde. Ah gossie, hij werd er helemaal ‘ziek’ van, schrijft Denevi braaf. Maar wacht even. Lezen we bij Thompson bij dat voorval niet ook een persoonlijke, filosofische mijmering over verkrachting als een ‘mysterie’? Als iets waar vrouwen als de dood voor zijn, terwijl er toch ook ‘ergens achterin elke baarmoeder’ een ‘rebelse zenuw tintelt van nieuwsgierigheid elke keer als het woord valt’? Ik bedoel maar.
Journaliste E. Jean Carroll, die Trump in een boek ervan beticht haar ooit te hebben aangerand in een Newyorks pashokje, beleefde naar eigen zeggen iets soortgelijks met Thompson. Alleen hém nam ze niks kwalijk. Thompson had haar in een jacuzzi de kleren van het lijf gescheurd, schreef ze, maar hij was nu eenmaal géén ‘afschuwelijke man’. Ach so – natuurlijk.
Tot zover Thompsons vrouwvriendelijke geloofsbrieven.
Racisme dan? Uit Thompsons reportages spreekt een ironische empathie met hippies en marginale misfits als de Hells Angels. Maar solidariteit met de zwarte burgerrechtenbeweging moet je met een zaklantaarntje zoeken. Intussen doorspekt de uit Louisville, Kentucky afkomstige Thompson zijn reportages met niggers en spics – zij het vooral als een vorm van stoer doen of als maniertje om rednecks met namen als Jimbo belachelijk te maken.
Vuurwapengek
Wapens! Trump omarmt het Tweede Amendement, dat het recht van burgers op wapens garandeert, als een pas geboren baby en jaagt het gehoor bij zijn rally’s voortdurend schrik aan dat de ‘krankzinnige’ Democraten die van hen willen afpakken. Thompson was zijn hele leven een vuurwapengek, tot ellende van zijn omgeving. Hij pleegde zelfmoord met een pistool. Zijn laatste wens: dat zijn as zou worden afgeschoten uit een kanon. Très Trumpiaans.
Rockmuziek: ook een constante bij beiden. Nixon hield van klassieke piano en Sammy Davis junior, en wist nauwelijks wie Elvis was. Thompson en Trump zijn beiden producten van de rockcultuur. Thompson hield van Bob Dylan en The Jefferson Airplane. Trump gebruikte Neil Youngs meestamper Keep On Rockin’ In The Free World als campagnelied. Bij een groots jubileumconcert voor Dylan in Madison Square Garden was Trump in 1992 van de partij om de rock-elite backstage schouderklopjes te geven. Bij een show van Crosby, Stills, Nash & Young zat hij in 2006 naast Patti Smith en Salman Rushdie, die geen van beiden kriebel kregen om te verkassen.
Zou het een generatiekwestie zijn?
Goed mogelijk. Want Thompson (1937) en Trump (1946) zijn – in tegenstelling tot Nixon (1913) – gevormd door het libertijnse Woodstock-tijdperk, toen non-conformisme hoog in het vaandel stond en ontremming en ontregeling werden gevierd als persoonlijke en maatschappelijke deugden. Sherry? Wodka en een snuif! Of – ook goed – elke dag de heroïnekick van Fox News en Twitter. Beide mannen zijn belichamingen van Roths American Berserk, de drang om jezelf geen enkele beperking op te leggen, dwars door alle conventies heen te breken en ongebreideld tekeer te gaan – een hysterisch-vitalistische kant van Amerika waar Nederlanders vaak geen oog voor hebben.
Beiden keren zich tegen het ‘corrupte’ establishment vanuit een heilig geloof in de Amerikaanse Droom: de vrijheid om je uit te leven als individu, zonder een bemoeizieke overheid. Thompson vreesde een police state, Trump de deep state. Het verschil is dat de Droom bij hen door andere daders om zeep wordt geholpen: bij Thompson door ‘kleine sjacheraars’ (zoals Nixon), bij Trump door ‘socialisten’ (alle Democraten). Ergens in zijn boek schrijft Denevi terloops: ‘Voor Thompson was de Amerikaanse Droom altijd een kwestie van vrijheid: als je maar jezelf aan je schoenveters omhoog wist te trekken en harder werkte dan alle anderen, dan slaagde je.’
Ja, Trump zou het er van harte mee eens zijn.
Hebben we gonzo-journalistiek nodig om van Trump af te komen, of hem, op zijn minst, met een beetje goed humeur te overleven?
Dat is het derde en laatste misverstand.
Feit is dat Thompson allang school heeft gemaakt, ook in Nederland. Kranten en sites staan bol van journalisten die hun ik beschouwen als het beste knaapje om hun bloedstollende verhaal aan op te hangen. Of die als mini-Thompsons de lezer vergasten op gesjochten ontboezemingen over hun seks- drank- en drugsleven – en over de prangende vraag wie ze een racist, fascist, Gutmensch of gewoon een lul vinden. Zet Twitter op een kier en het gebrul en gejank komt je tegemoet van bloggers die zich als bronstige bavianen op de borst staan te roffelen om zich dan weer jammerend eigenhandig aan het kruis van het vrije woord te spijkeren. Tourette is in die wereld geen aandoening, maar een diploma.
Dus méér gonzo, tegen de Über-gonzo in het Witte Huis? Nee, dank u.
Het zou ook niet helpen. Richard Nixon werd niet ten val gebracht door gonzo-journalisten die halfdronken hun achterste afveegden met alle beroepsregels, maar door geduldig, vasthoudend uitzoekwerk van ‘gewone’ verslaggevers van een gevestigde krant. Zoals verslaggevers van The New York Times en andere Amerikaanse onderzoeksjournalisten, die er met hun jasjes nog steeds uitzien als verzekeringsagenten of boekhouders, bakken vol feiten hebben opgegraven over Trumps bedrijven, bezittingen, buitenlandse besognes, bemoeienis met Oekraïne en tal van andere zaken die hem nu opbreken.
Van dat soort verslaggevers, ja, daar zijn er altijd meer van nodig.
Timothy Denevi: Freak Kingdom. Hunter Thompson’s Manic Ten-Year Crusade Against American Fascism.
PublicAffairs, 396 blz.
Sjoerd de Jong is Ombudsman van NRC Handelsblad en levert regelmatig bijdragen over de rol van de journalistiek aan De Republikein.
Dit artikel verscheen in nr. 4/2019 van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. Voor de gehele inhoud, zie hier. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.
You might be interested in
Onze koning was laatst op bezoek bij de Luitenant-generaal Bestkazerne in het Limburgse Vredepeel en kwam daar met de uitspraak
Angst & Walging in het Zwitserse Davos als complotprofessor Karel daar een bezoek brengt aan het World Economic Forum (WEF).
De monarchistische beweging in de Verenigde Staten zet de kaarten op de Trumpdynastie. Invloedrijke techmiljardairs als Peter Thiel, lid van
‘Republikeinen, doe uw plicht!’
Nederland is rijp voor een partij die het koekoeksjong van de liberale monarchie uit het nest verwijdert en het sociaal republikanisme van de 18e eeuw terug op de politieke agenda plaatst.
Tekst: René Zwaap
Illustratie: Joep Bertrams
De rede die Wijnand W. Mijnhardt op vrijdag 27 september jl. uitsprak bij zijn emeritaat als
hoogleraar vergelijkende wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht verdient aandacht van iedere rechtgeaarde republikein. Eloquent en vol hartstocht neemt Mijnhardt zijn gehoor mee op een vogelvlucht door de Nederlandse geschiedenis. Zijn betoog is toegespitst op de vraag hoe het toch mogelijk was dat de hooggestemde idealen van een land dat werd geboren als republiek werden geofferd op het altaar van nationale monarchale eenheid onder de Oranje-kroon.
Mijnhardt breekt een lans voor eerherstel voor de republikeinen van de achttiende eeuw. ‘De Bataafse Revolutie van eind achttiende eeuw schiep de mooiste grondwet die Nederland ooit heeft gekend: de Staatsregeling, het enige moment uit de Nederlandse geschiedenis waarop sociale beschavingsidealen en lonkende culturele verten samenvloeiden in een politiek staatsontwerp’.
Met de terugkeer van de Oranjes na de val van Napoleon begon het Grote Retoucheren. ‘Hier ligt het begin van de presentatie in schrille kleuren van de achttiende eeuw als een ongelukseeuw, van de Nederlandse Verlichting als het “absolute niets” en van de verguizing van patriotten en Bataven. In zo’n context kon de monarchie voortreffelijk als nieuw begin dienen. […] Duidelijk is wel dat legio Nederlandse historici zich aan vele gradaties van byzantinisme hebben schuldig gemaakt. Creatief weglaten was daarbij een prachtig hulpmiddel. Ook vandaag nog wordt de monarchie ondersteund door pluimstrijkende elites. Politici en hoge ambtenaren doen er nog steeds goed aan zich met gepaste deferentie de onvermijdelijkheid van het Oranjehuis eigen te maken.’
Deze kongsi heeft de wind er ook nu nog stevig onder. Mijnhardt: ‘Behalve wat periodieke peilingen van de media is er geen recent serieus wetenschappelijk onderzoek voorhanden naar de houdbaarheid van de monarchie of de populariteit van het vorstenhuis. Klaarblijkelijk wordt dat type onderzoek in Nederland niet gepast geacht.’
Mijnhardt sluit met een visioen. ‘Ik droom vaak hoe mooi het zou zijn ons opnieuw te laten inspireren door de rijkdom van een opgefrist laat achttiende-eeuws vaderlands republikanisme en het koekoeksjong van de liberale monarchie uit ons nest te verbannen. Behalve geraffineerde dynastieke politiek en eigenbaat, respectloze omgang met constituties en vluchtig, als nationale symboliek verpakt volksvermaak, heeft de Oranjemonarchie ons weinig gebracht en bij een sociaal republikanisme hebben we veel te winnen.’ Hij citeert de republikeinse feministe Mietje Hulshoff, die zich in 1806 keerde tegen het koningschap van Lodewijk Napoleon en dat moest bekopen met twee jaar opsluiting in het Verbeterhuis (ze vertrok uiteindelijk naar de VS omdat ze ook niet onder een Oranjemonarchie wilde leven): ‘Republikeinen, doe uw plicht.’
Zo’n oproep mag niet onbeantwoord blijven. Daarom zal De Republikein in de eerstvolgende editie een aanzet leveren tot zowel een republikeinse Grondwet als tot een beginselprogramma van een nieuwe republikeinse partij in de lijn van Mijnhardt. Mis het niet!
Uit: De Republikein nr 4/2019, zie voor de gehele inhoud deze link.
René Zwaap is hoofdredacteur van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap
Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement
You might be interested in
In Nederland is de vrees nog groot dat met de invoering van het correctief referendum de poorten van de hel
De monarchistische beweging in de Verenigde Staten zet de kaarten op de Trumpdynastie. Invloedrijke techmiljardairs als Peter Thiel, lid van
Journalist en schrijver Paul Damen was bij zijn dood op 13 november 2024 hoofdredacteur van De Republikein. Op de dag
Is het haalbaar een oordeel van de rechter uit te lokken over de vraag of de Koning te veel (onverenigbare) bevoegdheden heeft? Die vraag legde het Republikeins Genootschap voor aan de jonge jurist Ewout Jansen, ex-adviseur van de Hoge Raad en ook bekend als cabaretier. Tegenover De Republikein licht hij zijn bevindingen toe.
Tekst René Zwaap
Ewout Jansen begint met een gedachte-experiment. ‘Stel dat ik een geschil heb met Jeroen Pauw. Ik wil een uitspraak van de rechter en kom er achter dat ik weliswaar een procedure kan beginnen, maar dat de rechter benoemd is door Jeroen Pauw en bij die gelegenheid ook trouw heeft gezworen aan Jeroen Pauw. Overigens kan ik alleen procederen met behulp van een advocaat, die bij zijn benoeming bij de rechtbank, ook trouw moest zweren aan Jeroen Pauw. Boven het hoofd van de rechter hangt in de zittingszaal een foto van Jeroen Pauw. Als ik de uitspraak van de rechter lees staat er boven: “In naam van Jeroen Pauw”. Indien het een bestuursrechtelijke procedure betreft, is Jeroen Pauw bovendien de voorzitter van het hoogste rechterlijke college dat over de zaak gaat oordelen. Ik mag me weliswaar beroepen op algemene regels, maar die regels zijn alleen geldig indien Jeroen Pauw ze heeft bekrachtigd. Jeroen Pauw is ook voorzitter van een orgaan dat – tot in het kleinste detail – over de regels heeft geadviseerd. Bovenaan elke regel die ik kan inroepen staat: “De groeten van Jeroen Pauw”. Onderaan elke regel staat een handtekening van Jeroen Pauw. Jeroen Pauw staat aan het hoofd van de regering die de regels heeft opgesteld en Jeroen Pauw benoemt en ontslaat ook zelf de leden van de regering. Als ik dan bezorgd de vraag stel of ik dan wel een eerlijk proces ga krijgen, is het antwoord dat Jeroen Pauw gewoon een fantastisch fijne vent is en dat ik me zorgen maak over formaliteiten waar Jeroen Pauw in de praktijk geen belangstelling voor heeft. Ook wordt me dan uitgelegd dat het traditie is dat Jeroen Pauw zijn bevoegdheden niet gebruikt om benoemingen of wetgeving tegen te houden en dat Jeroen Pauw vroeger nog veel meer macht had dan nu en alleen onder zware druk zijn huidige bevoegdheden heeft geaccepteerd. Bovendien is het niet alleen Jeroen Pauw die bevoegdheden heeft, maar gelden ook andere formele eisen waar Jeroen Pauw buiten staat. Als ik dan vraag of ik misschien mag controleren of Jeroen Pauw echt geen gebruik maakt van zijn bevoegdheden dan is het antwoord dat dit niet kan, maar dat ik er toch alle vertrouwen in kan hebben dat Jeroen Pauw geen misbruik maakt van zijn positie en in de praktijk een ceremoniële rol’.
Dit alles klinkt een beetje raar? Vervang ‘Jeroen Pauw’ door ‘de Koning’ en we zijn middenin de staatsrechtelijke realiteit van Nederland anno 2019. Jansen: ‘Wie niets weet van de theorie en de praktijk van Nederlandse staatsinrichting en enkel de Grondwet leest, kan niet anders dan concluderen dat de Koning de absolute macht heeft in Nederland. Artikel 82 van de Grondwet bepaalt bijvoorbeeld dat wetsvoorstellen kunnen worden ingediend “door of vanwege” de Koning en lijkt juist te waarborgen dat de Koning wel degelijk ook zelf een eigen wetgevende bevoegdheid heeft zonder tussenkomst van anderen. Er is geen wet, die geldig kan worden, zonder bekrachtiging door Koning. Sterker nog: pas na instemming van de Koning treden wetten in werking. Ook belangrijke (“koninklijke”) besluiten kunnen alleen genomen worden met instemming van de Koning. Daar komt bij dat Koning voorzitter is van de Raad van State, die adviseert over wetgeving en de regering moet motiveren wat er met die adviezen gebeurt om te waarborgen dat de adviezen tot wijzigingen leiden; indien de wetgever iets over het hoofd heeft gezien. Hierdoor heeft de Raad van State veel invloed op wetgeving’.
Koning van het recht
Daarnaast staat de Koning aan het hoofd van de regering. Jansen: ‘ Als voorzitter van de Raad van State adviseert de Koning dus zichzelf. Bovendien benoemt en ontslaat de Koning de leden van de regering. Ook alle rechters in Nederland moeten worden benoemd en ontslagen door de Koning. Daarnaast is de Raad van State – behalve een adviesorgaan over wetgeving – ook de hoogste bestuursrechter in Nederland. In elke rechtszaal hangt een portret hangt van de Koning. Boven elke rechterlijke uitspraak staat “In naam van de Koning.”. Boven elke wet staat een groet van de Koning aan de lezer. Rechters moeten bij de gelegenheid van hun benoeming trouw zweren aan de Koning om in functie te kunnen treden. Ook advocaten moeten trouw zweren aan de Koning om in functie te kunnen treden. Maar de Koning is evengoed ook partij in rechtszaken. Denk maar aan al die zaken tegen media die hij aanklaagt vanwege schending van zijn privacy of die van zijn familie. Die zaken worden steevast door de media verloren. Maar in hoeverre is daar nog sprake van onafhankelijke rechtspraak? Daar heeft de Koning toch echt de schijn tegen. En als je die praktijk afzet tegen een reeks van uitspraken van het Europees Hof van de Rechten van de Mens over de gewenste onpartijdigheid van de rechter, zou je daar best een zaak van kunnen maken’.
Public Interest Litigation (PIL)
Door de Urgenda-zaak en de SGP-zaak is plots veel ruimte gekomen voor zogenaamde Public Interest Litigation (PIL). ‘Dit zijn vrij abstracte rechtszaken tegen de Staat. De SGP-zaak betrof een een – in zekere zin – vergelijkbaar staatskundig grondrechtelijk probleem; namelijk het ontbreken van passief kiesrecht voor vrouwen binnen de SGP. De bevoegdheden van de Koning zijn in feite een ook zo’n constitutionele “fout” van de wetgever. De bevoegdheden van de Koning zijn immers – met name vanuit de rechtspraak bekeken – onverenigbaar, omdat ze te veel aan alle kanten van de Trias Politica zitten. Oud-minister Struycken heeft bovendien verklaard dat de koningin na de Tweede Wereldoorlog (door bekrachtiging te onthouden) executies heeft afgedwongen, terwijl het kabinet gratie wou verlenen en later (voor ernstigere oorlogsmisdrijven) de doodstraf verhinderde vanwege principiële bezwaren. De bevoegdheden van de Koning zijn dus niet alleen maar ceremonieel. De rechter kan geen opdracht geven aan de overheid om betere wetgeving te maken, maar is wel bereid een algemene verplichting op te leggen om te bevorderen dat wordt voldaan aan de eisen van grondrechten in internationale verdragen’.
Dit artikel verscheen in nr 4/2019 van De Republikein. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement
You might be interested in
Ulli d’Oliveira Er komt een opgefriste ambtseed voor rijksambtenaren. Het kabinet heeft het aannemen van een motie van het
Opiniepeilingen leren dat de populariteit niet alleen van de drager van de kroon en zijn ega afneemt, maar ook van
Wie bij Harry Mulisch zoekt naar een coherente visie op de monarchie, stuit op dezelfde meerduidigheid die ook zijn literaire
Wij republikeinen hebben afgesproken dat we op democratische wijze streven naar een republiek in Nederland. Dat lijkt logisch, maar is het ook realistisch? Natuurlijk moet een meerderheid van de Nederlanders voorstander zijn van een gekozen staatshoofd, maar is daarmee het pleit beslecht? De Nederlandse Grondwet vormt dan nog een formidabele barrière.
Een Grondwet moet stabiliteit en inspiratie bieden, maar ze moet ook flexibel zijn en veranderingen kunnen faciliteren. Een Grondwet moet een gevoel geven dat ze dienstbaar is aan de burger en dat de burger als kiezer haar kan wijzigen als er een meerderheid is en de tijdgeest erom vraagt. De Nederlandse Grondwet voldoet hier niet aan.
Om de Grondwet te wijzigen is een meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer nodig. Daarna moeten er verkiezingen zijn en moet een tweederde meerderheid in beide Kamers weer met de wijzigingen instemmen. Die verkiezingen dienen als een soort bevestiging door de kiezer, maar in de praktijk gaan verkiezingen over heel andere zaken dan een grondwetswijziging. Beter is het als de kiezers direct gevraagd wordt zich over een wijziging uit te spreken in een referendum. Als we Nederland democratisch willen houden moet de invloed van de kiezer op de Grondwet groter en directer worden.
In tegenstelling tot landen als Duitsland en de VS kan een Nederlandse burger geen beroep doen op de Grondwet. Nederland kent geen Hooggerechtshof dat de toepassing van de Grondwet op verzoek van een burger kan toetsen. We moeten het doen met een beroep op Europese verdragen, waardoor de Nederlandse Grondwet steeds meer een dode letter wordt.
Voor een buitenstaander is de Nederlandse Grondwet toch al onbegrijpelijk. Als je de Grondwet letterlijk neemt lijkt Nederland meer op een sultanaat in het Verre Oosten dan op een Europese democratie. Je moet zo veel tussen de regels lezen en interpreteren dat het een inspiratieloze tekst is. Hoe kun je iedereen gelijk verklaren, maar de koning daarvan uitzonderen?
De belangrijkste wijzigingen in de Grondwet kwamen tot stand in tijden van revolutie en crisis. In 1848 smoorde Thorbecke het burgeroproer door de koning grotendeels van zijn macht te ontdoen. In 1917, ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, werd het onderwijs gepacificeerd en het algemeen kiesrecht ingevoerd. Zonder dit soort existentiële druk zijn fundamentele wijzigingen van ons bestel blijkbaar niet mogelijk. Zo verhinderde Wiegel in 1999 het correctief referendum en deed Van Thijn in 2005 hetzelfde met de gekozen burgemeester.
Dat biedt niet veel hoop voor Nederlandse republikeinen. Ik trek zelfs de conclusie dat het binnen een normaal democratisch proces onmogelijk is van Nederland weer een republiek te maken, ook al is een meerderheid van de bevolking daar voorstander van. Zonder revolutie geen republiek. De Grondwet staat de toekomst van Nederland in de weg. Grondwetswijzigingen moeten eenvoudiger kunnen, anders mist de Grondwet haar doel van stabiliteit en inspiratie.
Volgens Johan Remkes is het eenvoudiger de wetten van de zwaartekracht te wijzigen dan de Nederlandse Grondwet. Republikeinen moeten nadenken over hoe Nederland democratischer kan worden buiten de huidige grondwettelijke orde om.
Hans Maessen is voorzitter van het Republikeins Genootschap
You might be interested in
Ulli d’Oliveira Er komt een opgefriste ambtseed voor rijksambtenaren. Het kabinet heeft het aannemen van een motie van het
Opiniepeilingen leren dat de populariteit niet alleen van de drager van de kroon en zijn ega afneemt, maar ook van
Wie bij Harry Mulisch zoekt naar een coherente visie op de monarchie, stuit op dezelfde meerduidigheid die ook zijn literaire
VERS VAN DE PERS
De Trump-special van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. Over de nachtmerrie waarin de Amerikaanse politiek is beland, een verkenning van Trumpisme en narcistisch leiderschap in Europa en recepten tegen het extreem-rechtse reveil.
Sjoerd de Jong las het spraakmakende boek Freak Kingdom. Hunter S.Thompsons Manic Ten Year Crusade Against American Fascism, waarin Timothy Denevi de in 2005 overleden journalistieke outlaw Hunter S. Thompson neerzet als een profeet van het Trump-tijdperk en tegelijkertijd als degene die al dit onheil had kunnen voorkomen als hij niet voortijdig een eind aan zijn leven had gemaakt. ‘Stel dat de legendarische gonzo-journalist nog had kunnen twitteren’, aldus de Jong, ‘had hij dan met een stroom woeste berichten van 180 tekens, getikt in het holst van de nacht en in walmen van drank en hasj, kunnen voorkomen dat Donald Trump president was geworden? Was impeachment dan niet nodig geweest? Had het gekkenhuis waarin Amerika door toedoen van de maniak-president is beland, compleet met geraas en getier over landverraad, spionage en burgeroorlog, kunnen worden voorkomen?’ Timothy Denevi lijkt het te geloven, maar De Jong toont zich minder overtuigd. Er zat meer Trump in Thompson dan men zou hopen, en in feite deed met Donald Trump Gonzo zijn intrede in het Witte Huis. De Jong breekt een lans voor de klassieke onderzoeksjournalistiek: ´Feit is dat Thompson allang school heeft gemaakt, ook in Nederland. Kranten en sites staan bol van journalisten die hun ik beschouwen als het beste knaapje om hun bloedstollende verhaal aan op te hangen. Of die als mini-Thompsons de lezer vergasten op gesjochten ontboezemingen over hun seks, drank-en drugsleven – en over de prangende vraag wie ze een racist, fascist, Gutmensch of gewoon een lul vinden. Zet Twitter op een kier en het gebrul en gejank komt je tegemoet van bloggers die zich als bronstige bavianen op de borst staan te roffelen om zich dan weer jammerend eigenhandig aan het kruis van het vrije woord te spijkeren. Tourette is in die wereld geen aandoening, maar een diploma. Dus méér gonzo, tegen de Über-gonzo in het Witte Huis? Nee, dank u´.
Boris Johnson in het Verenigd Koninkrijk, Viktor Orbán in Hongarije, Bojko Borisov in Bulgarije, Thierry Baudet in Nederland en de rij gaat nog veel verder. Maakt het Trumpisme school in Europa? Ex-Europarlementariër en schrijfster Els de Groen ging op zoek naar de Trumpisten van Europa en doet tegelijkertijd een poging tot definitie van dit politieke fenomeen. Een Trumpist, aldus De Groen, is een narcist in een leidinggevende functie. `Zoals een populist de spreekbuis wordt van een groep en groepsbelangen nastreeft en een verlicht despoot het algemeen belang wil dienen door ieders spreekbuis te zijn, zo laat een Trumpist zich leiden door eigenbelang: het enige belang dat hij kent´. Maar een narcistische leider is een contradictio in terminis. ´Het gaat om mensen met een persoonlijkheidsstoornis die anderen manipuleren, maar die op hun beurt ook weer gemanipuleerd kunnen worden door krachten achter de schermen.´
De Italiaanse dichter en mensenrechtenactivist Roberto Malini legt uit wat de Italiaanse Trump-kloon Matteo Salvini, alias ´Selfini´, beweegt: tomeloze geldingsdrang van een lege persoonlijkheid. Salvini is zeker schatplichtig aan Mussolini, die net als hij gaarne zijn viriliteit tentoonstelde in zwembroek aan het strand. ´Ondanks de lessen van beide Wereldoorlogen is Europa nog steeds gevoelig voor de propaganda van narcisten in badkleding´, waarschuwt Malini. ´Net als Mussolini benadrukken populisten en nieuw rechts de waarden van vaderland en familie, nationale tradities en “heilige grenzen”. Ze presenteren zichzelf als de vertegenwoordigers van het gewone volk en in hun vaak schreeuwend voorgedragen speeches oreren zij over rechtvaardigheid, justitie en zelfs religie. Salvini kust publiekelijk de rozenkrans en smeekt de bescherming af van de heilige maagd voor zijn politieke programma’s. Moe van slechte politiek, corruptie, de crisis van de ideologieën en waarden, raakt een toenemend percentage van burgers in de ban van zulke verhalen, gebracht door iemand die zij zien als „een man uit één stuk“. Zo verandert narcisme van een individuele conditie in een algemene, collectieve toestand´.
Gijs Korevaar sprak met de Nederlandse politicoloog Cas Mudde, die doceert aan de Universiteit van Georgia, en onlangs zijn boek The far right today presenteerde, waarin hij methoden aandraagt om de overheersing van het extreem-rechtse discours in de huidige politieke verhoudingen te doorbreken. In de ogen van Mudde is het grootste probleem van deze tijd het ideologische vacuüm waarin de liberale democratie verkeert. Tegenover het rechts-radicale geluid staat nauwelijks een aanlokkelijk alternatief. Mudde betoogt ook dat Donald Trump veel minder de outsider is in zijn eigen Republikeinse Partij dan velen vermoeden. Mudde: ‘Het is absoluut niet waar dat Trump de Republikeinse partij heeft gekidnapt. Hij werkt precies de agenda van rechts af. Republikeinen storen zich misschien wel aan zijn tweets en aan zijn vulgaire taalgebruik, maar ze zijn het wel eens met wat hij doet.´
Maurits van den Toorn verdiept zich in het fenomeen van de impeachment in de VS. Impeachmentprocedures kunnen voor praktisch alle publieke ambten worden gevoerd, zowel op federaal als op staatsniveau. Dat heeft de afgelopen twee eeuwen enkele tientallen keren tot afzettingen van rechters, ministers en gouverneurs geleid. Zo heel uitzonderlijk is de procedure dus niet, maar er is nog nooit een Amerikaanse president door een impeachment afgezet. Van den Toorn: ´Tot dusverre is er ook nog maar vier keer een impeachmentprocedure tegen een president in gang gezet: tegen James Buchanan in 1860, tegen Andrew Johnson in 1868, tegen Richard Nixon in 1974 en tegen Bill Clinton 1998. Bij Buchanan werd in 1860 een onderzoek gestart, maar ondanks de corruptie in zijn regering werden geen impeachable offenses gevonden; er kwam dus geen formele impeachment. Bij Johnson gebeurde dat wel (wegens misbruik van het ambt), maar de benodigde twee derde meerderheid in Senaat werd nét niet gehaald. Bij Nixon liep het onderzoek naar impeachable offenses, maar voor een formeel besluit kon worden genomen om daadwerkelijk over te gaan tot impeachment, hield hij de eer aan zichzelf en stapte op. Clinton kreeg geen impeachmentprocedure aan de broek wegens zijn gerommel met stagiaire Monica Lewinsky, zoals vaak wordt gedacht – dat was vooral een kwestie van slechte smaak – maar omdat hij tijdens het onderzoek daarnaar onder ede had gelogen en de rechtsgang had belemmerd. Uiteindelijk haalde het voorstel in de Senaat niet eens een meerderheid. Als overigens één Amerikaanse president een impeachment had “verdiend”, dan is het wel Ronald Reagan vanwege de Iran-Contra-affaire´.
Jelle Jeensma las zes in Nederlandse vertaling verschenen boeken vol explosieve en meestal anonieme getuigenissen die samen een onthutsend beeld schetsen van de meest controversiële president in de geschiedenis van de Verenigde Staten. In de boeken van Michael Wolff, Bob Woodward, James Comey, Craig Unger en Luke Harding blijkt de Amerikaanse politiek in een nachtmerrie beland. Het Witte Huis is in de greep van sjoemelende sjacheraars, Russische maffiosi, uitgerangeerde generaals en een president die regelmatig in razernij vervalt. Boerenslim is Trump wel. Op een doortrapte manier speelt hij de kongsi’s in zijn omgeving uit. Verdeel en heers is zijn adagium. Woodward citeert een paar keer een uitspraak van Trump: ‘Echte macht is angst’. Als Michael Wolff tegen Trump’s gewezen vertrouweling Steve Bannon zegt dat Trump kwetsbaar was omdat hij veertig jaar de baas was geweest van wat steeds meer een semi-criminele onderneming bleek te zijn, zegt die grinnikend: ‘Ik denk dat we “semi” wel kunnen laten zitten´.
Waar Lyndon B. Johnson, Richard Nixon en vooral ook George W. Bush immer konden rekenen op harde protestsongs vanuit de Amerikaanse tegencultuur, blijft het bij Donald J. Trump tot nu toe beangstigend stil uit die hoek. August Hans den Boef schrijft over een mooie traditie waar de klad in kwam, en behandelt onder meer Country Joe & The Fish, The Fugs, Frank Zappa and The Mothers of Invention en Neil Young, die speciaal voor George W. Bush het lied Let´s Impeach The President schreef, maar in het geval van Donald Trump tot nu toe mysterieus stil bleef. Ligt dat wellicht aan het feit dat de Canadese bard enige jaren terug nog in zaken wilde gaan met zijn toenmalige fan Trump, die tijdens zijn rally´s ook nog eens Youngs Keep On Rocking In The Free World door de stadions laat galmen?
In een column buigt Ries Roowaan zich over de echte Amerikaanse nachtmerrie: het eten in hotels. ´Het ontbijt bestaat in de regel uit eieren in diverse schijngestalten, fruitsalade uit blik, ranzige bacon, cornflakes, wit toastbrood, slappe koffie, aardappelen, onduidelijke worstjes en nog wat culinaire wangedrochten – een ensemble dat zich het beste laat omschrijven als een parodie op het Engelse ontbijt. Het servies en de koffiekopjes zijn van piepschuim. Voor het snijden, lepelen en prikken is de hotelgast aangewezen op vliegtuigbestek en staat voor de uitdaging met een slap plastic mes gekoelde boter op gammel toastbrood te smeren. Het is wel makkelijk opruimen: alles gaat gewoon in de vuilnisbak. Afwassen drukt immers slechts op de winst´. En dan hebben die arme Amerikanen ook nog eens de duurste gezondheidszorg ter wereld.
Hoe krijg je een uiterst stabiel genie aan het wankelen, vraagt Ricus van der Kwast zich af. Hij vreest dat de obsessie van de kritische media voor Trump het omgekeerde effect heeft. Hoe meer hij wordt bespot, des te sterker hij wordt. En dus bepleit hij een andere aanpak. ‘Trump moet meer geprezen worden, juist door zijn tegenstanders. Niet overdreven, maar gemeend, want af en toe geeft een beslissing, een grap of een gebaar van hem daar best aanleiding toe. Het zal hem uit zijn evenwicht brengen. Nuances nemen de wind uit zijn zeilen. Zonder strijd, zonder wraakgevoelens, zonder media-aandacht is The Donald als een vis op het droge. Hij zal langzaam wegkwijnen. Misschien trekt hij zich zelfs eigener beweging terug‘.
EN VERDER IN DIT NUMMER
Is het haalbaar een oordeel van de rechter uit te lokken over de vraag of de Koning te veel (onverenigbare) bevoegdheden heeft? Die vraag legde het Republikeins Genootschap voor aan de jonge jurist Ewout Jansen, ex-adviseur van de Hoge Raad en ook bekend als cabaretier. Tegenover De Republikein licht Jansen zijn onderzoek toe. Hij wijst erop dat de Koning voorzitter is van de Raad van State, die de regering adviseert over wetgeving. Daarnaast staat de Koning aan het hoofd van de regering. Jansen: ‘Als voorzitter van de Raad van State adviseert de Koning dus zichzelf. Bovendien benoemt en ontslaat de Koning de leden van de regering. Ook alle rechters in Nederland moeten worden benoemd en ontslagen door de Koning. Daarnaast is de Raad van State – behalve een adviesorgaan over wetgeving – ook de hoogste bestuursrechter in Nederland’. Hij concludeert: ‘Wie niets weet van de theorie en de praktijk van Nederlandse staatsinrichting en enkel de Grondwet leest, kan niet anders dan concluderen dat de Koning de absolute macht heeft in Nederland´.
In zijn redactionele inleiding staat De Republikein-hoofdredacteur René Zwaap stil bij de indrukwekkende rede die hoogleraar vergelijkende wetenschapsgeschiedenis Wijnand W. Mijnhardt hield bij zijn afscheid van de Universiteit van Utrecht. Mijnhardt bepleitte bij die gelegenheid eerherstel voor de Bataafse Republiek en reanimatie van het republikeinse gedachtengoed in Nederland. Mijnhardt: ´Ik droom vaak hoe mooi het zou zijn ons opnieuw te laten inspireren door de rijkdom van een opgefrist laat achttiende-eeuws vaderlands republikanisme en het koekoeksjong van de liberale monarchie uit ons nest te verbannen. Behalve geraffineerde dynastieke politiek en eigenbaat, respectloze omgang met constituties en vluchtig, als nationale symboliek verpakt volksvermaak, heeft de Oranjemonarchie ons weinig gebracht en bij een sociaal republikanisme hebben we veel te winnen.’ Zo’n oproep mag niet onbeantwoord blijven, aldus Zwaap. ´Daarom zal De Republikein in de eerstvolgende editie een aanzet leveren tot zowel een republikeinse Grondwet als tot een beginselprogramma van een nieuwe republikeinse partij in de lijn van Mijnhardt. Mis het niet!´
In zijn vaste column voor De Republikein staat Roel van Duijn stil bij het 50-jarige jubileum van de Kabouterbeweging, die in Amsterdam met de Kabouterpartij in 1970 zijn intrede maakte in de gemeenteraad en ook de Oranjevrijstaat in het leven riep, vrij van koningshuis en consumptiemaatschappij. De boodschap van de Kabouters heeft niet aan zeggingskracht ingeboet en maakt anno 2019 internationaal school.
Incompetentie is de koning van de doofpot, aldus de analyse van onze huisjurist H.U. Jessurun d´Oliveira van de estafette van lek- en lakschandalen bij de diverse Haagse departementen, waar ambtenaren die uit de school klappen over misstanden op de ambtelijke werkvloer worden beschuldigd van schending van het ambtsgeheim en worden verketterd. Inmiddels haalde minister Grapperhaus van Justitie bakzeil met zijn voornemen om een ambtenaar die had gelekt over onrechtmatige beïnvloeding van het WODC te vervolgen. Jessurun d´Oliveira neemt het voor de klokkenluiders op. Sterker nog: ´Ambtenaren hebben soms de plicht aangifte te doen van ambtsmisdrijven‘. Hij gaat ook in op de schandalen rond de onrechtmatige stopzetting van kinderopvangtoelagen bij de Belastingdienst en bij de verdachte toestanden op Buitenlandse Zaken, waar ambtenaren weer niet genoeg weglakten uit WOB-documenten, zodat plotseling bekend werd dat het ministerie strijdgroepen in het buitenland ondersteunt die volgens het Openbaar Ministerie als terroristische organisaties worden gebrandmerkt.
In zijn vaste column voor De Republikein verdiept historicus Gerard Aalders zich ditmaal in de mededeling van de Rijksvoorlichtingsdienst dat de koning op buitenlandse handelsmissies de ene na de andere miljardenorder binnensleept voor het nationale bedrijfsleven.
Ries Roowaan schrijft over Nigel Farage, de Britse Trump-kloon die de Britten opscheepte met Brexit, maar wiens eigen politieke loopbaan dankzij het districtenstelsel nooit verder reikte dan het Europees Parlement.
Waarom hullen officieren van justitie, verdedigers en rechters zich nog steeds in middeleeuwse geleerdenkleding? ´Uit die toga´s!´, bepleit classicus Anton van Hooff. ´In de openbare ruimte dienen uniformen ter (h)erkenning van gezagsdragers, maar in de rechtszaal is geen misverstand mogelijk. Daar leiden de toga’s tot een misplaatst afdwingen van respect en het misverstand dat aanklagers en advocaten tot de rechterlijke macht behoren´.
In de rubriek Appeltjes van Oranje aandacht voor de erotische escapades van Prins Hendrik, de grootste schuinsmarcheerder die het Nederlandse koningshuis heeft voortgebracht. Het seksschandaal rond de Britse prins Andrew verbleekt bij de levenswandel van prins Hendrik, die zich niet alleen bediende van prostitue(e)s van beiderlei kunne, maar zich ook nog eens vergreep aan de jeugdige padvinders waar hij als erevoorzitter van de Nederlandse scouting makkelijk toegang toe had. ´Het leven van prins Hendrik was één groot seksschandaal´.
‘Impeach de koning!’ In zijn vaste column buigt Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen zich over de wenselijkheid dat de Nederlandse Grondwet zou voorzien in een afzetclausule voor de koning. Willem-Alexander voldoet royaal aan de voorwaarden: ´Hij vangt dubbele inkomsten voor zijn meubeltjes, declareert verkeerd, maakt misbruik van hem ter beschikking staande gebouwen en voertuigen, verkoopt staatseigendom voor eigen gewin, enzovoort. Iedere andere burger dan de koning zou voor dergelijke vergrijpen gegarandeerd voor schut gaan´.
Twee boekbesprekingen completeren dit nummer. Maurits van den Toorn bespreekt Mathijs van de Waardts biografie van Dirk Donker Curtius, De man van 1848. Donker Curtius (1792-1864) was zowel een politieke straatvechter als een heer, zowel een republikein als een vertrouweling van koning Willem II. Zijn bijdrage aan het slagen van de Grondwet van 1848, die de absolute monarchie aan banden legde, werd schromelijk onderschat ten gunste van de mythe rond Thorbecke, maar Van de Waardt vult deze lacune voorbeeldig op.
Paul Damen las Rutger Bregmans De meeste mensen deugen met stijgende ergernis. ´Bregmans boek doet nogal denken aan een aflevering van Discovery Channel´, merkt hij op. ´Na Bregmans boek is mij nog steeds niet duidelijk welke mensen deugen, en waarom. Alleen weet ik wél: dit boek deugt voor geen donder´.
Plus: de Blik van Joep Bertrams, illustraties van Gabriel Kousbroek en cartoons van Ardy Beld.
Nr. 4/2019 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.
You might be interested in
Onze koning was laatst op bezoek bij de Luitenant-generaal Bestkazerne in het Limburgse Vredepeel en kwam daar met de uitspraak
Angst & Walging in het Zwitserse Davos als complotprofessor Karel daar een bezoek brengt aan het World Economic Forum (WEF).
In Nederland is de vrees nog groot dat met de invoering van het correctief referendum de poorten van de hel
Podcast: Alles over Meubeltjes-Gate
Nieuw: de republikeinse Podcast, ditmaal over Meubeltjes-gate, over de dubbel gedeclareerde inboedel van de koninklijke paleizen. ‘Razend ingewikkelde’ materie volgens premier Rutte, dus speciaal voor hem nog eens in alle rust uitgelegd. Een productie van Bart Gruson, met medewerking van jurist Jack Jan Wirken, prominent lid van het Republikeins Genootschap. (Illustratie: Gabriel Kousbroek)
You might be interested in
Onze koning was laatst op bezoek bij de Luitenant-generaal Bestkazerne in het Limburgse Vredepeel en kwam daar met de uitspraak
Journalist en schrijver Paul Damen was bij zijn dood op 13 november 2024 hoofdredacteur van De Republikein. Op de dag
In dit zomernummer van De Republikein wordt de vraag naar de republikeinse zaak omgedraaid: stel dat de Oranjes vertrokken zijn,
Alternatieven voor Duitsland
Tekst: René Zwaap
Illustratie: Joep
2019 is voor Duitsland het jaar van de ronde getallen. Honderd jaar na de oprichting van de republiek van Weimar. Tachtig jaar na het begin van de Tweede Wereldoorlog met de Duitse invasie in Polen. Dertig jaar na de val van de Berlijnse Muur. Dwars door al deze jubilea heen duiken spoken uit het Duitse verleden op die kort geleden nog uitgebannen leken. Met het nakende afscheid van Angela Merkel als kanselier lijkt de politieke doos van Pandora zich te openen. De opmars van de rechtspopulistische Alternative für Deutschland lijkt onstuitbaar, en verontrustend mag worden genoemd hoeveel officieren van de Bundeswehr zich actief inzetten voor deze partij van het ressentiment.
Stephan E., de vermoedelijke moordenaar van CDU-politicus Walter Lübcke, die in rechtsextreme kringen innig gehaat werd vanwege zijn engagement voor asielzoekers, deed in 2016 volgens een bericht in Der Spiegel nog een gift van 150 euro aan de AfD-verkiezingskas onder vermelding van ‘Gott segne euch’. Alarmerend is ook de stormachtige groei van de Reichsbürger-beweging, die in twee jaar tachtig procent meer aanhangers wist te vergaren met een politiek programma dat het bestaan van de Bondsrepubliek Duitsland afwijst. Deze Reichsbürger weigeren belasting af te dragen aan een in hun ogen onwettige staat en beschikken over eigen wapenarsenalen en een ondergronds leger dat niet voor aanslagen terugdeinst.
Honderd jaar geleden is het ook dat in Berlijn Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht werden vermoord. Het lijk van Rosa Luxemburg, de grootste geest in het revolutionaire Duitsland, werd van een brug gesmeten en pas weken later uit het Landwehrkanal gedregd. Nog altijd is de dubbele moord door geheimzinnigheid omgeven. Duidelijk is dat niet alleen extreem-rechts, maar ook de socialistische SPD er een rol in speelde. De socialist Gustav Noske, alias ‘de bloedhond’, de eerste minister van Marine en Leger van de Republiek van Weimar, ging hier een monsterverbond aan met de meest duistere reactionaire krachten om de oude orde te beschermen.
In 1969 schreef de historicus Sebastian Haffner: ‘De moord van 15 januari 1919 was een voorspel – een voorspel van de duizendvoudige moorden van de Noske-tijd, tot de miljoenvoudige moorden in de daaropvolgende decennia van de Hitler-tijd. Het was het startsein van alle andere. En juist deze is nog altijd onopgehelderd, nog altijd onbestraft en nog altijd onverwerkt. Daarom jankt hij nog altijd naar de Duitse hemel. Daarom stuurt hij nog altijd een verzengend licht in het Duitse heden, als een dodelijke laserstraal’.
Die dodelijke laserstraal licht anno 2019 weer op in Duitsland, en heel Europa knippert met de ogen. Tegelijkertijd is dit Duitsland nog altijd drager van de hoop. Neem bijvoorbeeld de utopische vergezichten van de Berlijnse politicologe Ulrike Guérot, die ervoor pleit de Europese Unie om te bouwen tot één grote republiek van gelijkberechtigde wereldburgers waarin voor nationalisme geen plaats meer is. In haar bevlogen boeken klinkt het poëtische humanisme van Rosa Luxemburg nog door. Republikeins Nederland zou er goed aan doen zich bij dat geluid uit Duitsland aan te sluiten.
(Redactionele inleiding van de Duitsland-special van De Republikein nr 3 jaargang 2019).
You might be interested in
In Nederland is de vrees nog groot dat met de invoering van het correctief referendum de poorten van de hel
De monarchistische beweging in de Verenigde Staten zet de kaarten op de Trumpdynastie. Invloedrijke techmiljardairs als Peter Thiel, lid van
Journalist en schrijver Paul Damen was bij zijn dood op 13 november 2024 hoofdredacteur van De Republikein. Op de dag
‘Wilhelmina gaf order voor Horst Wessellied’
Als een detective ontrafelt Albert van der Schoot in zijn boek Kapitein Walther Boer en het galaconcert hoe het kon gebeuren dat op het huwelijksfeest van Juliana en Bernhard in 1937 in Den Haag plotseling het Horst Wessellied klonk.
Tekst:René Zwaap
De verwevenheid van de Duitse royalty met het Derde Rijk kwam in Nederland schril aan het licht op 5 januari 1937, toen tijdens ‘de Eere-avond’ in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag twee dagen voor het huwelijk aan Juliana en Bernhard in tegenwoordigheid van het bruidspaar en koningin Wilhelmina uit de orkestbak van het Residentie Orkest plotseling het Horst Wessellied weerklonk. De diverse Duitse gasten deden daar demonstratief de Hitler-groet bij. Tot dan toe gold het Horst Wessellied – een gedicht geschreven door een jong SA-lid die in 1930 was vermoord door een communistische knokploeg – in Nederland als uiterst omstreden en soms werd er ook door de politie ingegrepen als het werd gespeeld. Hitler had de eerste strofe (met de beginregel ‘die Fahnen hoch’) in 1933 onderdeel gemaakt van de nationaalhymne het Deutschlandlied. In de diplomatieke zenuwenoorlog tussen Nederland en Duitsland in aanloop naar het huwelijk was door het kabinet-Colijn besloten dat het lied niet in deze vorm mocht worden gespeeld tijdens de plechtigheid. Toch gebeurde dat.
In zijn recent verschenen boek Kapitein Walther Boer en het galaconcert reconstrueert Albert van der Schoot, voormalig docent esthetica en cultuurfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam, deze affaire nauwgezet. Natuurlijk ontbreekt ook de beruchte foto niet, waarop de hoge Duitse gasten de Hitler-groet brengen. ‘Het waren niet alleen familieleden van Bernhard die de opkomst van Hitler met instemming begroetten’, schrijft Van der Schoot. ‘Onder de bruiloftsgasten vinden we ook Juliana’s achterneef Friedrich Franz, erfgroothertog van Mecklenburg. Die sloot zich in 1931 aan bij de NSDAP, en kort daarna bij de SS. Ten tijde van het huwelijk van Juliana heeft hij de rang van SS-Obersturmführer bereikt. Een paar jaar later zal hij in het bezette Denemarken (het land waarvan zijn tante Alexandrine dan koningin is!) voor de SS gaan werken. Zijn zusje Thyra is een van de bruidsmeisjes. Een neef van Wilhelmina, Jozias van Waldeck en Pyrmont, maakte carrière in de Waffen-SS en werd generaal in Hitlers leger. Zijn vader, een jongere broer van koningin Emma, is degene die op de foto van de koninklijke loge met de meeste overtuiging de rechterarm strekt. Wilhelmina’s zwager hertog Adolf Friedrich van Mecklenburg, die ook als huwelijksgetuige optrad, was niet alleen lid van de NSDAP, maar ook met Hitler en Goering persoonlijk bevriend. Op de foto staat hij rechts van Wilhelmina. In Duitsland was hij een invloedrijk figuur, die zijn internationale contacten gebruikte voor het behartigen van de belangen van het Derde Rijk. In de jaren voor Hitlers machtsovername werd hij genoemd als mogelijke opvolger van de oude president Hindenburg.En wat in Nederland ook na de oorlog nooit echt is doorgedrongen: Juliana’s eigen vader, prins Hendrik, heeft Hitler na diens machtsovername aangeboden de belangen van het Derde Rijk in Nederland te behartigen – waarvoor hij van Hitler wel een vergoeding van 7,5 miljoen gulden wenste te ontvangen. Het was Hitler zelf die later melding maakte van dit aanbod – dat nooit gematerialiseerd kon worden, omdat Hendrik kort daarna overleed’.
Knieval voor het Derde Rijk
Het is de verdienste van Van der Schoot dat hij deze symbolisch zo belangrijke gebeurtenis – in feite maakte Nederland hier een knieval voor het Derde Rijk – volledig ontrafelt. Eigenlijk zou het orkest volstaan met het Wilhelmus en het Volkslied van Lippe, maar op het allerlaatste moment, tijdens de generale repetitie, kregen de orkestleden te horen dat de regering anders had beschikt. Nog voor het concert begon, op de ochtend van 5 januari, meldde het socialistische dagblad Het Volk uit de mond van Peter van Anrooy, de dirigent van dienst, dat hij ‘zeker geen bezwaar had een lied van het Duitse volk te dirigeren, echter wel om een lied te spelen, dat niet aan het volk behoort, maar aan een partij, die onder de tonen van dat lied andersdenkenden en Joden vervolgt en mishandelt en de vrijheid van het Nederlandse volk bedreigt’.
Nadat Van Anrooy had geweigerd werd de opdracht vergeven aan kapitein Walther Boer, een musicoloog van naam en kapelmeester van de Koninklijke Militaire Kapel en bovenal een trouwe Oranje-aanhanger. Het verhaal dat deze lid was van de NSB blijkt overigens een verzinsel. Van der Schoot : ‘Terwijl de klok doortikte, gingen de orkestleden in beraad. Uiteindelijk liet concertmeester Sam Swaap weten dat twintig orkestleden volhardden in het besluit het Horst Wessellied niet te spelen’.
Concertmeester Swaap, die later als jood in Westerbork en Theresienstadt belandde, zou tijdens het spelen van het Horst Wessellied zeer demonstratief met zijn viool onder de arm voor het publiek gaan staan, zo blijkt uit een passage in het conceptverslag van het organiserend comité over de roerige avond. Dit terwijl de nazi-aanhangers in de koninklijke loge zowel bij het Deutschlandlied als het Wilhelmus de Hitler-groet brachten. Van der Schoot: ‘Aan de ene kant klinkt het protest van Sam Swaap te onwaarschijnlijk om te geloven dat het werkelijk heeft plaatsgevonden. Er is geen andere bron bekend die het bevestigt. Maar de betrokkenen zijn ook over de andere gebeurtenissen op die avond erg zwijgzaam gebleven, zowel voor als na de oorlog. Het lijkt alsof men er niet graag meer aan herinnerd wilde worden. En als het protest van Swaap niet werkelijk had plaatsgevonden, hoe zou het dan in deze tekst beschreven kunnen zijn? Maar in de definitieve versie heeft het Comité kennelijk gebruik gemaakt van het volledige doodzwijgen van deze protestdaad in de verslaggeving, om de actie van de concertmeester ook zelf maar te verdoezelen’.
Tot de op dag van vandaag wordt ook gezwegen over wie nu de opdracht heeft gegeven om het Horst Wessellied toch te laten spelen. Wel is er een brief van Adolf Friedrich van Mecklenburg aan Hitler, een paar weken na het huwelijkfeest. Daarin verzekert hij Hitler dat Bernhard ervoor heeft gezorgd, ‘dat de Duitse volksliederen, het Deutschlandlied én het Horst Wessellied, met nadrukkelijk vertoon (‘ostentativ’) gespeeld zijn tijdens de huwelijksplechtigheden, en wel bij het galaconcert in aanwezigheid van de koningin en alle hoogwaardigheidsbekleders en andere gasten’.
De werkelijke opdrachtgever van het nazistische Wunschkonzert was echter koningin Wihelmina, al mag dat ook zoveel jaar na dato nog altijd niet officieel worden gezegd. De aanwijzingen die Van der Schoot daarvoor vond, kunnen echter tot geen andere conclusie leiden. ‘Koningin heeft zelf daarin de hand gehad’, staat in de notulen van het organiserend comité te lezen over de repertoirekeuze. Daarmee verliest Wihemina’s latere imago als ‘moeder van het verzet’ toch veel van zijn glans. In het nu opgevlamde debat over het duivelspakt van de Duitse adel met het Derde Rijk zal er ook aan Nederlandse zijde nog veel kritisch zelfinzicht gevraagd worden om deze loden historische erfenis nu eindelijk vrij van taboes onder ogen te zien.
Het boek Kapitein Walther Boer en het galaconcert van Albert van der Schoot is direct bij de uitgever te bestellen via deze link.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.
You might be interested in
Eeuwenlang bepaalden Duitse vorsten de machtsverhoudingen in Centraal-Europa en ver daarbuiten. Ook waren ze en passant hofleverancier van koninklijke echtgenoten
De deze week verschenen nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap is een themanummer ter
De vlucht van Wilhelmina in mei 1940 was niet alleen in strijd met de Grondwet, ze was ook een geschenk
In zijn verdediging van de omstreden ontmoeting tussen Máxima en de Saoedische kroonprins Bin Salman maakte minister Blok van Buitenlandse Zaken een ernstige constitutionele fout, aldus Gerard van der Zwan. De Nederlandse campagne om Den Haag te positioneren als epicentrum van internationaal recht liep een geduchte knauw op.
Tekst: Gerard van der Zwan
In juli vond er in Tokio een gesprek plaats tussen Máxima en kroonprins Mohammad bin Salman van Saoedi-Arabië. Dit gesprek ontlokte veel kritiek. Bin Salman wordt na onderzoek door de Verenigde Naties immers verantwoordelijk gehouden voor de moord op de journalist Jamal Ahmad Khashoggi. Deze verdween op 2 oktober 2018 nadat hij het Saoedi-Arabische consulaat in Istanbul in Turkije was binnengegaan. Hij werd in het consulaat vermoord en zijn lichaam werd in stukken gezaagd en dat alles onder de verantwoordelijkheid van kroonprins Bin Salman. Dat Máxima met een dergelijke figuur simpelweg een gezellig gesprek houdt is voor velen niet acceptabel, te meer daar ze de moord op Khashoggi ook niet aan de orde stelde. De kritiek kwam niet alleen uit de Lage Landen zelf, maar ook uit de Verenigde Naties, de organisatie waarvoor Máxima werkzaamheden zegt te verrichten als ‘Speciale pleitbezorger van de VN secretaris-generaal voor inclusieve financiering voor ontwikkeling’.
Geconfronteerd met deze kritiek stelde het kabinet zich bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Blok op het standpunt dat het gesprek dat Máxima voerde met Bin Salman noodzakelijk was vanuit de functie die zij vervult. De minister verklaarde daarnaast dat hij zich ‘niet wil bemoeien met de agenda van Máxima’.
Met deze opmerking maakte de minister een constitutionele fout. Hij gaat – voor wat betreft het buitenlandse deel – wel degelijk over de agenda van Máxima. Hij is hiervoor immers ‘ministerieel verantwoordelijk’. Daarnaast merkte minister Blok over het gesprek tussen Máxima en Bin Salman op: ‘Als de koningin niet met vertegenwoordigers mag spreken van landen die de mensenrechten schenden, kan zij haar functie niet uitoefenen.’ Daar heeft minister Blok op zich gelijk in. Personen in dienst van de Verengde Naties komen in situaties terecht dat ze foute mensen ontmoeten. Maar die gesprekken vinden altijd buiten het zicht van de camera’s plaats en die functionarissen spreken hooguit met ambtenaren van een fout regime. Om het concreet te maken: wanneer een functionaris van de Verenigde Naties overleg wil voeren met Saoedi-Arabië spreekt deze persoon met een ambtenaar, maar nooit met kroonprins Bin Salman, zeker niet wanneer die functionaris een vrouw is. Het feit dat Máxima een gesprek met de Saoedische kroonprins voerde, had dus niets te maken met het gegeven dat zij een functie binnen de Verenigde Naties vervult, maar alles met het feit dat zij de echtgenote is van het Nederlandse staatshoofd.
Gesprek misbruikt
Sterker nog: in het gesprek is deze kroonprins er uiteraard van uitgegaan dat hij sprak met de koningin van Nederland, want zo wordt zij gepresenteerd. Dat dit staatsrechtelijk volkomen onjuist is en dat de titel ‘koningin’ slechts een aanspreektitel is, die nuance ontgaat iedereen in het buitenland. De conclusie van minister Blok dat functionarissen van de Verenigde Naties nu eenmaal ook met foute personen spreken is dus onjuist. In het betreffende gesprek sprak er geen functionaris van de Verenigde Naties met de foute kroonprins, maar de echtgenote van het Nederlandse staatshoofd. Is dat erg? Ja. Saoedi-Arabië en meer in het bijzonder de kroonprins staan sinds de moord op Khashoggi in een kwalijke reuk. Nette landen willen eigenlijk met dit land zo min mogelijk te maken hebben. En uitgerekend de Nederlandse koningin gaat met de kroonprins in gesprek. Saoedi-Arabië ge- en misbruikte het gesprek door het via alle media die het land maar ten dienste staan de wereld in te sturen. Op deze manier poogde het regime zich een wat netter imago te verwerven. Máxima – met in haar voetspoor het Nederlandse kabinet – faciliteerde dit streven. Het koninkrijk Saoedi-Arabië heeft internationaal gescoord met dit gesprek met hulp van het koninkrijk Nederland, maar wil de bevolking van Nederland dat?
Het is evident dat het gesprek van Máxima met kroonprins Bin Salman niet in het belang is van Nederland. Ons land komt zo op lijstjes te staan van landen die goede relaties onderhouden met landen die systematisch de mensenrechten schenden. Het kwam ons land ook vanuit de Verenigde Naties op veel kritiek te staan. Nederland profileert zich graag als een land dat internationaal opkomt voor mensenrechten. Ons land streeft ernaar om internationale gerechtshoven in Nederland te vestigen om zo Den Haag uit te doen groeien tot de juridische hoofdstad van de wereld. Men is daar succesvol in geweest: momenteel herbergt Nederland het Internationaal Hof van Justitie van de VN, het Internationaal Strafhof en het Joegoslavië Tribunaal. Het streven Nederland als rechtsstaat te positioneren en Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld verhoudt zich niet met pogingen tot het publicitair witwassen van foute regimes.
Kortom: deze fout van het koningshuis schaadt de belangen van Nederland. Dat het kabinet en de ministers dit niet wisten te voorkomen en ook niet van plan zijn dat in de toekomst te proberen toont aan dat zij weigeren invulling te geven aan de ministeriële verantwoordelijkheden waarvoor zij zijn aangesteld.
Het probleem is eenvoudig op te lossen: schaf de monarchie in Nederland af, wordt weer de Republiek die we eeuwenlang waren. Kies een president die, wanneer hij of zij het niet goed doet, gewoon na vier jaar niet wordt herkozen. Zo simpel is het!
Gerard van der Zwan was werkzaam in de internationale verhoudingen
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.
You might be interested in
Met een kritiekloze biografie van de hand van Marcia Luyten en een aansluitend stukje schuifdeurentoneel in interviewvorm met Matthijs van
Dankzij Bob Dylan wisten we al dat de tijden veranderen, maar voor degenen die nog niet gans overtuigd waren is
Bij zijn afscheid als hoogleraar moderne geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht hield Wijnand Mijnhardt een gloedvol afscheidscollege over de