Rob Hartmans

Wilhelmina wilde in 1918 referendum over toekomst koningshuis

In zijn recent verschenen boek De revolutie die niet doorging maakt historicus Rob Hartmans de dramatiek van de ‘Rode Week’ tot in de poriën navoelbaar. De Republikein had een gesprek met de auteur.

Tekst: René Zwaap

Dat de geschiedenis van Troelstra’s novembercoup van 1918 zo in detail kan worden gereconstrueerd, is mede te danken aan diverse nijvere informanten van inlichtingendiensten. De telefoons van verschillende SDAP-kopstukken werden afgeluisterd door GS IV, de afdeling van de Generale Staf die bekend stond als ‘de censuur’. Op de verhitte vergaderingen van de SDAP en vertegenwoordigers van de vakbeweging in Rotterdam kwamen verschillende politiespionnen af. Rechercheur J.H.G. Spillenaar sloot zich in het gebouw van de Arbeiderscoöperatie Voorwaarts aan de Gedempte Slaak op in een kast, waarna hij een uitvoerig rapport over de bijeenkomst inleverde. De Rotterdamse burgemeester A.R. Zimmerman was dan ook volledig op de hoogte van wat er speelde bij de socialisten. De kennis werd ook buiten Rotterdam genereus gedeeld met diverse ambtsdragers. Zo besloot de hoofdcommissaris van politie in Utrecht, de later omstreden vertrouweling van koningin Wilhelmina François van ’t Sant, op basis van de Rotterdamse rapportages de politie van de Domstad uit te rusten met karabijnen.
In zijn recent verschenen boek De revolutie die niet doorging levert historicus Rob Hartmans een meeslepend verslag van de gebeurtenissen van november 1918 die de dramatiek van de ‘Rode Week’ tot in de poriën navoelbaar maakt. In de volksmond heet het dat de Rotterdamse burgemeester Zimmerman in 1918 de rode vlag al aan het stadhuis had laten ophangen. In werkelijkheid was het nog niet zo ver, maar de burgervader van de Maasstad had lokale SDAP-leiders wel laten weten dat hij niet van plan was om bij een eventuele revolutie dwars te gaan liggen. Rob Hartmans: ‘In een vergadering van het college van B&W op maandag 11 november – de dag waarop de wapenstilstand tussen Duitsland en de geallieerden werd getekend – bleef Zimmerman volhouden dat het niet de taak was van het gemeentebestuur om een revolutie tegen te houden. Dat was de verantwoordelijkheid van de regering, en het was zijn streven om te zorgen dat bij een eventuele omwenteling de openbare diensten en bedrijven gewoon zouden functioneren. Dat was ook de reden waarom hij contact had gezocht met plaatselijke SDAP-leiding. Alleen ARP-wethouder J. van der Molen kwam met voorzichtige kritiek op deze wel erg meegaande houding van de burgemeester’.
Burgemeester Zimmerman behoorde overigens zeker niet tot de verlichte geesten van zijn tijd, aldus Hartmans. ‘Hij kwam later als Volkenbondscommissaris terecht in Wenen en daar liet hij zich kennen als een rabiate antisemiet. Zijn toenmalige medewerker Meinoud Rost van Tonningen, het latere NSB-kopstuk, liet zich daardoor danig inspireren’.

Referendum
Ook Wihelmina was onder de indruk geraakt van de woelingen in haar koninkrijk, zo beschrijft Hartmans. ‘De koningin wilde zich graag door middel van een proclamatie tot de bevolking richten, maar de ministers waren unaniem van oordeel dat het hiervoor niet het goede moment was. Men moest eerst maar eens afwachten hoe de zaken zich ontwikkelden, en een uitspraak van de koningin zou best eens olie op het vuur kunnen zijn’.
Uit de aantekeningen die Wihelmina in deze bange dagen maakte, blijkt dat ze speelde met het idee van een referendum, waarbij die kiezers mochten beslissen of ze kon aanblijven of niet. Hartmans: ‘De regering, en vooral de zeer door haar vertrouwde minister Aalberse, wist dit soort dingen uit haar hoofd te praten. Die dagen werd ook de Republikeinsche Partij opgericht, maar nadat deze een telegram naar de regering had gestuurd waarin haar werd gevraagd er bij de koningin op aan te dringen om de republiek uit te roepen, heeft men weinig meer van deze club gehoord. Vooralsnog werden de socialisten als grotere bedreiging gezien’.
Kapitein Van Woelderen van de militaire inlichtingendienst noteerde in zijn dagboek: ‘De actie der Roden wordt hoogst gevaarlijk, gezien de werkeloosheid en slapte van onze partijen’. Deze mening werd gedeeld door het clubje rond Carel Gerretson, die als secretaris van de Bataaafsche Petroleummaatschappij de organisatie van de contrarevolutie op zich nam. De Landstorm, een reserveleger van vrijwilligers, zou pal moeten staan voor vorstin en vaderland. Besloten werd de groep op te splitsen in een ‘politiek’ en een ‘militair bureau’. 25 betrouwbare reserveofficieren in burger werden ondergebracht in de stallen van het Koninklijk Paleis in Den Haag voor het geval dit zou worden bestormd. Hartmans: ‘De angst voor een gewapende socialistische coup was enorm. Gesproken werd over 50.000 Duitse bolsjewisten die op het punt stonden de grens over te trekken. Dat waren volkomen ongefundeerde berichten, maar ze hielden de schrik er goed in’.
Pas toen in het weekend van 16 en 17 november 1918 duidelijk werd dat alle gevaar geweken was, was volgens het kabinet het moment gekomen dat de koningin zich weer in het openbaar kon vertonen. Op maandag 18 november werd de tijd rijp geacht voor het demonstratieve huldeblijk op het Haagse Malieveld, waarbij de hulptroepen van de Landstorm de paarden voor het Koninklijke rijtuig afspanden en het rijtuig verder naar het Malieveld trokken. Hartmans: ‘Het socialistische dagblad Het Volk suggereerde dat de militairen die de paarden van de koninklijke koets hadden vervangen, hiertoe met geld en sigaren waren overgehaald. Vast staat dat de actie wat minder spontaan was dan velen wilden geloven. Dit moet sommige tijdgenoten ook duidelijk zijn geworden toen de koningin de dagen hierna verschillende steden bezocht en het tafereel van mannen die de koets trokken zich telkens herhaalde – behalve in Rotterdam, waar de hoofdcommissaris dit in verband met het vele water te gevaarlijk achtte’.
Zo werd de revolutie van Troelstra – ‘een bij voorbaat kansloze onderneming’ in de ogen van Hartmans – in al dan niet kunstmatig opgewekte Oranje-liefde gesmoord.

De revolutie die niet doorging
Rob Hartmans
Uitgever: Omniboek
Prijs 20 euro
206 pagina’s

Symposium over Troelstra’s Novembercoup

J.P. Troelstra tijdens de grote vredesdemonstratie van 1916
Troelstra’s Novembercoup

November 1918. Op het puin van de Eerste Wereldoorlog komt de ene na de andere monarchie ten val. Na het Russische tsarenrijk eindigt op 11 november het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk van de Habsburgers. De Duitse Kaiser Wilhelm II vlucht naar Nederland en de Duitse republiek wordt uitgeroepen. Tot in Zwitserland heerst de geest van de revolutie. En nu lijkt ook Nederland aan de beurt.

In Rotterdam roept SDAP-leider P.J. Troelstra op maandag 9 november 1918 de revolutie uit. Het is het begin van de roerige ‘Rode Week’, waarin de toekomst van de monarchie en die van de oude orde aan een zijden draadje hangen. Maar een week later smoort de ‘coup’ van Troelstra tijdens een ‘spontaan’ huldeblijk aan de koninklijke familie op het Haagse Malieveld. In dit programma blikken we terug op de roerige ‘Rode Week’van november 1918. Had Troelstra zich deerlijk vergist? Of was Nederland wel degelijk rijp voor de grote omwenteling? En hoe ging het sindsdien tussen socialisten en het koningshuis?

Aan het woord komen PvdA-ideoloog Arie van der Zwan, Troelstra-biograaf Piet Hagen, historicus Rob Hartmans, classicus Anton van Hooff, dichter-politicus Manuel Kneepkens en historica Simone Vermeeren. Moderatie: René Zwaap.

Over de sprekers

Arie van der Zwan (1935) is een Nederlands econoom, publicist, PvdA-prominent en voormalig hoogleraar en zakelijk bestuurder. Hij is een van de weinige denkers in de huidige sociaal-democratie die van mening is dat Troelstra zich in november 1918 helemaal niet had vergist.

Piet Hagen, auteur van de Troelstra-biografie Politicus uit hartstocht, was journalist bij dagblad Trouw, directeur van de School voor Journalistiek in Utrecht, hoofdredacteur van De Journalist en medewerker van NRC Handelsblad.

Historicus Rob Hartmans vertelt over zijn binnenkort te verschijnen boek De revolutie die niet doorging, een reconstructie van ‘De Rode week’. Hij is historicus en schrijft o.m. voor het Historisch Nieuwsblad.

Classicus Anton van Hooff zet Troelstra’s actie in het bredere perspectief van de ondergang van de grote Europese monarchieën. Anton van Hooff is classicus en auteur. Eerder dit jaar publiceerde hij ‘Het Plakkaat van Verlatinge, de eerste onafhankelijkheidsverklaring’, bij uitgeverij Omniboek. Hij is een vaste medewerker van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis, recht & burgerschap’

Dichter/politicus Manuel Kneepkens beziet Troelstra’s Novembercoup vanuit Rotterdams perspectief, want de havenstad was uiteindelijk de brandhaard van de revolutie die Troelstra voor zich zag. Manuel Kneepkens is dichter, publicist, politicus en jurist-criminoloog. Tot 2006 was hij gemeenteraadslid in Rotterdam namens de mede door hem opgerichte Stadspartij. Hij levert regelmatig bijdragen aan De Republikein.

Simone Vermeeren is voorzitter van de stichting Jonge Historici en publiceerde in de oktober-uitgave van Socialisme & Democratie van de Wiardi Beckmanstichting een artikel n.a.v. het 100-jarige jubileum van Troelstra’s Novembercoup.

René Zwaap (moderator) is hoofdredacteur van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & recht’ (www.derepublikein.nl) en publiceert o.m. in De Groene Amsterdammer.

Organisatie: ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & recht’ i.s.m. SPUI25 en de Faculteit voor Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Met steun van het Republikeins Genootschap.
Locatie: SPUI25, Spui 25-27, 1012 XW Amsterdam, tel. 020-5258142
Aanmelden: spui25@uva.nl of tel. 020-5258142
Toegang tot de activiteiten van SPUI25 is gratis. Aanmelden is niet vrijblijvend. Wij rekenen op uw komst.

Zwarte bladzijden met tinten oranje

Zou het een modeverschijnsel zijn, een soort zelfhaat om in de geschiedschrijving vooral oog te hebben voor de verfoeilijke kanten van het eigen verleden? Of is het een reactie op de vooral protestants en oranje getinte geschiedschrijving? In zijn boek Zwarte Bladzijden uit de vaderlandse geschiedenis ontvouwt Rob Hartmans een breed palet aan gruweldaden begaan in naam van vorst en vaderland.

 

Tekst Maurits van den Toorn

 

De Engelse filosoof Roger Scruton muntte het begrip ‘oikofobie’ oftewel ‘een ziekelijke afkeer van het eigene’. Je gaat bij het zien van de titel Zwarte bladzijden uit de vaderlandse geschiedenis van Rob Hartmans haast vermoeden dat daar inderdaad sprake van is. Toch valt dat mee, de auteur maakt in een prettig-ironisch geschreven inleiding duidelijk waarom hij juist aan de minder fraaie kanten uit ons verleden aandacht besteedt: ‘Wanneer we onze hedendaagse maatstaven klakkeloos op het verleden toepassen, zitten we vrijwel de hele tijd afkeurend met ons hoofd te schudden. Je moet dus wel kijken naar de waarden en normen die in een bepaalde tijd golden, maar dat wil niet zeggen dat je geen enkel oordeel kunt vellen. Het is belangrijk om te kijken of er in die tijd zelf al protesten te horen waren, of er toen al kritiek was op bepaalde zaken die wij nu afkeurenswaardig vinden’.

 

Chinezenmoord

Hartmans behandelt een breed palet van zwarte bladzijden, met usual suspects als Jan Pieterszoon Coen (op wiens hardvochtige optreden op Banda ook in zijn eigen tijd al kritiek te horen was), de slavenhandel en de Atjehoorlog, maar ook een aantal minder voor de hand liggende keuzes, zoals de (op z’n minst deels van hogerhand gestimuleerde) Chinezenmoord van 1740 in Batavia, het Zuid-Molukse terrorisme, de krakersoorlog en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, met een kritische beschouwing over het populisme en de manier waarop de Nederlandse samenleving daarop heeft gereageerd. De nuchterheid lijkt bij velen nog altijd ver te zoeken, wat blijkt uit het eeuwige gezeur over de “Nederlandse identiteit”, constateert Hartmans.

Of de periode 1795-1813 ook bij deze zwarte bladzijden hoort is twijfelachtig – Hartmans zelf lijkt er ook niet helemaal goed weg mee te weten. Het was immers ondanks opportunisme, baantjesjagerij en samenwerking met de steeds dwingender Franse overheerser een periode waarin het vermolmde staatsbestel werd onderworpen aan een grote verbouwing tot de op moderne leest geschoeide gecentraliseerde staat die in verschillende opzichten de basis vormde waar we nog steeds op voortbouwen. Bovendien blijkt uit recent historisch onderzoek dat zeker niet iedereen klakkeloos collaboreerde, om dat besmette begrip te gebruiken, met de Franse bezetter.

Een paar van die zwarte bladzijden zijn ook oranje bladzijden. Dat geldt voor de executie van Van Oldenbarnevelt, een ‘gerechtelijke moord’ op bevelhebber van stadhouder Maurits, die een soort staatsgreep pleegde door in enkele steden ‘de wet te verzetten’, oftewel  het stadsbestuur te vervangen door mannen die meer op zijn lijn zaten. Een aardig detail over het lakeiengedrag dat wordt vertoond zodra er royalty in beeld komt (het komt niet uit Hartmans’ boek): de gemeente Den Haag heeft in 1934 (!) lang getwijfeld of er wel een standbeeld van Oldenbarnevelt moest komen, omdat het wellicht pijnlijk voor het koningshuis zou zijn.

Ook verbonden met ‘oranje’, hoewel iets minder direct, is ook de moord op de gebroeders De Witt in 1672, de apotheose van de allang woedende strijd tussen staats- en prinsgezinden. Willem III werd stadhouder na herroeping van het ‘eeuwig edict’ uit 1667 waarin de Staten van Holland het stadhouderschap hadden afgeschaft. Raadpensionaris Johan de Witt verloor zijn machtspositie, zijn broer Cornelis werd op vermoedelijk valse beschuldigingen gevangengezet, waarna beiden in Den Haag werden gegrepen en vermoord door een razende menigte, die mogelijk opgehitst was door ‘hooggeplaatsten’. Directe betrokkenheid van Willem III is nooit aangetoond (het Haagse gemeentebestuur hoefde zich dan ook geen zorgen te maken over een standbeeld voor de twee broers), maar de moord op zijn tegenstanders kwam hem wel goed uit. Dat bleek wel uit het vervolg: de daders zijn niet bestraft, enkele betrokkenen maakten mooi carrière en kregen later een jaargeld van de prins.

Moeten we ons als dragers van een Nederlandse paspoort na lezing van dit boek gebukt onder zondebesef door de wereld begeven? Dat lijkt me niet, Nederlanders hebben zich in de mate van wangedrag niet wezenlijk onderscheiden van pakweg Engelsen of Fransen, zeker niet als het ging om het optreden in de koloniën. En eerlijk gezegd voel ik me ook niet verantwoordelijk voor iets dat anderen pakweg twee eeuwen geleden hebben misdaan, net zo min als ik trots kan zijn op, laten we zeggen het winnen van de Tachtigjarige Oorlog. Maar het is wel goed om je er weer eens van bewust te worden dat de zwarte bladzijden er zijn, en na te denken over de manier om ermee om te gaan.

 

Rob Hartmans:

Zwarte bladzijden uit de vaderlandse geschiedenis

Uitgeverij Omniboek, Utrecht

ISBN 9789401910385

Prijs € 20

 

Oranje in de letteren

/

DE REPUBLIKEIN

JAARGANG 13, NR.4, DECEMBER 2017

THEMA: Oranje in de letteren

[divider height=”30″ style=”default” line=”default” themecolor=”1″]

INHOUD VAN DIT NUMMER

Koning Felipe VI contra Catalonië – Republiek in aanbouw…. excuses voor de overlast
Bart Gruson

Hermelijnvlooien in poëzie, deel I – Gladstrijkers, jaknikkers en hielenlikkers
Paul Damen

Maharaja’s, nawabs en nizams – Praalhanzen en pronkjonkers
Lodewijk Brunt

 

Verder:

De blik van Joep

Van de redactie: Schaamteloos cashen
René Zwaap

Van het republikeins front: Een Grondwet met gebreken
Anton van Hooff

Belastingdeal koning bevat constitutionele springstof (gratis)
René Zwaap

Angst voor referendum is angst voor democratie
Arjen Nijeboer

Een enigszins absurde avond: feestgedruis rond vertaling van Spengler
Merijn Oudenampsen

Seks, literatuur en Oranje
Daphne Meijer

 ‘De Oranjes wanen zich onaantastbaar’. Tomas Ross over zijn fascinatie voor het koningshuis
Gijs Korevaar

Ontbijt royale – Een republikeinse zomerklucht
Peter Schoenmaker

Boekrecensie: Spaanse koning oppermachtig in Dan Brown’s occulte wereld
Gijs Korevaar

De Koning-Historicus
Manuel Kneepkens

De Boekverkoopster – hoofdstuk uit het boek ‘Spuwen in de Koninginnensoep’
Zet van Wander

Leiden in last – Een Oranje herinnering / Sinterclaus-avond (1965)
Manuel Kneepkens

Tirannendoding als burgerplicht
Anton van Hooff

Boekrecensie: Zwarte bladzijden met tinten oranje
Maurits van den Toorn

Boekrecensie: De moeder aller republieken: Geschiedenis van de Verenigde Staten
Maurits van den Toorn

Appeltjes van Oranje: Verloren in de sneeuw (Gevolgd door kort verhaal ‘De Daad’)
Serge van Duijnhoven

Column Hans Maessen: Youp

 

 

Abonnementen

Jaarabonnementen (4 nummers) TIJDELIJK van € 38,95 voor € 25,-

Studentenabonnement (4 nrs, tot 27 jaar) € 25,–

Losse nummers € 10,90

Aan een jaarabonnement in het buitenland zijn, naast de kosten voor het abonnement, ook verzendkosten verbonden. Neem hierover contact op met de abonnementenadministratie.

Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, met vermelding van het oude en nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven, uiterlijk 6 weken voor de volgende betalingsdatum.

U kunt zich hier online aanmelden als abonnee.

 

Abonnementenadministratie

Virtùmedia
t.a.v. De Republikein
Postbus 595
3700 AN Zeist

E-mail: klantenservice@virtumedia.nl
Telefoon: 085-0407400.

 

Zelf een artikel schrijven?

Raadpleeg eerst de wenken voor auteurs op de site.