De Republikein, Author at De Republikein - Pagina 6 van 19

De Republikein

Professor Karel weet raad (17): het complot tegen Kerst

Professor Karel dicht de kloof tussen burger en wetenschap met een handige vraag- en antwoordrubriek over de tentakels van de Deep State op internationaal, landelijk én lokaal niveau.  In deze aflevering: het complot tegen de Kerstviering. 

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Gezegende groet, professor Karel

Met enige schroom wend ik mij tot u met vragen rond het Kerstfeest. Schroom, omdat men van mij als lid van de orde van onze Lieve Heer Jezus toch zou mogen verwachten dat ik de antwoorden ken, of toch in elk geval de richting in dewelke deze gezocht zouden moeten worden.

Nochtans, de jongste persconferentie van onze minister-president afgelopen dinsdag doet mij in het duister tasten. Waarom laat de goede man zoveel onzekerheid bestaan over de viering van dit Heilige Feest? Beseft men wel hoe de twijfel daaromtrent afbreuk doet aan het geestelijk welzijn van onze lieve mensen? Ziet hij zichzelf niet als de herder aan wie een kudde is toevertrouwd? Hoe moeten wij geestelijken ons voorbereiden op een decembermaand zonder de beloftevolle Ster van Bethlehem?

Pater Frans van Prikkeldonk, s.j.

 

Okay. Het verbaast mij eerlijk gezegd niet dat mijn hulp nu ook wordt ingeroepen door de Heilige Kerk. Reeds tijdens mijn jaren in Azië wendden zich predikers van diverse geloofsrichtingen tot mij met zorgen over de geestelijke vergiftging van hun volgelingen door de Deep State. Zo heb ik, bijvoorbeeld, een Japans-christelijke jongerenvereniging ervan kunnen overtuigen niet langer gezamenlijk te kijken naar de wekelijkse uitzendingen van het tv-programma Bonanza, wegens de duidelijk neoconservatieve indoctrinatie in dit zogeheten ‘amusement’. Deze jongeren knapten hier zienderogen van op, ook het aantal incidenten met Colt 45-replica’s daalde daarna sterk.

Kerstmis is een ingewikkelder verhaal, daar moeten we even goed bij stilstaan. Kijk, ik heb zelf natuurlijk altijd twijfels gehad aan het officiële verhaal, zoals dat eeuwenlang is verbreid door de mainstream apostelen en theologen. Dat kán eenvoudigweg niet kloppen. De onwaarschijnlijkheden zijn te talrijk en groot: neem de aankondiging door een zogeheten ‘engel’, de maagdelijke geboorte (niet te verwarren met de onbevlekte ontvangenis), de eerdergenoemde ster van Bethlehem die aan het firmament verschijnt.

Men kan dat allemaal alleen geloven, als men aanneemt dat de natuurwetten op dat moment in de geschiedenis allemaal even waren opgeschort! Dat is dus precies wat men moet aannemen volgens de politici en media die volhouden dat het instorten van het WTC op 9/11 werd veroorzaakt door brand na de inslag van gekaapte vliegtuigen. Wie gelooft dat nog?

Niettemin, ook ik zie grote waarde in het Kerstverhaal. Mits het de mensen lukt om door de oppervlakkige verhalen heen te kijken, naar de échte feiten. Laten we het bijvoorbeeld eens hebben over de volkstelling die keizer Augustus zou hebben uitgeschreven, waardoor Jozef en Maria volgens de Evangelist Lucas op pad moesten. Dat zou nodig zijn geweest omdat ‘het hele rijk moest worden ingeschreven’ (Lucas 2:1-7). Kijk, dat verhaal is natuurlijk ongeloofwaardig: de Mossad zou nooit hebben toegestaan dat een vreemde mogendheid de hele Israëlische bevolking zou gaan registreren. Dat is eenvoudigweg ondenkbaar. Iedereen die wel eens iets over die dienst heeft gelezen weet dat.

Toch kan je in dit verhaal, mits met enige kennis van zaken, een waarschuwing zien voor onze huidige situatie. De Romeinse volkstelling kan men beschouwen als een eerste aanzet naar de totalitaire maatregelen die ons nu in het ‘hele rijk’ worden opgelegd tijdens de kunstmatige corona-pandemie. En het gaat verder, daar moeten we het nog over hebben. In de drie wijzen uit het Oosten die het pasgeboren kindje komen inpalmen met dure cadeaus, herkent men immers zonder veel moeite Rutte, De Jonge en Van Dissel, die de net gearriveerde pandemie verwelkomen. En dan is er die Ster van Bethlehem. Daar zong de Canadese mysticus Neil Young al eens over dat die ‘misschien helemaal geen ster was’’. Dat had hij goed gezien, al formuleerde deze artiest het natuurlijk wat, nu ja, primitief. Het was inderdaad geen ster, het was de glinsterende chip die Bill Gates in ons brein wil laten implanteren, die aan de hemel verscheen als de grote belofte voor de toekomst.

Kortom, pater, ik denk dat nu wel duidelijk is waarom het kabinet geen haast wil maken met de viering van dit sterk symbolische feest. Het gevaar is te groot dat mensen, die hopelijk al enigszins zijn wakker geschud door mijn publicaties, door deze religieuze boodschap ineens gaan beseffen wat er werkelijk aan de hand is in de wereld. Het is uiteraard ook geen toeval dat Bill Gates en andere leden van de elite de Amerikaanse bevolking hebben geprobeerd op te leggen elkaar niet langer Happy Christmas te wensen, maar Happy Holidays. Trump verzette zich daar zoals bekend tegen, en ook dat was een reden om hem uit te schakelen middels grootscheepse fraude en obstructie.

Ik moet helaas afronden, al hebben we er nog niet genoeg over gezegd. Ik kan u alleen aanraden het feest gewoon te vieren, met zoveel gelovigen tegelijk. Legt u daarbij wel exemplaren van mijn nieuwe tijdschrift klaar, dan brandt er tenminste nog enig licht in de ons opgelegde duisternis!

 

Help professor Karel door de winter!

Als je professor Karel wilt bijstaan in zijn eenzame kruistocht tegen de Deep State  en dat  wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je hem nog veel meer. Zo help je mee de censuur te doorbreken..

Mijn gekozen donatie € 0,00

Commentaar Roel van Duijn: Angst en waanzin in het Witte Huis

Zal Trump onder het uitroepen van de noodtoestand de toegang tot het Witte Huis voor Joe Biden blokkeren? Roel van Duijn over de strapatsen van een kat in het nauw, en de overeenkomsten tussen Trump en Silvio Berlusconi.

 

Tekst: Roel van Duijn

 

Hoe kan Donald Trump zijn tegenstander zo lang mogelijk uit het Witte Huis houden?

Allereerst probeert hij dat op magische wijze, door zijn aanhang op te zwepen met schokkende beweringen. Allemaal variaties op de bezwering  dat hij de eigenlijke winnaar is en Biden de  zwendelende verliezer. Door dit vele malen daags te herhalen laat hij zijn miljoenenaanhang  popelen om hem recht te doen.

De meeste leiders van de  Republikeinen ondersteunen deze propaganda zwijgend. Minstens tot 6 januari. Op die dag bepalen de uiterst belangrijke verkiezingen in de staat  Georgia of hun partij de baas blijft in de Senaat.

Verliezen zij in Georgia, dan drijft dit kat Trump verder in het nauw en stuwt dit zijn angst en  waanzin nog opwaarts.

De officier van Justitie van het district Manhattan, Cyrus R. Vance jr.,  verheugt zich op de dag dat Trump niet langer de  presidentiële bescherming geniet die hij nu nog heeft. Hij wacht hem grijnzend op. Hij heeft Trump al twee jaar geleden gedagvaard wegens  misdadig financieel gedrag, dat toen nog door de beschuldigde, als  president, kon worden geblokkeerd. Dat weten niet alleen de lezers van de New York Times en dus dreigt er nu voor Trump wel degelijk de schande van een veroordeling en mogelijk zelfs gevangenisstraf.

30 processen

Er wachten hem dan ongeveer 30 processen vanwege  bank- en verzekeringsfraude, belastingontduiking en waarschijnlijk ook van verkrachte vrouwen, terwijl  zijn schuldeisers hem op de hielen zitten en bedragen in de orde van een miljard dollar van hem willen zien. Ook het Mueller-onderzoek over Trumps samenwerking met Rusland kan weer de kop opsteken.  Dit vooruitzicht maakt Trump nu nog onberekenbaarder dan  iemand die gewoon niet tegen zijn verlies kan.

Vertrouwend op de  enorme macht die hij  in deze laatste weken nog altijd heeft, zou Trump opnieuw zijn toevlucht kunnen nemen tot de National Emergenies Act van 1976, die een president in staat stelt de noodtoestand uit te roepen die hem de gewenste  bevoegdheden geeft. Trump heeft dat al eerder gedaan, toen hij zich op deze manier de macht gaf om een greep uit het defensiebudget te doen voor de bouw van zijn muur langs de zuidgrens. Hij heeft dat gedaan met een beroep op de nationale veiligheid, die volgens hem  in gevaar was.  Nu zou hij het kunnen doen in de aanloop naar de  twintigste januari, de onverbiddelijke dag van de installatie van Biden.

Door het gebruik van de noodwet kan hij enkele dagen een extreme spanning  oproepen, waardoor gewelddadigheden kunnen losbarsten. Dat geweld kan hij vervolgens ook weer in naam van de nationale veiligheid gebruiken voor een nieuwe greep naar de noodwet. Bijvoorbeeld om de transitieprocedure te blokkeren. Uiteindelijk zou het hooggerechtshof, bolwerk van Trump, het gebruik van de noodwet moeten rechtvaardigen. Maar als het zover zou komen zal ook het hooggerechtshof daarvoor niet genoeg argumenten kunnen vinden. Het kwaad is dan inmiddels wel geschied: de tegenstellingen tussen rood en blauw worden steeds moeilijker overbrugbaar.

Zakenimperium

Er is in de moderne  geschiedenis geen politicus met wie Trump zoveel gemeen heeft als de Italiaanse ex-premier Berlusconi. Rechts, populistisch en macho.  Lonkend naar racisten en fascisten.  Poetinvrienden. Berlusconi bestuurde Italië als een zakenimperium, precies zoals Trump dat met  de VS  heeft gedaan. Enig verschil is, dat Berlusconi een  vriendelijker karakter had en heel goed kon zingen.

Berlusconi wist zijn veroordeling wegens seksueel misbruik van een minderjarige meisje en omkoping, tot zeven jaar gevangenisstraf, nog terug te draaien tot een taakstraf. Zijn politieke macht had hij uiteindelijk moeten opgeven toen hij uit de  senaat werd gestemd om zijn veroordeling wegens belastingontduiking.  Maar dat nadat Berlusconi drie maal regeringsleider is geweest.

Geen taakstraf

Zal Trump  er in 2024 erin slagen om de regeringsmacht terug te winnen, net als de Italiaan  in 2001 en  2008? Hoezeer Trump ook op Berlusconi lijkt, zo maffioos als Italië is Amerika niet. Het is waar dat er in Italië sinds Berlusconi een sterk populisme heerst, met de Vijf Sterrenbeweging en de uiterst rechtse Salvini. Maar Italië heeft geen partij die zo sterk is als de democratische in Amerika en de rechterlijke  en ambtelijke macht staan daar, ondanks vier jaar Trump, toch sterker overeind. Trump zal er niet met een taakstraf van af komen.

Op de ranglijst van  corrupte landen van Transparency International staat de VS een stuk hoger dan Italië (plaats 22 resp.  52). De officier van justitie in Manhattan laat zich niet omkopen en de kritische media zullen niet zwijgen over Trumps frauduleuze  levenswandel.

Ook in 2024 zal de leugenaar niet terugkeren als president.

Maar zeker in de aanloop naar zijn  val  zal hij, al dan niet met  noodwet,  door wraakzuchtige complottheorieën de democratie nog gevaarlijk ondermijnen.

 

Roel van Duijn, 17/11/2020

 

Waardeer dit commentaar!

Als je dit commentaar waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je een onafhankelijk medium met een eigen geluid zich verder te ontwikkelen.

Mijn gekozen donatie € 0,00

De republiek van een dichter: Gabriele d’Annunzio als wegbereider van Mussolini

/

Vrouwen en homoseksuelen genoten gelijke rechten in de stadsstaat Carnaro, die de Italiaanse dichter Gabriele d’Annunzio uitriep op de puinhopen van de Eerste Wereldoorlog.  Maar Carnaro was ook de geboortewieg van het fascisme. Manuel Kneepkens over de opkomst en ondergang van de republiek van de ‘goddelijke kale’ en zijn vele epigonen.

 

Tekst: Manuel Kneepkens

 

De stichter van de Republiek van Carnaro, de dichter Gabriele d’Annunzio ( 1863 -1938) werd geboren als de zoon van de burgemeester van Pescara, een stad aan de Adriatische Zee in de regio Abruzzo. Hij groeide op in een huis vol vrouwelijke familieleden , die hem als een prinsje verwenden.

Als zeventienjarige wist hij al de media te bespelen- dat waren de kranten toentertijd. De pers was toen nog volop ‘de koningin van de aarde’. Film en radio als massamedia moesten nog komen.

Toen hij namelijk zijn eerste dichtbundel publiceerde, liet d’Annunzio het gerucht verspreiden, dat hij dodelijk van zijn paard was gevallen. Want hoe jonger gestorven een dichter, hoe groter aandacht voor diens poëzie ….

Erotische escapades

Het leven van d’Annunzio bestond van toen af aan, naast zijn niet gering dichterschap, uit het continu financieel op een te grote voet leven plus een eindeloze serie erotische escapades. Hij hield al zijn veroveringen nauwkeurig bij in een serie notitieboekjes. En daar waren niet geringe namen onder.

Bijvoorbeeld de grote Eleonara Duse, toentertijd naast Sarah Bernhardt de bekendste actrice van het Fin de Siécle, wist hij zelfs negen jaren aan zich te binden. En dat, terwijl hij haar vrijwel continu bedroog.

In 1910 was zijn schuldenlast zo hoog, dat hij Italië hals over kop ontvluchtte. Om vervolgens zijn larger than life-leventje: zijden pakken , kostbare parfums, dure vrouwen, hazewindhonden, enzovoorts – voort te zetten in Parijs. Waar hij met open armen werd ontvangen door de decadente kring rond graaf Robert de Montesquiou, de precieuze dandy, die model heeft gestaan voor het personage Des Esseintes in de roman À rembours van Huysmans en baron Charlus in À la recherche du temps perdu van Marcel Proust.

Geheime overeenkomst

In het voorjaar van 1915 was in Italië de vraag aan de orde of het land moest meevechten in de Eerste Wereldoorlog. De meerderheid van de bevolking was tegen. In het diepst geheim echter had de Italiaanse regering Salandra al een overeenkomst met de Entente (Frankrijk, Engeland, Rusland) gesloten en daarbij allerlei toezeggingen inzake gebiedsuitbreiding in wat later Joegoslavië zou gaan heten, verworven ( Italia irredenta). Het grote publiek was daarmee onbekend.

Op woensdag 5 mei 1915 maakte d’Annunzio zijn grootse (en weloverwogen ) rentree in Italië. Hij onthulde die dag op theatrale wijze het Monumento ai Mille , opgericht ter ere van Garibaldi en zijn rebellenleger op de rots van Quarto aan de baai van Genua. Vanaf deze plek was Garibaldi in 1860 zijn Italiaanse eenwordingsoorlog begonnen, de Risorgimento. Garibaldi en zijn mannen waren inmiddels zoveel jaar later een ware ‘mythe’ geworden in Italië ‘van heroïek en vitaliteit’.

Die rede van D ’Annunzio was een en al vuur: over het vuur van de eenwording, het vuur waarin wapens gesmeed worden , het vuur dat leven schenkt, het vuur dat levens eist, het ontembare vuur, etc. Het vuur zou heel zijn verdere leven zijn favoriete metafoor blijven. In de twee bekendste van zijn toneelstukken, Het Schip en Jorio’s dochter, gooit de heldin zich vrijwillig op de brandstapel. Fiume, waar hij zijn Republiek van Carnaro zou stichten, zou hij steeds de Stad van het Vuuroffer noemen. En zijn soldaten, de Arditi : ‘barnstenen vlammen’

In zijn rede bij het Garibaldi-monument mengde hij moeiteloos teksten uit de Klassieken succesvol met Nieuw-Testamentische beeldspraak. D’Annunzio bestond het daarbij om de meest pacifistische tekst in de Bijbel, de Bergrede (‘Zalig de zachtmoedigen’) om te smeden tot een vurige aansporing tot deelname aan de oorlog.

‘Zalig de jongeren die hongeren naar glorie, want zij zullen bevredigd worden….

Zalig de barmhartigen, want zij zullen een schitterende stroom van bloed te stelpen hebben .. etc.’

Men trachtte de rede af te doen als typisch de retoriek van een dichter, maar in feite begreep d’Annunzio meer van de moderne tijd, die in opkomst was – die van de massa en de massamedia – dan de liberalen en sociaal-democraten, die toentertijd de Italiaanse politiek domineerden. In dat debat over Italië ’s oorlogsdeelname draaide het immers nauwelijks om redelijke argumentatie, maar om emotie. ‘Degene die de emoties het hoogst kan doen oplaaien, die krijgt “het volk” aan zijn zijde…’

Ziedaar het geheim van het rechtspopulisme, zowel toen als nu.

D’Annunzio slaagde er dus in met zijn vurige toespraken, die massaal werden bijgewoond – op de Piazza del Popolo in Rome alleen al 200.000 enthousiaste Italianen – de publieke opinie te bewerken ten gunste van het deelnemen aan de oorlog aan de zijde van Frankrijk. Onze Latijnse zuster !

Kortom, de succesvoller verleider van vrouwen bleek nu ook een succesvol verleider van de massa. Over Frankrijks bondgenoten Engeland en Rusland repte de dichter nooit. D’Annunzio zag de Eerste Wereldoorlog als een strijd tussen het Latijnse en het Germaanse ras (!), waarbij dat laatste moest worden verpletterd.

Gewelddadig

Die toespraken stonden dus bol van gewelddadigheid. De menigte werd o.a. doodleuk aangespoord politici, die tegen de oorlog waren, te bedreigen en te mishandelen. ‘Wacht ze op! Overmeester ze! Als er bloed vloeit, zal het net zo gezegend zijn als het bloed dat vloeide in de loopgraven!’

Als Italië dan in 1915 inderdaad aan de kant van de Entente aan de oorlog gaat deelnemen, ziet d’Annunzio dat dan ook als het resultaat van zijn optreden. En het Italiaanse publiek dacht evenzo.

De strijd tussen Italië en Oostenrijk speelde zich af in het berglandschap, ver in het achterland van Venetië, rond de rivier de Isonzo, in de onherbergzame streek Carso, die wordt geteisterd door een uiterst gure wind, de Bora. Een buitengewoon ongunstige plek voor een leger om de strijd aan te binden. Nog meer dan in de loopgravenoorlog aan het westelijk front, was hier feitelijk sprake van massasuïcide.

De Italianen moesten immers vanuit de dalen aanvallen. De Oostenrijkers genesteld op de hoogten en pieken, waren duidelijk in het voordeel.

De dienstdoende Italiaanse generaal Cardona had weinig consideratie met zijn soldaten, die zijn onmogelijke opdracht ‘alsmaar aan vallen’, rigoureus dienden uit te voeren. De geringste insubordinatie werd streng gestraft. Executie van onwillige soldaten kwam bijna dagelijks voor.

In de twaalfde (!) slag aan de Isonzo wist Oostenrijk gesteund door Duitse hulptroepen Italië zelfs verpletterend te verslaan: ‘de nederlaag bij Caporetto’. Het Italiaanse leger trok zich in wanorde terug achter de rivier de Piave. Duizenden Italiaanse soldaten deserteerden of werden krijgsgevangen gemaakt. Britse, Amerikaanse en Franse troepen moesten Italië te hulp snellen.

Pas in de herfst van 1918 , vlak voor het einde van de oorlog, wist men terug te slaan, ‘de overwinning bij Vittorio Veneto’.

 Übermensch met vleugels

D’Annunzio nam enthousiast deel aan ‘zijn’ oorlog. Maar niet in Cargo. In de lucht. Als vliegenier. Want was ‘de Vliegenier’ niet het prototype van de Übermensch – de mens, hoog verheven boven de anderen, waarop Nietzsche doelde? Hij toonde zich daarbij dapper, op het roekeloze af. Tussen 1915 en 1918 vloog hij in de houtje-touwtje vliegtuigjes van toentertijd over vijandelijk gebied om eigen- handig bommen naar beneden te werpen. Hij raakte zwaar gewond, liep ernstige oogschade op, maar klom, zodra hij kon, weer aan boord.

Zo leidde hij op 4 augustus 1918 het uit negen vliegtuigjes bestaande vliegeskader La Serenissima  op een 700 mijl raid naar het vijandelijke Wenen en terug. Boven Oostenrijks hoofdstad gooide de dichter geen bommen, maar pamfletten.

Deze unieke ‘geweldloze oorlogsdaad’ heet in Italië ‘Il volo su Vienna’.

Bij de vredesbesprekingen in Versailles kwam Italië er bekaaid vanaf. Woodrow Wilson, de Amerikaanse president, achtte de geheime afspraken van Italië met de Entente van nul en generlei waarde. Hij drukte op de Balkan de nieuwe staat Joegoslavië door. Alles wat Italië van Italia irredenta kreeg was de stad Triëst.

Italië was op dat moment intern ontredderd. Er zwierven bendes rond van oorlogsveteranen. Jonge mannen zonder werk, dank zij de oorlog gehard en gewend om geweld te gebruiken. Met een groep van deze Arditi – en vergezeld van twee cameraploegen! – begaf D’Annuzio zich naar de havenstad Fiume (Rijeka) aan de Kroatische kust, een stad met een in meerderheid Italiaanse bevolking. En veroverde de stad zonder een schot te lossen. Van de geallieerde troepen (het waren voornamelijk Italiaanse) die hem hadden moeten tegen houden, liepen de nodige soldaten over. Drie jaar later herhaalde Mussolini, die altijd goed naar d’Annunzio ’s doen en laten gekeken heeft, dit bravourestuk met zijn Mars op Rome.

D’Annunzio stichtte in Fiume de Vrijstaat Carnaro met hemzelf aan top. Carnaro is de naam van de baai waaraan Fiume ligt. Die staat moest een ‘poëtische politiek’ gaan voeren. Als grondwet kreeg de nieuwe staat dan ook een Gedicht. De grondwet werd door d’Annunzio in dichtvorm geschreven.

Voor de sociaal-economische paragraaf daarin tekende de anarcho-syndicalist Alceste De Ambris. Hij voerde het corporatisme in. Ondernemers en arbeiders zitten samen in een corporatie en lossen gezamenlijk hun problemen op. De PBO , de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, was de naoorlogse variant daarvan in Nederland. Waarvan het huidige Poldermodel van overleg, recent nog uitlopend in een Sociaal Akkoord, op zijn beurt weer een late nabloei is.

De Grondwet van Carnaro kende negen van zulke corporaties. Elk representeerde een onderdeel van de gemeenschap. Eén van de zeelieden, een van de ambachtslieden, een van de ‘intellectuele bloem van het volk’ (leraren, studenten, kunstenaars), enzovoort, maar er was ook nog een tiende: de Corporatie van de Superieure Mens (Nietzsche!). Die corporatie had dus maar één lid: duce d’Annunzio.

Volledige gelijkberechtiging

Opvallend was in die grondwet van Carnaro in 1920 de volledige gelijkberechtiging van mannen en vrouwen. Daar was de rest van Europa toen nog niet aan toe. En al helemaal niet aan de volledige gelijkberechtiging van homo- en heteroseksuelen. Daarin liep de dichter d’Annunzio absoluut voorop.

Zeer belangrijk was de instelling van het College van Aediles, (afgekeken van het oude Rome) dat zorg dragen moest voor de kunst en cultuur. Carnaro was een kunstenaarsstaat. Creativiteit was burgerplicht. Muziek het hoogste goed. ‘In het regentschap van Carnaro is de muziek een religieus en sociaal instituut…gelijk het kraaien van de haan het ochtendrood tevoorschijn roept, zo roept de muziek op tot de geestelijke vrijheid van de mens’, heette het in deze eerste en voorlopig enige poëtische grondwet ter wereld.

Duce d’Annunzio had van zijn vrijstaat een veel te hoge dunk. Bijna zo hoog als van zichzelf. Het ministaatje Carnaro moest niet meer en niet minder dan een ‘gidsstaat’ voor de hele wereld worden. Hij presteerde het zijn poëtisch-politieke schepping te vergelijken met, in volgorde, het Athene van Pericles, het Rome van Augustus, het Florence van de Medici en het Weimar van Goethe.

Ongebreidelde paringsdrift

Lees – en huiver- wat de Engelse dichter Osbert Sitwell , die in Fiume tijdens de hoogtijdagen van d’Annunzio’s bewind aanwezig was, schrijft over de ‘vrijstaat’ Carnaro. Allereerst, dat die vrijstaat wel heel letterlijk een vrijstaat was … één grote vrijpartij. De homoseksuelen onder de Arditi omarmden elkaar openlijk in de parken. Ongebreideld was hun paringsdrift; de hetero’s deden niet voor hen onder.

Fervent cocaïnegebruik was niet vreemd aan deze continue orgie.

De gevolgen konden niet uitblijven. Er moest een speciaal hospitaal voor geslachtsziekten worden ingericht.

Fiume was een groot, wellustig Carne vale. Het ene spektakel na het andere; de ene parade na de andere. Alle dagen feest. Iedere dag hield d’Annunzio een gloedvolle speech van af het balkon van het stadhuis. Zijn legionairs begroeten hem dan met de oud-Romeinse groet met de gestrekte arm. Later zou Mussolini die groet voor zijn fascistische beweging overnemen. En ook de ellenlange balkonspeeches.

Zo vrij als Fiume was voor de Italianen, zo onvrij was het overigens voor de Kroatische minderheid, waartegen d’Annunzio’s legionairs soms meedogenloos optraden.

Magisch Centrum Fiume trok uit heel Europa jongeren aan. Als Amsterdam en Californië in de Jaren Zestig. Men was er hippie én Hell’s Angel tegelijk! De soldaten gingen er in de wonderlijkste uniformen van eigen makelij gekleed. En…creatieven. Alleen al uit Italië, om eens een paar namen te noemen: de Futurist Marinetti, ook al zo’ n aanbidder van geweld (‘la guerre est la seule hygiëne du monde’), de jonge dirigent Arturo Toscanini, de uitvinder Marconi, en Benito Mussolini, die in Fiume zijn ogen goed de kost gaf.

Het kon niet uitblijven. Vrolijk, vitaal rechts degenereerde binnen de kortste keren tot decadent rechts. Men kan nu eenmaal geen samenleving in stand houden op een recept van seks, drugs and rock n’ roll.

Dat blijkt meteen al uit de wonderlijke ‘economie’ die de vrijstaat er op na hield.

Fiume was tot dan toe altijd een rijke havenstad geweest, verbonden door een spoorweg met Boedapest in het verre achterland. In feite had het dus altijd als de haven van Hongarije. gediend. Maar handelscontacten met het achterland waren inmiddels geheel stil komen te liggen, o.a. door d’Annunzio’s komst.

En zo ook de haven.

Piraterij

Voor de broodnodige bevoorrading van de stad ging men over tot piraterij. D’Annunzio stelde een ‘task force’ samen uit de Arditi onder leiding van zijn adjudant Guido Keller, die hij de Uscocchi noemde, naar de piraten die actief waren geweest in de 16e eeuw in de Adriatische zee.

De Uscocchi deden hun uitvallen vanuit de haven van Fiume in motorboten en plunderden de depots van de Geallieerden, gelegen langs de baai van Carnaro.

De Uscocchi hoefden maar zelden hun wapens te gebruiken. Veel soldaten van de zogenaamde Geallieerde, maar in feite Italiaanse troepen, sympathiseerden met Fiume. Zij waren maar al te graag bereid even de andere kant op te kijken.

Ook gingen Arditi als verstekelingen aan boord van vrachtschepen in naburige havens. Waren die schepen eenmaal in volle zee, dan kwamen de Arditi in hun imposante zwart-zilver uniformen, plotseling tevoorschijn en dwongen de bemanning koerste zetten naar Fiume. Daar werden de schepen feestelijk ontvangen en feestelijk leeggehaald.

Meer en meer werd de vrijstaat een toevluchtsoord voor criminelen. Die vestigden zich op de verlaten dokwerven en staken al spoedig in wangedrag de Arditi naar de kroon. Het was een reden voor een delegatie van burgers van Fiume om zich in Rome te beklagen en de Italiaanse regering dringend te verzoeken een einde aan het regime van d’Annunzio te maken.

Dictator

Tussen het woord dichter en het woord dictator is maar een paar letters verschil. Maar die zijn dan ook cruciaal. D’Annunzio wiste die letters meer en meer uit. Dichter d’Annunzio werd de dictator d’ Annunzio. Zo voerde hij met de bedoeling de eigenzinnige Arditi meer in de hand te kunnen houden, een hervorming van zijn leger door, die er op neer kwam dat het officierendom werd afgeschaft. Van nu af aan waren alle militairen gelijk. Zeer democratisch, op het eerste gezicht dan…want er was een máár ….er was één persoon en daaraan was men absolute gehoorzaamheid verschuldigd : commandant d’Annunzio! Reden voor menig officier om Fiume te verlaten. Zodat de Arditi onhandelbaarder werden dan ooit.

De nieuw aangetreden Italiaanse minister-president Giolitti durfde eindelijk te handelen tegen de populaire oorlogsheld. In november 1920 sloten Italië en Joegoslavië het verdrag van Rapallo. Fiume werd volgens dit verdrag een onafhankelijke stad, verbonden met Italië. Bovendien kreeg Italië Carso, Zara, bijna geheel Istria en een paar eilanden in de Adriatische zee toegewezen.

Het meeste van wat d’Annunzio jaren lang voor Italië had opgeëist was verkregen, maar het was gebeurd zonder zijn betrokkenheid. Geen Italiaans bloed had de grond ‘doordrenkt’ en ‘geheiligd’, zoals naar de mening van de dichter diende te geschieden, wilde het werkelijk Italiaanse grond zijn. Het was geen heroïsche overwinning, het was in zijn ogen een ordinaire deal. Erger nog, het verdrag verplichte Italië zorg te dragen dat d’ Annunzio afstand deed van het bestuur van de stad.

Mussolini adviseerde de dichter het verdrag te erkennen. Fiume werd onafhankelijk van Joegoslavië en verbonden met Italië, wat wilde hij nog meer? Maar de dichter wenste zijn macht niet op te geven. Fiume was zijn podium. Bovendien had zijn vriend Marconi inmiddels een radio-installatie aangebracht, waardoor de dichter plots een wereldpubliek had en hij zich meer dan ooit ‘wereldleider’ kon voelen. Nee, hij ging niet in de coulissen te verdwijnen. Hij zou niet wijken!

De regering Giolitti blokkeerde vervolgens de haven met twee oorlogsschepen, waaronder de trots van Italië, de Andrea Doria. De strijd om Fiume begon op Kerstavond 1920 en eindigde op Tweede Kerstdag. D’Annunzio, ondanks al zijn stoere retoriek, capituleerde, toen de Andrea Doria het gouvernementspaleis, waarin hij zijn onderkomen had, met granaten begon te beschieten. De enige tegenactie bestond eruit dat d’Annunzio’s adjudant Keller over Rome vloog om een pot rottende wortelen naar beneden te gooien boven het Parlementsgebouw en een witte roos boven het Vaticaan. Een typisch d ‘Annunziaanse act, maar d ’Annunzio had er part noch deel aan. Keller had geheel eigenmachtig gehandeld en in feite had d’Annunzio Keller en zijn Arditi al niet meer in de hand.

Honderden keren had de dichter het volk, verzameld onder zijn balkon, doen uitschreeuwen ‘Fiume o morte!’ en ‘Italia o morte !’ Nu was die heroïsche dood, die hij zo verheerlijkt had, eindelijk onder handbereik … maar nee.

Mars op Rome

Voor een keer triomfeerde zijn gezond verstand over zijn belligerent geraas. De apostel van dood en glorie koos voor het leven. En verliet Fiume.

Drie jaar later volbracht Mussolini zijn Mars su Rome. De Mars op Rome – naar het voorbeeld van Julius Caesar- waarop de dichter d’Annunzio vaak had gezinspeeld, maar die hij nooit had aangedurfd

Legio afvaardigingen vanuit het moederland waren vaak genoeg in Fiume langs geweest om de dichter tot die Mars te smeken. Maar hij liet ze meestal ontvangen door zijn tweede man Giurati, die de leiding had over de dagelijks gang van zaken, waarmee de dichter zich niet bemoeide. Want daar stond hij ver boven. Hij hield zich uitsluitend bezig met zijn redevoeringen en het stichten van steeds grootsere ceremonieën, parades en feesten. D’Annunzio’s spilzucht daarbij bracht Giurati tot wanhoop.

Giurati vertelde die delegaties uit het moederland dan ook strijk en zet, dat de door hen zo aanbeden d’Annunzio volstrekt ongeschikt was om het bestuur over Italië over te nemen. Ze moesten iemand anders verwachten.

Giurati zelf vertrok op een gegeven moment verbitterd uit de republiek van Carnaro. Om drie jaar later op te duiken als minister in de regering Mussolini.

Hij werd in Fiume opgevolgd door Alceste d’Ambris. Maar die hield zich net als d’Annunzio meer met de Grondwet bezig dan met de dagelijkse gang van zaken. Dus er veranderde wat betreft de langzame neergang van Fiume niets.

Prins van Montenevoso

Mussolini, in 1922 eenmaal aan de macht in Italië, ging behoedzaam om met d’Annunzio. De dichter bezat nog altijd veel aanzien, zeker in fascistische kringen.

Hij kocht zijn ijdeltuitige concurrent op het rechtspopulistische front af met de titel Prins van Montenevoso (‘Prins van de Besneeuwde berg’) en liet de Italiaanse staat het Vittoriale bekostigen, het geld verslindende architectuur-project, bij Gardone aan het Gardameer, waarmee d’Annunzio zich onledig hield in zijn laatste jaren, en dat hem bij leven tot paleis diende, en na zijn dood tot mausoleum. .

In 1938 stierf de dichter, niet nadat hij Mussolini herhaaldelijk gewaarschuwd had tegen Hitler. Hij moest nu eenmaal van Duitsers niets hebben. Tevergeefs. In het jaar van d’Annunzio’s sterven zou Mussolini de Führer op grootse wijze ontvangen in Rome. De As was geboren.

Hoe is het gesteld met de erfenis van d’Annunzio? Die is helaas weinig poëtisch te noemen. D’Annunzio verwekte Mussolini en Mussolini Hitler. En Hitler de Tweede Wereldoorlog. Het rechtspopulisme is daardoor jarenlang na de oorlog in Europa nagenoeg niet meer aan de orde geweest.

Maar heden is de Tweede Wereld oorlog ‘geen moreel ijkpunt meer’. Zeventig jaar na de Holocaust is het rechtspopulisme weer salonfähig in Europa, ditmaal in een nieuwe, gematigde variant ( ‘fascisme light’) : de anti-moslimpartijen van Le Pen, Fortuyn, Wilders, etc. ( ‘Zij, met hun bomgordels onder hun djellaba’s, zijn de fascisten! Niet wij!’)

Een aantal minder schokkende ideeën uit de Carnaro-trommel had overigens zijn revival al in de Jaren Zestig. De Vrije Liefde. De gelijkberechtiging van homoseksuelen. En vooral de verering van de Jeugd. ‘La giovennezza, grande bellezza!’, was het lijflied van de Arditi in Fiume, overgenomen alweer door Mussolini , voor zijn fascistische stoottroepen. De futurist Marinetti, zoals vermeld ook aanwezig in Fiume, in vele opzichten een geestverwant van d’Annunzio, hanteerde in zijn Futuristisch Manifest de kreet : ‘Wie ouder dan dertig is, moet dood!’

Mei ’68 in Parijs was milder: ‘Wantrouw iedereen boven de dertig!’

Soms is er niets nieuws onder de zon.

En de ‘poëtische politiek’? Die is heden non-existent.

Iets van een ‘poëtische politiek’ lijkt niettemin gewenst. Al was het maar als tegenwicht tegen het economistisch denken, dat heden het politieke klimaat in Europa beheerst. ‘De lyriek is de moeder van de politiek’ (Lucebert)… maar uit Carnaro dient wel een les getrokken. Dat zo’n politiek zich verre dient te houden van elke vorm van geweld. De poëtische politiek zal een geweldloze activiteit zijn of zij zal niet zijn. Want de poëzie is een humanisme. Die notie was weg bij d’Annunzio.

Tenslotte, de overeenkomsten tussen d’Annunzio en Fortuyn zijn te opvallend om hier ongenoemd te laten. ‘ De gepolijste kale kop’, la testa di ferro.- óók al door Mussolini geplagieerd – waarom Gabriele D’Annunzio door zijn volgelingen ‘de Goddelijke Kale’ werd genoemd. Een koosnaam, waarmee wijlen Theo van Gogh Pim Fortuyn placht aan te spreken.

Het narcisme. Het hedonisme. De media-gerichtheid. De theatraliteit. Het charisma. De verafgoding door de volgelingen.

Het achteloos maken van schulden. De ongebreidelde promiscuïteit. Het dandyisme.

Het operette-achtig militarisme van Duce d’Annunzio in Fiume en het dito ‘At your service!’ van Pim Fortuyn. De geschiedenis een keer als grote klucht en een keer als kleine…

Er zijn natuurlijk ook verschillen. Fortuyn was een columnist (in Elseviers weekblad), geen dichter. Hij was ook niet fysiek gewelddadig ( wel verbaal…) Integendeel. Hij werd het slachtoffer van fysiek geweld.

Maar zoveel is zeker: met Fortuyn is de Italianisering van de Nederlands politiek begonnen. En zijn voornaamste geestelijke erfgenaam blijkt thans de Limburgse ‘dandy’ Geert Wilders te zijn. Na het Kale… het Geblondeerde Hoofd!

Litanesk scanderen

De PVV–leider beoefende zelfs een spreektactiek van d’Annunzio , die Fortuyn ongebruikt liet: het litanesk scanderen.

D’Annunzio, dagelijks, vanaf zijn balkon in Fiume:

‘Aan wie de victorie?’

‘Aan ons!’

‘Aan wie de victorie?’

‘Aan de helden!’

Wilders in een café in Den Haag:

‘Willen jullie meer of minder Europa?’

Minder!

Willen jullie meer of minder Marokkanen?

‘Minder!’

 

Evviva Italia!

 

Manuel Kneepkens ( Heerlen 1942) , is dichter en publicist. Zijn laatst verscheen dichtbundel is Kaleidoscopie van een Jaar (De Contrabas, Utrecht, 2015) Als criminoloog schreef hij: Het Rijk van de Demonen, Het Bombardement van Rotterdam. Hij was twaalf jaar fractievoorzitter van de Stadspartij in de gemeenteraad van Rotterdam ( 1994 -2016).

 

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je mee een unieke stem in het Nederlandse medialandschap verder te ontwikkelen.

Mijn gekozen donatie € 0,00

 

 

Professor Karel weet raad (16): Creatief met Lego

Professor Karel dicht de kloof tussen burger en wetenschap met een handige vraag- en antwoordrubriek over de tentakels van de Deep State op internationaal, landelijk én lokaal niveau.  In deze aflevering: het Lego-complot. 

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Beste professor Karel,

Sinds we in lockdown zitten speelt onze jongste, een leuk kereltje van zes (naam bij ons bekend) constant met de LEGO Super Heroes76088, Thor versus de Hulk, elektrisch oplaadbare exemplaren. Hij heeft er veel plezier in, maar ik begin me nu zorgen te maken. Soms horen we hem ’s nachts lachen en in zichzelf praten. Gisteren verscheen hij als de Hulk aan het ontbijt, van top tot teen groen geverfd. Toen ik, Jack, hem vroeg waarom, zei hij: ‘Het einde is nabij, papa, ook voor jou!’

Hij is al een keer van school gestuurd, omdat hij kinderen bang maakte met grommende geluiden en gebaren. Ik vond in zijn kamer laatst kladjes van hem met telkens deze zin: ‘Spelen is de hel, de hel is mijn spel.’ Honderden keren achter elkaar!

Maken we ons terecht zorgen? Wat kunnen we doen?

Jack en Wendy van de Uitdrijver

 

Het is werkelijk schokkend om dit te lezen. Mij bereiken meer van dit soort dramatische verhalen. We zien hier de grote psychische schade die de corona-terreur aanricht in het kinderbrein. Het is in feite een misdaad tegen de mensheid dat Rutte, in dienst van Bill Gates, een klein kind op deze manier voor het leven laat beschadigen, allemaal door een verzonnen virus waar we zogenaamd mee in oorlog zijn en dat ons dwingt tegennatuurlijk lang thuis te blijven. Dat isolement kan funeste gevolgen hebben, bij uitstek voor mensen die kleiner behuisd zijn dan ik dat toevallig ben. Nou ja, toevallig, dat is niet helemaal het geval: ik heb mijn woonruimte natuurlijk vooral te danken aan het succes van mijn professionele verslaggeving en analyses. Het is niet zo dat het mij is komen aanwaaien. Bovendien heb ik door het gevoelige karakter van mijn werk nu eenmaal ook veel ruimte nodig. Allereerst voor mijn dossiers, die ik in duplicaat in diverse kluizen met andere ontsluitingsmechanismen bewaar. Maar daarnaast ook om bepaalde plekken in huis absoluut veilig te maken voor elektronische surveillance. Lagen aluminiumfolie aanbrengen op veel te weinig vierkante meters heeft geen enkele zin. Maar goed.

Dan het drama van uw zoon. Kijk, mijn journalistieke werk in Azië heeft me geleerd dat de kindergeest aanzienlijk minder bevattelijk is voor allerlei zaken die de autoriteiten ons proberen wijs te maken. Kinderen zijn onbevangen en stellen telkens de goede vragen. Oh ja, is de aarde rond? Hoe weten we dat eigenlijk? Een Maanlanding? Waar komen die beelden vandaan en hoe weten we dat ze niet zijn gemanipuleerd? Zwarte Piet door de schoorsteen? Was de aanleg van centrale verwarming in de Nederlandse woningvoorraad sinds de jaren zestig dan een politiek opzetje naar zijn afschaffing?

Dat soort vragen.

Uw zoon is duidelijk in deze fase. Uit zijn spel met Thor en Hulk (we herkennen in deze Action Figures respectievelijk de autoritaire Van Dissel en de flexibele Rutte) blijkt grote maatschappelijke betrokkenheid. Onvermijdelijk is dan dat zijn kritische geest niet op prijs wordt gesteld door de omgeving, bijvoorbeeld door de leiding van zijn school of leraren. Daar kwam dit jaar corona nog eens bij, en dat heeft dergelijke tendensen extreem versterkt. Wie niet in de pas loopt, wordt buitengesloten en belachelijk gemaakt. Ik weet er alles van!

Dat gedwongen isolement begint hem nu duidelijk parten te spelen. Vooral de uitspraak die hij aan het ontbijt tegenover u deed, verontrust mij. Feitelijk is het natuurlijk waar wat hij zegt, er is niets op af te dingen. Zomin als op het tekstje dat hij op zijn kamertje heeft gemaakt. Maar het repeteren ervan wijst op trauma en opgekropte agressie. U weet, kinderen zijn een geliefd doelwit van clandestiene organisaties die ons willen manipuleren of chanteren, juist omdat zij zo waardevol onbevangen en kritisch zijn. De pedofiele netwerken die kinderen ontvoeren, waar men nu zoveel van hoort (ik heb nog geen tijd gehad die zaak grondig te bestuderen) zouden kunnen passen in een groter plan waarvan we het bestaan al kennen, namelijk om de menselijke geest en reproductie wereldwijd met digitale middelen te leren beheersen. Ook de mondiale vaccinatieprogramma’s dienen natuurlijk dat doel. Kijk, over volwassenen zei de Amerikaanse president Theodore Roosevelt ooit dat  ‘als je ze bij de ballen hebt, hun hart en geest vanzelf volgen’. Maar het omgekeerde is natuurlijk ook waar, zeker voor kinderen!

Ik maak mij dan ook zorgen of uw zoon niet reeds ten prooi is gevallen aan een dergelijke organisatie en momenteel halverwege een staat verkeert van trans-humane robotisering. U kunt dat vrij eenvoudig controleren. Gaat u ’s nachts zijn kamer binnen (zonder hem wakker te maken) en kijkt u dan waar het elektriciteitssnoer van zijn speelgoed heengaat. Zijn het Thor en De Hulk die hij aan het opladen is, dan is er vooralsnog geen probleem. Verdwijnt het snoer in uw zoon, dan is het waarschijnlijk al te laat.

 

Help professor Karel door de winter!

Als je professor Karel wilt bijstaan in zijn eenzame kruistocht tegen de Deep State  en dat  wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je hem nog veel meer. Zo help je mee de censuur te doorbreken..

Mijn gekozen donatie € 0,00

Professor Karel weet raad (15): Wat steekt er achter het vuurwerkverbod?

Professor Karel dicht de kloof tussen burger en wetenschap met een handige vraag- en antwoordrubriek over de tentakels van de Deep State op internationaal, landelijk én lokaal niveau.  In deze aflevering: welke belangen zijn gediend bij het vuurwerkverbod? 

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Beste professor Karel,

Net als de meeste Nederlanders baal ik enorm van het verbod op vuurwerk aan het eind van dit fucking corona-jaar. Wil die Rutte ons dat nou ook al afpakken? Een mens mag toch wel één keer per jaar uit zijn plaat gaan? En wat is nou helemaal het probleem? Ik heb zelf een neef, die heeft een keer een oog verloren in een Oudejaarsnacht. Hij stond wat te dicht op een megaklapper die we afstaken in een telefooncel. Pats! Nou ja, pech, weet je. Kan gebeuren. Ik heb hem nooit horen klagen (nou ben ik sinds die nacht ook doof aan één oor, maar goed). En we wonen in Scheveningen!

Harry

Okay. Dit is een belangrijke kwestie, waar we het wel even goed over moeten hebben. Ik was namelijk zelf ook verrast door dit besluit van het kabinet. Dat gebeurt me, zoals u zult begrijpen, niet vaak. Hoe komt dat nu? Dan moeten we eerst goed de feiten bestuderen. Kijk, we weten dat de NAVO al jaren aanstuurt op een atoomoorlog met Rusland. De jaarlijkse explosie van vuurwerk waar het volk zich een paar uur aan mag overgeven, moeten we dan zien als een soort generale repetitie, een manier om mensen te laten wennen aan de komende destructie en aanhoudend lawaai. Hetzelfde geldt voor het (volgens goed ingewijde bronnen door de CIA gefinancierde) liedje Eve of Destruction van de zanger Barry McGuire, dat een grote hit werd in 1965, met andere woorden slechts enkele jaren na de Cubaanse rakettencrisis.

Momenteel verkeren we in een vergelijkbare situatie. In feite een veel ergere, al beseffen de meeste mensen dat niet. Ik had daarom van dit kabinet, dat zoals alle Nederlandse regeringen slaafs Washington volgt, eerder verwacht dat men die traditie zou handhaven. Oudjaar zou dan een prelude zijn op het vaccinatie-geweld dat ons te wachten staat als de gefabriceerde corona-pandemie eenmaal achter ons ligt. Maar dat gaat dus niet door. Kennelijk is men er in het Catshuis op het laatste moment voor teruggeschrokken. Het is mogelijk dat dit komt door het onverwachte succes van mijn publicaties en video’s, waarin ik op basis van de feiten aantoon dat we een jaar lang voor de gek zijn gehouden. Er was geen pandemie, dat begint bij steeds meer mensen door te dringen. Ik denk dat men het in Den Haag daarna niet zo’n goed idee meer vond om het volk met vuur te laten spelen.

We moeten dat ook iets breder zien. Kijk, we weten al een tijdje dat het vuur belangrijk is voor de ontwikkeling van de mensheid. Ik heb dat vaker betoogd, niet in van die goedkope kolommen met allerlei meningen maar op basis van harde feiten, zoals de vondst van een 30.000 jaar oude gouden aansteker in een Zuid-Frans grottenstelsel. De socioloog Johan Goudsblom heeft over het onderwerp een aardig boek over geschreven, Vuur en beschaving. Ik had daar zelf toen geen tijd voor door mijn drukke verslaggeving. Maar goed.

Dan uw vraag. Luister, ik kan alleen maar herhalen wat ik al eerder zei: ook dit is een totalitaire maatregel waar men zich tegen zou moeten verzetten. Maar hoe? Het eenvoudigste is natuurlijk simpelweg toch de straat op te gaan en op zijn minst een paar vuurpijlen af te schieten. Het is niet uit te sluiten dat men dan het slachtoffer wordt van Grapperhaus-patrouilles, dat moet men dan wel incalculeren. Een goed alternatief, met een sterk symbolische lading, is om het vuurwerk dan maar binnenshuis af te steken, in de eigen familiekring, liefst met de ramen dicht. Dat geeft een extra effect, zeker in grotere gezinnen, en is een duidelijk signaal dat men de zaken zat is. De Witte Helmen in Syrië hebben hier goede ervaringen mee opgedaan. De woede kan dan vervolgens ook door het opengebarsten raam naar buiten toe worden geschreeuwd.

Het beste is natuurlijk collectief te handelen. Machthebbers zijn daar altijd het bangst voor. Daar bestaan dan ook al plannen voor, begrijp ik van mijn bronnen in de vuurwerkbranche. Zij vertellen mij dat men in Scheveningen, geïnspireerd door mijn actie bij het gemeentehuis eerder dit jaar, met pallets van een bierbedrijf een honderd meter hoog houten beeld wil bouwen van Bill Gates, om dit onder vreugdedansen te verbranden. De vonkenregen die van de instortende Gates over het Binnenhof en de hoofdkantoren van multinationals en banken zal neerdalen, moet men dan zien als een teken dat in het nieuwe jaar de afrekening komt met de financieel-farmaceutische elite.

Bij dit grootse evenement zal ik helaas niet zelf aanwezig kunnen zijn, vrees ik, omdat ik die avond mijn hoeve nog moet dichttimmeren. Dit met het oog op rondschietend vuurwerk van losgeslagen en mogelijk onder invloed van alcohol verkerende wethouders en ambtenaren van mijn gemeente, die op die manier hun gram op mij proberen te halen. Tevergeefs, mijn belangrijke werk zal ook in het nieuwe jaar gewoon doorgaan!

 

Help professor Karel door de winter!

Als je professor Karel wilt bijstaan in zijn eenzame kruistocht tegen de Deep State  en dat  wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je hem nog veel meer. Zo help je mee de censuur te doorbreken..

Mijn gekozen donatie € 0,00

Professor Karel weet raad (14): complot bij de Post

Professor Karel beantwoordt  wekelijks brandende kwesties die leven bij zijn achterban over de tentakels van de Deep State en hoe deze te bestrijden. In deze aflevering: professor Karel verwerkt de gestolen verkiezingen in Amerika en ontwaart ook in Nederland een complot bij de posterijen. 

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Beste professor Karel,

Hoe is het in vredesnaam (letterlijk!) mogelijk dat de Amerikaanse posterijen de verkiezingen daar zo grandioos hebben gesaboteerd? Zodat we straks een marionet van het Reptiel in het Witte Huis hebben. Hoe hebben ze dat precies gedaan? Kunt u dat uitleggen?

Ik werk namelijk als filiaalchef bij een postdepot in de regio Den Haag, dus ook een politiek gevoelige locatie, maar ik heb zoiets nog nooit meegemaakt. Ik trek er wel lering uit. Ik heb de jongens in mijn depot op het hart gedrukt dat ze moeten opletten of de deep state ook hier niet ingrijpt, bijvoorbeeld bij de distributie van alternatieve media zoals de uwe. Ook overweeg ik mijzelf en de jongens te bewapenen. Graag uw advies!

Cor Waterreus

 

Wat wilt u dat ik zeg, waarde Cor? Kijk, ik heb dit natuurlijk zien aankomen en ook ettelijke malen op deze plaats uitgelegd. Dit is het zoveelste bewijs dat de elites voor geen enkel middel terugdeinzen om te voorkomen dat het volk de touwtjes in handen neemt. Het grote project om de wereldbevolking te onderwerpen aan de belangen van het financieel-farmaceutisch complex mag niet worden verstoord door verkiezingen, natuurlijk. We weten inmiddels zoveel, dat het naïef zou zijn om nog in dat democratische circus te geloven. Het idee dat elke stemt telt en zo, dat is iets voor kinderen, nietwaar.

Hoe de fraude bij de Amerikaanse posterijen nu technisch en logistiek gezien precies in zijn werk is gegaan, is nog onderwerp van onderzoek. Ik ben bezig daarover tal van bronnen te verzamelen in mijn database. Dat vordert gestaag, al word ik enigszins gehinderd door mijn nog te beperkte beheersing van het Russisch. Maar zodra er meer over de exacte toedracht te melden is, inclusief de rol van diverse inlichtingendiensten, zal ik dat hier aan de orde stellen.

Ik kan daarbij in elk geval bogen op enige persoonlijke ervaring. In mijn jonge jaren heb ik om wat bij te verdienen (de journalistiek betaalt zoals men weet matig, tenzij men werkt voor een NAVO-gelieerd medium), nachtdiensten gedaan als postsorteerder in het toenmalige Amsterdamse hoofdkantoor, naast het Centraal Station. Ik kon daar met eigen ogen zien hoe bepaalde publicaties, met name die in het genre dat bekend staat als ‘mannenbladen’, geruisloos verdwenen in de zakken van onscrupuleuze collega’s, ongetwijfeld in opdracht. Ook beeldverhalen werden vrijwel standaard op deze wijze aan de reguliere postbehandeling onttrokken (ik kon niet altijd nagaan welke titels dit betrof, het ging om ten minste zes albums uit de reeks Roodbaard, de piraat en – volgens de aantekeningen die ik toen al bijhield – om tientallen afleveringen uit de cyclus Suske en Wiske.

Niet alleen dat. Geregeld trof ik in een van de toiletten een collega die openlijk verdiept was in een van de ontvreemde werken. Ik heb uiteraard van de zaak melding gemaakt bij de depotleiding, waarna mijn dienstverband onmiddellijk werd beëindigd. Goed, ik was jong en ook nog enigszins naïef. Het heeft mij wel geleerd dat zich bij posterijen, ook de Nederlandse, clandestiene praktijken voordoen die aan het zicht van de bevolking worden onttrokken en door de media worden genegeerd. Uiteraard met medeweten van hoofdredacties. Een onthullend artikel van ruim 15.000 woorden over mijn ervaringen, waarin ik een netwerk van internationale Suske en Wiske-zwendelaars blootlegde, werd door geen enkel Nederlands medium gepubliceerd.

Kortom, toen is waarschijnlijk de kiem gelegd van het grootschalige bedrog dat nu Biden aan de macht heeft geholpen in Washington. Afgaande op mijn aantekeningen als postsorteerder, handelde een van de gestolen albums ook al over een dergelijke fraude, ik meen een titel uit de western-reeks Blueberry, genaamd De Duivels van de Deep State. Naar ik mij herinner speelde inderdaad een woestijnreptiel, een zogeheten Gila-monster, een rol in dat verhaal, dat ik op het toilet in één keer… ik bedoel, dat ik een collega op het toilet in één ruk zag uitlezen. Het zou de moeite waard zijn na te gaan of dit album destijds ook verkrijgbaar was in Seattle, de woonplaats van Bill Gates. Hij is immers, als men de letters van zijn naam ietwat aanpast, het echte Gila-monster.

 

Help professor Karel door de winter!

Als je professor Karel wilt bijstaan in zijn eenzame kruistocht tegen de Deep State  en dat  wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je hem nog veel meer. Zo help je mee de censuur te doorbreken..

Mijn gekozen donatie € 0,00

Donald Trump heeft nu zijn eigen Dolkstootlegende

De man die zijn tv-carrière bouwde op de triomfantelijke slagzin `you’re fired` heeft zelf de grootste moeite met het accepteren van zijn ontslag. Terwijl zijn presidentschap onder zijn voeten wegkruimelt, probeert Donald Trump het land waar hij tot januari 2021 nog de president van is een burgeroorlog in te twitteren met aantijgingen over verkiezingen die van hem gestolen zouden zijn. Een kwestie van ‘rage, rage, against the dying of the light’, om het fameuze gedicht van Dylan Thomas te citeren, of is de wereld nog niet van Donald Trump af?

 

Tekst: René Zwaap

Niet in staat tot enige kritische zelfreflectie legt Donald J. Trump de schuld van zijn nederlaag vanzelfsprekend bij de media, Big Pharma, Deep State, Sillicon Valley en de Amerikaanse Post. Hij is een extreem slechte verliezer, die liever stikt dan ruiterlijk toegeeft dat hij het niet heeft gered tegen de man die hij ‘de slechte presidentiële kandidaat van alle tijden‘ heeft genoemd. Zoon Donald Trump jr . riep al op tot ’totale oorlog’. Zijn ex-chef-adviseur Steve Bannon, die ook niet anders kan denken dan in wellustige oorlogsretoriek, benoemde ’s lands hoofdviroloog Anthony Fauci en FBI-Chef Christopher Wray tot zondebokken, en verkondigde dat hun hoofden op staken aan weerszijden van het Witte Huis moeten worden geplaatst als ‘waarschuwing aan de federale bureaucraten‘ .

Met zulke geluiden probeert het team Trump een veenbrand in de Amerikaanse samenleving aan te stichten. De kans dat zij daarin zullen slagen is niet gering. Het land blijkt ook met deze verkiezingsuitslag ten diepste verdeeld. De stemverhoudingen voor de Senaat, waar Democraten en Republikeinen elkaar precies in evenwicht houden en een nieuwe stemronde in Georgia in januari 2021 helderheid moet brengen, tonen aan dat de wedijverende kampen nauwelijks voor elkaar onderdoen.

De nachtmerrie waarin de VS met Trump is beland is nog niet voorbij.  Achter de schermen wordt volgens de New York Times gewerkt aan een herkandidatuur voor Trump bij de presidentsverkiezingen van 2024. Die kan zich dan laven aan een eigen Dolkstootlegende, te weten dat de verkiezingen van dit jaar van hem werden gestolen. Trump lanceerde zichzelf in de politieke arena als aanhanger van de Birther-beweging, die draaide op het kletsverhaal dat Barack Obama niet op Amerikaanse bodem geboren was en daarom helemaal geen recht had op het presidentschap. Met dit idee van gestolen verkiezingen kan Trump zijn leger van malcontenten en complotdenkers de komende vier jaar eindeloos voeden.

Giftige cocktail

Tegen de achtergrond van een verdere escalatie van de pandemie die hij zelf veel te lang ontkende en een verdere desintegratie van de Amerikaanse economie – en het verzet dat bijna wetmatig zal groeien binnen een bevolking die van oudsher niets moet hebben van overheidsdwang – heeft Trump hier precies de giftige cocktail in handen om te dromen van een politieke comeback.

De juridische strijd die Trumps advocaat Rudy Giuliani in gang zet om Bidens verkiezingsoverwinning ongedaan te maken is naar verwachting weinig kansrijk. Maar als propagandamateriaal is het een goudmijn. Het is het ideale vertrekpunt voor een destabilisatiecampagne  die de slechtste en gevaarlijkste elementen uit Pandorra’s Doos op de Amerikaanse samenleving los zal laten.

Bijltjesdag

Binnen de Republikeinse Partij proberen Trump en zijn handlangers nu al te komen tot een soort Bijltjesdag. Iedere republikeinse politicus die zich nu niet schaart achter Trumps verkiezingscomplottheorie wordt als een verrader beschouwd. Een van de meest schrille vertolksters van deze Grote Afrekening is de kersvers in het Huis van Afgevaardigden gekozen republikein Marjorie Taylor Greene uit Georgia, die haar politieke agenda vooral laat bepalen door de buitengewoon onfrisse  complottheorieën van Qanon-makelij. Trump prees Greene al eens als het boegbeeld van de toekomst van de republikeinen. Ze is in ieder geval zeker het soort volksmenner dat Trump nodig zou hebben om zijn weg naar een comeback in het Witte Huis te plaveien. Daarvoor is een precedent. Eerder was de Democraat Stephen Grover Cleveland (1837 –1908) de 22e en de 24e president van de VS.  Het is te hopen dat de Republikeinse mainstream dit keer wel sterk genoeg zal zijn om dergelijk onheil te voorkomen. Voor Trump zelf, met de gigantische schuldenberg die hij met zich meetorst, om nog maar te zwijgen van alle mogelijke rechtszaken wegens machtsmisbruik en corruptie, rest niets anders dan deze vlucht naar voren.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € 0,00

Professor Karel weet raad (13): Op naar Hilversum

Professor Karel beantwoordt  wekelijks brandende kwesties die leven bij zijn achterban over de tentakels van de Deep State en hoe deze te bestrijden. In deze  aflevering lonkt de professor naar een eigen tv-programma op de televisie met Wim Kieft als bijzit.  

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Beste professor Karel,

Gefeliciteerd met alle aandacht die u – terecht – nu opeens krijgt van de media. Het lijkt wel of ze spijt hebben dat ze u zolang hebben genegeerd! Of ze weten natuurlijk dat u gewoon gelijk hebt, maar durven het niet zelf te zeggen.

Ik kan dat weten want, en dan kom ik bij mijn vraag, ik werk zelf als redacteur bij een bekende talkshow – ik kan beter niet zeggen welke, om redenen die u zult begrijpen. Nou opperde ik laatst in onze redactievergadering om u een keer aan tafel te vragen om te praten over corona en Bill Gates.

Nou, u raadt het al: de hoofdredacteur wou er niks van weten. Ik kreeg wel bijval van collega’s, die zeiden: nou ja, het is óók een stem. Eentje zei nog dat iemand aan het woord laten niet hetzelfde is als het met hem eens zijn (dat ben ik natuurlijk wel, daar niet van). Maar het kwam er niet door, want volgens de baas bent u een ‘complotprofessor’.

Is dit niet gewoon censuur? Wat kunnen wij redacteuren eraan doen?

Josine

 

Geachte heer Karel,

Mijn naam is Kees (achternaam bij mij bekend) en ik ben filiaalchef bij een kiosk in een middelgroot NS-station. Nou gebeurde er gisteren dit. Bij het uitstallen van een nieuw magazine over corona en de complotten van Bill Gates werd ik opeens van achter vastgegrepen door twee jongens met zwart bivakmutsen. Ze trokken het blad uit de schappen, smeten het in een vuilniszak en renden ervandoor. Eentje schold me uit voor ‘kiosk-fascist’. Die kon ik nog net een dreun voor zijn kanis geven. Maar het blad was toen al weg.

Mijn vraag aan u: wat zijn dit voor jongens? Mijn bloed kookte!

Kees

Ik plaats dit keer twee brieven tegelijk, want de situatie in het land begint snel ernstiger te worden. U kunt in deze aangrijpende noodkreten het bewijs zien dat de autoriteiten, ook met behulp van clandestiene middelen, alles in het werk stellen om te verhinderen dat de waarheid boven tafel komt.

Nu moet ik toegeven dat ik gestopt ben met het kijken naar die talk shows, of praatprogramma’s – het niveau is simpelweg te laag, ik heb wel wat beters te doen. Enige tijd heb ik wel geprobeerd met één oog te kijken en ondertussen een van mijn hobby’s te bedrijven, zoals het plakken van modelschepen uit de Tweede Wereldoorlog. Maar nadat ik de slagschepen Bismarck, Yamato én het vliegdekschip Nimitz foutloos in elkaar had gezet – dus ook zonder lijmresten – tijdens een enkele avond, zonder dat er ook maar één interessante opmerking in die programma’s was gemaakt, hield ik het voor gezien.

Een uitzondering maak ik voor het altijd boeiende programma Veronica Inside, waarin de heren Derksen, Gijp en Kieft onder het mom van voetbalanalyse tal van feiten en observaties prijsgeven over de staat van het land. Het decoderen van een uitzending kost mij gewoonlijk wel een paar uur, omdat men natuurlijk de precieze match moet zoeken tussen voetbaltechnische en geopolitieke termen, en dat luistert nauw. Maar ik heb kennissen uit de inlichtingenwereld daar een programmaatje voor laten ontwikkelen en dat werkt uitstekend. Zo kon ik eerder dan de modale kijker zien aankomen dat Derksen zou terugschrikken voor een opstelling als spits van Baudet en zich weer zou gaan concentreren op middenveld en achterhoede. Over Gijp daarentegen maak ik mij lichte zorgen; zijn smetvrees en korte aandachtspanne lijken gedegen analyse van de nieuwe Koude Oorlog in de weg te zitten. Is de man wel serieus genoeg? Gelukkig is er vaak de heer Kieft, een man met enige levenservaring, die feilloos de cynische manier weet bloot te leggen waarop macht in deze wereld werkt. Een zuivere kenner van Realpolitik, die ik graag de hand zou schudden.

Een nog beter idee: ik ben bereid het aanbod in overweging te nemen samen met de heer Kieft de duo-presentatie te doen van een programma over geopolitieke verwikkelingen die doorgaans voor het publiek verborgen worden gehouden. Geen ‘praatprogramma’ – alleen al de frivoliteit van die term geeft aan hoe beroerd het in Nederland is gesteld met de media – maar eerder een denk- of analyseprogramma. Waarin ik zelf analyseer, uiteraard na te hebben nagedacht, en de heer Kieft actief luisterend een bijdrage levert.

Ik wil u voorstellen, beste Josine, dit eens met uw collega’s te bespreken. Met het redactiestatuut in de hand moet het mogelijk zijn uw hoofdredacteur de wacht aan te zeggen. Het hoeft ook allemaal niet veel te kosten. Twee glazen water (geen drank voor de heer Kieft) en een lamp is voldoende. Meer dan één camera-positie is niet nodig, dat leidt alleen maar af. Van gasten of publiek kan uiteraard ook geen sprake zijn, dat kost allemaal maar spreektijd. Kaart u het eens aan, dan wacht ik uw compl… ik bedoel, communicatie af.

Uiteraard zullen wij ook beveiliging nodig hebben, met het oog op intimidatie door knokploegen of clandestiene agenten. Gezien zijn ervaring en motivatie kan kioskhouder Kees ons daarbij waarschijnlijk van dienst zijn.

Er zullen nieuwe tijden aanbreken op de Nederlandse televisie!

 

Help professor Karel door de winter!

Als je professor Karel wilt bijstaan in zijn eenzame kruistocht tegen de Deep State  en dat  wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je hem nog veel meer. Zo help je mee de censuur te doorbreken..

Mijn gekozen donatie € 0,00

Professor Karel weet raad (12): Satan in de buurtsuper

Professor Karel beantwoordt  wekelijks brandende kwesties die leven bij zijn achterban over de tentakels van de Deep State. In deze  aflevering:  drama in de buurtsuper blijkt in gang gezet door de lange arm van Bill Gates.

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Beste professor,

Ik word gek van dat handenwassen. En waarom zegt Rutte er altijd ‘stuk’ bij? Waarom moet alles kapot? Onze elite heeft al zoveel schade aangericht!

Nou overkwam mij het volgende. Bij mijn super moet je sinds kort je handen in een apparaat steken voordat je een karretje pakt; dan wordt er van dat spul op je handen gespoten. Ik wil dat niet, want ik weet niet wat voor spul dat is en wat die apparaten allemaal voor informatie vastleggen. Maar toen ik dus zonder dat te doen de winkel inging, werd ik er door een beveiliger uitgezet. Hij pakte me zo hard beet dat mijn trui scheurde!

Nu krijg ik bovendien te horen dat hij aangifte tegen me heeft gedaan omdat ik hem een ‘zoon van Satan’ heb genoemd. Ja zeg! Je mag ook niks meer zeggen in dit land! Weet u raad?

Priscilla Dekker

 

Mij bereiken veel van deze verontrustende verhalen – terwijl ik dit tik krijg ik alweer enkele mails – maar het is toch elke keer weer schokkend om te lezen hoe onze autoriteiten omgaan met gewone mensen. Ik ben zelf gewend aan de hoon en minachting die men over zich heen krijgt zodra men de gevestigde waarheden durft te betwijfelen of als leugens ontmaskert. Maar ik kan mij nog weren; mensen die zich aanzienlijk minder in de zaken hebben verdiept – dat zijn de meesten – staan machteloos tegenover zulk overheidsgeweld.

Het apparaat dat u beschrijft, ken ik vermoedelijk uit mijn Japanse jaren. De overheid daar maakt er volgens mijn bronnen gebruik van om biometrische data van burgers op te slaan, onder het mom van volksgezondheid. Dat is hier ook de bedoeling, daar zijn duidelijke aanwijzingen voor, zoals dat bevel van Rutte om je handen kapot te wassen. Terwijl hij de zijne nu al maanden in onschuld wast, nietwaar.

Wat kunt u doen tegen deze machtswellust?

Ik zou u allereerst adviseren uw woorden staande te houden. Kijk, wat heeft u nu helemaal gezegd? ‘Satan’ is zoals bekend in tal van wereldgodsdiensten een gebruikelijke aanduiding voor de krachten van het kwade, die niet terugdeinzen voor het scheuren van een trui. Er zijn ook andere. verwante namen in omloop zoals Lucifer, Legioen, Beëlzebub of Bill (Gates). Denkt u ook aan de zestiende-eeuwse geleerde Dr. Faust, die zoals bekend een contract sloot met de demon Mefistofeles, om zijn machtshonger te bevredigen. Met dat duivelse pact was hij een voorloper van (Bill) Gates, die in onze tijd vergelijkbare afspraken heeft gemaakt met de WHO. Ook in de lichtere muziek is dit overigens een bestaand verschijnsel: de zanger Robert Johnson kocht in Mississippi zijn gitaarspel van de Duivel – en het is natuurlijk ook geen toeval dat de Rollende Stenen hun sympathie voor Satan juist uitdrukten in 1968, het jaar van het Tet-offensief in Vietnam, de studentenopstanden in Parijs en Mexico en de moorden op Martin Luther King jr. en Robert Kennedy. Toen werd dus al de mondiale machtsgreep van de elite in gang gezet die u zo bitter opbrak in de super.

Ik zou u daarom aanraden nader onderzoek te doen. Ik vermoed dat het geen toeval is dat juist deze naam u te binnen schoot bij deze beveiliger. U bent iets op het spoor. Het lijkt mij wenselijk dat u het bevolkingsregister van uw woonplaats opvraagt om na te gaan waar de man werd geboren en wat zijn afstamming is. Mogelijk stuit u op genealogische gegevens die uw bewering over zijn afkomst bevestigen. Let u in het bijzonder op achternamen die op welke manier dan ook in verband staan met de namen van grote Europese bankiersfamilies en andere financiers. Vindt u die, dan heeft u de functionaris geen onrecht gedaan, maar hem gewoon correct aangesproken.

De rekening voor de gescheurde trui zou ik in duplicaat doen toekomen aan de Stichting van Bill en Melinda Gates.

 

Harry Mulisch en de monarchie: van Provo-sympathisant tot Paleisgast

Wie bij Harry Mulisch zoekt naar een coherente visie op de monarchie, stuit op dezelfde meerduidigheid die ook zijn literaire werk kenmerkt. De schrijver van Bericht aan de rattenkoning voelde zich aangetrokken tot de republikeinse gedachte, maar kwam toch steeds dichter bij de troon te staan.

Tekst Ries Roowaan

Harry Mulisch (1927-2010) woonde de eerste dertig jaar van zijn leven in het verstilde Haarlem. Toen hij eind jaren vijftig naar Amsterdam verhuisde, stond hij reeds te boek als een groot literair talent, niet in de laatste plaats in eigen ogen getuige zijn vaak geciteerde, licht ironische uitspraak: ‘Ik ben een groot schrijver, daar helpt geen moedertjelief aan.’

In de hoofdstad raakte Mulisch verzeild in het rumoer van de jongerenopstand. Het jaar 1968 geldt wereldwijd als de grote tijd van de protestbeweging. In Nederland deed zich dit fenomeen – als uitzondering op de regel dat hier alles later gebeurt – juist eerder voor. Dat was de verdienste van Provo die van 1965 tot en met 1967 actief was. In een van hun bekendste leuzen ‘Oranje boven, oranje boven, leve de republiek!’ combineerden zij ernst en speelsheid op een wijze die het handelsmerk van deze politieke beweging zou worden.

De auteur raakte dermate gefascineerd door wat zich bij wijze van spreken voor zijn huisdeur afspeelde, dat hij zijn literaire werk terzijde legde en de straat op ging. Zijn indrukken heeft hij vastgelegd in Bericht aan de rattenkoning, een boek uit 1966, het jaar waarin Beatrix en Claus van Amsberg trouwden. De keuze van de kroonprinses voor een Duitser, die bovendien nog lid was geweest van de Hitlerjugend en in de Wehrmacht had gediend, zonder dat zij afstand van de troon deed, beschouwde Mulisch als ‘een onheilspellende uiting van regenten- resp. regentessenmentaliteit (die men bij haar ouders niet in die mate vindt). Ons stond een Wilhelmina II te wachten.’

Met dat oordeel stond hij overigens bepaald niet alleen. Daar kwam bij dat Beatrix als eerste van de Oranjes wenste te huwen in het opstandige Amsterdam, waar de wonden van de bezetting en de Jodenvervolging nog lang niet waren geheeld. Het verleidde de schrijver tot een uitgesproken lenige redenering: ‘Men zou haast zeggen, dat zij een provo was. Maar het omgekeerde is waar. Het was verstoktheid. Zij provoceerde niet, maar was geprovoceerd; zij dacht, dat zij zich dat nog straffeloos kon veroorloven.’

Onconventionele oppositie

In zijn reportage over ‘de geschiedenis van Amsterdam in de periode 1965-1966’, zoals Mulisch het Bericht aan de rattenkoning karakteriseerde, wordt de onconventionele oppositie met overduidelijke sympathie geschilderd, maar toch was de auteur nooit één van de Provo’s: zij waren van een andere generatie en bovendien deinsde hij er niet voor terug om ook hen de maat te nemen. Dat laat onverlet dat op zo goed als elke pagina de voornaamste breuklijnen feilloos in kaart worden gebracht: jong versus oud, vooruitstrevend versus conservatief en niet in de laatste plaats de republiek Amsterdam versus het regenteske Nederland. Later zou Mulisch nog eens uitgebreid op die jaren terugkomen – in zijn magnum opus De ontdekking van de hemel heette het: ‘…Amsterdam [was] bezet door binnengerukte nederlandse troepen; geüniformeerde boerenzoons van christelijke komaf beheersten tijdelijk de stad…’

In de tweede helft van de jaren zestig leken de scheidslijnen nog van graniet, maar al snel zouden zij volledig verwateren. Ironisch in dit verband is dat juist Claus met zijn publieke optredens niet alleen een ontspanning van de Nederlandse houding ten opzichte van Duitsland teweeg zou brengen, maar tevens met zijn progressieve opvattingen over onder andere ontwikkelingssamenwerking een groot deel van de protestgeneratie voor zich wist te winnen. In de loop der jaren ontstond ook een warme verstandhouding met Mulisch. Ze hadden beiden een Duitse achtergrond, als tiener de Tweede Wereldoorlog meegemaakt en waren sindsdien wars van het militaire bedrijf.

Mulisch had toen al hoog en breed afscheid genomen van het politiek activisme. De man die in de jaren zestig vooral documentaire boeken, reportages en politieke schotschriften had voortgebracht, keerde terug naar het verhalende proza. In een interview ter gelegenheid van de publicatie van zijn roman Twee vrouwen (1975) verklaarde de schrijver: ‘De oorlog is nu over. Gewonnen. We kunnen elkaar weer verhaaltjes gaan vertellen.’ Mulisch ging dan ook niet langer de deur uit om het straatrumoer van dichtbij te observeren, maar beschouwde het wereldgebeuren vanachter zijn bureau. Zijn hernieuwde literaire engagement zou ware klassiekers opleveren, waarvan De aanslag en De ontdekking van de hemel de bekendste maar niet de enige zijn. Mulisch werd een tot ver over de landsgrenzen gevierd auteur.

Parallel aan zijn groeiende literaire roem werd de schrijver meer en meer deel van het establishment. Dat had enerzijds te maken met zijn persoonlijke Werdegang tot huisvader en bestsellerauteur, anderzijds ook met het politieke klimaat. Vrij geruisloos werd een groot deel van de ideeën en voorstellingen van de protestgeneratie gemeengoed. Mulisch – in zijn jonge jaren een kunstenaar wars van maatschappelijke conventies, later een politieke rebel – groeide tegelijkertijd met de babyboomers uit tot een gevestigd burger van links-liberale signatuur. Tekenend in dit verband is de Herenclub: de wekelijkse dinerafspraak van succesvolle schrijvers, kunstenaars, componisten en niet te vergeten politici – in 1979 door Mulisch en Hans van Mierlo opgericht, destijds nog onder de naam Deftig Links.

Toenadering

Toen Beatrix in 1980 aantrad, stond zij een veel formeler, zo men wil stijver, koningschap voor. Tegelijkertijd richtte zij zich op linkse thema’s zoals de multiculturele samenleving en gaf zij graag een culturele invulling aan haar publieke optredens. Als op iemand de typering ‘deftig links’ van toepassing was, dan op Beatrix en in dat opzicht was zij de ideale kandidaat voor de Herenclub geweest, ware het niet dat vrouwen geen lid konden worden van Harry’s eetvereniging.

Toch was er vrijwel vanaf het begin sprake van toenadering tussen de schrijver en de kersverse koningin, ook al behield Mulisch een zekere afstand tot haar officiële rol. Behoudens tijdens toespraken sprak hij haar nooit met ‘koninklijke hoogheid’ of ‘majesteit’ aan. Evengoed werd Mulisch een vaste gast tijdens de diners en concerten die in opdracht van het koninklijk huis werden georganiseerd. Zelfs bij staatsbezoeken was hij welkom.

De verzoening moet in het midden van de jaren tachtig zijn beslag hebben gekregen. In 1984 woonde de schrijver in het Paleis op de Dam een lezing van de beroemde dirigent Nikolaus Harnoncourt bij. In zijn dagboek vermeldde hij: ‘Beatrix afstandelijk vriendelijk tegen mij; is natuurlijk niet vergeten wat ik over haar schreef in Rattenkoning, maar beschouwt mijn verschijnen daar vermoedelijk als een triomf.’ Drie jaar later vierde De Gids, waarvan Mulisch decennialang redacteur was, het 150-jarig jubileum. Tijdens een bijeenkomst in het Rijksmuseum, waarbij de koningin eregast was, legde hij het definitief bij: ‘Met Beatrix op weg naar boven over mijn moeilijke verhouding tot de monarchie, dat dat nu achter de rug was. Ik had de hele middag moeite om niet te familiair met haar te worden’, schreef hij in een van zijn vele aantekeningenboekjes. Het moet voor beiden een overwinning zijn geweest: voor de vorstin omdat haar links-liberale en culturele invulling van het koningschap een succes bleek; voor de auteur was het de bevestiging van zijn schrijverschap, naast de zekerheid dat hij arrivé was.

Afscheid van de republiek

In september 1996 werd door een drietal prominente Nederlanders het Republikeins Genootschap opgericht; tegelijkertijd waren enkele publieke figuren, onder wie ook Mulisch, uitgenodigd om lid te worden. De schrijver was op dat moment in het buitenland, maar stuurde een briefje dat blijk gaf van interesse. Toen hij evenwel bij terugkomst in Nederland de notulen van de oprichtingsvergadering las, was dat direct over. De steen des aanstoots was besluit nummer 4: ‘Leden kunnen ook op lichamelijke kenmerken worden geselecteerd: alleen autochtone mannen komen in aanmerking.’ In zijn bedankbriefje karakteriseerde Mulisch zichzelf als het kind van twee allochtonen (zijn moeder was van origine Duits, terwijl zijn vader uit Oostenrijk-Hongarije stamde), waardoor hij niet eens in aanmerking kwam voor het lidmaatschap.

Zonder twijfel had Mulisch formeel gelijk, maar diegenen die bij de oprichtingsvergadering aanwezig waren geweest, wezen unaniem op de kloof tussen de meerderheid die het genootschap vooral als een welkom excuus voor een gezellig etentje zag en een kleiner groepje dat het politieke doel serieus nam en notulen maakte. Ook wordt in de verhalen steevast melding gemaakt van een overvloedige hoeveelheid alcohol waardoor de vergadering met het uur carnavalesker werd en uiteindelijk enkele nogal controversiële besluiten in de notulen terechtkwamen. Overigens bedankten naast Mulisch nog drie kandidaat-leden. Voor hun beslissing had prof. A. J. Dunning, die wel overtuigd lid werd, een eenvoudige verklaring: ‘Er zijn nu eenmaal mensen die niet de verdenking op zich willen laden er republikeinse gedachten op na te houden.’ Want dat doet de carrière in de regel geen goed.

Monarchist? Republikein?

Was Mulisch in de dertig jaar tussen de publicatie van het Bericht aan de rattenkoning en het besluit geen lid te worden van het Republikeins Genootschap van gedachten veranderd? Was hij wel of geen republikein? Die vraag kan alleen maar met een enerzijds-anderzijds worden beantwoord. Uit dagboekfragmenten blijkt door de jaren een op z’n minst latente voorkeur voor de republikeinse staatsvorm. Tegelijkertijd wordt ook zijn oprechte persoonlijke waardering voor de koningin en de prins-gemaal duidelijk en zonder twijfel zal hij hun erkenning als het zegel van literair en maatschappelijk succes hebben ervaren.

Daarnaast moet in het achterhoofd worden gehouden dat bij Mulisch de kloof tussen werk en leven, tussen zeggen en doen, nooit helemaal afwezig was. In zijn boeken raakte hij vaak aan politieke thema’s en nam daarbij zonder uitzondering een progressief standpunt in. Tegelijkertijd voegde de auteur niet altijd de daad bij het woord. De rellen en demonstraties van de jaren zestig observeerde hij bij voorkeur van een zekere afstand, staande in zijn cabriolet. Collega-schrijver Gerard van het Reve typeerde hem dan ook als een ‘gemotoriseerde relletjesvoyeur’. Ook gaf zijn gesoigneerde, om niet te zeggen flamboyante voorkomen aanleiding tot twijfel over zijn linkse inborst.

Evengoed zou dit uiteindelijk een weinig vruchtbaar perspectief kunnen zijn. Mulisch was in de eerste en de laatste plaats een schrijver. ‘Iets doen dat losstaat van mijn werk, stoot mij tegen de borst, verveelt en vermoeit mij. Dat geldt zelfs voor koffie zetten of een willekeurig gesprek’, noteerde hij in het jaar 1988, maar het is aannemelijk dat hij gedurende zijn gehele leven uitsluitend zijn boeken werkelijk serieus heeft genomen. Vriendschappen, liefde en zeker politieke overtuigingen waren daaraan ondergeschikt en soms zelfs niet veel meer dan wisselgeld. Weliswaar zal niet iedereen het willen onderschrijven – over smaak valt nu eenmaal altijd te twisten – maar uiteindelijk kunnen we Harry Mulisch slechts dankbaar zijn: met zijn radicale toewijding aan het geschreven woord heeft hij de Nederlandse literatuur verrijkt met enkele absolute meesterwerken.

 

Citaten uit: Harry Mulisch, Bericht aan de rattenkoning (Amsterdam 1966); Harry Mulisch, De ontdekking van de hemel (Amsterdam 1992); Robbert Ammerlaan, Zijn eigen land (Amsterdam 2016); Volkskrant 27 februari 1997; Wikipedia.

1 4 5 6 7 8 19
preload imagepreload image