De Republikein

Koning Robot: het mechanische alternatief voor een feilbare monarch

Het idee van Marie Jean Antoine Nicolas de Caritat, markies de Condorcet (1743–1794), een van de meest vooraanstaande intellectuelen van de Franse Revolutie, om het koningschap over te dragen aan een machine, is met de robotisering van de samenleving zeer uitvoerbaar geworden.

Tekst: Manuel Kneepkens

In zijn succesboek 21 lessen voor de 21e eeuw stelt Yuval Noah Harari dat de technologische revoluties méér ons leven op de planeet aarde bepalen dan de maatschappelijke zoals de Franse revolutie.

Die mening is niet nieuw. Zij werd ook al – heel wat eerder trouwens – geventileerd door Willem Frederik Hermans.

Maar hoewel de Franse revolutie zeker een ander soort revolutie dan de Industriële is, heeft ook zij wel degelijk machines verwekt. Een daarvan is zowaar een ‘revolutie op strafrechtsgebied’: de guillotine. De Franse revolutionairen waren immers geobsedeerd door het begrip Gelijkheid. Meer in elk geval dan door Vrijheid en Broederschap. En de guillotine is de gelijkheidsmachine in optima forma, ‘Als lijken-met-de -kop -eraf zijn wij mensen elkaar zeer gelijk…’

Een heel wat humanere ‘Franse revolutie-machine’ is: de Machine van Condorcet. Daarover straks.

Robotisering

Harari merkt tevens op dat die techno-revoluties – de eerste was dus de Industriële revolutie – in steeds sneller tempo elkaar opvolgen Zo zou de wij ons thans ‘ in de vijfde versnelling’ bevinden: de onstuitbare opkomst van de robotisering.

Maar die robotisering komt niet uit de lucht vallen.

Integendeel, de robotisering van de samenleving blijkt historisch bezien een proces met een lange aanloop. Het begint als het militaire ideaal van de Romeinen: een leger dat beweegt als één machine.

En dat mechanistisch ideaal is in militaire kringen altijd populair gebleven.

Tot op de dag van vandaag pleegt men dan ook rekruten te drillen, d.w.z. ze te onderwerpen aan strenge disciplinering , ofwel ze ‘te ontmenselijken’. De ideale infanterist is een mechanische pop.

Dit robotdenken over de mens is gaandeweg ook buiten militaire kringen zeer populair geworden.

L’homme machine is een berucht boek van De la Mettrie, (1709- 1751), een materialistisch Verlichtingsfilosoof . Zijn stelling: de mens verschilt niet wezenlijk van een machine. Geen wonder dat juist in de Parijse Salons van tijdens de Verlichting vernuftig geconstrueerde mechanische poppen zeer populair waren. Die Verlichtingsfilosofen stonden, zoals bekend, aan de vooravond van de Franse Revolutie.

Om in de visie ‘de mens is een machine’ enkel een diabolische reductie van de mens te zien, is overigens te kort door de bocht.

Het mechanistisch denken heeft ook vooruitgang gebracht. Zo besloot de medicus Harvey naar het hart te kijken als naar een pomp ( ‘zie naar het hart als naar een waterpomp’ ) en dat heeft de cardiologie aantoonbaar vooruit gebracht.

En vergeet niet de fiets… De ecologische verantwoorde voortbewegingsmachine bij uitstek! Die machine kan niet genoeg geprezen worden. Dit terzijde.

Maar vaak ook blijkt dat mechanistisch denken rücksichtsloos wordt toegepast. Denk aan de staat als coderingsmachine (de Structuralisten). Denk aan de ‘kille’ architectuurvisie van Le Corbusier: ‘Het huis is een machine’, etc.

Maar hoe zit dat met de Machine van Condorcet?

Markies Marie-Jean de Condorcet (1743 -1794) was een Frans filosoof, een vroege politieke wetenschapper. Ook bekend om zijn bijdragen aan de wiskunde.

Maar hij was allereerst een sociaal bewogen mens die, ofschoon van adel, niettemin de Franse revolutie loyaal steunde. Zo pleitte hij voor grondwettelijk recht, vrij en gelijk publiek onderwijs en gelijke rechten voor vrouwen. En eveneens voor gelijke rechten voor mensen van alle rassen. Zie ook het artikel van Meindert Fennema over Condorcet elders op deze website. Zijn opvattingen over de gelijkwaardigheid van de mensen, maakten hem vrijwel automatisch tot een tegenstander van de monarchie. In dat kader deed hij – ludiek avant la lettre – het voorstel: de monarchie te vervangen door een zelf bewegende pop, de ‘automate royal’.

Mechanische koning

Deze mechanische koning zou alle ceremoniële functies van het Koningschap kunnen vervullen. De machine zou een onvermoeibare handenschudder zijn. De machine zou ook ‘automatisch’ alle wetten tekenen die het parlement had aangenomen en erfopvolging zou niet langer het probleem zijn. En, ook niet onbelangrijk, die androïde zou financieel maar een fractie kosten van een koningschap, uitgeoefend door een mens van vlees en bloed

Inmiddels, zoveel jaren later na de Franse revolutie, zijn al vele functies in onze samenleving geautomatiseerd. En ook de robot stoomt op. De knuffelrobot voor dementen is al werkelijkheid. En sinds de VS onder Obama huiverig is geworden om mensen als ‘boots on the ground’ in te zetten, wordt daar nu in snel tempo een programma ontwikkeld voor de vechtrobot Atlas.

In 2011 organiseerde de afdeling DARPA van het Pentagon een robotwedstrijd. DARPA staat voor Defence Advanced Project Research Agency, het instituut binnen het Amerikaanse Ministerie van Defensie, dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van geavanceerde militaire technologie. Ter herinnering, in 1968 begon het instituut (toen nog ARPA geheten) de ontwikkeling van het ARPA-net, dé voorloper van ons Internet. Ook in het ontwikkelen van de huidige algoritme-samenleving gaat DARPA voorop. Vier jaar lang werkten, naast het team van DARPA, een aantal andere teams naar de finale toe in 2015. Toen werden de mogelijkheden van de ontwikkelde robots beproefd in een speciaal parcours. Iedere robot moest een auto kunnen besturen en daar in en uit kunnen klimmen. Daarna een deur openen, een gat in de muur boren, een brandkraan dicht draaien en tenslotte een trap beklimmen.

De vechtrobot Atlas, bedoeld voor ‘boots on the ground’, deed het niet slecht. Hij werd tweede bij de finale. De opgaven bleken voor de meeste andere robots te hoog gegrepen. Slecht enkele robots slaagden er in, buiten nummer Een en Atlas, om heelhuids het parcours af te leggen. Een robot onthoofdde zichzelf per ongeluk ( Dat zouden ze in het Kalifaat ISIS ongetwijfeld zeer hebben gewaardeerd…)

Over die wedstrijd bestaat een videofilmpje. De meeste mensen, die dat filmpje zagen, vonden de robot behalve imposant ook wel angstaanjagend

Want wat is de volgende stap? Hoe lang zal het nog duren of de mensheid wordt onderdrukt door haar eigen schepping?

Krijgen wij een robotapocalyps?

Een ding is zeker: mocht het idee van De Condorcet van ‘de robot-koning’ in zijn eigen tijd nog onuitvoerbaar zijn, zo ’n robot fabriceren is heden eigenlijk een fluitje van een cent.

Robotdag

Krijgen wij dus binnenkort een Robot van Oranje- Nassau, de androïde Willem Alexander II die de taken van de huidige, ‘vlezige’ Willem Alexander overneemt? Zeker wat het uitspreken van de Troonrede betreft, kan dat sowieso nu al door een ‘automate royale’, want van die tekst is geen letter van de Koning zelf…

En begeeft zich dan die robotkoning op Robotdag , voorheen Prinsjesdag, naar de Staten Generaal in een zelfrijdende Gouden Koets? De robotisering van onze samenleving lijkt niet te stuiten, dus uitgesloten is dat allerminst.

 

De Robot

In den beginne wast het Woord

en op het einde was er het algoritme

want in de beginne was God

en God schiep de mens

en toen schafte de mens God af

en schiep de robot

en toen schafte de robot de mens af

to hoe wa bo hoe

en toen was God weer moederziel

alleen in het Heelal!

Correctie : moet dat niet zijn

In den beginne was het ( )oord

en op het einde was er het Walgoritme?

Nee! Want Robots worden geboren zonder W(eeën)…!

 

Het gedicht hierboven, De Robot, laat zich gemakkelijk tot de bron herleiden. Manuel Kneepens deelt namelijk met de jurimetrist Richard de Mulder het blog Knemublog. Jarenlang deden zij samen het strafrechtonderwijs op de Erasmus-universiteit en dat heeft een diepe band geschapen. Op Knemulblog zetten zij naar hartenlust alles op wat hen interesseert. Bij Kneepens is dat de poëzie, bij Richard de Mulder is dat de robot. Zodoende.

De markies van Condorcet: grondlegger van de Franse republiek

/

De markies van Condorcet (1743–1794) was een van de grondleggers van de Franse revolutie. Hij was voorvechter van gelijke rechten voor vrouwen en afschaffing van de slavernij. Ook hij ontkwam niet aan de Terreur van Robespierre.

Tekst: Meindert Fennema

Marie-Jean-Antoine-Nicalas Caritat, Markies van Condorcet (1744-1794) zou eigenlijk militair worden: dat was een familietraditie. Maar hij werd wiskundige en publiceerde in 1765 – hij was toen 21 – een innovatief artikel over integraalrekening. Vier jaar later werd hij lid van de Franse Academie voor Wetenschappen, waarvan hij spoedig secretaris zou worden. Hij was bevriend met de belangrijkste verlichtingsfilosofen: Voltaire, Diderot, d’Holbach en D’Alembert. Maar al zijn vrienden stierven aan de vooravond van de Franse Revolutie. Voltaire in 1778 (in datzelfde jaar overleed ook Rousseau), D’Alembert overleed in 1783, Diderot in 1784, d’Holbach overleed in januari 1789. Van de verlichtingsfilosofen nam alleen Condorcet deel aan de Franse Revolutie. Het zou hem niet goed bekomen.

Aanvankelijk leek het Condorcet ook tijdens de Revolutie voor de wind te gaan. De markies had een radicaal temperament. Dat hij onder Lodewijk XVI nog een hoge bestuurlijke functie bekleed had werd hem vergeven. Dat hij zich bij de eerste verkiezingen van de Staten Generaal verkiesbaar stelde namens de adel was niet zo handig. De adel had een hekel aan zijn radicale ideeën. Hij publiceerde midden in de verkiezingstijd een pamflet waarin hij de afschaffing van de slavernij bepleitte. Kort daarvoor had hij zich in een ander pamflet uitgesproken voor het vrouwenkiesrecht. Condorcet was een van de eersten die zich aansloot bij de Club der Jacobijnen.

Openbaar onderwijs

Maar hij werd niet gekozen in de Constituante. Pas aan het einde van 1789 werd hij, mede door toedoen van Lafayette, gekozen in de Commune van Parijs. Maar hij werd in 1791 niet herkozen. Pas in oktober werd hij gekozen in de wetgevende vergadering. Daar maakte hij zich onsterfelijk met een rapport over de inrichting van het openbaar onderwijs, dat de vorm en de inhoud van het onderwijs voor de volgende twee eeuwen zou gaan bepalen.

Maar dan loopt het fout. In de loop van 1792 ontbrandt er een strijd tussen Brissot en Condorcet aan de ene kant en Robespierre en Saint Juste aan de andere. Condorcets functies in het Ancien Regime werden hem steeds meer aangerekend en dat gold ook voor zijn vriendschap met Lafayette. Zijn voorzitterschap van de vereniging ‘Les Amis des Noirs’ werdt maakte hem ook niet populair bij Robespierre. Robespierre was, anders dan Condorcet en Brissot, tegen de afschaffing van de slavernij in de koloniën. Het brood was in Parijs al zo duur geworden, als nu de suiker ook nog duur werd zou de revolutionaire regering dat worden aangerekend.

De terreur brak los en de macht kwam steeds meer te liggen bij de Commune van Parijs. Desondanks zette Condorcet zijn wetgevende arbeid voort en hij wist te bewerkstelligen dat een aantal revolutionaire vrienden uit Amerika, Duitsland en Engeland het Franse burgerschap werd verleend. Dat gold onder meer voor Jeremy Bentham, Tom Paine, Friedrich von Schiller en George Washington.

Danton ten val

Condorcet werd voorzitter van de commissie die zich bezighield met het opstellen van een nieuwe grondwet, waarin – voor het eerst in de geschiedenis – naast het recht op eigendom, het algemeen mannenkiesrecht, ook een aantal sociale grondrechten werden vastgelegd. De concept-grondwet van 1793 werd in de nationale vergadering door de Jacobijnen afgewezen, om partijpolitieke redenen. Zij wilden de Girondijnse regering onder leiding van Danton ten val brengen. Toen dat gelukt was werd de grondwet van Condorcet, met een aantal kleine wijzigingen, alsnog aangenomen.

De Jacobijnse vleugel werd steeds nationalistischer en gewelddadiger. Condorcet verzette zich tegen terechtstelling van de koning, samen met Tom Paine pleitte hij voor zijn verbanning naar Amerika: daar zou de koning kennis kunnen maken met de weldaden van een democratische samenleving. Tevergeefs. Louis XVI zou op 23 januari 1793 geguillotineerd worden. In juni van dat jaar werden 29 Girondijnse volksvertegenwoordigers gearresteerd. Condorcet verzette zich opnieuw. Kort daarna, op 8 juli 1793, wordt ook tegen Condorcet een arrestatiebevel uitgevaardigd. De man die zich al in 1791 voor een Republiek had uitgesproken, toen Robespierre zich nog monarchist betoonde, werd anderhalf jaar later beschouwd als ‘verdediger van de monarchie’. De man, die zich, tot ergernis van Robespierre in 1788 – en op nieuw in 1789 – had uitgesproken voor de afschaffing van de slavernij en die had gepleit voor het vrouwenkiesrecht, werd in 1793 vervolgd wegens ‘contrarevolutionaire activiteiten’.

Meesterwerk

Condorcet onttrok zich aan arrestatie door onder te duiken op een adres vlak bij de Jardin du Luxembourg. Daar schreef hij in zes maanden een meesterwerk dat hem een vooraanstaande plaats zou verschaffen onder de verlichtingsfilosofen: Esquisse d’un tableau historique des progres de l’esprit humain. In ruim 300 pagina’s schetste hij hoe in de loop van de menselijke geschiedenis het idee van de vooruitgang steeds meer terrein wint. Het manuscript eindigt met een ‘Fragment sur l’Atlantide’, een utopie, waarin een geheel op wetenschap gebaseerde samenleving wordt geportretteerd: daar bestaat een universele taal, daar is onderwijs voor iedereen, daar zijn religie en bijgeloof uitgebannen, daar zijn vrouwen bevrijd van hun patriarchale man en de slaven van hun meester, daar heerst volledige vrijheid. De vooruitgang is in de ogen van Condorcet inherent aan de menselijke natuur en wordt slechts tegengehouden door onwetendheid en (bij)geloof, die zich verschansen in religieuze instellingen en tradities. Op hun beurt worden religie en tradities in stand gehouden door degenen die daar belang bij hebben: vorsten, de adel, advocaten en rechters, maar vooral de geestelijkheid. Strijd tegen religie en traditie is dus de plicht van allen die de vooruitgang willen dienen.

Condorcet deed dat zelf met zoveel overgave dat zijn Nederlandse vertaler meende de schrijver tegen zichzelf in bescherming te moeten nemen. Hij schreef in een voorwoord van de Schets van een historisch tafereel der vooruitgang van ’s menschen geest (Haarlem, 1804): ’In een Werk, van dien aart, als dit, geschreven door een Wijsgeer, die (…) in de heerschende Schoole van zijnen tijd, in de Schoole der HELVETIUSSEN EN DIDEROTS gevormd was, kon het niet missen, of moesten enige trekken voorkomen, die den Christelijke Godsdienst min gunstig waren. Ik heb gemeend dat ik wél zou doen deze plaatsen of uitdrukkingen – die nogthans weinig in getal zijn – of te verzachten, of geheel weg te laten.’

Gearresteerd

Toen Condorcet zijn Esquisse af had, in maart 1794, besloot hij zijn onderduikadres te verlaten en ging op weg naar een vriend die in Fontenay aux Roses woonde. Deze durfde hem echter niet binnen te laten omdat zich, naar hij zei, onder zijn huispersoneel Jacobijnen bevonden. Uitgeput zocht Condorcet onderdak in een herberg, waar hij echter argwaan wekte door een omelet van twaalf eieren te bestellen. Hij werd door de gendarmerie gearresteerd en opgesloten in een politiecel. De volgende ochtend, op 28 maart 1794, trof men hem dood in zijn cel. Had hij zelfmoord gepleegd of was hij, geestelijk en fysiek uitgeput, een natuurlijke dood gestorven?

Op 2 april 1795, na de val van Robespierre, besloot de Nationale Conventie zijn ‘Schets’ op staatskosten uit te geven.

Meindert Fennema vertaalde, samen met Geertje Karsten-van der Giesen, Condorcets ‘Beschouwingen over de negerslaverij’ (Heureka, Weesp, (1989, 1991)

Professor Karel weet raad (11): In de clinch met de gemeente

Professor Karel beantwoordt  wekelijks brandende kwesties die leven bij zijn achterban over de tentakels van de Deep State. In deze speciale aflevering bindt onze koene wetenschapper de strijd aan tegen het bestuur van zijn gemeente, dat geen middel schuwt om hem het zwijgen op te leggen.

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Geachte P. Karel,

Namens de voorzitter kan ik u meedelen dat de gemeentelijke commissie leefomgeving heeft beslist over uw verzoekschriften d.d. 13 juni j.l.

Aangaande uw verzoek (1126) om uw pand te bedekken met aluminiumfolie, inclusief garage en brievenbus aan de straatzijde, kan ik u mededelen dat dit wordt afgewezen, als zijnde in strijd met artikel 12a van het gemeentelijke reglement inzake brandveiligheid.

Inzake uw verzoek (1127-A) de volgende tekst, ‘HET OFFICIËLE VERHAAL KLOPT NIET’, op uw dak te schilderen in helder witte kapitalen, kan ik u mededelen dat dit wordt afgewezen, als zijnde in strijd met artikel 6 lid 12 van de gemeenteverordening voor het landschap. Uw beroep dat deze tekst geen politieke leuze betreft, maar de volledige naam is van uw woning (hoeve ‘Het klopt niet’) wordt subsidiair verworpen. Immers, wát klopt er dan niet?

Wat betreft uw verzoek (1128-B) om subsidie voor het aantrekken van twee full- time doventolken (v) voor uw YouTube-kanaal kan ik u mededelen dat dit niet aan de gemeentelijke dienst scholing en opleiding dient te worden gericht, maar aan de Rijksoverheid. Ook dit verzoek wordt derhalve afgewezen.

De commissievoorzitter hecht eraan te onderstrepen dat deze beslissingen op generlei wijze zijn beïnvloed door uw eenmansactie voor het gemeentehuis d.d. 24 augustus j.l. waarbij u, gewikkeld in aluminiumfolie, een houten pop van wethouder Onder den Pet heeft verbrand. Een nota voor schoonmaakkosten zal separaat aan u worden verstuurd.

In de hoop u te hebben ingelicht,

Met vriendelijke groet,

Robbert Zwijgman

Gemeentesecretaris

 

Op de valreep van de Amerikaanse verkiezingen, die de weg moeten vrijmaken voor de internationale vaccinatie-maffia, publiceer ik deze weerzinwekkende reactie van mijn gemeentebestuur, de zoveelste in een lange rij. Ik wil daarmee aantonen hoe cynisch politici ook op lokaal niveau proberen bewustwording bij de bevolking te voorkomen of in de kiem te smoren.

Het zijn zoals we weten allang niet meer alleen de landelijke, maar ook lokale machthebbers die de bevolking, zogenaamd om een pandemie te beheersen, met totalitaire maatregelen klaarstomen voor een trans-humane toekomst. Daarin moeten wij dienen als grondstof (olie en andere lichaamssappen) voor exploitatie en extractie, als eenmaal de andere natuurlijke hulpbronnen zullen zijn uitgeput. Cybertechnologie biedt daarvoor ongekende mogelijkheden. Uw en mijn locatiedata (net name de mijne) worden nu al bijgehouden door het OMT en clandestien gedeeld met de AIVD, NAVO, Interpol en naar ik begrijp geselecteerde buitenlandse inlichtingendiensten.

De arrogantie van de autoriteiten in mijn woonplaats, zich verschuilend achter de gemeentesecretaris, is een zoveelste illustratie van die trend naar totalitaire controle en crowd control, zeg maar gerust hersenspoelerij.

Neem de afwijzing van het volkomen redelijke verzoek mijn dak te sieren met een waarheid als een koe: een groteske inperking van de vrije meningsuiting. Worden spreuken als ‘Oost West, Thuis Best’ op Delfts-blauwe tegeltjes soms ook verboden? Het zou mij niet verbazen (alleen al niet omdat deze bewuste Delftse spreuk inspeelt op anti-Koude-oorlogs-gevoelens).

Uiteraard had ik niet anders verwacht. Bronnen bij de luchtmacht vertellen mij dat zelfs de aanzienlijk kleinere tekst die ik vooruitlopend op mijn verzoek alvast had laten aanbrengen op het dak van mijn garage (‘GELOOF ZE NIET!’), slechts leesbaar tot vijftig meter hoogte, door helikopterpiloten van politie én Defensie werd gefotografeerd en gerapporteerd.

Het was overigens de tip van deze bronnen die mij bracht tot mijn symbolische en volkomen onschuldige actie voor het gemeentehuis. Niet toevallig verzwijgt de secretaris dat de pop van wethouder Onder den Pet die daar werd verbrand hooguit een oppervlakkige gelijkenis vertoonde met de man zelf. Het met bloed (noot: kippenbloed, van een lokale bio-boerderij) geschreven naambordje was er niet voor niets. Ketchup had ook van dienst kunnen zijn, ware het niet dat ik weiger dit product van het Amerikaanse imperialisme te gebruiken.

Overigens was van ‘explosies’, zoals de mainstream media beweerden, geen sprake. Wat er gebeurde was een normale chemische reactie bij het gebruik van kerosine, dat nu eenmaal forse steekvlammen veroorzaakt (al kunnen die natuurlijk geen staal doen smelten, zoals wij weten sinds 9/11). Dat de lokale brandweer in paniek raakte en de pop van de wethouder, een houten constructie zorgvuldig bedekt met papier-maché, daarbij door het glas van de gemeentelijke entree stootte, kan mij niet worden verweten. Ik weiger dan ook te zwichten voor de intimidatie van zogenaamde ‘schoonmaakkosten’.

Men had dit allemaal eenvoudig kunnen controleren op de door mij gemaakte YouTube-video van de actie, als het laffe bedrijf die niet (we kunnen ervan uitgaan: in opdracht) binnen enkele uren had verwijderd.

Ten slotte, dat mijn subsidieverzoek voor een doventolk (twee zouden alléén noodzakelijk zijn bij de langere video-colleges) zo achteloos wordt afgewezen beschouw ik dan maar, vergeleken bij de eerdere leugens, als heel ouderwets burgertje-pesten. Net als het bewust verhaspelen van mijn naam en titel in de adressering van de brief van de gemeentesecretaris.

U mag weten, ik laat het er niet bij zitten. Over het hoe kan ik nu nog geen mededelingen doen. Ik zeg al wel dit: papier-maché is geduldig!

 

Staatsgreepkoorts in de polder

Het verhaal van Bart Gruson in De Republikein over de geplande staatsgreep van  oud-premier Gerbrandy in 1947 maakte nogal wat reacties los. Maar het was zeker niet het enige coupplan dat werd uitgesmeed in het Koninkrijk der Nederlanden na de Tweede Wereldoorlog.

Tekst: René Zwaap

Het had weinig gescheeld of Nederland was op donderdag 24 april 1947 veranderd in een dictatuur. Dat meldde oud-hoofdredacteur van Het Parool Sytze van der Zee in zijn in 2015 verschenen biografie van François van ’t Sant, Harer Majesteits trouwste onderdaan getiteld. Van ’t Sant, vertrouweling van Wilhelmina tijdens de ballingschap in Londen gedurende WO II, werd op de hoogte van de geplande staatsgreep gebracht door ‘Soldaat van Oranje’ Erik Hazelhoff Roelfzema, die fungeerde als koerier van oud-premier in oorlogstijd Gerbrandy.

Linggadjati

Aanleiding voor de geplande staatsgreep was het Akkoord van Linggadjati, dat voorzag in de dekolonisatie van de overzeese gebiedsdelen in Indonesië. Onder het rechtse volksdeel, niet in de laatste plaats bij de leiding van de Nederlandse strijdkrachten, had het ontwerpakkoord geleid tot een ware furie. De enige oplossing die men in deze kringen voorzag, was het gewapenderhand ten val brengen van de regering-Beel. Groepen verzetsstrijders, met name uit het godvruchtige Westland, zouden die dag naar Den Haag trekken om alle ministers gevangen te nemen.

De bedoeling van Gerbrandy was om via Van ’t Sant de instemming met de plannen te krijgen van koningin Wilhelmina. Inmiddels was ook de inlichtingendienst van de Amsterdamse politie achter het coupplan gekomen. Die was ter ore gekomen dat PvdA-voorzitter Koos Vorrink op de dodenlijst van de coupplegers stond. Tegelijkertijd zouden in Soerabaja en Batavia Indonesische republikeinen in de boeien worden geslagen om de geplande dekolonisatie te verhinderen. Twee man stonden al bij Vorrinks huis in Den Haag te wachten om hem te liquideren. Maar de socialistenleider had juist die nacht besloten in Amsterdam te blijven en zo ging de staatsgreep niet door. Waarmee in ieder geval duidelijk werd dat ook staatsgreepplegers in Nederland er zich graag met een Jantje van Leiden afmaken.

Noodproclamatie

De geruchten over een komende staatsgreep hielden echter aan, zodanig dat de Amsterdamse burgemeester A.J. d’Ailly zich genoopt voelde een noodproclamatie op te stellen: ‘Stadgenoten! Op dit ogenblik trachten misdadige reactionaire elementen het wettig gezag opzij te schuiven en zich meester te maken van de staatsmacht. Met mijn gehele persoon stel ik mij achter het wettige gezag en Hare Majesteit de Koningin; zo ook het bestuur der stad’.

Hoe Wilhelmina over de plannen dacht is ook na de onthullingen van Van der Zee niet bekend. Zeker is dat zij door haar vertrouweling Van ’t Sant op de hoogte is gesteld van de geplande actie, maar of zij die steunde  valt als gevolg van het feit dat Van ’t Sant zijn hele archief testamentair de haard in liet werpen, niet meer te achterhalen, zo schrijft Van der Zee.

Gladio

Het was niet de laatste keer dat de Indonesische kwestie inspireerde tot staatsgreepkoorts in de polder. Onderzoekers Bob de Graaff en Cees Wiebes meldden in hun in 1992 verschenen studie Gladio der vrije jongens, over het ondergrondse paramilitaire netwerk van de NAVO dat na de oorlog werd opgericht in het geval dat er een inval van de Sovjet-Unie zou plaatsvinden, dat er in 1949 serieuze plannen circuleerden om premier Willem Drees en diens minister van Overzeese Gebiedsdelen Van Maarseveen te kidnappen dan wel te liquideren. Met die actie zou moeten worden voorkomen dat de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië zou plaatsvinden. Het plan werd ternauwernood verijdeld door de marechaussee.

Westerling

Enkele jaren daarna broedde de oprichter van de splinterpartij Conservatieve Partij Nederland, de Rotterdamse tandtechnieker Jean van Wijk, een plan uit om de gevreesde KNIL-militair Raymond Westerling, alias ‘de bloedonderzoek van Celebes’, de regering gewapenderhand ten val te doen brengen.

Luns

Ook het rooms-rode kabinet Cals ontsnapte in 1965 op een haar na aan een gewapende coup, zo meldde historicus J. Kikkert in zijn in 1992 verschenen boek De wereld volgens Luns. Oud-minister van Buitenlandse Zaken en voormalig NAVO-secretaris Joseph Luns vertelde Kikkert dat hij in het voorjaar van 1965 werd benaderd door vier generaals met het verzoek mee te werken aan een staatsgreep namens – in de woorden van Luns – ‘een organisatie waar ik tot dan toe nooit van had gehoord’. Heel wel betrof die organisatie het reeds gememoreerde Gladio-netwerk. Luns vertelde Kikkert dat de generaals ten diepste verontrust waren over premier Cals, die in hun ogen een socialistische wolf in roomse schaapskleren was. Luns zou de generaals vriendelijk de deur hebben gewezen en onmiddellijk oud-premier Beel, die op dat moment vicevoorzitter van de Raad van State was, hebben verwittigd van de coupplannen.

Indianenverhaal

Het bestaan van de coupplannen van 1965 werd eveneens bevestigd tegenover Kikkert door H. Brijnen van Houten, de nestor van de Nederlandse inlichtingendiensten, en ook oud-minister Berend Jan Udink liet weten van het plan te hebben gehoord. Piet de Jong, minister van Defensie onder Cals, deed het relaas van Luns echter af als een ‘indianenverhaal’ en stelde dat hij als verantwoordelijke man voor de strijdkrachten zeker op de hoogte zijn zijn gesteld van een dergelijk voornemen. Daar was Kikkert het indertijd niet mee eens.. Tegenover De Groene Amsterdammer zei hij daarover: ‘Natuurlijk heeft Luns De Jong niet ingelicht. Hij zou wel uitkijken. Als De Jong ervan had geweten, had hij als verantwoordelijk bewindsman moeten overgaan tot vervolging van zijn generaals. Dan had Nederland vervolgens gezeten met een generaalsproces, en dat midden in de Koude Oorlog. Dan had dit land gelijk bekend gestaan als een bananenmonarchie’.

Luns viel na zijn onthulling hoon en spot ten deel. ‘Wat moet ik nu met zo’n verhaal?’, riep toenmalig premier Lubbers uit, gevraagd naar een reactie op de onthulling. Zelfs de fractie van Groen Links in de Tweede Kamer, in normalen doen niet bevreesd voor een Kamervraag meer of minder, dorst de regering niet met de kwestie lastig te vallen, uit angst een modderfiguur te slaan. De Telegraaf deed het verhaal van Luns af als ‘voer voor psychologen’.

Coup tegen Den Uyl

Gevolg van de onthulling van Luns was wel dat toenmalig directeur van De Nederlandsche Bank Wim Duisenberg naar buiten kwam met de onthulling dat ook het kabinet-Den Uyl in 1975 onder vuur van een staatsgreep was komen te liggen. Volgens Duisenberg had Luns als secretaris van de NAVO premier Den Uyl ingelicht over putschistische sentimenten die bij de Nederlandse legerleiding leefden naar aanleiding van de aangekondigde bezuinigingen op het budget van Defensie. Die onrust was ontstaan in het kielzog van de Lockheed-affaire, waarmee de monarchie in het gedrang dreigde te komen.

Het bestaan van dit coupplan werd bevestigd door oud-topambtenaar D.M. Rignalda, secretaris-generaal op Algemene Zaken tijdens het premierschap van Den Uyl. Hij stelde dat Luns de boodschap inderdaad had overgebracht aan de socialistische minister-president. Luns zou zelf als premier zijn gevraagd door de niet nader genoemde coupplegers. Volgens Rignalda verkeerden de coupplannen tegen Den Uyl nog in embryonale fase en verkeerde de coup nog in staat van een ‘oriëntatieronde’.

In de daaropvolgende decennia werden vooralsnog geen coupplannen gemeld. Dat mag opmerkelijk worden genoemd in het door revolutionair pathos gekenmerkte tijdperk van het post-Fortuynisme. Maar misschien is dat wel omdat politieke aardverschuivingen tegenwoordig niet meer gewapenderhand, maar via de media en het internet worden uitgevoerd.

 

Professor Karel weet raad (10): Elite zet spierverslappers in tegen Donald Trump

Professor Karel beantwoordt  wekelijks brandende vragen vanuit zijn achterban over de tentakels van de Deep State. In deze aflevering: welke middelen zet de vaccinatie-elite in om een verkiezingsnederlaag van Trump te forceren?

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Yo professor,

Nu we weer in die fucking lockdown zitten, word ik het steeds zatter, dat hele corona. Met mijn maten hang ik nu hele dagen in de sportschool, gewoon om uit te blazen. We zwoegen meestal schouder aan schouder tot we proestend en dampend in elkaars armen vallen. Soms zingen we daarna uit volle borst liedjes aan de bar. Nadat we ons hebben omgekleed ventileren we de zaak even, door elkaar toe te wapperen met trainingsbroeken en jasjes. We houden dan wel de ramen dicht, want het is inmiddels alweer fucking koud.

Nou goed. Mijn vraag aan u: hoe lang gaat deze ellende nog duren? We hebben allemaal kunnen zien hoe snel Trump weer beter werd. Het lijkt dus toch gewoon een griepje. Of ligt dat aan hem?

Rudy ’tornado’ de Beer

 

 

Tornado Rudy stelt hier de hamvraag. Ik kan mij overigens goed inleven in deze smartelijke brief, of beter: noodkreet. Zelf bezoek ik geen sportscholen, dat heeft te maken met een minder prettige ervaring op de middelbare school, toen klasgenoten mij een nacht lang opsloten in de bezemkast, vermoedelijk omdat mijn geopolitieke analyses hun pet te boven gingen. Knap vervelende mannetjes, eigenlijk het soort waar ik mijn hele carrière last van ben blijven houden. Jaloezie, nietwaar. Maar goed, Ik probeer intussen mijn conditie op peil te houden met andere methoden, door onder meer dagelijks enkele A3-vellen vol te schrijven met de tekst ‘onze overheid liegt’ (spiertraining). Ook repeteer ik mijn YouTube-colleges gedurende enkele uren thuis hardop voor de spiegel (kaakspier- en keeltraining). Een gezonde geest huist in een gezond lichaam, zoals mijn collega’s in de Oudheid al wisten.

Maar we moeten begrijpen dat de fysieke en geestelijke uitputting waar Rudy van spreekt ook precies de bedoeling is van de huidige totalitaire maatregelen. De overheid wil de bevolking dusdanig verzwakken dat geen serieus protest of verzet meer mogelijk is. Kijk, nog niet zo lang geleden stroomde het Malieveld nog vol met mensen die zijn gaan beseffen wat er aan de hand is. Dat zal snel afgelopen zijn wanneer wij gedemoraliseerd en verzwakt raken. Vergelijk het met wat andere hogere zoogdieren is overkomen: zij gaan nu indolent door het leven als ‘huisdieren’. Dat lot staat ons straks ook te wachten.

Hoe lang duurt het nog voor het zover is? Van mijn bronnen begrijp ik dat de elite die de pandemie heeft opgezet, de maatregelen pas wil beëindigen als het gemiddelde lichaamsgewicht van de Europeaan, geïndexeerd naar nationale verschillen, zal zijn toegenomen met zo’n tien procent – men neemt aan dat dit voldoende is om een toestand van suffe volgzaamheid te genereren. Voor Nederland zou dit gemiddeld neerkomen op een toename met zo’n zes kilo. In een formule uitgedrukt: G-p + 6 (dat wil zeggen: het gewicht pre-corona plus zes; die zes moet er dus bij worden opgeteld).

Overigens, ik wil u geen valse hoop geven, mocht u al een killootje of vijf zijn aangekomen: het is niet gezegd dat het financieel-farmaceutische complex daarmee genoegen neemt en het streefgetal niet alsnog opwaarts bijstelt. Veel zal afhangen van de internationaal-politieke ontwikkelingen.

En dan komen we bij Trump. Hier raakt u de kern van de zaak. De Amerikaanse president is zoals we weten een Covid-19-scepticus, al formuleert hij de zaken doorgaans wat intuïtiever dan ik het zou doen. Maar één ding weten we zeker: mocht de staatsgreep van de deep state tegen hem komende week slagen, dan is de beer (no pun intended) los. Met een hoogstwaarschijnlijk gefabriceerde electorale zege van Biden zal de weg geheel vrij zijn voor de trans-humane vaccinatie-elite van Bill Gates. Het lukte de elite niet Trump ten val te brengen met dat fake Rusland-onderzoek en met die idiote impeachment, dus dan maar met een virus dat uit China zou zijn ontsnapt. Wie gelooft dat nog? Overigens, het is goed mogelijk dat hem tijdens zijn laatste debat met Biden, afgaande op zijn meer redelijke manier van spreken, spierverslappende middelen zijn toegediend. Dat komt zijn optreden natuurlijk ook niet ten goede. Men wil kennelijk absoluut het zekere voor het onzekere nemen.

Kortom, er staat veel op het spel volgende week; daarna zullen wij ook in het Inbraak Management Team de balans opmaken. Intussen kan ik u alleen maar aanraden uw aandacht niet te laten verslappen. Mogelijk helpt het als u zich door uw maten een keer een nacht laat opsluiten in de bezemkast van uw sportschool. Het houdt de geest scherp!

 

Complotprofessor Karel weet raad (9): Covid-19, UFO’s en de Zuidpool

Professor Karel beantwoordt  wekelijks brandende vragen vanuit zijn achterban over de tentakels van de Deep State. In deze aflevering: vanaf welke UFO-basis werd het Covid-19-virus nu precies verspreid? 

 

Tekst en illustraties: Sjoerd de Jong

 

Geachte professor Karel,

Hoe gaat het met U? Dank u wel voor uw fantastische bijdragen. Ik geniet er elke keer van en steek er ook heel veel van op. Ongelooflijk dat we zo voor de gek gehouden worden en het vaak zelf niet eens door hebben in ons brein! Gelukkig brengt u daar verandering in.

Maar wat ik wilde vragen. Is u bekend vanaf welke UFO-basis het signaal is gegeven om te beginnen met de verspreiding van Covid-19? Ik hoor daar verschillende dingen over en weet niet goed wie ik moet geloven. Ik lees dat het kwam het van Antarctica, waar zoals u weet admiraal Robert C. Byrd in 1947 verdween. Maar anderen hebben het op internet juist over de Zuidpool, waar ook een basis is. Of staan die twee in verbinding?

Kunt u me helpen? Ik lig er wakker van. Het is zoveel om te bevatten!

Agnes Sietsevlieger,

Barendrecht

 

Okay. Dit is een ingewikkelde kwestie. Ik ben natuurlijk geen geoloog, hoewel ik de geschiedenis en de belangrijkste theorieën van dat vakgebied wel een keer heb doorgenomen, gedurende een vrij lang weekend. Dus het lijkt me goed dat we eerst even vaststellen dat er nog heel veel onduidelijk is over wat er zich nu eigenlijk afspeelt tussen die zogenaamde ‘polen’. Kijk, op school leren we allemaal al jaren, of zelfs eeuwen, dat de Aarde een soort bol is, die dan om een as zou draaien, die ook nog eens een beetje scheef staan. Daar zouden we dan de seizoenen aan te danken hebben, heet het.

Ik heb dat altijd een ongeloofwaardig verhaal gevonden. Het komt er gewoon op neer dat de autoriteiten weer eens doen of we hier te maken hebben met een natuurverschijnsel. Dus met iets waar wij geen greep op hebben maar dat we maar over ons heen moeten laten komen, als gehoorzame burgers of zeg maar liever gewoon onderdanen. Dat is allemaal TINA-ideologie, nietwaar, de machtige stroming die zegt there is no alternative, zoals Thatcher beweerde over het kapitalisme. Op die manier probeert de elite ons voor te spiegelen dat er niks anders opzit dan ons maar te schikken, natuurlijk.

Zo is het ook met die polen, nietwaar. Ze staan in elke editie van de Bos Atlas, ook de meest recente die ik in huis heb, en dat is natuurlijk geen toeval. Men wil ons met zulke gecoördineerde acties doen geloven dat er maar één, officiële manier is om de wereld in te delen, namelijk van Noord naar Zuid, van de ene pool naar de andere. Het doel daarvan is waarschijnlijk vooral – we weten het niet helemaal zeker, er zijn meer mogelijkheden – de complete mondiale informatiestroom te beheersen. Het idee is dan, dat die van de ene pool naar de andere wordt geleid, vanuit de machtscentra die zich zelf buiten beide polen bevinden, namelijk in Washington, Brussel en New York.

Dat blijkt een lange geschiedenis te hebben, voor wie zich er een beetje in verdiept. Waarom denkt u dat er ook in de elektrotechniek al eeuwen geleden sprake was van ‘polen’. Toeval? Natuurlijk niet, met zulk taalgebruik verraadt men zich. Net als met het modieuze geopolitieke idee van een ‘multipolaire’ wereld dat de elites proberen te introduceren, een desinformatiecampagne om ons te doen geloven dat er niet slechts twee polen zijn, wat dus al een verzinsel is, maar zelfs vele – zodat niemand meer verantwoordelijk is en men dus vanuit Washington geheel straffeloos zijn gang kan gaan. Vergeet ook niet, de term ‘bipolair’ duidt op een psychiatrische toestand!

Er zijn natuurlijk wel een paar mensen die dit zoals ik aanvoelen. Ik weet niet of u The Thing (1982) kent, maar daarin wordt het tamelijk goed uitgelegd. In die documentaire blijkt de ‘pool’ een dekmantel voor clandestiene psy-ops en false flag-operaties vanuit het Westen. Niet voor niets werd die film door vooraanstaande critici afgekraakt; de waarheid moest natuurlijk verborgen blijven voor het publiek. Ik denk trouwens ook, soms, aan het boek van mijn oude collega H.J.A. Hofland, Op zoek naar de pool. Die titel – over de inhoud laat ik mij liever niet uit – was een zuiver voorbeeld van het tegels lichten dat nu geheel uit de journalistiek is verdwenen.

Maar weest u gerust, ik blijf natuurlijk poolshoogte nemen, zoals het heet. Ik kan niet anders, er staat te veel op het spel!

 

Wees niet bang voor de republiek: er valt alles bij te winnen

Nu de koning heeft gebogen voor het volk, ligt in Nederland dan eindelijk de weg open naar de republiek.

 

Tekst René Zwaap

 

‘Betrokken maar niet onfeilbaar’. Het zou eigenlijk het nieuwe motto van het Huis van Oranje moeten worden.  Dat ‘Je maintiendrai’ was toch al behoorlijk sleets geworden, en bovendien spreekt dankzij decennia aan stelselmatige bezuinigingen op het onderwijs hier toch geen hond meer Frans. Misschien dat de koninklijke feilbaarheid nog kan worden vastgelegd in een nieuw Grondwetsartikel, voor zo lang dat nog nodig is? : ‘De koning is feilbaar. De ministers zijn verantwoordelijk’.

Het zou de verhoudingen duidelijker maken.  Hoe het ook zij, sinds gisteren, met de publieke boetedoening van Willem-Alexander op tv voor zijn Griekse schuiver, gezeten naast een gemalin die er overduidelijk zwaar de pest over in had, is het koninkrijk der Nederlanden een nieuwe fase ingegaan. De roestvrijstalen zekerheden van het verleden zijn gesneuveld, in de plaats daarvan zijn de poten onder de troon plots broos en wankel. Nog een paar zetjes en de hele boel stort in. Als zelfs Volkskrant-columnist Bert Wagendorp, de Otto Normalverbrauch onder het nationale columnistengilde, in schrille bewoordingen de monarchie de wacht aanzegt en uitbarst in een juichend ‘leve de republiek’, moeten er ten paleize grote zorgen bestaan over het draagvlak.

Voor het eerst in zijn geschiedenis heeft het Huis van Oranje-Nassau gebogen voor de wil van het volk. De haastige terugtocht van het Griekse vakantieparadijs, aangespoord door de vrees voor nog verder escalerende volkswoede in een land dat sinds de uitbraak van de pandemie van het kroonvirus sowieso al verminderd toerekeningsvatbaar is geworden, heeft grote historische betekenis. Nu is er geen weg terug. De revolutie rammelt aan de poorten van het polderland. Ruim 200 jaar te laat, maar dat is geheel conform de gedachte van Voltaire (of was het Heinrich Heine?) dat als het einde der wereld aanstaande was, hij naar Holland zou vertrekken, omdat daar alles 200 jaar later gebeurt.

Weliswaar schoten de leden van de volksvertegenwoordiging onmiddellijk na de koninklijke excuses ook op de linkervleugel direct weer in de klassieke hermelijnvlooienreflex  (SP’er Ronald van Raak:  ‘Ik ben onder de indruk’,  Jesse Klaver van GroenLinks: ‘Nu  weer samen de schouders eronder’), het mag niet verhullen dat het koninklijke gezag tijden deze Griekse tragedie volkomen afgebladderd is. De vraag is nu wat daarmee moet worden gedaan. Pappen en nathouden of slopen en iets nieuws bouwen?

De crisis van de Nederlandse monarchie staat niet op zichzelf. Ze is onderdeel van een veel bredere crisis. Nederland is op bijna alle essentiële terreinen hopeloos in zichzelf vastgelopen. Het onderwijs is zo structureel verwaarloosd dat er gesproken kan worden van een nationale brain drain. Economisch is de scheiding tussen bezitters en non-bezitters (van huizen of kapitaal) zo radicaal dat de sociale ontwrichting waar Piketty in dit verband op heeft gewezen hier in alle schrilheid zichtbaar is. Op milieugebied is Nederland de vieze man van Europa.  Politiek is het land in de ban geraakt van een achterlijk populisme dat grossiert in haat tussen bevolkingsgroepen en aanstuurt op een isolement binnen Europa dat de zaken nog alleen maar verder zal verslechteren. Kortom, Nederland is er anno 2020 zeer dringend toe om op alle terreinen fundamenteel gerenoveerd te worden. En hoe kan dat beter dan door het staatsbestel te herzien, alle structuren van de staat om te denken? Kortom, het is tijd voor een republiek.

Een republiek, gedragen door de res publica, het algemeen belang, mag voor de meeste andere EU-landen dan wel de normaalste zaak van de wereld zijn, voor Nederland is een het  nog altijd een exotisch vergezicht. Vooralsnog is die republiek hier met angst beladen. Eeuwen van stelselmatige propaganda in naam van het orangisme heeft de massa gehersenspoeld met het idee dat ze zonder Oranje is veroordeeld tot de willekeur van de macht. Hoe meer de tijd vordert, hoe surrealistischer wordt dit argument op het podium gebracht. Lees  bijvoorbeeld deze recente pennenvrucht van Trouw-columnist Hans Goslinga  (in zijn artikel ‘Nederland is toch beter af met een erfelijke koning’, 3 oktober 2020):  ‘ De monarchie mist juist door haar ongerijmdheid elke aanspraak op adequate weergave van de werkelijkheid en leent zich daarom het minst voor misbruik en demagogie’.

Welke politieke commentator in welke zichzelf respecterende krant dan ook zou ‘ongerijmdheid’ zonder schaamte opvoeren als het ideale recept voor de staatsrechtelijke ordening? Zonder twijfel vertolkt Goslinga hier een breed gedragen angst, maar juist dat sentiment heeft ervoor gezorgd dat Nederland inmiddels diep is weggezonken is een moeras van ontkenning en indolentie .

Een nieuw republikeins elan, waar op rationele wijze wordt gezocht naar de beste manier om al het economisch en maatschappelijk kapitaal dat voorhanden in te zetten voor samenleving waar je trots op kunt zijn,  is voor de Nederlandse maatschappij de beste weg om af te rekenen met haar eigen onzekerheid en plaats in te ruimen voor de toekomst. De monarchie is symbool van  de stilstand. De republiek is het podium van de verandering waar dit land inmiddels naar smacht maar tot nog toe geen vorm voor kon vinden.

 

René Zwaap is hoofdredacteur van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap en is een van de oprichters van de Partij voor de Republiek.  

 

Illustratie Joep Bertrams

 

 

 

 

 

 

Duurste tv-serie van Europa Babylon Berlin doet republiek van Weimar herleven

De republiek van Weimar is in de Duitse tv-dramaserie Babylon Berlin de vertrouwde poel van zonde en politieke intriges, maar is tegelijkertijd aantrekkelijker dan ooit. Deze maand ging bij de Duitse ARD de derde reeks van de deze duurste Europese tv-serie aller tijden van start.  Raymond van den Boogaard vergelijkt de serie met Rainer Werner Fassbinders legendarische Berlin Alexanderplatz en ontwaart stijgende waardering voor de verloren droom van Weimar.

Tekst: Raymond van den Boogaard

De duurste televisieserie ooit in Europa gemaakt, Babylon Berlin, confronteert de kijker met een pervers genoegen. De serie speelt in 1931, ten tijde van de Weimar-Republiek, de eerste democratische Duitse staat, die van alle kanten, links en rechts, bedreigd wordt. De twee hoofdpersonen in de serie zijn beiden zwaar belast door de recente geschiedenis en de zware sociaal-economische omstandigheden.

Gereon Rath, uit Keulen afkomstig maar in Berlijn op zoek naar een sm-filmpje waarmee zijn vader, een politicus, afgeperst dreigt te worden, lijdt aan zijn oorlogsherinneringen. Heeft hij nu wel of niet zijn broer in de steek gelaten, toen deze kermend in de loopgraaf om hulp smeekte? Die onbeantwoorde vraag klemt te meer omdat de vrouw van zijn inmiddels als vermist gemelde broer de liefde van zijn leven is, en hij de hare. Slechts door een morfineverslaving slaagt Rath erin de psychische spanning die dit alles bij hem teweeg brengt, nog enigszins in de hand te houden.

Even gecompliceerd is het leven van de tweede hoofdfiguur, Charlotte Ritter. Zij woont met haar moreel diep gezonken arbeidersfamilie, waar drank en incest de regel zijn, in een gore huurkazerne. Charlotte moet voor het zootje de kost verdienen, en doet dat met grote vindingrijkheid. Als dagloner verricht zij secretariële werkzaamheden op het hoofdbureau van de Berlijnse politie – vandaar dat zij Rath ontmoet en er op den duur zelfs in slaagt zijn assistent te worden. Maar dat brengt niet genoeg geld in het laatje. ’s Nachts werkt ze als taxi-dancer in een chique nachtclub, Efti Moka, waar ze op afroep in de kelders ook seksuele diensten verleent.

Alles aan het Berlijn van 1931 is op het eerste gezicht even afschuwelijk. De politie is volkomen corrupt, de nachtclub is in handen van een tegenstanders martelend misdaadsyndicaat. Berlijn is ook het slagveld van allerlei groepen Russen – aristocraten, leninisten, anarchisten, trotskisten – die elkaar onderling verraden en naar het leven staan. Communisten die op 1 mei door de straten willen marcheren, worden door de politie met machinegeweer neergemaaid, waarna de moorden van hogerhand aan de communisten zelf worden toegeschreven. Ex-militairen die de nederlaag van 1918 niet kunnen verkroppen, formeren als voorbereiding op een autoritaire machtsgreep, in het geheim een leger met volgens het verdrag van Versailles verboden wapens – daarin terzijde gestaan door wat grootindustriëlen. De Sovjet-ambassade in Berlijn stelt bereidwillig zelfs een hele trein met gifgas ter beschikking.

Onverantwoord en onheilspellend

Het is allemaal héél erg, zedelijk en politiek volstrekt onverantwoord en onheilspellend. De perversie ligt erin dat je als kijker onmiddellijk naar dit Berlijn zou willen afreizen, als het nog bestond. De Duitse hoofdstad is ook tegenwoordig nog wel een bezoek waard natuurlijk – er gebeurt veel op cultureel gebied en hoewel ook in Berlijn de ontwikkeling is ingezet waarbij nog slechts de rijken zich een woning kunnen veroorloven, heerst er nog steeds een merkwaardig informele sfeer. Maar Berlijn nu is natuurlijk ook een heel verantwoorde stad, net zo verantwoord en ernstig en bedachtzaam als de rest van Duitsland. Saai, met andere woorden. Nee, dan de Weimar Republiek. Dat was leven!

Onwillekeurig denkt de oudere kijker terug aan die eerdere Duitse televisieserie over Berlijn in de Weimar-Republiek, Berlin Alexanderplatz, uit 1980, van Rainer Werner Fassbinder. Overeenkomst is dat beide series op een roman zijn gebaseerd – Berlin Alexanderplatz op de gelijknamige roman van Alfred Döblin uit 1929, Babylon Berlin op de misdaadromans van de hedendaagse auteur Volker Kutscher. In beide gevallen is de stad Berlijn een morele afgrond waarin liefde en seks zakelijke instrumenten van overleving zijn geworden, de mens de mens een wolf is en het nazisme zijn schaduw vooruitwerpt. Alleen het tempo waarin de verdorvenheid over de kijker wordt uitgestort, verschilt: het Berlijnse leven lijkt in 2019 vijf keer zo snel te gaan als in 1980 – wellicht tekenend voor de wijze waarop ons eigen leven tussen 1980 en 2019 sneller en zenuwachtiger is geworden.

Een ander opmerkelijk verschil is de manier waarop de kijker zich verhoudt tot de protagonisten. Bij Fassbinder is de hoofdpersoon, Franz Biberkopf, misschien niet onsympathiek, maar per slot van rekening toch een schlemiel die teloorgaat. Rath en Ritter daarentegen blijven aantrekkelijke personages, hoe onethisch hun optreden ook vaak is. Zij worstelen zich door het leven van de grote stad, en dat is genoeg om ze tot positieve helden te maken. Zij reflecteren maar zelden over de merites van hun leven of de maatschappij of staat waarin zij leven. Daarvoor hebben ze het er te druk mee om van de omstandigheden het beste te maken. Heden is dat kennelijk voldoende om geloofwaardig te zijn en bij de kijker sympathie op te wekken.

Dramatische verschuiving

Deze dramatische verschuiving van het beeld markeert, denk ik, de verandering in de manier waarop in Duitsland in het algemeen wordt aangekeken tegen de Weimar-Republiek. Het was de eerste democratische staat uit de Duitse geschiedenis – nadat een poging in 1848 van studenten in Frankfurt op niets was uitgelopen. ‘Weimar’ was in 1919 een moeilijke geboorte: in Berlijn, München en elders waren er revolutionaire pogingen, geïnspireerd door de Russische revolutie, om in plaats van een ‘burgerlijke’ democratie een arbeidersstaat te stichten. Bij de onderdrukking daarvan verbonden de sociaaldemocraten zich met rechts-nationalistische groeperingen die zelf allerminst democratische plannen hadden.

Het was niet de enige handicap voor de jonge staat: de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog stelden zware economische eisen omdat zij tot elke prijs wilden vermijden dat Duitsland zich ooit nog tot een Europese grootmacht zou kunnen ontwikkelen; de kapitalistische crisis van 1929 maakte een eind aan de spectaculaire economische groei die het land ondanks alles medio jaren twintig had doorgemaakt. Als klap op de vuurpijl kwam in 1933 Hitler aan de macht dankzij de instituties van die zelfde republiek: president Von Hindenburg benoemde Hitler tot rijkskanselier – in welke functie de Führer de staat, en niet te vergeten ook de hoofdstad Berlijn, kaapte voor zijn plannen.

Dus toen in 1949 de Bondsrepubliek Duitsland werd gesticht was er de grondleggers van de tweede democratische staat uit de Duitse geschiedenis veel aan gelegen de afstand tot ‘Weimar’ zo groot mogelijk te houden. ‘Weimar’ gold voortaan als een afschuwwekkende mislukking, die bij de stichting min of meer voorgeprogrammeerd was geweest. De president van de Bondsrepubliek wordt bijvoorbeeld niet, zoals die van ‘Weimar’, direct gekozen maar door de Bondsdag benoemd – 1933 zou zich nooit meer kunnen herhalen. Maar de voornaamste verandering in 1949 was misschien nog wel dat in de Bondsrepubliek gematigdheid in alle opzichten de norm werd, waaraan streng moest worden vastgehouden.

Elke suggestie van Duitse grootmacht moest worden vermeden, extreem-rechtse en extreem-linkse partijen werden bestreden en meestal verboden. Militarisme, anders dan loyale deelname aan de Navo ter verdediging tegen de Rus, was uit den boze. De nieuwe Duitse bescheidenheid vond zijn uitdrukking in de plaats waar de Bondsdag en de ministeries werden gevestigd: Bonn, zo’n beetje het slaperigste, kleinburgerlijkste stadje dat je je kunt voorstellen. Toen Bondskanselier Kohl in 1990 voorstelde om parlement en ministeries te verhuizen naar Berlijn – dat door de opheffing van de DDR en de geallieerde bezetting weer als potentiële hoofdstad in aanmerking kwam – leidde dat tot felle debatten in Duitsland zelf. Berlijn, dat was de stedelijke moloch die het symbool was van de mislukking van ‘Weimar’ en – daarvoor en daarna – van een Duitse machtspolitiek die stond voor oorlog en verwoesting.

Sindsdien is er veel veranderd. Duitsland heeft zich, ingebed in de Europese Unie, opnieuw tot grootmacht ontwikkeld – voorlopig alleen economisch. De consequente politieke gematigdheid van de gevestigde partijen CDU, SPD en FDP heeft plaatsgemaakt voor een veel gevarieerder politiek palet, waarin met name de extreem-rechtse AfD opvalt. De georganiseerde – in sommige opzichten valse – bescheidenheid van de Bondsrepubliek staat op de tocht – nu steeds vaker van Duitsland, als sterkste land in de EU, het voortouw neemt in Europa. Politiek wordt in deze context steeds minder een oefening in braafheid, en meer een interne strijd voor waarden die niet langer vanzelfsprekend zijn. Politiek, kortom, is de kunst van het mogelijke.

Binnen deze nieuwe context wordt de Weimar-Republiek niet langer als een te mijden vreselijk voorbeeld gezien, maar meer als een democratisch Duits experiment dat misschien ook anders en beter had kunnen aflopen. In februari is in Weimar – Duitse democratieën worden altijd vér weg van Berlijn gesticht – het eeuwfeest van de stichting van ‘Weimar’ feestelijk herdacht in het stadstheater waar zich in 1919 de Rijksdag had verzameld. Nog maar tien jaar geleden had een soortgelijke herdenking tot felle controverses geleid, maar nu heerste onder aanvoering van bondskanselier Merkel roerende eensgezindheid: het was toch de eerste democratische staat, die was geconfronteerd met allerlei bedreigingen – waaraan die van nu trouwens vaag doen denken. Achteraf misschien toch een staat om zuinig op te zijn.

De serie Babylon Berlin is uitdrukking van deze zelfde herwaardering. Hij maakt ‘Weimar’ zelfs een beetje ‘schick’ want het is een fantastische serie die u vooral moet zien. Al die blote dans, vrije verhandelbaarheid van narcotica en andere manifestaties van zonde die in Babylon Berlin zo’n grote rol spelen zoekt men in het ernstige Duitsland van nu echter tevergeefs. Toch een beetje jammer.

Babylon Berlin is in Nederland te zien op de betaaldienst Videoland. 

Interview: George Soros over de samenzwering tegen hemzelf, de Gierige Vijf en het dreigende einde van de Europese Unie

George Soros investeerde wereldwijd 32 miljard dollar in de verwezenlijking van de Open samenleving en haalde zich daarmee de haat op de hals van zowel autocratische nationalisten als linkse complotdenkers. Wat beweegt hem en hoe ziet hij zijn vijanden? Een interview.


Tekst: Mario Calvo-Platero, La Repubblica

George Soros is een van de meest iconische financiers van de eeuw. Hij is de man die in 1992 de Bank of England ‘failliet’ liet gaan, de filantroop die 32 miljard dollar heeft weggegeven om open samenlevingen te stimuleren, de politieke bokser die heeft gespard met mensen als Donald Trump en Viktor Orbán. En toch, zittend in zijn privé-bloementuin thuis op Long Island in New York en aan de vooravond van zijn 90e verjaardag, zit Soros met één knagende onzekerheid. ‘De mensen kennen mij niet’, vertrouwt hij toe.

Zijn twijfel is op een bepaalde manier begrijpelijk. Weinig mensen zijn meer onderwerp geweest van complottheorieën, velen van hen zijn absurd. De ouders van Soros hebben de Gestapo in zijn geboorteland Hongarije overleefd en toch wordt hij voor nazi uitgemaakt; hij wordt er valselijk van beschuldigd de architect van de financiële crisis van 2007/9 te zijn; een Jood te zijn van ‘ flexibele moraal’ en hij is zelfs de Antichrist genoemd. Er wordt beweerd dat hij een project uitwerkt – en deze schrijver heeft dit in Amerika gehoord – om het christendom in Europa uit te roeien door massale moslimimmigratie uit Afrika te organiseren.


Symbool van verwarring

Allemaal fantasieën, en de lijst gaat maar door. Soros is op mysterieuze wijze een symbool is geworden van de totale verwarring, onwetendheid en angst die de digitale wereld vandaag de dag overheersen, met aanvallen die zowel van links als van rechts komen. Zelfs de Vijf Sterren Beweging in Italië, een echte linkse pro-gouvernementele beweging opgezet door een komiek, heeft hem als vijand bestempeld.

Niets van dit alles lijkt Soros te verontrusten. We drinken thee op een schaduwrijke binnenplaats, met een koel windje uit de Atlantische Oceaan, met een plastic afscheiding tussen ons in, om de COVID-19 afstandsregels na te leven. Hij heeft een rationele verklaring voor de ongewone wreedheid van sommige van de aanvallen op hem. ‘Er zijn verschillende onderdelen van deze complotten’, zegt hij rustig. ‘Een daarvan is dat ik een fundament heb gebouwd dat eigenlijk het grootste deel van de wereld beslaat. Dat past bij het idee van wat destijds een Joods-bolsjewistische wereldwijde samenzwering werd genoemd. Nu wordt het gewoon een Joods complot genoemd’.

Hij wil duidelijk maken dat hij geen politicus is, maar een man met overtuigingen, die zich bezighoudt met vele zaken over de hele wereld en dat zijn tegenstanders het handig vinden om internationaal dezelfde vijand te delen. Dit verklaart een eenvoudige waarheid, zegt hij: ‘Er is een echte internationale samenzwering tegen mij. Dus als ik dezelfde kwesties voor een Open Samenleving over de hele wereld aan de orde stel, zoals discriminatie, raciale uitsluiting, totalitaire regimes, dan is dat geen complot, maar zet ik de missie van mijn leven openlijk op de voorgrond. En mijn vijanden leren van elkaar. En ze vallen samen aan met soortgelijke technieken’.

Daarom voelt Soros, temidden van zoveel nepnieuws over hem, de drang om te vertellen wie hij is. En zijn verhaal begint: ‘Ik ben geboren in 1930 in een joodse middenklasse gezin in Boedapest. Zoals zoveel andere joden had ik in maart 1944, toen nazi-Duitsland Hongarije bezette, kunnen omkomen, als mijn vader niet beter dan de meeste mensen had begrepen wat er zou gebeuren’ .

Zijn vader Tivadar en moeder Elizabeth hadden diepe wortels in Hongarije, maar in 1936, toen het antisemitisme en nationalisme in het hele land oprukten, besloten ze de oorspronkelijke Duitse joodse familienaam Schwarz te veranderen in Soros, om als joods minder zichtbaar te worden. Zijn vader beheerde gebouwen en toen de nazi’s arriveerden, regelde hij valse identiteitspapieren en onderduikplekken, niet alleen voor zijn familie maar ook voor een vrij groot aantal andere mensen. Als ze dat konden, zouden sommigen daarvoor betalen; degenen die minder middelen hadden, werden gratis geholpen.

‘Het was mijn vaders mooiste moment’, zegt Soros met een vleugje emotie in zijn stem en ogen. Meer dan een uur lang kijkt hij terug op zijn jeugdjaren in Hongarije. En hij gaat verder terug in de tijd: naar de avonturen van zijn vader Tivadar, weggelopen uit een gevangenkamp in Siberië, in 1918, te midden van de Bolsjewistische Revolutie.

Toen hij in het concentratiekamp in Siberië was, leerde Tivadar Esperanto, dat bleek een belangrijk reddingsinstrument in het kampleven. Later schreef Tivadar een boek, Crusoes in Siberia, over zijn Russische ervaringen en zijn avontuurlijke ontsnapping uit het kamp.

In een ander boek, Masquerade, schrijft zijn vader hoe hij in het door de nazi’s bezette Duitsland rond de dood danste en hoe hij wéér wist te ontsnappen, dit keer om zijn familie en gemeenschap te redden. Het is duidelijk dat die verhalen over de gevaren van het communisme en het totalitarisme en de discriminatie indruk maakten op de jonge George, die een belangrijke les leerde die zijn hele leven lang een mantra zou blijven: anticiperen op het verloop van de gebeurtenissen is een kwestie van overleven. Een goede les.


Karl Popper

In 1947 was George aan de beurt om de proef te doorstaan en te ontsnappen uit het door de USSR bezette Hongarije. Hij slaagde erin om eerst een Esperanto-conferentie in Zwitserland te mogen bijwonen. Van daaruit ging hij op zijn 17e naar Engeland, waar hij aan de London School of Economics ging studeren. Het was daar dat hij professor Karl Popper ontmoette, een in Wenen geboren filosoof, die een boek schreef met de titel Open Society and Its Enemies. ‘Ik koos hem als mijn mentor, mijn leraar. Ik kwam onder zijn invloed, zijn denken. Ik werd een grote gelovige in een open samenleving. Ik ontwikkelde een conceptueel kader gebaseerd op de twee pijlers van feilbaarheid en reflexiviteit dat de leidende filosofie van mijn leven blijft. In feite is het een instrument om te anticiperen op gebeurtenissen en het heeft me ook geholpen bij het succes op de financiële markten. En ik heb veel geld verdiend.’

Hij heeft inderdaad veel geld verdiend. Na 32 miljard dollar aan filantropie te hebben weggegeven, heeft Soros nog steeds een persoonlijk fortuin van ongeveer 8 miljard dollar. Zijn financiële carrière begint in 1954 bij de zakenbank Singer en Friedlander in Londen, in 1956 gaat hij in New York werken voor F.M. Mayer. In 1969 richt hij een heel klein fonds op, Double Eagle genaamd, met een investering van 4 miljoen dollar. Een van de eerste hedgefondsen in die tijd. En de rest is geschiedenis.

Double Eagle wordt in 1973 het Soros Fonds en later het Quantum Fonds. In 1992 levert het zijn grootste prestatie, een investering van 10 miljard dollar om het Britse pond te shorten. In die tijd moest Duitsland zijn hereniging financieren en leende het enorme hoeveelheden op de markt, waardoor het toenmalige Europese Monetaire Stelsel onder enorme druk kwam te staan. Uiteindelijk stortte de Britse pond in en verdiende Soros 1 miljard dollar.


Bitterzoete overwinning

De overwinning was bitterzoet, want in die deal was een duidelijke tegenstrijdigheid: de man die al een stichting had opgericht om Europa te steunen, was ook bereid om voor eigen gewin een klap uit te delen aan de Unie die hij koesterde. Een aantijging die hij volledig afwijst. Hij zegt: ‘In 1992 zag ik een kans waarbij het risico beperkt was, maar de beloning veel groter in geval van succes. Het was een asymmetrische gok in mijn voordeel. Ik was bereid om mijn hele kapitaal te riskeren door hier op te wedden. En ik was ook niet de enige die het deed. Ik was een belangrijke factor, maar als de inefficiëntie in de markt was, dan speculeerden andere mensen ook. Misschien deed ik het op grotere schaal dan anderen deden in verhouding tot mijn vermogen’.

Om zijn punt over het nemen van risico uit te leggen gaat Soros terug naar 1979, toen hij ook al een belangrijke gok nam. Hij stond onder grote druk. Zoals hij zich herinnert, liep hij in Leadenhall Street in Londen op zoek naar financiering voor zijn deal. ‘De druk was zo groot dat ik dacht dat ik een hartaanval zou krijgen. Het was vals alarm. Maar het zette me aan het denken dat als ik was gestorven, ik een verliezer zou zijn geweest, omdat ik mijn leven zou hebben verloren toen ik geld probeerde te verdienen’. Uiteindelijk zou die gok mislukken.

Het was rond die tijd dat Soros besloot om zijn stichting te starten. Geld verdienen was niet genoeg; hij begreep de noodzaak van een missie voor het algemeen belang en hij richtte zich op Europa, dat nog steeds in de voorhoede van zijn zorgen ligt. Zijn missie was het naar voren brengen en verder ontwikkelen van het idee van zijn oude mentor voor een Open Samenleving, het versterken van de pijlers van democratie, burgerrechten, onderwijs. Dat hij succesvol was, weten we uit de aanvallen die hij op het internet krijgt van de krachten van het nationalisme. Nu hij 90 jaar oud is, is het triest om te zien dat 76 jaar nadat hij in zijn geboorteland Boedapest aan deportatie was ontsnapt, diezelfde krachten van nationalisme, vooroordelen en racisme weer terug zijn. Daarom is zijn missie nog steeds springlevend: het is waar dat de geschiedenis zich herhaalt, maar er kan iets aan gedaan worden.

Het nieuwe coronavirus heeft het leven van ieder mens op aarde verstoord. Hoe ziet u de situatie?

‘We bevinden ons in een crisis, de ergste crisis in mijn leven sinds de Tweede Wereldoorlog. Ik zou het omschrijven als een revolutionair moment waarop het scala aan mogelijkheden veel groter is dan in normale tijden. Wat in normale tijden ondenkbaar is, wordt niet alleen mogelijk, maar gebeurt ook daadwerkelijk. Mensen zijn gedesoriënteerd en bang. Ze doen dingen die slecht voor hen zijn en slecht voor de wereld.’


Hoe ziet u de situatie in Europa en de Verenigde Staten?

‘Ik denk dat Europa zeer kwetsbaar is, veel meer dan de Verenigde Staten. De Verenigde Staten zijn een van de langst bestaande democratieën in de geschiedenis. Maar zelfs in de Verenigde Staten kan een zelfverzekerde bedrieger als Trump tot president worden gekozen en de democratie van binnenuit ondermijnen.

‘Maar in de VS bestaat er een grote traditie van checks and balances en vaste regels. En bovenal is er de Grondwet. Dus ik heb er alle vertrouwen in dat Trump een voorbijgaand fenomeen zal blijken te zijn, hopelijk eindigend in november. Maar hij blijft zeer gevaarlijk omdat hij vecht voor zijn leven. Hij zal praktisch alles doen om aan de macht te blijven omdat hij de Grondwet op veel verschillende manieren heeft geschonden en als hij het presidentschap verliest, zal hij ter verantwoording worden geroepen.

‘Maar de Europese Unie is veel kwetsbaarder omdat zij een onvolledige Unie is. En ze heeft veel vijanden, zowel intern als extern.’

Wie zijn de vijanden binnenin de Europese Unie?

‘Er zijn veel leiders en bewegingen die zich verzetten tegen de waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest. In twee landen hebben ze de regering zelfs overgenomen, Viktor Orbán in Hongarije en Jaroslaw Kaczyński in Polen. Toevallig zijn Polen en Hongarije de grootste ontvangers van het door de EU verdeelde structuurfonds. Maar eigenlijk is mijn grootste zorg Italië. Een zeer populaire anti-Europese leider, Matteo Salvini, won terrein totdat hij zijn succes overschatte en de regering liet vallen. Dat was een fatale fout. Zijn populariteit neemt nu af. Maar hij is vervangen door Giorgia Meloni van Fratelli d’Italia, die nog meer een extremist is. De huidige regeringscoalitie is uiterst zwak.

Ze worden alleen bij elkaar gehouden om een verkiezing te voorkomen waarbij de anti-Europese krachten zouden winnen. En dit is een land dat vroeger de meest enthousiaste aanhanger van Europa was. Want de mensen vertrouwden de EU meer dan hun eigen overheid. Maar nu blijkt uit onderzoek van de publieke opinie dat het aantal aanhangers van Europa afneemt en dat de steun om lid te blijven van de Eurozone afneemt. Maar Italië is een van de grootste leden, ze is te belangrijk voor Europa. Ik kan me geen EU zonder Italië voorstellen. De grote vraag is of de EU in staat zal zijn om Italië voldoende steun te bieden.’

De Europese Unie heeft zojuist een herstelfonds van 750 miljard euro goedgekeurd…

‘Dat is waar. De EU heeft een zeer belangrijke positieve stap voorwaarts gezet door zich ertoe te verbinden op veel grotere schaal dan ooit tevoren geld te lenen van de markt. Maar toen slaagden verschillende landen, de zogenaamde Gierige Vijf – Nederland, Oostenrijk, Zweden, Denemarken en Finland – erin om het daadwerkelijke akkoord minder effectief te maken. Het tragische is dat ze in principe pro-Europees zijn, maar ze zijn erg egoïstisch. En ze zijn erg zuinig. Dat heeft geleid tot een overeenkomst die ontoereikend zal blijken te zijn. Met name de omvang van de plannen voor het klimaatveranderings- en defensiebeleid is teleurstellend. Ten tweede willen ze er ook voor zorgen dat het geld goed wordt besteed. Dat schept problemen voor de zuidelijke staten die het hardst door het virus zijn getroffen.’

Gelooft u nog steeds in een Europese eeuwigdurende obligatie?

‘Ik denk nog steeds dat het een goed idee zou zijn: bij een eeuwigdurende obligatie hoeft de hoofdsom nooit te worden terugbetaald; alleen de jaarlijkse rentebetalingen zijn verschuldigd. Uitgaande van een rentepercentage van 1 procent zou een obligatielening van 1 biljoen euro per jaar 10 miljard euro kosten. Dit levert een verbazingwekkend lage kosten-batenverhouding op van 1:100. Bovendien zou de 1 biljoen euro onmiddellijk beschikbaar zijn op een moment dat het dringend nodig is. Dat zou vooral de zuidelijke landen ten goede kunnen komen.
De kopers van de obligatie moeten er zeker van kunnen zijn dat de EU over voldoende middelen (d.w.z. fiscale bevoegdheden) beschikt om de rente te betalen. Het zou slechts een formele aangelegenheid kunnen zijn, maar de Gierige Vijf staan in de weg. Ik neem dus afstand van het standpunt dat de uitgifte van eeuwigdurende obligaties in de nabije toekomst onmogelijk is.

‘Ik heb het idee niet opgegeven, maar ik denk dat er niet genoeg tijd is om te zorgen dat het geaccepteerd wordt. Laat me eerst uitleggen wat eeuwigdurende obligaties zo aantrekkelijk maakt en dan toelichten waarom het op dit moment een onpraktisch idee is. Zoals de naam al aangeeft, hoeft de hoofdsom van een eeuwigdurende obligatie nooit te worden terugbetaald; alleen de jaarlijkse rentebetalingen zijn verschuldigd. Uitgaande van een rentevoet van 1 procent – wat vrij royaal is in een tijd waarin Duitsland obligaties met een looptijd van dertig jaar tegen een negatieve rentevoet kan verkopen – zouden de betalingen voor een obligatie van 1 biljoen euro per jaar 10 miljard euro kosten. Dit geeft je een verbazingwekkend lage kosten-batenverhouding van 1:100. Bovendien zou deze 1 biljoen euro onmiddellijk beschikbaar zijn op een moment dat het dringend nodig is, terwijl de rente in de loop van de tijd betaald moet worden en hoe verder in de tijd, hoe lager de verdisconteerde contante waarde.

Wat staat de afgifte ervan in de weg? De kopers van de obligatie moeten er zeker van kunnen zijn dat de Europese Unie in staat zal zijn de rente te betalen. Dat vereist dat de EU over voldoende middelen beschikt (d.w.z. fiscale bevoegdheid) en de lidstaten staan dergelijke belastingen absoluut niet toe op dit moment. De Gierige Vier – Nederland, Oostenrijk, Denemarken, Zweden (het zijn er nu vijf omdat Finland zich bij hen heeft aangesloten) – staan in de weg. De belastingen zouden niet eens hoeven te worden opgelegd, het zou voldoende zijn om ze te autoriseren. Eenvoudig gezegd is dit wat het uitgeven van eeuwigdurende obligaties onmogelijk maakt.’


Kan bondskanselier Merkel, die vastbesloten is om het Duitse voorzitterschap tot een succes te maken, daar niet iets aan doen?

‘Ze doet haar best, maar ze heeft te maken met een diepgewortelde weerstand tegen het niet betalen van schulden. Het Duitse woord Schuld heeft een dubbele betekenis. Het kan duiden op een geldelijke schuld en op schuldgevoel. Degenen die een schuld hebben zijn schuldig. Dit erkent niet dat de schuldeisers ook schuldig kunnen zijn. Het is een culturele kwestie die heel, heel diep in Duitsland geworteld is. Het heeft een conflict veroorzaakt tussen het feit dat ze tegelijkertijd Duitser en Europeaan zijn. En het verklaart de recente beslissing van het Duitse Hooggerechtshof die in strijd is met het Europese Hof van Justitie.’

Wie zijn de externe vijanden van Europa?

‘Dat zijn er veel, maar ze hebben allemaal een gemeenschappelijk kenmerk: ze zijn tegen het idee van een open samenleving. Ik ben een enthousiast voorstander van de EU geworden omdat ik het een belichaming van de open samenleving op Europese schaal vond. Vroeger was Rusland de grootste vijand, maar onlangs heeft China Rusland ingehaald. Rusland domineerde China tot president Nixon, die een groot inzicht had in de internationale politiek en begreep dat door zich open te stellen voor China en China op te bouwen, het communisme ook in de Sovjet-Unie zou kunnen verzwakken. Ja, hij werd afgezet. Maar hij was eigenlijk, samen met Kissinger, een groot strategisch denker. Hun stappen leidden tot de grote hervormingen van Deng Xiaoping. Vandaag de dag liggen de zaken heel anders. China is een leider in kunstmatige intelligentie. Kunstmatige intelligentie produceert controle-instrumenten die nuttig zijn voor een gesloten samenleving en een dodelijk gevaar vor-men voor een open samenleving. Het draait de tafel voor gesloten samenlevingen. Het huidige China is een veel grotere bedreiging voor open samenlevingen dan Rusland. En in de VS is er een tweeledige consensus die China tot strategische rivaal heeft uitgeroepen.’


Terugkomend op het nieuwe coronavirus, is het nuttig of schadelijk voor open samenlevingen?

‘Zeker schadelijk, omdat de bewakingsinstrumenten die door kunstmatige intelligentie worden geproduceerd, zeer nuttig zijn om het virus onder controle te krijgen en dat maakt deze instrumenten zelfs in democratische landen acceptabeler.’

Wat heeft u zo succesvol gemaakt op de financiële markten?

‘Zoals ik al eerder zei, heb ik een conceptueel kader ontwikkeld dat mij een voordeel heeft opgeleverd. Het gaat niet om de markten, maar om de complexe relatie tussen denken en werkelijkheid, maar ik heb de markt als proeftuin gebruikt voor de validiteit van mijn theorie. Ik kan het samenvatten in twee eenvoudige stellingen. De ene is dat in situaties met denkende participanten de opvattingen van de deelnemers over de wereld altijd onvolledig en vervormd zijn. Dat is feilbaarheid. De andere is dat deze vertekende opvattingen de situatie waarop ze betrekking hebben kunnen beïnvloeden, omdat vertekende opvattingen tot ongepaste handelingen leiden. Dat is reflexiviteit. Deze theorie heeft me een duwtje in de rug gegeven, maar nu mijn Alchemie van de financiën praktisch verplicht leesmateriaal is voor professionele marktpartijen ben ik mijn voorsprong kwijt en ben ik niet langer een marktdeelnemer.

Zegt uw kader u dat u zich zorgen moet maken over de gepercipieerde ontkoppeling tussen marktwaarderingen en de zwakte van de economie? Zitten we in een zeepbel door de enorme liquiditeit die het Federale Reservesysteem (FED) ter beschikking stelt?

‘U slaat de spijker op de kop. De FED deed het veel beter dan president Trump, die er kritiek op had. Het overspoelde de markten met liquiditeit. De markt steunt nu op twee overwegingen. De ene is dat het in de nabije toekomst een nog grotere injectie van fiscale stimulans verwacht dan de CARES-wet van 1,8 biljoen dollar; de andere is dat Trump een vaccin zal aankondigen voor de verkiezingen.’


U heeft onlangs 220 miljoen dollar gedoneerd aan de strijd tegen de rassenongelijkheid van de zwarte gemeenschap. Hoe ziet u de Black Lives Matter beweging?

‘Het doet er echt toe, want dit is de eerste keer dat een grote meerderheid van de bevolking, naast de zwarte gemeenschap, erkent dat er een systemische discriminatie tegen donkere Amerikanen bestaat die terug te voeren is op de slavernij.’

In deze revolutie worden standbeelden neergehaald en wordt de politieke correctheid cruciaal.

‘Sommigen spreken van de cancel-cultuur. Ik denk dat het een tijdelijk fenomeen is. Ik denk dat het ook overdreven is. Ook de politieke correctheid op de universiteiten is veel te overdreven. Als voorstander van een open samenleving beschouw ik politieke correctheid als politiek incorrect. We mogen nooit vergeten dat een pluraliteit van meningen essentieel is voor de democratie.’

 

Velen zeggen dat na COVID-19 en de ervaring met werken op afstand de toekomst van steden en grootstedelijke gebieden gedoemd is.

‘Veel dingen zullen veranderen, maar het is nog te vroeg om te voorspellen hoe. Ik herinner me dat na de verwoesting van de Twin Towers in 2001 de mensen dachten dat ze nooit meer in New York zouden willen wonen en binnen een paar jaar waren ze dat vergeten.’

Als u een boodschap zou kunnen sturen naar de mensen in Europa, wat zou dat dan zijn?

‘S.O.S. Terwijl Europa geniet van haar gebruikelijke augustusvakantie, dreigt het bijbehorende reizen een nieuwe besmettingsgolf te veroorzaken. Als we op zoek gaan naar een parallel, schiet ons de Spaanse griepepidemie van 1918 te binnen. Er waren drie golven, waarvan de tweede de meest dodelijke was. Epidemiologie en de medische wetenschap hebben sindsdien grote stappen gezet en ik ben ervan overtuigd dat een herhaling van die situatie kan worden vermeden. Maar eerst moet de mogelijkheid van een tweede golf worden erkend en moeten er onmiddellijk maatregelen worden genomen om deze te voorkomen. Ik ben geen deskundige op het gebied van de epidemiologie, maar het is mij duidelijk dat mensen die gebruik maken van massavervoer gezichtsmaskers moeten dragen en andere voorzorgsmaatregelen moeten nemen.

‘Europa wordt geconfronteerd met een ander existentieel probleem: ze hebben niet genoeg geld om het hoofd te bieden aan de dubbele dreiging van het virus en de klimaatverandering. Achteraf gezien is het duidelijk dat de bijeenkomst van de Europese Raad een betreurenswaardige mislukking was. De weg die de Europese Unie is ingeslagen, zal te weinig geld opleveren. Dit brengt me terug bij het idee van de eeuwigdurende obligatie. Naar mijn mening moeten de Gierige Vier of Vijf dit erkennen en in plaats van in de weg te staan, moeten ze veranderen in enthousiaste voorstanders. Alleen door een echte conversie kunnen door de EU uitgegeven eeuwigdurende obligaties voor beleggers aanvaardbaar worden gemaakt. Anders overleeft de Europese Unie misschien niet. Dat zou een groot verlies zijn, niet alleen voor Europa maar voor de hele wereld. Dit is niet alleen mogelijk, maar kan ook daadwerkelijk gebeuren.’

Dit interview verscheen oorspronkelijk in het Italiaanse dagblad La Repubblica.© Mario Platero/La Repubblica


Een giftige cocktail

Tekst René Zwaap

Hoezeer de samenzweringstheorieën met George Soros in het middelpunt al gemeengoed zijn geworden bleek toen de website van Nos Nieuws op 21 oktober 2018 een profiel van hem plaatste onder de titel ‘George Soros: invloedrijke bemoeial met tentakels ver in de wereldpolitiek’. In het artikel werd verder gesproken van ‘de jood Soros’ en ook gegeven de verdere toonzetting van het artikel leek het er sterk op dat de Nederlandse publieke omroep inspiratie had opgedaan bij de Protocollen van de Wijzen van Zion, het beruchte frauduleuze geschrift over een Joods wereldcomplot waarmee eind 19e eeuw de pogroms in tsaristisch Rusland werden uitgelokt, de nazi’s hun vernietigingskampen rechtvaardigden en tegenwoordig de islamitische wereld wordt opgehitst tegen Joden in het algemeen en de staat Israël in het bijzonder. Na een storm van kritiek haalde Nos Nieuws-hoofdredacteur Marcel Gelauff het gewraakte stuk van de website, maar het signaal was al afgegeven. De riolen van het internet hadden aansluiting gevonden bij de Nederlandse staatsomroep.

De campagne tegen George Soros en zijn Open Society wordt steeds harder en steeds feller gevoerd. In zijn geboorteland Hongarije verklaarde premier Viktor Orbán, die in zijn jonge jaren nota bene een jaar in Oxford kon studeren dankzij een beurs van Soros,de oorlog aan de filantroop met een lastercampagne die zo door Joseph Goebbels had kunnen zijn bedacht. Het was reden voor Soros om het kantoor van de Open Society in Boedapest te sluiten vanwege het ‘steeds repressiever wordende politieke en juridische klimaat’. Ook Donald Trump vond in Soros een geschikte vijand. In Nederland zijn er vooral binnen de PVV en Forum voor de Democratie steeds meer variaties op het anti-Soros-evangelie te beluisteren, waarbij de filantroop een prominente positie wordt toegedicht in het extreemrechtse hersenspinsel dat er een georganiseerde ‘omvolking’ plaatsvindt in westerse landen.


Mabel van Oranje

George Soros wordt in Nederland vaak in één adem genoemd met Mabel Wisse Smit, tegenwoordig Mabel van Oranje geheten, sinds 2013 weduwe van prins Friso van Oranje-Nassau van Amsberg. Dat komt doordat Mabel voor haar huwelijk werkzaam was voor Soros’ Open Society Institute in Brussel, een stichtingennetwerk dat zich richt op aan het bevorderen van democratie, mensenrechten en de onafhankelijke rechtsstaat en het bestrijden van aids. Voor tal van complotdenkers is dit gegeven uiterst verdacht en je hoeft op Google maar ‘Soros’ en ‘Mabel’ in te tikken en een onwelriekende beerput van kwaadaardige verzinsels stijgt je tegemoet. Bijna onveranderlijk overheersen ook hier variaties op het idee van een Joods wereldcomplot, aangelengd met een snufje anti-koninklijke gezindheid. Het is een giftige cocktail waarmee het anti-monarchale gedachtengoed in Nederland helaas maar al te vaak is behept.
Het is daarom belangrijk dat we op deze plek het interview met George Soros kunnen plaatsen, wiens ideeën en inzichten van het grootste belang lijken voor een democratische en vrijheidslievende ontwikkeling van Europa. Zijn concrete voorstellen voor de uitgifte van ‘eeuwigdurende obligaties’ kunnen ook een uitweg bieden uit de doodlopende weg van de huidige coronacrisis, die snel cumuleert in een economische crisis, en verdienen ook in Nederland serieuze aandacht. Dat George Soros verstand heeft van de internationale geldmarkt hoeft hij niet meer te bewijzen.

De Lockheed-affaire: hoe Den Uyl de kans op de republiek voorbij liet gaan

In 1976 had het kabinet-Uyl met de Lockheed-affaire een gouden kans in handen ter herinvoering van de Nederlandse republiek.  Maar de politieke moed ontbrak. Jack Jan Wirken over de parallellen tussen Lockheed en het schandaal rond Juan Carlos.

 

 

Tekst Jack Jan Wirken

Edwin de Roy van Zuydewijn, de gewezen echtgenoot van prinses Margarita, wist het beeldend te brengen. Ergens op paleis Soestdijk, vermoedelijk in de olifantenkamer, vond een ontmoeting plaats met Bernhard en enkele intimi. Onderwerp van gesprek was de recent gegeven toestemming aan een filmploeg om opnames in het paleis te maken. Dat hadden ze volstrekt verkeerd aangepakt, aldus de prins. De Roy van Zuydewijn, Bernhards accent perfect imiterend: ‘Daar hadden we een bedrag voor moeten vragen’.

Het gegeven dat hij over een ruime uitkering beschikt en dat de kosten van paleis, jacht, vervoer en het regerings-vliegtuig door de overheid gedragen worden staat er kennelijk niet aan in de weg dat het verzoek om filmopnames te mogen maken als een lucratieve deal-opportunity gezien wordt. Zoals ook de idee achter de belastingvrijstelling (Bernhard kocht zijn Ferrari’s zonder BPM) hem er niet van weerhield, de auto’s na enige tijd met winst (de afschrijving viel in het niet bij het belastingvoordeel) te verkopen. Het is een vorm van zakelijkheid die zich slecht verhoudt tot de populaire perceptie van toewijding aan de publieke zaak die Oranje-adepten de leden van het koninklijk huis toedenken. En die tegelijkertijd laat zien hoezeer het monarchale bestel door sommige betrokkenen als verdienmodel gezien wordt. Een model waarbij de reguliere revenuen niet langer de grootste inkomstenbron vormen. Als betrof het basketballers uit de Premier League, geldt voor sommige royals dat de ‘sponsorcontracten’ het standaard inkomen vele malen overtreffen. Juan Carlos heeft de mogelijkheden van persoonlijke verrijking die een koninklijke titel biedt, naar een nieuw niveau getild. Maar ook Bernhard heeft, zij het met de Spaanse omkoopbedragen in het achterhoofd op bescheiden schaal, zijn best gedaan voor een zo groot mogelijk persoonlijk gewin.

Republikeins trauma

De Lockheed-affaire. Het behoort tot een van de grote trauma’s van de republikeinen; de wijze waarop de kansen die de kwestie bood in de strijd voor de afschaffing van de monarchie, door de overvoorzichtige Den Uyl te grabbel zijn gegooid. Voor veel lezers van dit blad zullen de gebeurtenissen in het geheugen gegrift staan; de hoorzittingen van de Commissie Church die, naast heel veel andere omkoopzaken op enig moment de zoeker richt op de vliegtuigindustrie en daarbij al snel stuit op een hoge Nederlandse regeringsofficial. De ‘Dutch prince’ zoals hij werd geduid, een duiding die ook bij niet ingewijden geen verdenking jegens Claus opriep. De prins had, zoals uit de ondervragingen bleek, een groot bedrag ontvangen om daarmee het Nederlandse politieke klimaat gunstig te stemmen voor de aanschaf van Lockheed producten. De suggestie was om hem te belonen door hem een Lockheed JetStar cadeau te doen, een gebaar waarvan hij zelf stelt dat afgewezen te hebben omdat hem al een Fokker Friendship in het vooruitzicht was gesteld. Waarbij de opzichtigheid van het gebaar wellicht meer gewicht in de schaal legde voor de afwijzing nu het niet in Bernhard’s aard lag een viermotorig straalvliegtuig te laten schieten voor een tweemotorig propellor-toestel. De betaling van ruim een miljoen dollar had tot doel de niet doorgegane geste te compenseren. De verontrusting in het Nederlandse kabinet leidde tot de benoeming van de Commissie van Drie die de opdracht kreeg de juistheid van de ten overstaan van de Commissie Church afgelegde verklaringen, voor zover betrekking hebbend op prins Bernhard, te onderzoeken. De commissie zou uiteindelijk een vernietigend rapport uitbrengen. Waar politiek zo goed als niets mee gedaan is.

Ook vierenveertig jaar na dato blijven de details schokkend. De houding van Bernhard natuurlijk in eerste instantie. Na de instelling van de Commissie van Drie publiekelijk de hoop uitsprekend dat het rapport het vertrouwen van de Nederlandse bevolking in zijn persoon zal herstellen. En ondertussen het contact met Lockheed over de betalingen warm houdend. Maar vooral van de Nederlandse politiek, de premier voorop, die alles doet om de explosieve kracht van het rapport te ontkennen en de gevolgen van de openbaarmaking beperkt te houden. Den Uyl wordt nog steeds door velen een enorme kwaliteit toegedacht voor de wijze waarop hij de ‘constitutionele crisis heeft bezworen’. Dat dat gepaard is gegaan met zaken die in de verhouding tussen Kamer en regering als doodzonde gelden -het verzwijgen van de link met Northrop- en met het onder druk zetten van strafrechtelijke waarden -een sepotbeslissing op louter politieke gronden- wordt er meestal niet bij vermeld.

De ontsteker is met de grootst mogelijke omzichtigheid uit de bom gehaald. In politieke zin lagen de kansen voor een omwenteling voor het opscheppen. Bekend is dat Juliana stelde af te zullen treden als haar echtgenoot strafrechtelijk vervolgd zou worden. En dat Beatrix in die situatie haar moeder niet zou opvolgen. Dat zijn niet de contouren van een constitutionele crisis die afgewend moet worden maar de kansen om voor eens en altijd met een constitutioneel bestel dat van crisis naar crisis kruipt, af te rekenen. Den Uyl had naar de Kamer kunnen komen, het Lockheedrapport onder de arm, en plechtig kunnen verklaren dat de bevindingen van de Commissie van Drie aanleiding gaven tot verdenking jegens de prinsgemaal van ernstige strafbare feiten. En dat het kabinet geen andere beslissing kon nemen dan het dossier in handen geven van het Openbaar Ministerie teneinde de mogelijkheid van een strafvervolging te onderzoeken. We leven in een rechtsstaat, had hij eraan toe kunnen voegen, we houden het beginsel van gelijkheid voor de wet als wezenlijk voor ons bestel, we kunnen niet anders dan het OM hierin de ruimte geven die een onafhankelijke aanklager in een rechtsstaat toekomt. Zelfs een SGP-kamerlid zou niet de moed hebben gehad hier bezwaren tegen in te brengen.

Oneigenlijk gebruik van opportuniteitsbeginsel

Den Uyl kwam in de Kamer met een heel ander verhaal. Geïnspireerd door de vrees voor electorale effecten of uit genegenheid voor Juliana die zijn kabinet immers mede mogelijk had gemaakt, kwam hij in het parlement met weinig steekhoudende argumenten om het kortsluiten van de strafrechtelijke weg te onderbouwen. De prins zou al behoorlijk gestraft zijn door de conclusies die het kabinet aan het rapport ging verbinden. Sommige aspecten van de zaak zouden verjaard zijn. Het strafrechtelijk onderzoek zou veel tijd in beslag nemen en een uiteindelijke vervolging was niet zeker. Argumenten waar criminologen en strafrechtjusristen achteraf geen spaan van heel lieten. Argumenten met geen ander doel dan te pogen het optreden van de regering in van een schijn van rationaliteit te voorzien. Het maskeren van het oneigenlijk gebruik van het opportuniteitsbeginsel; niet om maatschappelijke maar om politiek redenen valt er een sepotbeslissing.

En de Kamer hoorde dit met een mengsel van instemming en bewondering aan. Een enkele partij poogde nog een begin van een discussie te starten die enigszins recht zou doen aan de schokkende bevindingen van de onderzoekscommissie. Van der Spek en Van der Lek, de voltallige PSP-fractie, kwamen met een motie om de kwestie aan te grijpen om nog eens na te denken over de rol van de monarchie in het vaderlandse bestel. Om ingediend te kunnen worden droeg de motie, behalve de handtekeningen van de twee PSP’ers ook een aantal handtekeningen van PvdA Kamerleden. Maar toen het op stemming aankwam werd de motie met slechts de stemmen van Van der Spek en Van der lek voor, verworpen. De PvdA’ers feliciteerden de PSP’ers met de motie maar konden hun stem er niet aan geven. Toenmalig fractievoorzitter Van Thijn had fractiediscipline afgedwongen. Zelfs een kleine barst in het raamwerk moest voorkomen worden.

De gelijkenissen tussen de zaak rond Juan Carlos en die rond Bernhard zijn overdonderend. Het geschuif met rekeningen, met koffers met geld, met onduidelijke tenaamstellingen van de begunstigden van de overmakingen, met vriendinnen die financieel gesteund worden, ‘Alles schon mal dagewesen’. Waarbij dan nog wel geconstateerd kan worden dat Bernhard zich, met de kennis van nu, zwaar heeft laten onderbetalen.

De gelijkenis betreft natuurlijk ook de politieke reactie op de omkoopschandalen. Het kost weinig moeite voor PSP Unidas Podemos in te vullen en voor de PSOE uiteraard de PvdA. Dan komt een herhaling van zetten in beeld die symptomatisch is voor het mechanisme dat monarchieën in West-Europa zo lang in het zadel houdt: op een enkele principiële uitzondering na buigt het politieke establishment in vergaande mate mee met de veronderstelde volkswil. Het zal, zowel in Spanje als in Nederland, veel overtuigingskracht kosten om een meerderheid in het parlement te doen beseffen dat meebuigen niet getuigt van pragmatische politiek maar van democratisch tekortschieten.

 

 

 

1 5 6 7 8 9 19